Als taal (woorden) meer verwarring schept dan oplichting.
- Hoe gaat het met U? - Het kan niet beter.
Wat is het nu ? Leef jij in de hoogste sferen, of zit jij aan de grond en zie jij echt geen opening hoe het nog kan beteren?
Ander voorbeeld (dit keer Lost in Translation)
Twee weken geleden is daar weer zon pipo van een NVA minister die het nog eens over de collaboratie wil hebben. Hij zegt: dat de mensen die toen in de collaboratie zijn gestapt daarvoor wel "hun redenen hadden.
Wie zal de man tegenspreken? Natuurlijk hadden die hun redenen om zo te handelen.
s Anderendaags is het kot in de Franstalige media alweer te klein. Un ministre fédéral du NVA en fonction, a déclaré que les collaborateurs pendant la guerre avaient raison.
Raison, daar zit zelfs raisonable in, en dat wordt dan zelfs: redelijk, verstandig. Puur Verlichtingsdenken. Alleen is avoir raison en avoir des raisons iets geheel anders.
En hoe zit het in België met de communautaire tegenstellingen ?
Je weet het, als ik te bed ga, slaap ik doorgaans binnen de dertig seconden maar, en dat is vers twee, dan komt mijn brein pas in actie. Alles Updaten heet dat.
Ik heb er dus een nachtje over geslapen, en ik ben weer beginnen twijfelen. Sommige boutaders klinken zo verleidelijk mooi (dat is de essentie van een boutade) maar zijn bij nader inzien minstens voor discussie vatbaar.
Oké, De Wachter zei het zelf, hij is dol op Parijs maar ziet zich niet direct in zijn droomstad als psychiater functioneren. Omdat dat vak toch zon taalgebonden gebeuren is. "Ik beheers redelijk goed mijn Frans, maar ik zal hoe dan ook woorden te kort komen om alles uit te drukken wat ik wil zeggen. In mijn moedertaal maak ik naar believen woorden bij: gewonigheid, een sponzig bestaan, stoefferig, enz."
Maar wie taal zegt, zegt dubbelzinnigheid. Bovendien vraagt zon talig discours om metaforen. Maar die zij ook nooit eenduidig. Barst bijv. Wat is een barst? Zullen we zomaar elke barst koesteren?
Bijv. de barst die regelmatig uitmondt in gewelddadigheid. Ik zou die barst proberen dicht te strijken. De barst van het buitensporig egoïsme, het liegen, het fanatisme, de grootspraak, de perversie enz oké, allemaal karaktertrekken waarvoor de psy een uitleg zal weten, maar volstaat dat om dit soort barsten te koesteren?
En dan nog, om de metafoor even door te trekken: de barst die water indringing meebrengt maar waarvan het vocht uitsluitend in de slaapkamer van mijn benedenbuur terechtkomt... Dat heb je met metaforen.
Maar dat zijn, eerlijk gezegd, niet meer dan woordspelen. Ik versta heus wel wat de man met barst bedoelt. Spannender wordt het als De Wachter zich expliciet afkeert van dat ander icoon uit de PSY-wereld nu bijna 30 jaar geleden Alfons Van Steenwegen. De man van Liefde is een Werkwoord. AVS was geen arts, wel een psycholoog (nog een discussiepunt uit deze Elvis ) die zich in die tijd, met veel succes, specialiseerde in de begeleiding van koppels met relatieproblemen. Gezinstherapie.
Welnu, als ik het goed begrijp vindt De Wachter Liefde helemaal geen werkwoord. Integendeel zelfs. Liefde is een ode aan de gewonigheid, niet te veel van elkaar verlangen, zich samen kunnen vervelen. En niet rekenenop instant remedies, luisteren, wachten, tijd geven, loslaten. Mijn beroep vraagt allereerst traagheid. Net niet waaraan bij denken bij de uitdrukking: aan Liefde werken daar klinkt urgentie in. Alle dagen opnieuw in gang schieten.
Daar kunnen we nog eens een boompje over opzetten. Nu is 1988 geen 2014. De Tijden zijn in die sfeer zo fundamenteel veranderd. Inderdaad De Wachter zei het: ALLES in mijn vak is context. En dat is dus 2014.Dus denk ik dan, en wat zal het in 2030 zijn?
Och, ik ben met mijn 82 eigenlijk geen gesprekspartner in dit debat, alhoewel ik in die lange jaren redelijk bewust heb geleefd, vele watertjes doorzwommen, ook een flink lijstje met stommiteiten op mijn record heb staan maar mijn bewuste fenomenologie bestrijkt een periode van een halve eeuw. Komen en gaan, ophemelen en verguizen, geloof en wanhoop, het zit allemaal vermalen in dat licht seniele wereldbeeld dat ik vandaag hanteer. Ik puur daar allerminst een model uit van hoe het nu echt moet, maar ik heb, denk ik, redelijk wat perspectief om die wereld van mij te bekijken.
Het is guur buiten, niet koud, maar het wordt precies niet licht vandaag . Een huilende wind ontmoedigt elke embryonale aanzet tot buiten komen.
Toch zonet over en weer naar de Proxy, kleine buurt-Delhaize net om de hoek, goed voor snelle shop. Ik kocht alles bijeen voor 6,43.
Kassa. Jonge kassierster zit met drie sjaals in de tocht bij haar kassa. Ze vindt het leven niet leuk, denk ik. Voor mij een oude dame, zwarte lange jas, en een trolley voor haar commissies in te doen. De vrouw is totaal over stuur. De kassierster weet niet goed wat zeggen. Wat wil je, je zit zelf bibberend te wachten tot het zes uur is.
Dus ik neem over.
- Is er iets madame? - Och mijnheer, zie mij nog eens bibberen. - Wat is er aan de hand. - Wel vanmorgen was ik in De Standaard Boekhandel (een intellectuele oude vrouw dus, ze leest boeken), maar ik kreeg weer pijn in dat been, dus ik denk, ik neem de bus één halte, tot op de Grote Markt. Daar was nogal wat volk en dus wat gedrum. En ja, een half uur later wil ik in de Delhaize betalen en, jawel, ik vind mijn portemonnee niet meer. Gepikt op die bus. En ik zweer het, de rits van mijn tas was toe. - En was die rits nog toe toen je aan de kassa kwam? Ik hou van details in een crimi. - Zeker weten, die dief heeft die rits gewoon terug dicht gedaan. - En..? - Alles zat erin, mijnheer. Ik heb nooit veel geld op zak, maar nu met die feestdagen hé, ik had net geld gehaald op de bank. 250 Euro. Ne mens moet toch zo een en ander kopen in deze tijd. En nu alles weg. Al mijn kaarten, mijne pas en al die andere kaarten. Weg. Ik ben naar de police geweest, daar waren ze heel vriendelijk, ik heb wel tien papieren moeten tekenen. Dan ben ik van armoe, terug naar de bank gegaan waar ze ook heel vriendelijk waren en waar die mijnheer mij, zonder papieren, toch maar nieuwe 200 euro van mijn rekening heeft gegeven. - Vreselijk, stamel ik. - En zie eens mijn handen, ik beef nog over mijn hele lijf.
Niemendal natuurlijk op een ochtend dat Fabiola begraven wordt, maar wel iets als een op haar huis ingeslagen raket voor die oude vrouw. Ik heb te doen met die vrouw. Hoop dat ze een goed boek kocht in De Standaard, dan kan ze vanavond misschien haar zinnen verzetten.
En ik denk aan die dief. Die ziet ook al dat kerstgedoe, en die lichtjes en die slingers. En die uitdagende uitstalramen. En die wil ook wel "eens wat kopen in deze tijd". Maar die heeft zelfs geen portemonnee die ze kunnen pikken. Dus die neemt de bus. Hij kent dat nog van vorig jaar rond deze tijd. Dat ging toen goed.
Ik denk niet dat die nieuwe eigenaar van haar portemonnee naar De Standaard Boekhandel is getrokken. Natuurlijk, die heeft vanavond geen troost nodig.
Als hij er maar geen Glühwein mee koopt, dat zou ik pas echt zonde vinden.
Ze stonden tot schreiens bewoo-ogen en knielden voor t kindeke neer
Ik kom buiten, t is weer zover, voor mijn deur zijn stadswerklieden druk in de weer met de opbouw van de kraampjes voor de kerstmarkt. De muziekband is alvast maar opgezet en de herderkes doen hun ding. Zij het 14 dagen te vroeg. Maar ja het zal rap genoeg twee januari zijn.
Och, t zijn leuke dingen voor de mensen, alleen een nauwjas die erom zeurt.
Ik moet met de auto voor een boodschap even buiten de stad. Het is druk. Het gaat traag. Ik kom op Lisp, dat is de triestigste invalsweg naar het Lierse stadsmidden.
Daar zie ik op de stoep een huiselijk tafereeltje. Een beige Mitsubushi met draaiende motor. Daar rond, een koppel, op eerste zicht niet uit de hoogste sociale klasse, met een duidelijk meningsverschil. Hij grijpt haar vast en slaat haar waar hij ze kan raken, zij vlucht, hij erachter, ze draaien rond de Mitsubishi, hij krijgt haar weer beet, nu het voetenwerk, een stevige trap (we zijn wel vlakbij het voetbalterrein van de Lierse), zij valt en vlucht weer weg
Intussen ben ik 100 meter verder, ik heb het verloop in mijn achteruitkijkspiegel gevolgd. De straat maakt een bocht, en mijn cinema is uit.
Ja .
Mag ik het bekennen? Ik ben er 24 uur later nog niet goed van. Mijn verbeelding construeert wat voorafging en hoe het afliep rond die Mitsubishi. Niet goed dus.
En dan mijn vragen. Moest ik stoppen en tussenkomen? Geen goed gedacht. Ik bedenk snel een laf excuus. Heeft dat koppel kleine kinderen? Zeker, want die auto is te groot voor hun twee. Waar zijn die? Met wie gaan die volgende week naar de kerstmarkt? Kindermishandeling moest toch strenger bestraft worden.
Geef toe, makker: jij bent véél te sentimenteel. Het kan goed dat jij van die catchpartij meer last hebt dan die twee. Moet jij het verdriet van heel Lier, laat staan van heel de wereld meenemen?
Komaan zeg. Ga zondag naar de kerstmarkt, zet zon idiote muts op, doe dat ge blij zijt, en drink, met gesloten ogen, een glas van dat brakke brouwsel dat men eind december Glühwein noemt.
Als ik terug thuiskom is de muziekband net aangekomen bij:
Vreee-eede, Vreeee-eede, vreedop aard aan aaaalle mensen
(de drie hiernavolgende posts gaan over Felix Timmermans, aangeraden ze in de volgorde van 1 naar 3 te lezen)
Felix Timmermans (1886 -1947)revisited
Nog geen volle 70 jaar is de man overleden, en zijn naam circuleert nog amper.
En toch is hij nog altijd de over de hele wereld meest vertaalde en gelezen Vlaamse auteur. Maar ja, Hugo Claus is nog geen volle vijf jaar overleden, en ook hij is al grotendeels uit het modieuze literaire circuit verdwenen. Hugo Comment?
Totdat ik vorige week enige uren op de trein moest en ik, als leesvoer, het kleinste en dunste boekje in mijn bibliotheek opzocht (het moest in mijn vestzak kunnen) en ik een boekje van Frans (Sus) Verleyen- idem dito, wie klapt er nog van Sus?-uit 1996 vond: De gezonken goudvis. Felix Timmermans en De Moderne Tijd (81 blz). Ik heb het op een heen-en-weer rit naar Luik uitgelezen.
Sus vertelt hoe hij op een uitgeregend weekend in het weekendhuisje van een vriend, in diens bibliotheek niets anders leesbaars vond dat De Harp van Sint-Franciscus van Felix Tmmermans, waarmee hij zich te bed begaf. Een ervaring die bij hyper erudiete Sus uitdraaide op een totale hernieuwde lectuur van de Fee. En waarover hij dan dit boekje schreef.
Ik plukte voor mijn Blog willekeurig enkele citaten die Sus aanhaalt, en waar je nog eens ervaart hoe deze man een schilder was met woorden die in de Europese literatuur amper zijn evenknie vindt.
Oké, de moderne literatuur is niet dol op adjectieven, verdraagt geen overkokend taalgebruik en eist van de verhalende kunstenaar soberheid. Natuurbeschrijvingen zijn al helemaal uit den boze. Geëist wordt dat hij zich beperkt tot doeltreffende mededelingen en metaforen. Emotie verloor veel krediet aan intelligentie.
Welnu zegt Sus, het herlezen van Timmermans doet mij aan dat hedendaags paradigma twijfelen.
Ik laat u even mee genieten met de talige schilderkunst van De Fee.
- De zon was gezonken als een goudvis.(openingszin van De Harp) - Maar er was niets anders te zien dan een beetje overschot van de uitgedoofde dag. - Een halfnaakte vent, kaal tot aan zijn hielen, een stronk benen en pezen. - (een indruk uit de Sint-Pietersbasiliek in Rome) De stoet van bisschoppen die de basiliek betraden, is als een vloeiende tuin, een tuin op wandel. - Een telefoonpaal, die naar schepen riekt, zoemt binnensmonds gazettennieuws. - Een glanzende haan wandelt Turks met zijn kiekens, een hangklok niest ergens drie slagen af. - (een sneeuwbui) De diepste stilte zegent het witter wordend land. - op het neerhof wandelt een blauwgroene pauw, alsof gehuurd, heen en weer voor het genoegen van zijn tevreden heren. - Daar kwam zijn vrouw binnengewandeld, als een jong, mals mosseltje (Pallieter) - Daarboven een bruine lucht als een berookt plafond en een vastgevezen stilte.
En dat gaat zo maar door zonder einde of begin. Een man die de wereld rondom zich gulzig opslurpt en ze nadien terugstuurt in geverfde woorden.
Sus is zo vermetel Felix te vergelijken met die andere Vlaamse reus Hugo Claus waar Louis Seynaeve uit Het Verdriet van België en nog meer René Catrysse uit De Geruchten zo van Timmermans konden komen.
Dat is in 1996 behoorlijk reactionair (lees verder). Claus, u bedoelt toch niet "onze Claus"?
Het kon haast niet anders dat een volksschrijver (en denk direct alle pejoratieve connotaties maar weg) zeer regelmatig zwaar over de schreef zou gaan als hij zonder enige scrupule, volmondig het volkse Lierse dialect gebruikt.
Enkele voorbeelden:
Er was veel lawijt op straat Het bassen van de hond Kardinalen in kressend rood paleizen met schildwachtend en grillen rond
Of gewoon deze onvertaalbare woorden : asem, krikkel, rezzenkes, bedeeme, verlodderd, korentekoeken, gewaring . enz.
Ik vraag mij af hoe de Japanse vertaler van Pallieter dat geflikt heeft? Want ik blijf erbij:ook in het Algemeen Nederlands heb ik voor geen van deze Lierse woorden een voldoening gevend equivalent.
kressen dat is niet krijsen, krikkel dat is niet opvliegend, en een grille is geen afrastering .
Wat doen we mekaar en ons talig vermogen toch aan met die heksenjacht op dialectwoorden?
Maar we zijn nog niet thuis met dat herlezen. Want achteraan in het boekje, vind ik een uitgeknipte recensie (getiteld als ESSAY) uit Café des Arts in De Morgen van 27 februari 1997. Hierin bespreekt Jos Borré het boekje van Verleyen, onder de alleszeggende titel: Als een tang op een varken. Verleyen maakt totaal ongepaste vergelijkingen.
Oké,we zijn de jaren 90, die zelfzekere paarse tijd waarin iedereen die in die tijd één letter op papier zette zich uitputte om de vorige in progressiviteit en antiklerikalisme te overtroeven.
En ja, Sus had het gewaagd de namen van Walschap en Claus op minder van vijf centimeter afstand van Felix Timmermans te noemen. Het kot is natuurlijk te klein.
Onze Morgen essayist kan nu veel verdragen, en Verleyen "mag dan een poging wagen om hem (Timmermans) te moderniseren en te recupereren,maar dat hij zo ver gaat dat hij Timmermans in het gebruik, van het typisch Vlaams taalidioom en in zijn intuïtieve intelligentie wil vergelijken met Hugo Claus. Hoho dan moet Verleyen nog eens wat meer proeven van de dubbelzinnigheid en de gelaagdheid van Claustaal .
Maar er Borré heeft wel een heikel punt in de zaak rond Pallieter en het ingrijpen van Rome bij de eerste druk van dat naturalistisch vitalistisch boek in 1912. Dit kan er niet door en wij moeten dit zinnelijke heidense boek op de index plaatsen, zegt Rome, tenzij ..
En nu komt het: tenzij de auteur bereid is bepaalde aanpassingen, lees schrappingen, in het werk te aanvaarden. Het jong mals mosseltje was o.a. meerdere Tiber bruggen te ver. Nu was dat geen nieuws in die jaren, alleen is het antwoord van de diepgelovige en gezagsgetrouwe Timmermans dat wel.
Het Heilig Officie moest maar zeggen wat er moest veranderd worden.En zo geschiedde. Stijn Streuvels, een goede vriend van Timmermans, is woedend. Maar ze hebben er daar in Rome werk van gemaakt tot in 1930 een met fijnzinnige takt ontsmette Pallieter verschijnt. Gelukkig, gelukkig zien we dat in 1966, bij de 50ste druk, als jubileumuitgave de originele versie terug op de markt komt.
Maar ik moet het zelf toegeven, in mijn collegejaren heb ik nooit van ver of nabij Pallieter gezien. En Boerenpsalm vonden de pastoors al evenmin voer voor onze jonge rein geesten. Geef ons maar de veilige Emiel Van Hemeldonck. En Ernest Claes met zijne Witte van Zichem.
Niet dat wij er zijn aan dood gegaan, wij hebben, en dat is dan weer niet de mooiste episode, in de jaren daarop onze vermeende achterstand buitensporig ruim ingehaald en doorgedraafd... Het mocht , nee het moest nu allemaal.
Het is vandaag, zeker in Nederland, een modewoord, een stopwoord zelfs. Een heftige ervaring, een heftig gebeuren, een heftig verhaal. Dat was heftig enz.
Wel gisteren had ik op één dag drie zon heftige ervaringen.Misschienis een mens in deze donkere maand iets gevoeliger, iets meer ontvankelijk voor de inwerking van dit soort heftigheid?
Twee lange TV documentaires die ik eerder, op aandringen van mijn Groene Amsterdammer, bij de VPRO (Ned2) had opgenomen en gisteravond na elkaar bekeken.
2DOCHet is uw land en Ik hoor hier niet thuis.
"Het is uw land" Hier mogen we voor de eerste maal aanwezig zijn in een gesloten centrum voor afgewezen asielzoekers. Aan de ene kant de totale ontreddering van de uitgewezenen, mannen, vrouwen, gezinnetjes, kinderen, zelfs oudjes. Maar vooral het leefklimaat van de ambtenaren die het allemaal moeten doen. Laatste gesprek voor de fysieke uitzetting, pogen te bewegen tot vrijwilligheid (met een mooie som euros in de hand), weerstaan aan de chantage, en dan het fysieke vertrek uit het centrum en het busje naar Schiphol. Beslist een heftig gebeuren.
De tweede film van bijna twee uur "Ik hoor hier niet thuis", waar de makers een vol jaar meeleefden in een, ja ik heb geen ander woord, zwaar krankzinnigen instelling. Je ziet daar vijftig volwassenen in alle staten van waanzin, vaak nog zwaar fysiek behinderd, soms braaf, soms gewelddadig. Wel een min of meer open instelling waar de klanten nog een zekere vrijheid hebben om buiten te gaan naar het nabijgelegen dorp. Maar wel met de stok achter de deur: één stap te ver en het is recto naar de gesloten (plat gespoten) psychiatrie. En meer dan de helft die vindt dat alle anderen daar zot zijn, maar zij zeker niet zot genoeg. En weerom aandacht voor de normale mensen die het binnen die muren dag aan dag moet doen. Twee uur zit je ertussen. Beslist een even heftig gebeuren.
En dat gebeurt hier allemaal, vlakbij mijn kleine krenterige bestaan waar ik me beklaag over alle soorten onnozelheden. Een goede remedie tegen elk snelle klaar-is-kees oordeel. Hou je toch even in.
En dan de derde heftigheid. Toevallig diezelfde dag was ik op uitstap naar Luik en zag ik voor het eerst het adembenemende station van Liège Guillemins. Noem het vooral geen station, want dat is een plaats waar treinen aankomen en vertrekken, Dit is gewoon een gigantische overkapping van dat treingebeuren. Maar iedereen noemt het wel een meesterwerk van de beroemde Catalaanse architect Sabtiago Calatrava.Een adembenemend complex van staal, hagel wit beton en voetbalvelden van glas. Je gelooft je ogen niet. Iets van het niveau Sagrada Familia in Barcelona, dacht ik spontaan. Is dit waanzin of is dit een bovenmenselijke prestatie? Die treinen zouden ook vertrekken zonder die overkapping net zoals in die kathedraal in Barcelona geen mens nog naar de mis of naar het lof gaat. Heftig, zonder meer.
En die drie impressies samengepropt in één etmaal. Eeerlijk, ik heb last om dat allemaal in één denkact te updaten.
Waarschijnlijk allemaal Iets te heftig voor een oude man.
Hoe VERWONDERING ook een drijfveer kan zijn bij het fundamenteel wetenschappelijk onderzoek.
(sorry, eigenlijk geen onderwerp om geintjes over te maken....)
Dat bleek weer eens eergisteren toen Peter Raeymaeckers vande Universiteit Antwerpen, in prime time op het TV1-nieuws verscheen om een aantal schokkende resultaten uit het nieuwe Jaarboek Armoede voor te stellen. Prof. Raeymaeckers is post doc navorser NFWO, faculteit Sociale Wetenschappen, medewerker aan het onderzoekscentrum OASes, dat instaat voor een wetenschappelijke benadering van het fenomeen armoede.
Even plaatsen die OASes: :
De leden van OASeS hebben een diepgaande kennis van een breed scala aan onderzoeksmethoden. In de loop der jaren is methodologische expertise ontwikkeld in sociale netwerkanalyse en kwalitatieve onderzoekstechnieken zoals focusgroepen en interviews. OASeS richt zich op onderzoek dat relevant is voor de makers van sociaal- en omgevingsbeleid evenals voor sociaal werkers en sociale en milieuorganisaties. Sociologisch onderzoek is de belangrijkste disciplinaire benadering, maar OASeS is overtuigd van de waarde van interdisciplinair onderzoek voor een innovatieve wetenschappelijke praktijk.
Uit het interview met deze vorser vernamen we dat zij er waren op uitgekomen dat kinderen die geboren worden en opgroeien binnen een gezin dat beneden de armoede grens leeft, grote kans maken later zelf beneden die armoedegens te belanden. Hoe groot die kans is, daarvoor is nog verder onderzoek nodig.
Ik koppelde dit onderzoeksresultaat onmiddellijk aan een ander mij bekend onderzoek van Prof. John Liebermann van de Universiteit van Toronto die er met zijn groep op uit kwam dat kinderen geboren in een gezin behorende tot de upper income classlater grotere kans maken zelf binnen die upper class te belanden.
Ik zou nu graag die twee onderzoeken gebundeld zien (een paar keer over en weer Antwerpen en Toronto kan er nog wel af) om samen uit te zoeken wat dan wel de oorzaak van deze twee opvallende onderzoeksresultaten mag wezen. Dat is vast geen toeval.
Vooral de Antwerpse armen zitten met spanning op de resultaten van dat onderzoek te wachten. In afwachting kunnen ze terecht bij Bond Zonder Naam en de Egidius gemeenschap.
Zalig Kerstfeest alvast.
Een paar jaar geleden hadden nog andere vorsers aangetoond dat kinderen waar in het thuismilieu geen Nederlands werd gesproken, vooral in het basisonderwijs ernstige hinder zullen ondervinden van taalachterstand. De verwondering houdt niet op.
Ennu moet ik vierklauwens een vervolg schrijven op mijn vorige post over de KLARA Top 100.
Vanmiddag (zondag 30/11) op Canvas in Puur Muziek, een briljante (Duitse) documentaire rond de Koreaanse componist, muziekpedagoog ISANG YUN(1917-1995) gezien.Zijn lievelingsinstrument is de cello, hij is zelf begaafd cellist. Mogelijks heeft Canvas net vandaag deze documentaire geprogrammeerd om te reageren op mijn botte omgang gisteren met de hedendaagse klassieke muziek.
(in het tweede deel van hetzelfde Puur Muziek volgde nog de Psalmen Symfonie van Stavinsky, creatie in Brussel 1930, nog zo'n beleving)
Ysang YUN (1917 * 1995)
ISANG YUN is geboren in het nog ongedeelde Korea, en een leven lang zal hij dromen van een hereniging van zijn twee Koreas. En als dit kon door zijn muziek. Ik kan het hele verhaal niet overdoen, ik verplicht u de film te herbekijken via Net Gemist.
Kort krijg je dit te zien : via hallucinante beelden wandel je over en weer tussen het hemelse rijk van vader en zoon Kim Jong-Un, en het bruisende Seoul dat uiterlijk meer Amerikaans oogt dan menig Westerse grootstad terwijl het cultureel, uit al zijn poriën, Aziatisch ademt. En daartussen verloopt het eerste deel van het leven van deze geniale musicus die zowel in Noord als Zuid over en weer geliefd en gehaat, bejubeld en gevangen gezet, als nationaal symbool en spion gezien wordt.Tot de man (en zijn zeer mondige vrouw) in Berlijn opgemerkt en in de armen gesloten wordt. Hij ligt er begraven onder een eremonument. Zie de film.
En toch is deze componist puur aanhanger van het twaalftonen stelsel en zijn zijn composities volledig atonaal. Meer hedendaags kan haast niet. We zien en horen zijn muziek heel de film door uitgevoerd en becommentarieerd door een schare Koreaanse jonge toptalenten. We zien op zijn muziek ook enkele prachtige stukken modern ballet. En ik moet tijdens het verloop van de film ondervinden dat ik helemaal in de ban kom van deze compleet hermetische muziek.
Ik wil maar zeggen hoe ik, en wellicht velen met mij, verteerd worden door vooringenomenheden, waartegen wij amper weerstand bieden. In mijn geval van Isang Yun, ik weiger nog maar te kijken of te luisteren Natuurlijk zegt die muziek, zomaar op CD of op de radio, helemaal niets. Maar in handen van deze filmmakers gaat een totaal andere wereld open. Een wereld niet NA, maar NAAST, ik zeg zomaar wat, de cellosonates van Bach moet staan.
Net Gemist, ik smeek je.
En zo kom ik uit op het sleutelbegrip, dat in mijn vorige post (Klaar Top100) totaal ontbrak, en dat elke intense kunstbeleving insluit: de VERWONDERING.
Geef toe, dat de 389ste beluistering van de Kleine Nachtmuziek van Mozart of van de Zesde van Beethoven, misschien nog wel je gehoor kan strelen, maar dat geen van die twee jou een schijn van kans geeft op één moment van verwondering. En toch is het dat waar het in de kunst om gaat.
Denk ik nu.
En als ik morgen kaartjes koop voor een duur concert wil ik dat er minstens één stuk geprogrammeerd staat van een componist waar ik nog nooit van hoorde.
Kan tegen vallen, daar niet van, maar dat heb je met het opzoeken van verwondering.
toemaatje
nog een beeld uit de film, Zuid Koreaanse jongeren zingen, op de trappen van de metro, een lied van Isang Yun
Vorige zondag besloot KLARA omstreeks 18 uur zijn jaarlijkse Top 100 Klassiek. En wat blijkt (nog eens)? And the winner is wat had je verwacht? Jawel,in de eerste vijf drie keer J.S.B. Verder amper verrassingen in de top 10. Zeg maar in de Top 100.
enz...
Juist of fout komt helemaal niet ter sprake, wie zou overigens de standaardlijst van de echte Top 100 bezitten?Vox Populi, meer is het natuurlijk niet. En-ook daar niet van- stuk voor stuk, allemaal mooie, melodisch consonante muziek, en toch geen André Rieu, dat is pas vloeken in de orthodoxe melomane kerk.
Maar intussen is nog maar een bewezen: de Klara luisteraar, het crême de lacrême van cultuurminnend Vlaanderen is, net als het traditionele concertpubliek,zo conservatief als de nacht, houdt niet van experimenten, heeft niets met atonaliteit, liefst een dreunendmajeurslotakkoord, en hij wordt heus niet moe om altijd maar hetzelfde 200 jaar oude repertorium te bejubelen. In de Top-100 alleen maar certitudes.
Is dat erg? Maar nee, je kan onder het stortbad immers geen Schönberg of Stockhausen nafluiten Maar eenErbarme dich van JSB, geen probleem.
Of .
OF ..
Is er iets anders aan de hand?
Moeten we vaststellen dat de hedendaagse klassieke muziekscène (ik ken geen betere term) in de laatste 100 jaar op geen enkele manier aansluiting heeft gevonden (gezocht/gewenst) bij het brede muziekminnende publiek? En is die avant-garde muziekscène vandaag herleid tot een besloten clubje waarbinnen de leden zich uitputten mekaar de wolken in te prijzen? Dat was in hun tijd met Mozart en Beethoven wel even anders.
Misschien kan een parallel met wat zich afspeelt in de hedendaagse beeldende kunst wel iets verklaren. Waarom wel Picasso en geen Strawinsky? Waarom wel Rothko en geen Schönberg? Alle vier ongeveer tijdgenoten.
Raad eens.... Maar ik beken: ikversta het ook niet zo goed.
Climate Change, smeltende ijskap op de Noordpool, stijging zeespiegel, je moet er niet aan twijfelen, je ziet op de documentaires de ijsbergen zo in de zee storten. Kommer en kwel, want op een ogenblik zullen de Lage landen opnieuw Hoge Zee worden, voorspellen de pessimisten. Nederland en West Vlaanderen worden terug water.
En toch, leer ik bij Tegenlicht, zit er ook een goede kant aan die verdwijnende ijskap. In twee landen gaat het licht aan: in IJsland (nu al onafhankelijk) en Groenland (nog even een kolonie van Denemarken):een onmetelijk stuk gewonnen land en gewonnen zee.
En dat betekent: energie, bodemschatten, mineralen (uranium) , het openen van een noordelijke zeeroute die in de zomer ijsvrij komt, maar intussen ook al gewonnen gewassen, fruit en groenten. De beste aardbeien van de wereld (s zomers 24 uur zonlicht) en de kabeljauwpopulatie groeit zienderogen weer aan, de jonge kabeljauwen zijn ook veel groter.
On-be-grens-de (potentiële) mogelijkheden die open gaan. En ze zijn er als de kippen bij: de Russen (die spelen een thuiswedstrijd), de Aziaten uit Zuid Korea, Japan, Singapore en natuurlijk niet te missen: de Chinezen, maar dan en masse. (zelden dat je een chinees in zijn eentje ziet)
Blinken uit door hun afwezigheid: de EU-landen, maar daar zitten die berenmutsen niet op te wachten.
Halldor Johanson, directeur van het faciliterend bedrijf Arctic Portal zegt het in de reportage: geef ons maar de Chinezen.Het Chinees systeem hanteert een duidelijk lange termijn perspectief. Het gaat over 2030. Dat ontbreekt totaal bij de Europeanen, maar wat wil je als je om de vier jaar met een nieuwe regering zit
Of de zegeningen van de democratie. Want daar heeft elk voordeel dan weer se nadeel.
Ik denk ik eerder al eens de lof zong van dit praatprogramma van Thomas Vanderveken,en dat ik het de Vlaamse Zomergasten noemde, maar dan geen imitatie, eerder een verbeterde uitagave. Met een Vlaams sausje erover, en voor één keer bedoel ik dit niet pejoratief. Natuurlijk valt of staat zon praatgeval met de gast en wat die man/vrouw in huis heeft. En daar zit Alleen Elvis van dit seizoen als gebeiteld.
Vorige week was Thomas onze Peter Van der Meersch gaan terughalen uit Amsterdam. Voor mij werd het een relatief hoogtepunt van mijn televisieseizoen. Eerder hoogtepunt was de Elvis met Els Dottermans en met Mieke Van Hecke. Nu dus Standaard/NRC man Peter Van der Meersch.
Dit is televisie die bij mij blijft plakken. Ik zet hier mijn vijf beklijvende momenten op een rijtje (sorry als je de uitzending miste) en eens nagaan of jij - die wel keek - mijn sensitiviteit deelt.
1. Het woord Volksverhefffing dat vanuit een onbetwiste bron uit het verdomhoekje wordt gehaald. Een ode aan al die mensen die daaraan hun leven wijdden.
2. Ik had slecht geslapen en ik dacht ik ga vandaag eens een Duits doodschieten. Ik zag er een, op wel 300 meter. Ik heb hem zeker geraakt maar ik weet niet of hij dood was. en dan Willem ..'t graf van duizend soldoaten, altijd iemands voader altijd iemands kind
3. Ik denk dat ik er niet was toen mijn twee zonen mij het meest nodig hadden. Het spijt me zo. Ik probeer dat nu goed te maken met mijn derde zoon, uit mijn tweede relatie.Maar verder blijkt dat hij het blijkbaar nog altijd niet begrepen heeft.
4. Peter van Uhm, gepensioneerd opperbevelhebber van de Nederlandse strijdkrachten: Als ik om me heen kijk zie ik mensen die een bijdrage willen leveren voor een betere wereld en elk kiezen ze hun passend instrument om die taak te vervullen. Ik koos het wapen.
5. Wat is dat daar in het gras? Een mus.Wat is dat daar op die tak? Een mus. En wat is dat daar tegen het water? EEN M U S !! Toen jij me, dertig jaar geleden, voor de tiende keer vroeg Wat is dat daar?, antwoordde ik voor de tiende keer: dat is een mus en ik heb je toen innig omhelsd.
Van een lieve, licht alternatievekennis een origineel cadeau gekregen. Twee stukken van die vierkanteauthentieke ouderwetse Sunlight zeep gekregen.
Je kent ze zeker wel: in het dialect beter bekend onder de benaming: een klot sunligt (let op de uitspraak sunligt). Zon vierkante, okergelige blok harde zeep, met een opstaand boordje rondom en met in het midden in reliëf zeepletters de naam SUNLIGHT SAVON. Dat moest ook niet in de Vlaams want de meeste Vlamingen in die tijd gebruikten nog puimsteen om zich te schrobben.
en vooral geen zotte kosten aan de verpakking...
Voor mij regelrecht jeugdsentiment. Wij kenden thuis, denk ik, maar één soort zeep: dat was die klot sunligt, daar werd mee geschuurd, dat werd geraspt in de kookwas en natuurlijk voor het bad (lange tijd een zinken kuip voor de kachel met een paar moren kokend water). Ik vermoed zelfs dat het soms bij "stroef verlopende seks" te pas kwam.
Maar in het bad diende diezelfde klot voor alle lichaams(onder)delen, je kon er ook je tanden mee borstelen, en ook voor het haar. Een shampoo dus. Alleen voelde dat haar nadien wat stro-achtig aan. Maar schuimen dat dat deed. En tot vandaag nog doet. Eén piepklein nadeel: bij het spoelen pikte het soms in je ogen, maar dat was geen erg, doe uw ogen maar goed toe.
Toen ik dit verhaal deed aan mijn broer en die ene klot zeep afzette tegen de tientallen flesjes , sprays, doosjes en tubes die nu in de badkamer rondslingeren .voor elk lichaamsdeel een geëigend product met een chique Franse naam, vroeg ik me af: is dat nu vooruitgang als het met één klot ook gaat?
Waarop mijn broer me afblokte met de dooddoener: nog een beter idee, als we nu eens allemaal met een en het hetzelfde model van schoenen zouden lopen:een molière in zwart leder met dikke rubberen zool en een stevige veter, verkrijgbaar van maat 18 tot 47. Dat zou ook gaan en de prijs zou minstens halveren.Maar waar zouden wij dan nu zitten? En die 750 werknemers bij Torfs?
Ja, Mao heeft het geprobeerd en voorgedaan: allemaal in een en hetzelfde blauwe vestje zonder kraag en een pet van dezelfde stof.Zijn beste stoot is dat toch niet geworden.
dat is pas democratie...
(maar nu valt het mij in: allemaal in een grijs driedelig pak met stijve das, wat is het verschil?)
Leve dus de verscheidenheid. Leve de frivoliteit .En leve de illusie dat we stuk voor stuk origineel, uniek en belangrijk zijn.Bovendien, mensen in groep en in een anoniemuniform zijn gevaarlijk, dat is historisch bewezen
Oké dan, maar in mijn stortbad zal die klot sunligt de eerste maanden nog niet verdwijnen, want je doeter wel heel lang mee, met zo één stevig klot.