Een totaal onverwacht cadeautje van de weergoden begin december: twee heerlijke zonnige dagen, ideaal winterwandelweer.
Dus OP naar de vlak nabije Kesselse Hei. Een heerlijk mini natuurgebiedje waar je met vijf kilometer stappen helemaal rond bent. Prachtig toch.
En als jij dacht dat er op zon wandeling niets te beleven valt
Op een van de rustbanken zien we haar zitten: ik noem haar Veerle (ik vond dat ze er nogal Veerle-achtig uitzag, dus heet ze Veerle). Een jong meisje, freel, in een licht turkoois anorak, met als gezelschap op de rugleuning van de bank een kanjer van een roofvogel.. Met een ketting aan haar gehandschoende hand. Allebei, Veerle en de machtigste koning van storm en van wind, doodrustig. Op de Kesselse Hei. In de winterzon.
Geen alledaags gezicht. Dus ik zoek een gesprekje met Veerle. Op veilige afstand want dat zijn toch die gasten die babys roven dacht ik.
-Dag Veerle, is dat jouw hobby, zo gaan wandelen met zon vogel.
-Ons mama noemt het een uit de hand gelopen hobby. Ik heb er zo acht stuks thuis. Maar voor mij is het nog meer, het is een passie.
-Welke soort vogel is dit dan wel?
-Dit is een steenarend..
-(Een steenarend, t is eens iets anders dan een kanariepietje of een goudvis., denk ik.)
-Die worden tot één meter groot met vleugelbreedte tot 2,50 meter. Tegen het voorjaar verwachten wij alweer een negende exemplaar. Hier gekweekt. Maar die vogels komen uit het gebergte in Noord Oost Europa. Kazachtsan en zo.
-En bevalt het hem hier zowat in Kessel? probeer ik heel flauw.
-Suzanna vraagt heel bezorgd of ze dat beest ook levende muizen en kleine vogels moet voeren?
-Nee, het eten komt allemaal uit de diepvries.
-(alsof dat voor die muizen een verschil uitmaakt, denk ik dan weer)
-En dat is heel stom begonnen, met een klein kerkuiltje dat ik een paar jaar geleden heb opgevangen en verzorgd. En nu dus het XXXL formaat van dat uiltje.
We staren het meisje en haar vogel nog even bewonderend aan.
-Kom, weg gaan eens wat verder, zeg ik om afscheid te nemen. En nu nog een vriendje vinden dat geen schrik heeft van die gevaarlijke klauwen, zeg ik lachend.
-Oh nee, voor mijn geen mannen, hoor, niks dan problemen. Liever nog twee of drie vogels bijkopen.
Veerle lacht. Ik neem een foto met mijn gsm. Dag Veerle. Dag Coco.
Nee, voor mijn 81 dus geen Hof van Kleve... (dat had je goed geraden)
Om vorige week mijn 81 te vieren, waren wijnaar de eertijds ultra katholieke provincie Noord Brabant getrokken.Daar staat in de gemeente Deurne, ergens tussen Eindhoven en Venlo, aan de rand van het nationaal park De GrotePeel, een imposant klooster, in meer gelovige tijden een groot missiehuis van de Paters Van Steyl , de Societas Verbi Dei. Daar werden tot diep in de twintigste eeuw aan de lopende band missionarissen gekweekt om wereldwijd de rijke oogst van de Heer binnen te halen.
In een ander stukje vertel ik het gehele verhaal.
Ik sla 100 jaar bekeringsijver over om ineens, november 2013, neer te strijken in het Hotel WILLIBRORDHAEGHE.Bijgenaamd Conferentiehotel. Als slogan onderaan hun logo staat: Geloven in Kwaliteit.
Gelegen in een prachtig landschapspark met vijvers. 79 moderne kamers, 22 conferentieruimtes in alle maten, multifunctionele kapel, alles heel persoonlijk maar even professioneel gerund. En niet te versmaden: een klasse restaurant, met slechts één ster, maar dan wel die van Betlehem als referentie.
Dus, omdat de goddelijke voorzienigheid rond de eeuwwisseling even niet thuis gaf , besloten de overblijvende oude paters tot een meer dan ingrijpend aggiornamento.Wij verhuizen en verbouwenons klooster tot een luxe hotel, met alle denkbare accommodatie, maar in volle respect voor de historiek van de site. En zo kwamen ze op de slogan: Geloven in Kwaliteit.
Ik had voor Sint Willibrordhaeghe (en dat is dat laatste keer dat ik die lange naam voluit ga intikken) gekozen omdat de gepubliceerde quotering van eerdere bezoekers op 8,5 stond, wat heel veel is. Welnu ik zou er nog een halfje bijdoen. Negen dus.
Ten eerste de ombouwing (het werd dus geen verbouwing) is respectvol gebeurd. Men wilde helemaal niet verbergen dat het ooit een klooster was, wel werd er alles werd aan gedaan om de gast het gevoelen van een klasse hotel te geven. Gewoon schitterend bijv. hoe die binnentuin met kloostergang en al die gemeenschappelijke ruimtes werden geïncorporeerd in het geheel.
De kamers, inderdaad gelegen langs lange witte gangen, zijn niet uitpuilend van een soort luxe à la Van der Valk, maar van een sobere beheerste gerieflijkheid. Meer moet dat niet zijn en wil ik niet.
Ook de sfeer aan het onthaal en de bedieningspeelt het spel mee. Gewoon innemend, en vooral verliefd op hun experiment met de nog enkele lucide paters die overblijven maar onzichtbaar zijn. Dit moet hier lukken, wij doen er alles aan.
En dan moet er in de keuken een begenadigde broeder kok aan de slag zijn. Wij kregen een uitgelezen driegangenmenu geserveerdin een meer dan sfeervol decor en een innemende bediening.
Neem daar tenslotte nog de omgeving bij. Het nationaal park De Grote Peel, best vergelijkbaar met de Veluwe, een intussen geklasseerd natuurgebied, met een rijke geschiedenis (de Peelwerkers) en zeer bijzondere fauna en flora. En niet te versmaden: kilometers hypergroenfietsplezier (als het wat minder koud is )
Riskeer het maar eens.En de prijzen bederven het kloostergenot allerminst.
Er zijn zo van die woorden die, alleen door ze uit te spreken, elke verdere uitleg overbodig maken.
Typisch in die reeks zijn de werkwoorden
Frutselenhier hoor je toch duidelijk dat onhandig gedoe. Verwant aan frunniken. Aan de sluiting van een bhbijv.?
Foefelenalleen al de keuze tussen twee of één F of L,is een gefoefel van jewelste
Ritselenhier hoor je toch duidelijk het schuiven van veel biljetten (ritselen doe je ook niet op 1 Euro niveau) Dan wordt het Rinkelen .Een geheel ander begrip, de kassa van de kruidenier rinkelt
Kittelen het woord alleen al bezorgt je de bekende totaal rilling
Knuffelenwie krijgt daar nu geen goed gevoel bij?Die dubbele ffsmaakt naar meer.
Heel lijfelijke , fysieke woorden zijn dat. Iets geheel anders dan aardappelmesje of buitenspelval.
In mijn omgeving is het bekend: ik hou niet van dat wild moppen tappen. Van die gasten die een avond lang een heel gezelschap gijzelen met hun moppen (in het slechtste geval dan nog stiekem afgelezen van een spiekbriefje), enmeestal met een baard tot ver onder de knieën.
Maar soms, heel soms is er zon mop bij die je weer verzoent met heel die sector. Zoals deze.
Van die vier pastoors
Vier pastoors zitten samen een pint te drinken. Een Brusseleir, een West-Vlaming, een Limburger en een Sinjoor. Ze klagen over het weinig volk dat nog naar de kerk komt.
Zegt de Ket ; wij hebben iets gevonden : in Jette zeggen we de Mis af en toe in het Brussels dialect en dan zit de kerk bomvol.
Zegt de West-Vlaming : da doen widder olle doage, mo 't alpt nie.
Zingt de Limburger : daaar kuuunen we niiiet aan deeenkne, waant daan duurt de miiis te laaang.
Tenslotte den Antwerpeneir : spaaiteg toch da waai gien dialect emme.
Die kent jij vast niet. De man is nochtans in 2003 heilig verklaard. Je moet je niet schamen want enkel op de Duitse Wikipedia krijg je de goed heilige pater in beeld. Ik werk u snel bij:geboren 1837in Goch am Niederrhein(ik sla wat geestelijke tussenstations over)stichtin 1875 de Societas VerbiDei (Gezelschap van het Goddelijke Woord) , een heuse missiecongregatie, later veel beter bekend als de missionarissen van Steyl.
Van missiehuis naar huis met een missie
In 1911 komt de congregatie naar Nederland (Uden) maar in 1954 zien ze het licht van deGrote Doorbaak en bouwen in Deurne (30 kilometer voorbij Eindhoven) een ambitieus groot klooster bedoeld om de grote toevloed aan kandidaat missionarissen op te vangen. Het zijn er honderden.
Ze noemen het een huis met een missie waar ze meteen starten met een juvenaat, postulaat en noviciaat(all ranks dus). Het lijkt er op dat ogenblik op dat aan het Rijke Roomse leven geen einde komt en dus doorgaan zeggen onze paters die zich eensgezind scharen achter het inzicht van hun stichter: Als wij doen hetgeen in onze macht ligt, dan doet God het overige.
Maar God kon ook niet voorzien dat, in Nederland voorop, de ontzuiling zijn gang zou gaan. Dat het doorgeven van het geloof der ouderen niet meer zo vanzelfsprekend verliep.En dat de ontkerkelijking bressen sloeg in de dijken van het oude geloof. En wat dus te verwachten viel: de leegloop der seminaries waardoor het klooster in Deurne al snel wat oversized raakte.
Die paters waren niet blind en nog minder dom,en dus zagen ze al snel noodzaak voor een omschakeling naar een groots opgevat internaat met bijhorend gymnasium. Verder legden de paters zich toe op een breed opgezet volkspastoraat.Die periode liep van 1969 tot 1981. Maar alras bleek ook deze omswitchgeen succes: financieel moeilijk haalbaar en een vergrijzend patersbestand dat onderaan amper aanvulling kreeg.
Tot in 2002, de lucide leden van de congregatie besluiten zich terug te trekken, de gebouwen onder te brengen in een Stichting en alles te zetten op een omschakeling naar eenluxueus conferentiehotel dat de naam Hotel Willibrordhaeghe krijgt.Het zal een stichting zijn die probeert kostendekkend te werken en als er onverhoopt winst komt gaat die alvast naar de goede werken van de paters.
En zo geschiedde dus tussen 2002 en 2004 . En sindsdien is God waarschijnlijk wakker geschoten en houdt de Stichting zich behoorlijk staande.
En zo kon ik op 25 november feestelijk mijn 81ste verjaardag vierenin dit huis met een missie, vandaag een joint venture van een handvol oude (onzichtabre) Paters van Steyl, God himself en een schare bezieldemedewerkersdie zich uit de kleren werken om het ding drijvende te houden.
En HET LUKT. Een 9/10 voor God en de paters.God (o.a.) zij dank.
Een bijzondere groet aan de gelegenheidsbezoeker van deze BLOG.
Zij die vermoedelijk reageerden op mijn mail.
Hartelijk WELKOM bij deze alleszins pretentie- en aspiratieloze OPUS 1932 Ik hoop dat het jullie bevalt.
Als je graag hebt dat ik een berichtje stuur telkens als ik een nieuw stuk aan dit lange verhaal breide... (breien, ik brei, ik breide, gebreid.... beetje raar toch?)
Xenofobie, dat ken je natuurlijk: een allergie aan alles wat niet eigen is. De oorlog verklaard aan het/de vreemde. Cultus van het eigene.
IJzerbedevaart 1941 (!!!)
Maar wist u dat er ook OIKOFOBIE bestaat?
Oikos is het Grieks voor huis, thuis, eigen dus. Oikofobie is dus, voor sommigen onbegrijpelijk, een afkeer van het eigene, altijd is het gras in de belendende weide veel groener. Wat zijn wij toch een klootjesvolk, een kloteland.Dat soort werk.
Nu ik er eens goed over nadenk, moet ik eigenlijk oppassen voor een begin van deze emotionele aandoening die OIKOFOBIE heet.
Natuurlijk heb ik een excuus:mijn hartsgrondige aversie van elk soort nationalisme, chauvinisme, particularisme: ik zie zo helder het spoor van ellende dat deze passies in de geschiedenis hebben getrokken. En nog trekken.
Dulci est pro patria mori: hoe zoet is het om voor het vaderland te sterven. Tot daaraan toe, als je dan zelf maar sterft en niet andere laat sterven. Maar als de andere (wie hij ook zij) per definitie de vijand wordt, de slechte, de barbaar, de agressor , de bedreiger, hij die het ongelijk aan zijn zijde heeft en dus moet bestreden worden dan neig ik lichtjesrichting oikofobie.
Mijn Vlaaaaanderen heb ik (inderdaad) niet (zo) hartelijk lief . Wel heel veel Vlaamse mensen.
Het was in 1518 dat Erasmus in Leuven zijn befaamd Collegium Trilingue in gang zette. Aan de Vismarkt nog wel. Het was in die zin een Europese primeur dat op die plaats voor het eerst in Europa in de drie grote cultuurtalen van die tijd werd gedoceerd: Grieks, Latijn en Hebreeuws.
Vorig weekend. Brief Encounter op een feestje. Met een sympathiek jong koppel. Hij, Antwerpenaar, zij , Griekse. Mekaar ontmoet op hun werk in de City van Londen. Twee kindjes, meisje vijf,jongetje drie.
Hun mini collegium trilingue als volgt geregeld: moeder spreekt met de kindjes consequent Grieks. Koppel spreekt met mekaar Engels. En op school horen en spreken de kindjes Nederlands. EN HET WERKT.
Meer nog , als je die kleine dreumes aanspreekt, hij zat naarstigbezig in zijn dikke kleurboek, dan weet die intuïtief in welke van zijn drie talen hij u moet te woord staan.
Dan denk ik terug aan mijn jeugd. Uit de strijdperiode van de Vlaamse Beweging (natuurlijk was het franskiljonisme in die tijd een hatelijk fenomeen) dat de grote voormannen van die beweging op leven en dood de oorlog verklaarden aan een tweetalige (Nederlands/Frans natuurlijk) opvoeding. Vanuit hun geleerdheid verklaarden zij dat, als je een kind te vroeg een tweede taal aanleert, dat kind uiteindelijk geen enkele taal nog behoorlijk zal spreken. Vanaf je 15 is er misschien een gaatje voor een tweede taal
Zo decreteerden toen die gebaarde Vlaamse bewegers .Domheid of kwade trouw? Of een combinatie? En wij geloofden het. Om maar te zeggen: hoe en in welke mate ideologiewetenschappelijke uitspraken kan beïnvloeden
Enthauten exelaunei parasangas treis
From there they went on for a few miles......
Van daaruit zijn ze een boogscheut verder gegaan .
In het Teatro Palazino in Milaan, van waaruit in de jaren 70 Dario Fo (Nobelprijs Literatuur 1997) opereerde met zijn Nuova Scena hing bij de stencilmachine een bordje:
Maak geen rommel. De tijd die je nodig hebt om iets te zoeken kun je niet besteden aan de klassenstrijd."
Als je bedenkt wat een media-aandacht de nieuwe Michelin sterrenregen krijgt , dan gaat een normaal mens toch eens nadenken. Wat is hier aan de hand?
Is dat nu één groots opgezette oplichting van het domme snobisme van bepaalde mensen? Of bestaan er echt meetinstrumenten om een twee- vaneen driesterren haarscherp te onderscheiden? Of ligt het aan mij en moet ik naar de specialist om mijn disfunctionerende smaakpapillen te laten behandelen? Misschien wel een transplant voorzien?
Eerste normale vraag die je moet stellen: wat heet 'lekker eten'? Voor een geslaagd etentje zijn voor mij deze vijf elementen in die volgorde bepalend:
1.Hoe ik mezelf voel op dat ogenblik
2.het gezelschap waarmee ik aan tafel ga
3.het kaderen de bediening (en dat neem ik héél breed)
4.Mijn goesting van dat ogenblik-ik heb inderdaad van die filet américain dagen-
5.En dan de menukaart waarbij de linkerkolom (de gerechten) en de rechter kolom (de prijzen) in evenwicht moeten zijn.
Natuurlijk is dit ook een verhaal van mythen en riten, en dat is bekend: geen mens kan zonder. Alleen lopen de soorten mythen en riten nogal uiteen. Geen mens die ontsnapt aan de kleine verhalen en die niet meespeelt in de cinema er omheen. En dat is maar goed ook, het leven is op zich al triviaal genoeg. Endimancher lexistence heet dat in het Frans.
Ik denk aan het gedoe rond een klassiek concert, ik denk aan de chrysanten van Allerheiligen, ik denk aan deeraankomende kerstsfeer, ik denk aan het academisch milieu met zijn togas,ik denk aan het wijngebeuren, ik denk aan de rituelen rond geboorte-huwelijk-sterven enz En zo dus ook het Michelin sterren geval.
Niks mis mee dus. Wel één méchant vraagje in dit verband:
Hoeveel bezoekers van zon sterrenrestaurantslagen erin om, in de maand na hun bezoek, daarover tegen niemand met één woord te reppen?Ook niet in de Rotary of op de golf of bij uw Zilveren Passer of in de cursus Kunstgeschiedenis. Dat is dan voor mij een toppunt van chique:La bonne bouffe pour la bonne bouffe. Puur. Maar ik vrees dat ze niet talrijk zijn.
Misschien is het, liefst achteloos, ter sprake brengenvan je culinaire trip(zo van: ach ja moest gisteren in Brugge zijn, ben NOG eens bij de De Karmeliet geweest), misschien is dat wel DE clou van het gebeuren?
Een heel goede vriend en dus trouw bezoeker van OPUS1932wees me vriendelijk terecht:
Ja, het ging over Fernand Huts
1.Ge zegt zelf dat je weet dat het een vooroordeel is
2.Ge krijgt zon kans om dat vooroordeel te toetsen: een Humo kopen en lezen
3.En gij vindt dat niet nodig, gij volhardt dus in uw eigenzinnigheid.
En dus had hij de bewuste Humo meegebracht en gaf me alsnog de kans het artikel RIJK maar GELUKKIG te lezen.
En dus heb ik het hele artikel gelezen. En wat hebben we nu vandaag geleerd?
1.Een vooroordeel is niet per definitie vals, kan toevallig ook eens juist zijn
2.Zon journalist kan niet anders dan een halfhartig artikel schrijven, (wat is halfhartig? Ik weet het ook niet, maar dit artikel is onomstotelijk halfhartig)
3.Wat ik al vermoedde: die gast denkt, voelt en functioneert in die mate anders dan ik, dat het tussen Fernand Huts en Opus1932 nooit wat wordt.Waar geen van beide hoeft om te treuren.
En dus volhard ik in mijn post van vorige week en bevestig hierbij: Ik hou niet van . (o.a.) madammen met nen bontjas.
Marina, Wuytens Marina, dat is mijn naam. Ik woon hierachter, op Kessel Statie. Mama van Benny, daar loopt hem zie, die kleine blonde met dat geel truitje, en van Merel, dat is een meisje. Stefan en ik vonden dat zon schone naam. Goedele Liekens heeft toch ook een Merel, hé?
Ja, ge zult mij hier al dikwijls langs de lijn hebben zien staan, hé? Ik val wel op zeker met mijn gele anorak. Gekregen van de Lierse, allee tegen betaling van 50 Euro. Onze Benny speelt bij de Miniemen B van de Lierse, en weet je, die trainen ook al drie keer per week. En dan s zaterdags nog match. En ik heb nog nooit een training overgeslagen. En geen match ook niet, maar dat vind ik niet zo plezant. Te spannend. Vorige week nog tegen Katelijne. 4-5 was het voor de Lierse. Maar ik had in mijn broek gepist van de spanning.
Ik voel mij hier en in de kantine heel goed thuis. De mensen kennen mij allemaal, Marina van den Benny. En na de training dan wacht ik in de kantine met een Ice Tea en een groot pak chips met paprika. Soms, als het beetje weer is, breng ik ons Merel ook mee, die kan dan kleuren in de kantine, daar liggen altijd tekenboeken klaar.
En de Stefan? De papa. Die heeft ons een goed jaar geleden laten zitten. Hij is bij een van zijn werk ingetrokken. Elly. Als ik haar gezien heb wist ik direct hoe laat het was. Daar heb ik geen schijn van kans tegen, dacht ik. Stefan, die had een groot diploma, marketing, die verdiende veel geld en kreeg een BMW van het werk. Wij waren gelukkig. Maar ja, het was 17 juli vorig jaar , ik weet het nog, en die zei gewoon tegen ons: ik ben weg, ik ga bij Elly wonen, wij kunnen niet meer zonder elkaar. En weg was mijn marketingman.
Ik heb ik nadien mijn plan getrokken, goed dat ons vader en ons moeder soms eens bijspringen, maar nu gaat het. Ik heb nu helemaal mijn zinnen op onze Benny gezet. En zijne voetbal. Ik heb er echt alles voor over.De Rudy, dat is hunne trainer kan anders vreselijk hard brullen tegen die mannekes, das toch niet opvoedkundig, denk ik soms. Maar ik denk dan, als onze Benny doorbreekt blijft die toch niet bij de Lierse.
En als hij dan naar Chelsea gaat of naar Bayern München, dan verhuis ik mee. Met ons Merel. Als ik zo die Kevin De Bruyne van Genk zie spelen op TV, dan droom ik: daar loopt over 15 jaar mijnen Benny. Dat kan toch?
Zeker Marina. Dat kan zeker. Pakt u eigen op meiske, gaat er tegenaan, den Benny dat wordt ne grote. En laat die Stefan met zijn del, maar sudderen in hun eigen nat. De klootzak. Wacht maar, tot in Bayern.
We vieren de honderd jaar dat die mijnheer Prinzip in Sarajevo de Servische kroonprins en zijn lief te grazen nam. Gevolg: een wereldoorlog.
Honderd. Schoon rond getal. Daar gaan we eens iets van maken.
Nee, er valt hier eigenlijk niets te vieren. Niets te verheerlijken. Niets te huldigen.
Alleen diep te treuren over zoveel onmenselijkheid, zoveel waanzin, zoveel holle woorden.
En vooral over zo weinig lering, zo weinig lessen trekken. Altijd opnieuw.
Over het grote kwaad in de wereld, waaraan zelfs de schepper niet kon verhelpen.
Dus alle reden om toeters en bellen, klaroen en bloemenregen, vlaggen en stadhuis woorden,stoeten en kransneerleggingen, militaire fanfares en Schotse pipers achterwege te laten.
Alleen doodse stilte komt in de buurt. Allerminst een kermisattractie.
En vooral, vooral er geen nationale feestdag, geen nationale heldenhulde van te maken. Het verdriet en de tranen zijn veel te universeel om ze tot eigen glorie te accapareren of politiek te verzilveren.
In één donkere stoet trekken ze voorbij al die doden, al die treurenden. Vijanden, vrienden,soldaten, burgers, overwinnaar en verslagenen: in één lange droeve lijn delen ze in onze treurnis.
Je mag van mij eens goed en hard vloeken tegen die schepper die zijn evenbeeld zo lamentabel het paradijs uitjoeg. Of toch een soort van gebed prevelen, hoewel ik niet zou weten waar ik de woorden moet halen om mijn wanhoop uit te drukken.
>>>>Neem nu weer, die klimaatconferentie in Warschau waar de heren (minder dames) tot tranen toe bewogen zijn bij de oproep van de Filippijnse afgevaardigde, maar die er nadien toch niet in slagen tot een besluit komen om er iets aan te doen. Belangen, weet je wel. En het staat nog niet helemaal vast dat
>>>>Of zopas in het middagnieuws . Hoe in Irak Soennieten zich verzamelen om hun moslimbroeders, maar dan van de Sjiïetische variant, die vandaag god-weet-welk feit van meer dan duizend jaar geleden vieren, in de pan te hakken. Afmaken dat gespuis.