All-in in Tallinn (en omstreken, maar dat rijmt niet op Tallinn)
Er is nog een Estland-trip te beschrijven. Ik zou het ook gewoon niet kunnen doen, maar van de andere kant: wie gaat er ooit naar Estland?Antwoord: niemand, nooit. Zonder veel risico zou ik het hier kunnen voorstellen als dé onontgonnen parel van Europa, want de kans dat iemand mijn ongelijk wil gaan bewijzen is ook al nihil. Toch houdt me dat niet tegen. Het Ministerie van Toerisme in Estland bestaat niet uit de meest bevlogen werkers, aangezien het land zich in feite zelf verkoopt.
Wij verbleven de eerste dagen in het Lahemaa Park, op een ecologische kampplaats opgetrokken volgens de hippieprincipes. Dat wil zeggen: geen elektriciteit, zelf warm gestookt water en een vuile keuken. De vrouw des huizes hield zich samen met enkele vrijwilligsters bezig met bepaalde noodzakelijke klusjes, zoals zaagsel van tussen de planken vloer schrapen of onkruid uittrekken aan de rand van het bos. Ondertussen werkte slechts één van de vier wc's, bood geen enkele (geïmproviseerde) tafel de mogelijkheid om er met vier man aan te zitten en was er nergens een enigszins propere vork te bespeuren. Toch hadden ze stuk voor stuk een onwrikbaar geloof in 'Het Project'. Nog enkele weken en alles zou in orde komen, we hadden gewoon de pech de eerste gasten van het seizoen te zijn. Ons oordeel: 'Het Project' is naar goede linkse traditie een eeuwig 'streven naar'. Over enkele weken zal het niet af zijn, over vijf jaar niet en over tien jaar ook niet. Dat is zelfs niet erg, zolang er maar mee te lachen valt.
Hoe dan ook hebben we volop kunnen genieten van de natuurpracht. Kilometerslange groene bossen, een staalblauw meer, indrukwekkende rotsformaties en vooral: géén toeristen. Estland lijkt zelfs door de Hollanders nog niet ontdekt. Ook in hoofdstad Tallinn is er trouwens plaats voor natuurschoon, maar dan van een andere orde. Wie een voorkeur heeft voor onveranderlijk blonde, slanke, goed opgemaakte Slavische schoonheden, wordt hier op zijn wenken bediend. Wij, op één iemand na niet-vrijgezel, waren daar echter met andere motieven. Estland 2017 kaderde namelijk in 'Het Project', het behalen van de wereldtitel door onze Rode Duivels! Dit project gaat wel slagen hoor, we voelen het, het is nog slechts een kwestie van tijd. De simpele overwinning in de lange Estse midzomernacht reikte ons op symbolisch vlak alvast nog wat welgekomen munitie aan: de donkere dagen zijn definitief voorbij, de Rode Duivels zitten op het Lichtend Pad, het juiste spoor.
Onze eerste conversatie speelde zich een jaar of 15 geleden af in de pissijnen van de legendarische fakbar 'Pavlov'. Hij verliep als volgt:
Tom: "Ela, nie naar mijne piet kijken hé!"
Ik: "Maar ik zie dat gewoon graag, pieten.."
Tom: "Echt? Zelf ben ik meer ne pedofiel eigenlijk."
De dagen waren in die tijd een noodzakelijk kwaad om de overgang van de ene nacht naar de andere te maken. De glazen waren doorgaans halfvol. Eventuele gesprekken een dag later alweer vergeten, en 15 jaar later al helemaal. Behalve dus bovenstaande conversatie. Door een speling van het lot heb ik hem van de vergetelheid kunnen redden, een van de weinige keren dat het geheugen doet waarvoor het is uitgevonden.
De historische waarde ervan is aanzienlijk. Niet alleen wist ik meteen dat ik kleine kinderen best uit Tom zijn buurt houd, ook werd daar de basis gelegd voor duizenden gelijkaardige gesprekken. Of identieke - met dat geheugen weet je maar nooit. Enige jaren later verwerd ik definitief een voetnoot in Toms leven door hem zijn eerste vaste lief te bezorgen. Een eerste lief vergeet je nooit, ook niet als het de vrouw van je leven blijkt. Nele kwam, zag en bleef. De voetnoot vaarde er wel bij.
Twee jaar geleden kregen ze samen de schattige dochter Hanne, hierna 'de kladversie' genoemd. Het beste moest dan nog komen. Met Lenn ziet nu niet alleen hun eerste zoon, maar in één moeite door ook mijn eerste petekind het levenslicht. Geheel naar het beeld van Tom wel een stuk later dan voorzien, waardoor Lenn tegen alle afspraken in op 20 juli ter wereld kwam, dezelfde dag als Alesso. Aan de andere kant: de kans dat ik ooit zijn verjaardag vergeet is zo wel een stuk kleiner geworden. Alle begin is alvast makkelijk.
Soms onderschat ik hoe relevant mijn blog nog steeds is. Eén slechte recensie over het optreden van Linkin Park, en zanger Chester Bennington houdt de eer aan zichzelf. Dan heb ik eens een bekende fan en dan gebeurt er dit. Als dat zo doorgaat, schrijf ik nooit nog een slechte recensie. Het is al dat gedoe gewoon niet waard.
Liever wil ik het hier hebben over mijn periode tussen de twee vorige blogs. Daarover is immers weinig bekend. Zowel mijn Leven als mijn Werken zijn gedurende twee maanden maar matig gedocumenteerd. Ik zou evengoed Griekenland en Estland bezocht kunnen hebben zonder dat jullie ook maar een vermoeden hadden, integendeel het leven van alledag leidend alsof ik niet naar Griekenland en Estland ben geweest. Dat leven stopt hier. Ik heb namelijk zowel Griekenland als Estland bezocht in tussentijd, gelieve daar terdege rekening mee te houden.
Voor beide landen was het de eerste keer dat ze mij mochten ontvangen. Ik begin met Griekenland, omdat ik zonet de woordspeling 'Grintro' heb bedacht (het moet niet altijd 'Grexit' zijn) én omdat het chronologisch nu eenmaal eerst kwam. Samen met het gezin inclusief schoonmoeder gingen we een week verpozen in het mooie dorpje Matala. Matala is een van oudsher bekend hippieoord. Onder andere Joni Mitchell, Georg Danzer en een schare onbekend werkschuw tuig verbleef jarenlang in de talloze grotten van het kustdorp. Die vibe zou nog tot op vandaag aanwezig zijn en dat kan kloppen, want ik heb daar geen enkele dag gewerkt of zelfs maar de aandrang daartoe gevoeld. Dankzij de aanwezigheid van de schoonmoeder konden we bovendien een drieslagstelsel hanteren voor de zorg van Alesso, wat de ouderlijke taken al snel met 16,66% verminderde.
Zon, zee, strand en Griekse hartelijkheid waren ons deel. Wat betreft dat laatste heb ik altijd enige scepsis gehad. Voor niks gaat de zon, de zee en het strand niet op, etcetera. Eerlijk waar: mijn aangeboren wantrouwen was onterecht. De vriendelijkheid en gulheid is oprecht en onvoorwaardelijk. Op een gratis raki meer of minder wordt niet gekeken, een land kan per slot van rekening maar één keer failliet gaan. De hele setting was dermate relaxerend, dat het halen van de terugvlucht opeens een ruw ontwaken bleek. Geheel tegen de natuur van An in hadden we de afstand verkeerd ingeschat, waardoor er een dollemansrit (dit is gelukkig wel in lijn met haar natuur) en een kofferslalom op de luchthaven nodig was om uiteindelijk op het nippertje het vliegtuig te bereiken. Eind goed, al goed*.
*Behalve dan misschien voor dat oude besje dat in alle drukte een beuk kreeg van mijn koffer van 25 kilo, maar je kan natuurlijk nooit voor iederéén goed doen.
Van Eurosong naar Werchter. In onze algemeen aanvaarde tijdrekening zit daar algauw twee maanden tussen, maar voor wie mijn blog overschouwt lijkt het alsof beider muziekfestijnen naadloos in elkaar overvloeien. Ik laat in het midden of dat een verdienste is. Maar laten we voor het gemak maar verder borduren op de blogchronologie. Portugal had dus nauwelijks het Eurovisiesongfestival naar zijn hand gezet, of daar was Werchter 2017 al. (Terzijde: Portugal is dus momenteel én regerend Europees kampioen voetbal én Eurovisiesongfestivalwinnaar. Het land kan nu echt wel met een gerust gemoed failliet gaan.)
De voortekenen van deze Werchter-editie waren niet per definitie gunstig. Herman Schuermans had het muzikale luik (toch algauw de belangrijkste bijzaak, na het pinten drinken) bepaald karig bedeeld - om niet te zeggen voorzien van de zwakste affiche in jaren. Frank Deboosere van zijn kant had vier dagen lang grijs, regenachtig weer besteld. Gelukkig ging op zijn minst dat laatste snode plannetje niet door. Er was iets minder regen en iets meer zon dan voorzien, waardoor we eigenlijk in prima omstandigheden hebben kunnen genieten van matige muziek.
Het allerbeste was waarschijnlijk nog Radiohead, dat helaas een halfuur vroeger dan voorzien stopte. Het allerslechtste was zeker en vast Linkin Park, dat helaas geen anderhalf uur vroeger dan voorzien stopte. Als dít ons had moeten terugbrengen naar onze jeugd, laat die hele jeugd dan maar voor wat ze is. Het Eurovisiesongfestival leek ook in de reguliere tijdrekening opeens weer heel dichtbij tijdens hun set, met rocksongs die klonken als de grootste gemene deler van wat pakweg Montenegro, Moldavië of Roemenië elk jaar inzendt. Zonder ooit de halve finale te overleven weliswaar.
Dat Werchter ook deze keer ondanks alles de transitie zal maken richting mooie herinnering, is voor een groot stuk te danken aan Geert en Evelien. Zij haalden niet alleen vol overtuiging de 'Kiss Cam' en bier, maar hun jaarlijkse vierdaagse aanwezigheid is ook meer en meer een houvast, een stuk kreupelhout in een zee van verandering. En geef toe, een mooier compliment dan kreupelhout bestaat er toch niet.
Het is weer die tijd van het jaar. Die week van de maand. Bijna die dagen van de week. Het Eurovisiesongfestival is weer in het land. Of toch in een land. Sinds de geniale ingreep om halve finales in te voeren, betekent dat liefst drie dagen van dans en zang op het allerhoogste niveau. Als het aan mij lag waren er allang poules, achtste finales en kwartfinales ingevoerd, zodat we ons wel 35 dagen konden laven aan deze bron van schoonheid en puurheid. Maar dit is al bij al een goed begin.
Wat doorgaans helpt om mijn enthousiasme enigszins te temperen, is onze Belgische inzending. Vooral het Vlaamse landsgedeelte draait zich er de hand niet voor om de zintuigen van miljoenen Europeanen te teisteren met absolute bagger. Geheel volgens de wetten van de logica was de laatste of voorlaatste plaats in de halve finales vervolgens ons deel, waarna de man in de (Vlaamse) straat kon fulmineren over het oneerlijke puntensysteem waarbij buurlanden elkaar steeds bevoordelen. De laatste jaren blijkt ons aantal buurlanden gelukkig exponentieel toegenomen (een verschuiving van tektonische platen waar we niet van weten?), want bij de recentste vier edities werd drie keer de finale gehaald.
En dan moet het beste nog komen. Zoals een wielerploeg zijn topsprinter met een 'treintje' naar de overwinning in een massaspurt loodst, zo lijken de voorbije Belgische inzendingen vooral bedoeld om de rode loper uit te rollen voor de Waalse Blanche. Met een vierde en een tiende plaats in de laatste twee jaar werd België weer op de Eurosong-kaart gezet. Nu is het aan Blanche om, met in mijn oren de beste Belgische inzending ooit, de kroon op het werk te zetten. Om een lang verhaal kort te maken: mijn enthousiasme is deze keer dus niet bepaald getemperd. Het krijgt daarentegen nog een hele week lang helemaal carte blanche, net als mijn zin voor flauwe woordspelingen.
Eén plus één is drie, zo luidt het gezegde. De wiskunde laat er daarentegen geen twijfel over bestaan dat de som van één en één zich beperkt tot twee. In sommige gevallen kan 1 + 1 echter ook gewoon 1 zijn, is mijn ondervinding. De basis voor deze theorie werd gevormd door de grote fusie in het voetballandschap aan het begin van het intussen afgelopen seizoen. Nu ja, voetballandschap is misschien veel gezegd, eerder cafévoetballandschap. Regio Mechelen - Kempen, afdeling 4. Dat voetballandschap om precies te zijn. Forza Mechelen A smolt toen samen met Forza Mechelen B, teneinde een zowel kwalitatief als kwantitatief sterker geheel te bekomen.
Mijn stelling van zojuist licht al een tipje van de sluier over de afloop. Het voorbije seizoen was alles welbeschouwd meer van hetzelfde. Soms gewonnen, soms verloren, soms genoeg spelers, soms schrapen om aan voldoende manschappen te geraken. Een anonieme zesde plaats in het klassement is in feite de perfecte samenvatting van 24 matchen strijden op het laagste niveau. Gaan we nu over naar mijn persoonlijke evaluatie, uitgevoerd door een onafhankelijk orgaan bestaande uit mezelf. In, ruw geschat, 17 matchen tekende ik voor vijf goals en vijf assists. Die vijf goals waren allemaal voorbehouden voor de heenronde en getuigden eigenlijk stuk voor stuk van een schoonheid die mijn schrijvende alter ego voor problemen stelt: in dit geval zijn noch zelfspot, noch hyperbolen aanwendbaar. Het waren gewoon propere doelpunten, elk op zijn manier.
Net toen ik dacht dat ik nooit meer ging stoppen met scoren en dat de eerste 25 jaar van mijn voetbalcarrière louter op toevallige tegenslag berustte, kwam in 2017 de kentering. Eerst sluimerend (één match niet scoren), dan stilaan zorgelijk (drie matchen niet scoren), om vervolgens tot de onloochenbare constatatie te komen dat de natuurlijke orde zich weer hersteld had. Van een zwak moment in die natuurlijke orde had ik even weten te profiteren om me onrechtmatig wat torinstinct toe te eigenen, maar uiteindelijk blijft alles toch bij het oude. Ook 1 + 5 = 1.