Op het gevaar af als een vermolmde, uitgeprate retro fetisjist door te gaan zit ik de laatste weken iets te vaak te foefelen in het lichte muziek genre uit de jaren 60-70 van vorige eeuw.
Je hebt ze hier al zien passeren: de Sonnevelds, de Van Veens, de Brassens, de Guy Béarts, de k weet al niet meer wie allemaal die mij, tot vandaag,in vervoering brengen met hun teksten en muziek.
Wel heel opvallend in mijn lijstje is de quasi afwezigheid van het Angelsaksische repertoire. Geen uitleg.
En toch fout.
Een heel trouwe bezoeker, hij is bijna medewerker aan deze blog, bezorgde mij een aanzet tot correctie op deze eenzijdigheid
Billy Joel samen op het podium onze Toots Tielemans in het nummer Leave a tender moment alone
En s anderendaags, stoemelings in mijn wagen,weer diezelfde Billy Joel metShes always a women(alweer op die fameuze USB stick) Wat mooie muziek is dat.
En om mijn bekering helemaal compleet te maken, snel nog deze meegegeven Our House van Crosby, Sills, Nash & Young. Uit 1970 (na Christus)
Een paar jaar geleden had ik, samen met een muzikale vriend, ieder voor zich, onze TOP 100 Aller Tijden opgesteld om die eerste onderling te vergelijken en nadien die lijsten naast die van de Radio2 te leggen.Leuk spelletje. En toevallig, nee helemaal niet toevallig,stond in mijn Top 100 A.T. Our Houselos aan de kop. Dus zo anglofoob zal ik dan wel niet wezen. Luister maar eens mee
Ja kippenvel. Ik aarzel geen ogenblik, dat is kip-pe-vel..
En dan begon ik met die Blogmederwerker die verder onbekend wil blijven, de discussieof wij bereid waren de hele pianoliteratuur van Schubert in te ruilen voor deze drie nummers ???? Onfatsoenlijke voorstel, maar toch wie durft er doordenken? Nagaan.
Misschien dat ik een van de weken toch eens mijn Top 100 meestuur. Kun je daar ook eens rondneuzen.
Er is in deze wereld nogal wat verboden geweest. Dat is natuurlijk een erfenis van onze joods-christelijke cultuur, waar men het deed met 10 geboden (waarvan er nog 7 als een verbod zijn geformuleerd) en 1000 verboden.
Al eens afgevraagd waarom men er bijvoorbeeld wel opkwam om te verbieden op vrijdag vlees te eten en waarom er geen gebod was dat gebood op maandag biefstuk friet te eten? En waarom in de seks zo goed als alles verboden was maar er geen spoor is van een gebod om seks altijd te koppelen aan gaarne zien ?
Goed, we hebben dus al wat meegemaakt in dat geboden en verbodendom. Maar niet wat wij vorige week beleefden.
Mini weekend, onmogelijk te negeren voordelige condities (min 66%), ik ben er niet tegen bestand en ik heb er voor dit voorjaar al drie gepland, een in Nederland, een in Sauerland en een in Normandië. Bon. Nederland. Berg-op-Zoom, Fletcher Hotel, zoveel sterren voor een all in, authentiek wellness verblijf. In de prijs begrepen, een volle dag full wellness beleving. Alle soorten baden plus een warm binnen en buitenzwembad. Wij gepakt en gelaarsd naar dat Fletcher Park Hotel.
dat soort werk
Achter de balie twee copy book onthaalmevrouwen in piekfijn uniform,met dat soort glimlach die je er in elk sterrenhotel gratis bij krijgt.
- Vraagje, wanneer dachten jullie naar de wellness te gaan? Misschien er toch even op wijzen dat in dit hotel het dragen van badkledij verboden is. - Pardon? - Ja, badkledij verboden. - Dus in je blootje? - Als u het zo wilt uitdrukken: in je blootje.
En inderdaad, op de balie, een duidelijk plaatje waarop ik zowaar lees: Wellness Badkledij Verboden. Verboten Gelukkig, zoals zo vaak, als de wanhoop te groot wordt is de redding nabij.
- Maar, overmorgen is het zaterdag, en zaterdags is badkledij verplicht .
- Oef, doe ons dan maar voor zaterdag.
Ik bespaar u de rest van ons verhaal. Zwembad, dan denkt een sportieve boerenjongen toch aan baantjes trekken. - Nee, dat is geen bad voor baantjes, dat is voor onderdompeling.
Onderdompeling dus. En 12 soorten baden waar je op 12 manieren onder stoom wordt gebracht. In alle geuren en smaken. Een cultuur, weet je wel, een mens, zelfs op hoogbejaarde leeftijd is nooit te oud om bij te leren. Dus dampen en onderdompelen.
Maar nu nog die verboden zwemkledij. Ik deel u in alle oprechtheid mijn leerzame ervaring: eenmaal, gebadkledijt in zon wellness besef je de stupiditeit van die badkledij, en van zoiets niet in je blootje te doen. Dat badpak komt daar echt niets doen. Je gaat thuis toch ook niet met badkledij onder de douche of in bad? Awel dan?
En ik zweer u, lieve bezoeker,dat als je ooit niet op zaterdag zou meegaan, je gêne of je pudeur gegarandeerd geen vijf minuten zouden stand houden. Je moet die hele context nemen, toch voor de hand liggend dat ze daar kledij verbieden .
Om maar te zeggen hoe een mens op zekere leeftijd, nog op zo hardnekkige en op compleet luchtledige vooroordelen steunt
Dus volgende keer, vooral niet op zaterdag naar de wellness !
Filosofen hebben zich al eeuwen suf gedacht om uit te maken: wat is een goed mens?
Ze zijn er geen van allen uitgekomen.
En ook Jezus Christus niet. De andere wang, dat was niet zon briljant idee. En spelen met een onwaarschijnlijke hemel, een betwistbaar hiernamaals als verleidingsmiddel om goed te zijn niet zo geweldig als motivatie. Uitgestelde berekening noem je dat.
En toch, laat ons daar tenminste van uitgaan: er moet er aantoonbaar onderscheid bestaan tussen een goed mens en een slecht mens. Maar om dan in detail te gaan .
Bijvoorbeeld:
zijn al die klokkenluiders van de laatste tijd goede mensen? is di Rupo, bisschop Leonard, was Jan Hoet, een goed mens? Ben ik een goed mens?
Daarom, eens anders proberen, doe de zelftest: ben ik een goed mens?
Gewoon één vraag beantwoorden:
Je kent de spreuk: wie goed doet, goed ontmoet.
Do ut des, facio ut facies, dat komt uit het Romeinse recht: ik geef opdat ik zou krijgen, ik doe opdat jij zou presteren. Een alleszins gezond rechtsprincipe. De test is dan: in welke mate, en tot hoever ben ik, in normale omstandigheden, spontaan bereid om een voorschot op het goede te geven, met nauwelijks een zekerheid dat je ook goedheid gaat ontvangen?
Dus een geven zonder direct te rekenen op een return.
Daarbij toch deze beperking aan dat principe: het is niet goed maar dom om bij een bestelling de volle prijs als voorschot te geven lang voor de levering.Niet doen.
Waar begint dan het goede voorschot
Voorbeeldje.
Ik begin, bij voorkeur eenzijdig, met in een gespannen verhouding als eerste het strakke touw wat te lossen. Ruimte te maken. Lucht te geven. Niet tot-op-het-bot of over-my-dead-body. Zonder stok achter de deur.
Dat kan soms héél verkeerd uitpakken. De andere triomfeert en besluit dat jij je onredelijk standpunt eindelijk loslaat en dat je je ongelijk eindelijk inziet. Dat is erg natuurlijk.
Wel, zo goed zijn is dan het risico dat een goed mens durft lopen.
Of een beetje directer uitgedrukt:
begin zelf altijd met toe te neigen, aan te reiken, te relativeren
En om het vorige verheven stukje in enkele woorden kort te sluiten
Het goede voorschot, zou kenmerkend zijn voor een goed mens. Die houding van aanreikend, niet tot-op-het-bod, geen lik-op-stuk, geduld, dat is enkel een kwestie van karakterinborst of temperament.
Je zit zo ineen of je zit zo niet ineen. Korte tenen, lange tenen, kort lontje lange lont. Dat is niet van kiezen of willen, dat is een gegeven waar je leert mee leven. En wat wij er bij de andere ook altijd moeten bijnemen.
Toevallig staat dat zinnetje in het Duits, maar de hierna volgende beschouwingen gaan ons allen aan, zonder onderscheid. En dit zowel in de macro als in de micro sfeer. Ik bedoel dat het geen verschil uitmaakt of de situatie zich voordoet in barre oorlogsomstandigheden ofwel in een alledaagse huis- keuken- en tuincontext. In je privé zeg maar.
Ich habe es nicht gewusst,
maar dat hebbekik niet geweten, dat maakt het wat directer. IK pleit onschuldig omdat ik van niets geweten heb.
Ik hou het dus liever in de privésfeer,
denk aan grauwe armoede in uw directe buurt, eenzaamheid, wanhoop, diepe depressie, maar ook pesten of zich gepest voelen, discriminatie, oneerlijkheid, bedrog en bedrogen, gekwetst of iemand die ik gekwetst heb.
Het doet zich voor onder mijn neus, maar ik had het niet door. Ik heb het niet geweten. Men heeft het mij ook niet meegedeeld, niemand in mijn buurt had wat door.
Daarop passen deze messcherpe antwoorden:
-jij kon dat weten
-jij moest dat weten
-jij hebt geen vragen gesteld (aan jezelf)
-jij wou het inderdaad liefst niet weten
-je suste jezelf met de gedachte dat het misschien niet zo erg was
Daarop kun je manmoedig nog enkele vragen riskeren
-Moet ik dan alles weten wat rondom mij om gaat?
-Wat niet weet niet deert is toch een populair gezegde?
-Moet ik mij dan de hele wereld aantrekken?
-Ben ik de hoeder van mijn broeder?
-En waren er geen andere beter geplaatst dan ik om in te grijpen?
-En is het ook niet een beetje hun eigen schuld?
En dan de vraag die alles kortsluit: kan een mens de plicht hebben een HELD te zijn, een soort GOD? Hoever dwingt mij mijn ethische plicht? Honderden andere mensen kijken weg, stellen geen vragen en hebben geen probleem. Waarom uitgerekend IK?
Als ieder zijn stoepje veegt in het straatje toch proper?
Ben ik de hoeder van mijn broeder?
près de chez vous.....
Illustratief.
(mijn bron is een lezersbrief in de Groene Amsterdammer 20/2/2014) In Deventer (Nl) is onderzoek gedaan naar het aantal onderduikadressen in de stad waar in de periode 1942 tot 1945 effectief Joden ondergedoken zaten. Men kwam uit op een totaal van 55 adressen, dat is een half procent van alle huizen in Deventer. Van die 55 adressen behoorden er 15 adressen toe aan mensen die in het verzet zaten. Dus bleven er 40 adressen over van mensendie dat gewoon, spontaan als hun plicht hebben aangezien. Noem dat dan de veertig RECHTVAARDIGEN ; Dat is doorgerekend0,35% van de bevolking. 3,5 rechtvaardigen op 1000.
In Sodom en Gommora kwamen ze ongeveer op dezelfde score
Maar Jahweh vond dat niet genoeg
en de stad werd verwoest.
Ik heb geen benoeming, en zeker geen oordeel over die 996,5 anderen. Wel allemaal lezers van Het Dagboek van Anne Frank .
Paul Magnette gaat met de PS naar de verkiezingen van 2014 met een onversneden donkerrood discours: laat de rijken de crisis betalen. Niet akkoord ? Wie moet ze dan wel betalen? Rijk Arm, have - have not, ongelijkheid, achteruitstelling of zich achteruitgesteld voelen.
Het blijft bitter. Hard.
Maar kijk eens hoe dat was in 1929
Zware tijd voor de kleine man, en het zal alleen maar erger worden
De roaring twenties, de charleston, de kwantummechanica en de eerste radios van die tijd, het was allemaal niet aan hem besteed.
Louis Davids (1883-1939) een Joods straatschoffie dat na de oorlog was opgeklommen van klein straatzangertje, kermisartiestje tot een gevierd revue-artiest, gaf taal aan die massa kleine mannetjes die in die tijd op weg waren van de ene loopgraven naar die volgende slachting.
Louis Davids, Amsterdam, Jordaan, Mokum en het zwaar Amsterdamse accent (vraouw, gaoud, naou) het was voor die massa zo herkenbaar. Het levenslied, term die toen nog niet bestond, bevatte alles wat dit milieu rijk (of arm) was: liefde, haat, armoede, drankzucht, overspel en ook berusting.
Als je voor een dubbeltje geboren bent, bereik je nooit een stuiver (Davids).
Davids kreeg nadien overvloedig navolging ook bij de groten van het Nederlands cabaret, Jasperina de Jong, Wim Kan, Wim Sonneveld en ook Toon Hermans die het levenslied een nieuwe invulling gaven, zij het met Lou Davids steeds op de achtergrond.
Lees eens goed de tekst van een liedje uit de revue Lach en Vergeet uit 1929, liedje dat zowat de handtekening is van Louis Davids en dat vandaag nog door iedere Nederlander voorbij de zestig integraal wordt meegezongen. Let vooral op de heerlijke details in de tekst, alles zit erin. En humor is nooit ver weg.
(of ga naar You Tube als je het liedje wilt horen zingen door Davids zelf)
De Kleine burgerman
Louis Davids (1929)
Het is op ons klein wereldje een beetje raar gesteld
Want de ene mens neemt veel te grote happen
De een woont in een villa, en de ander bij de belt
En die moet zich op zn teentjes laten trappen
De een die slaat zijn slag, doet soms wat ie niet mag
De ander, dat is en feit, betaalt steeds het gelag
Dat is de kleine man, die kleine burgerman
Zon hele kleine man met een confectiepakkie an
Die man die niks verdragen kan blijft altijd onder Jan
Zon hongerlijer, zenuwlijer van een kleine man.
De verkiezingen in Holland zijn altijd grote pret
Want dan hoor je deze heeren candidaten
Elkaar uitschelden voor leugenaar voor schoffie enzovoorts
Zoeken gaatjes om hun gifgas uit te laten
En zitten zop de stoel, hoe veilig zon gevoel
Wie moet de rekening betalen van hun grote . Mond (smoel kon er echt niet door toen)
Dat is de kleine man, die kleine burgerman Zon hele kleine man met een confectiepakkie an
De man met zon achttien gulden C&A-tje an
Zon zenuwlijer, hongerlijer van een kleine man.
De minister van Defensie vraagt weer onderzeeërs aan
Mocht een vreemdeling zich men den Oost bemoeien
En als wij die vloot dan hebben en er komt een beetje mot
Kunnen wij er in de Amstel mee gaan roeien
Dat heet voor t ideaal, voor Neerlands grond en taal
Maar wie betaalt het pakki van den vice admiraal.
Dat is de kleine man, die kleine burgerman
Zon hele kleine man met een confectiepakkie an
Zon ordinaire man met van die doodgewone Bata schoenen an
Zon zenuwlijer, minimumlijer van een kleine man.
Dempsey gaat weer aan het boksen en krijgt weer een dik miljoen
Om zich n kwartiertje suf te laten stompen
En zijn tegenstrever als die wint een half miljoentje meer
Want die kereltjes laten zich niet lompen
Wie snakt er naar zon baan, zou, kreeg ie het gedaan
Voor twee tientjesal zijn kiezen uit zijn kaken laten slaan.
Dat is de kleine man, die kleine burgerman
Zon hele kleine man met een confectiepakkie an
Die man met zon uitgesneden linnen frontje an
Zon zenuwlijer, hongerlijer van een kleine man.
Wij verzorgen onze medeburgers tegenwoordig best
Als je niet werkt krijg je achttien gulden premie
En dan zijn er veel slampampers die zijn liever lui dan moe
Want die denken: nou die achttien gulden die neem ie!
Sorry, ik kan het niet laten, elke week een dosisje Loesje...
Woensdag 12 maart
(dit keer een rugversie, op elk kalenderblaadje vind je ook een rugzijde, dat is een poster uit het verleden die Loesje weer ophaalt. deze keer is dat een poster uit Maart 1993)
ER IS GEEN KRISIS
ALLEEN ONRECHT
Loesje
Onderschrift: In 1993 was het weer eens crisis en wat toen gold geldt nu ook. Je kan alleen niet steeds dezelfde poster plakken.
Het woord alleen al, KLEINKUNST, doet zo ouderwets aan, minstens gedateerd, dat je het amper nog hoort. En toch zijn er een paar generaties, toevallig ikzelf en mijn kinderen, die ermee opgegroeid en doorgeleefd zijn geworden. De jaren 70-80. Met een Vlaamse en een Nederlandse tak. Eigenaardig toch dat men bij het Franse chanson nooit van kleinkunst spreekt. Maar Brel, Brassens, Ferré, Gréco en Piaf verdragen zich niet met het woord klein, vind ik. Idolatrie? Ja dan maar.
In de Nederlandse tak kan men van drie generaties spreken: 1. De Grote Drie Wim Kan, Toon Hermans en Wim Sonneveld 2. opgevolgd door Paul Van Vliet, Stef Bos, Gerard Cox, Rob De Nijs, Boudewijn de Groot (en sorry als ik er hier nog 20 andere vergeet mee te noemen) en 3. op hun beurt opgevolgd en vervangen door Youp van t Hek, Paul De Leeuw , Freek de Jonghe enz. en daarna maakte het cabaret definitief plaats voor de POP en de festivals. Een onafzienbare rij popgroepen(jes) nam het over. Een groepje moeizame stand up comedians probeert nog de meubelen van het cabaret te redden. Tevergeefs. En haakte ik af.
Reden voor die nostalgische opstoot. Vrijdag 7 maart zie ik, boenk verloren, om half acht op Ned 2, bij wie anders dan bij VPRO, een uur Herman van Veen. Zomaar. Kunt u niet nog eens . De Herman van Veen 2014, vermoed ik. Een vol uur wegsmelten. In mijn nostalgie, maar dan format 2014.
Eerst een 20 minuutjes opwarmen met vrolijke Herman, de harlekijn, Vrolijk, zo vrolijk maar in een hoog tempo aan elkaar gezongen. Daarna een intiem middendeel, héél muzikaal maar met bescheiden middelen: Erik van de Wurff aan de vleugel (50 jaar samen!), twee gesofistikeerde dames aan de viool, een briljante akoestische gitaar, en Herman zelf aan al die instrumenten tegelijk. Daarbij dan zijn sobere teksten, zijn stem, zijn dictie, zijn mimiek. En vooral zijn onvergelijkelijke timing. Humor domineert niet langer maar is wel permanent te voelen, als de zeste van een citrusvrucht op een verfijnd gerecht.
En dan om af te sluiten twee wereldnummers van Brel die door Herman in een Nederlandse vertaling een tweede leven gingen leiden: la Chanson des vieux amants en Ne me quitte pas. En dan de verrassing: Ne me quitte pas in het zuiver Afrikaans Moei nie weggaan nie. Bloedstollend mooi.
In de marge..... Vanwaar toch die intense prikkel die ik ervaar telkens als ik Afrikaans hoor spreken, in dit geval zingen. Afrikaanse poëzie. Dat Afrikaans wordt voor mij de geësthetiseerde vorm van het doffe Nederlands is. Een Nederlands waarin de zon doorzindert. En tegelijk de taal van die internationaal uitgespuwde apartheid, de taal van de bewakers van Mandela op Robbeneiland. En dan van Veen die daar een onuitsprekelijke tederheid overheen legt, gevoelens die je bij een boer niet zou verwachten. Moei nie weggaan nie,moesten ze het mij zo vragen, ik zou direct blijven.
Nie weggaan nie. ik ben er mee gaan slapen en s morgens langoureus mee opgestaan.
(Wij beseffen gewoon niet wat een steengoed programma onze Vlaamse TV dagelijks wegsteekt in een nachtelijk uur gelukkig s anderendaags altijd terug te bekijken voor de vroegslapers)
Zoals bijna steeds een handvol eminente gasten bij een altijd eminente Lieven Van Gils, (hiermee geen woord kwaad over Katleen Cools) : 110 jaar Radio wordt herdacht met twee radio-iconen Guy De Pré en Sven Ornelis, bisschop Luc Van Looy over Paus Frans en Herman van Veen.
Herman van Veen dus die weer in België is met 50 (!!) voorstellingen van zijn nieuwe show en die overal laaiend onthaald wordt. Vijftig jaar bezig en laaiend onthaald.
Laat mij niet weer wegzweven in langoureuze beschouwingen rond die figuur en vooral die persoon van van Veen, maar nu ook vanavond weer Luc Van Looy had net zon intiem beeld geschetst van zijn vriend Frans in Rome,wel gewoon die stralende en toch zo gewone verschijning van die man. Frans en Herman, figuren voor deze tijd?
Aan het eind moest hij (niet bisschop Van Looy natuurlijk) toch iets zingen uit zijn nieuwe show. Hij koos het liedje Lucas, waarvan ik u hierna graag de tekst cadeau doe. Zegt van Veen: en Ik word hierbij begeleid dooreen der mooiste gitaristen ter wereld: Edith Leerkens.
(eerlijkheid gebiedt de naam van de tekstschrijver mee te geven, dat is ene M. Haayema, mij volslagen onbekend, enkel de muziek is van Herman)
En nog één laatste keer van Veen in Reyers Laat van 12/3
Eerst wordt er bij zon gesprek zo wat rondgepraat als aanloop. Over oud worden, en vroeger, en nu enz., zegt van Veen
Elk van mijn shows heeft een soort dagboek scenario, ik zing over dingen die nu gebeuren, terugkijken kan soms wel, maar dan enkel om iets uit het nu te accentueren. Omkijken is immer niet zo efficiënt, je loopt ook het gevaar ergens tegenaan te lopen
De alsmaar omkijker die vroeg of laat boenk-ik hou die term even vast-ergens in het nu dan, tegenaan te lopen. En dat is naast inefficiënt bovendien niet prettig.
Moest een dezer dagen een verjaardagswens sturen aan iemand die mij zeer lief is, ik had toen Reyers Laat nog niet gezien, en dat wou ik haar op haar redelijk gevorderde leeftijd meegeven, en nu richt ik mij tot mijn leeftijdgenoten en daar in de buurt , verdwaal niet in het verleden, leef in het NU, en haal dat verleden enkel terug om op bepaalde momenten het NU wat bij te kleuren als het iets te grauw wordt.
En eigenlijk is dit evengoed besteed aan mijn jongere bezoekers, daar krijg die van veeniaanse raad nog een dimensie bij: leef en denk in het NU, het verleden daar verander je toch niets aan en de toekomst . daar weet je zo weinig over tenzij één ding: dat ze zeker anders verloopt dat jij je nu voorstelt.
Dat beeld van ergens tegenaan knotsen in het NU .. wie kent het niet?
ik verklein opzettelijk deze twee beelden niet, zo mooi....
La Grande Bellezzadeed ons dus de das om.
Natuurlijk dat Broken Circle Breakdown moest winnen, maar dat zindede anti-Vlaamse Linkse Intellectuele Elite wellicht niet en werd het, met inzet van Belgische diplomaten, zo geregeld dat dit landje, dat over twee maanden in handen komt van een extreem rechts nationalisme, die trofee niet gegund werd. En zo werd het die Italiaanse flutfilm die amper in de Vlaamse zalen te zien was toen hij in november 2013 uitkwam.
Overigens... een beetje lobby had volstaan om Marina een Oscar te bezorgen.
Maar nu even alle gekheid apart, toen half november de Italiaanse film La Grande Bellezza uitkwam kreeg die direct de hoogste quoteringen. De kritische Groene Amsterdammer haalde er in zijn filmrubriek zowaar de grote superlatieven voor boven.
Deze film van Paolo Sporrentino en Toni Servillo was zonder meer de opvolger van La Doce Vita van Fellini (1960)Het beste wat Italië in huis heeft. Een must dus voor iedere filmliefhebber. Dus ik moest en wou en zou die film zo haast mogelijk gaan zien. En waar is die film te zien?
Gekeken op Cinebel (steengoede filmwebsite) en daar las ik dat er die week van die film in totaaal 21 vertoningen waren waarvan 16 in Brussel, vioer in Henegouwen en geen enkele zaal In Vlaanderen, buiten in drie lokale filmclubs (Geel, lier en Gent)
Ter vergelijking had ik de keus (in Vlaanderen) tussen: Gravity kon ik 926 keer gaan zien, Thor the dark World 789 keer, Marina 571 en Sinterklaas en de Pieten 131 keer. Zeg niet dat Vlaanderen niet cinefiel is .
Ik ben er toen, helemaal niet tot mijn spijt, speciaal voor naar Brussel gereden.
Dag Vlaanderen. Of ben ik weer oikofoob bezig? (oikofoob is het tegengestelde van xenofoob, oikos is het eigen huis, xenos is de/het vreemde en fobos is afkerig, vijandig)
De quote van deze week. Op het zoveelste bezette plein ergens in de wereld, dit keer het Majdan Plein in Kiev, gevuld met een unieke mix van eerlijk verontwaardigde burgers, extreem rechts crapuul en regelrecht gemaskerd geboefte, duikt ineens, als een deux ex machina, onze bloedeigen Guy Verhofstadt op, midden op een podium met allemaal mensen groen van der adrenaline.
En hij spreekt daar de historische woorden:
Kameraden, Jullie moeten niet Europa danken, Europa (en dat ben ik) dankt jullie. Jullie hebben ons de weg getoond en het voorbeeld gegeven
En dan gij weer, en dan ikke. Morgen zien we dus gemaskerde parlementairen in het Europees Parlement. Kalasjnikov wel afgeven in de vestiaire.
Guy, ben jij nu zot geworden? Ooit zon verstandige jongen. Geweest.
En nu maar hopen dat, net als onze ervaring met onze bobsleemeisjes in Sotchi en The Broken Circle breakdown in LA, De Rode Duivels tegen Ivoorkust, dat voorzitterschap van de Europese Commissie ons net niettoekomt.
De Standaard weekend 22 februari. Een halve kilo papier, leesvoer voor minstens drie weken (voor een snelle lezer)
dS Weekblad Editoriaal van Ine Roox, daarin lees ik:
Drie jaar na de val van Moebarak is nog geen enkele eis van de revolutionairen ingewilligd
Error, dat moet natuurlijk zijn: . is nog geen enkele eis van de revolutionairen gerealiseerd
Een wereld van verschil.
Egypte of Oekraïne , weer eens gezien hoeveel makkelijker het iseen grote massa op één lijn te krijgen (met of zonder Kalasjnikovs en Molotov Cocktails) zolang je je doeleinden uitsluitend negatief mag formuleren. Dàt, die daar is de vijand. Even later, als de bouc émissaire geslacht is, is het gegarandeerd uit met de pret. Alles moet nu anders, maar hoe is anders? Om dat te bepalen heb je natuurlijk weereen dictator nodig die dat voorschrijft.
En daar zal Poetin dan wel in voorzien.
.... ik durf het bijna niet zeggen, maar ik heb iets met die Poetin
OPTIMISME Dan krijgt ik zei het toch een heel andere betekenis.
Welke andere betekenis dan wel? Ben je mee? (er zijn verschillende mogelijkheden) Hoe verhouden zich deugd van het Optimisme (vooraf) en het gezegde ik zei het toch(achteraf)? Meer uitleg is een affront aan jouwReinen Vernunft.
dat is de bemoedigende reactie die ik van trouwe bezoeker ontving op mijn shoppingstukjes van vorige week. Nou,bemoedigend , ik krijg gelijk en word bevestigd. De man had nog een straffer verhaal bij Media Mart.
Maar om bij wie dan ook onder mijn bezoekers enige neiging tot wanhoopsdaad te neutraliseren hier dan het goede nieuws
Ik heb een vermoeden dat een tijd geleden bij Delhaize een rondschrijven is gestuurd aan alle medewerkers , en daarin moet haast zeker gestaan hebben:
Beste Collegas, Als een klant u vraagt waar in de winkel hij een bepaald product kan vinden, dan laat u vallen wat valt en gaat u met die klant mee tot aan het bewuste rek en je legt finaal uw hand op het gezochte product.Hier zie, Mijnheer. (einde citaat)
Ik weet het uit eigen ervaring, soms tot op het genante af.
Doe de proef maar eens in een Delhaize, en vraag waar de havermout staat. (waar zou jij spontaan, met jouw shopervaring, havermout gaan zoeken?), Je krijgt gegarandeerd een begeleide wandeling langsheen alle rekken van de winkel tot bij datbij de afdeling havermout (ze zetten dat bewust niet in de pak, denk ik, je moet wel een heel rare zijn om havermout te lusten)
Uit een nationale opiniepeiling onder de bezoekers van deze Blog blijkt dat nogal wat klanten vinden dat 1932 soms iets te vaak de filosofische toer opschiet en vooral dat er veel te veel woorden in voorkomen die je moet opzoeken. Spreek eens iets meer gewone taal is het advies.
En dus .
Soepel als we zijn: een nieuwe rubriek met uitsluitend huis- tuin- keuken- en shopping onderwerpen.
Geestelijke Gezondheid .
Geen zin om vanmiddag ergens in een lokale taverne de kleurlozekaart af te struinen. Minder variatie dan in een zwerm spreeuwen, zo onveranderlijk als de bijbel Dus snel evenbroodje halen bij de lokale Panos. Lekkere broodjes, niet duur,pittige snelle hap, wat snippers groen en klaar is kees.
Ik ben even na spitsuur, één wachtende voor mij. Achter hun geel wit zwarte toog, keurig in de Panosschortje de protagonisten:ik noem ze Christa en Debby.
Christa aan de kassa, Debby prepareert à demande de broodjes. Taakverdeling. Efficiency.
Ik stel mij voor hun toog, zonder dat één van de twee mij een blik gunt, Ze zijn in gesprek. Ik wacht.
- En wat zei de Steve daarvan? vraagt broodjesmaakster Debby. -Niks die was altijd maar bezig metKellymompelt Brigitte - En zag die dat dan niet? valt Debby uit de lucht. - Dien is altijd alleen met zijn eigen bezig weet Christa.
Tot Debby mij ineens opmerkt en aanspreekt
-Zeg het maar hoor, mijnheer. - Voor mij een bruin stokbroodDeluxe. Serrano. Mozarella Debby schiet in gang. - Ik vind dat eigenlijk straf. Maar nu is voor u toch de jacht weer open? geeft Debby haar collega weer uitzicht.
Ik ken de procedure bij Panos, en ga al naar de kassa om af te rekenen. Vlotte doorstroomnoemen ze dat zeker in hun trainingssessies.
- k weet het niet, hervatde kennelijk bedrogen Christa, - ik moet datnog een paar dagen laten bezinken denk ik, (zonder overgang) en dat is dan 3,90 voor u Mijnheer - Moet dat met pesto mijnheer, neemtDebby even over, - Ja met pesto antwoord ik, gegeneerd om deze therapeutische sessie te onderbreken. - Maar die zou bij mij nogal ne post pakken schakelt Debby weer over naar de positieve modus, terwijl ze het flesje met pesto beet pakt. .
Broodje ingepakt, met elastiekje en het bekende Panosservetje er omheen. Professioneel.
- Dat is dan ne juste zegt Christa. Ik gaf gepast geld om de meiden niet verder af te leiden.
Ik heb wat ik nodig had en verlaat stilletjes de zaak. Ik blijf wel met de vraag en hoe nu verder met die Christa en hare Steve gaat aflopen. Maar bedenk toch , hoe een mens op het verkeerde momentop een verkeerde plaatskan terechtkomen.
En Panos is voor mij nu definitiefkandidaat Numner 1 voor Beste Werkgever 2014. Als je uw medewerksters die ruimte laat om wederzijds mekaars emotionele gezondheid te coachen. En daarbij dan nog lekkere, goedkope broodjes kunt afleveren (met pesto).
Ik ken één plaats waar het nog ergeris, dat is bij Kruidvat. Daar had ik een kassierster met ringen door alle pierceerbare lichaamsdelen, plus dan nog een ijzingwekkende tattoo op haar vlezige rechterarm.Een griezel van een meisje.
Soit. Vooreerst dit: goede winkel, volledig aanbod in die kruideniersfeer, juiste prijzen. Alleen, ge moet er wel wat bijnemen: 1. je struikelt er niet over een teveel aan personeel, 2. Ge moet wel tegen wat rommel tussen de rekken kunnen waar ik regelmatig mijn weg moet banen tussen nog niet uitgepakte kartonnen dozen of spullen die niet meer bij op het rek konden.
Soit bis, want ik vind wat ik zoek (ik weet het stilletjes aan allemaal wel staan). Kassa, één kassa open, één kassierster, een rij van 10 wachtenden,
Soit ter. Eén kassierster dus, en ik heb ruim de tijd om haar te bemonsteren. Het is aan mij met één doosjes brilpoetsdoekjes. Humide. Plus een flesje haarshampoo, neutraal, voor regelamtig gebruik.
Toen bleek dat het ding nog kon spreken ook: Zakske? Ja, zakske. Dat is 7.50 plus 20 voor het zakske. 7.70 euro. Das dan gepast