Haakneus, mooi is anders... Welke geheim schuilt achter dit vreselijk masker???
De tweede zondag van september is het kermis in Eggewaartskapelle. De dag erop, kermismaandag dus, is er een herdenkingsmis voor de overledenen van Eggewaartskapelle en Zoutenaaie. Zoutenaaie is immers al tweehonderd jaar lang zonder kerk en werd dan parochiaal bij Eggewaarts gevoegd. Ook de soldaten-gesneuvelden worden er herdacht.
Zoals elk jaar woon ik samen met mijn teergeliefde moeder deze dienst bij. Het doet telkens weer deugd om andere dorpsgenoten en vooral ex-dorpsgenoten te ontmoeten. Sommigen komen van heel ver.
Na het parkeren van de wagen zag ik een schrikkelijk lelijk vrouwmens aanwaggelen, een echtbreekster naar ik hoor, zo'n gemeen wijf zonder enige scrupules. Door God weet welke trucks slaagde ze er in een heel gezin en een hele familie in zak en as te brengen. Waarschijnlijk denkt ze op die manier het fortuin van boer Charles in te palmen. Een mens dat over lijken gaat? Precies een overjaarse kerstboom met veel slingers, toeters en bellen... Maar al draagt een aap een gouden ring het is en blijft een lelijk ding! En de vraag die mij al jaren bezig houdt is natuurlijk : welke verborgen talenten heeft dat mens toch, hoe slaagt ze er in om zo'n sluwe man zo in haar macht te houden? Maar boer Charles zou naar horen zeggen ook geen achterlijken zijn dus het valt echt nog te bezien of dat mens in haar opzet zal slagen... Maar ik kan niet ontkennen dat ze elkaar enigszins aanvullen en zich in evenwicht kunnen houden : de ene een grote balkong en de ander een brede derrière...
De mis werd voorgegaan door de ZEH Deken van Veurne, voor mij geen onbekende... Een heel verzorgde mis zoals ik van hem gewoon ben. Mooie teksten, mooie liederen begeleid door het orgel. Organiste van dienst de heel sympathieke Jana, die in Veurne werkzaam is sinds vele jaren.
Vooraan in de kerk staat nog steeds een grote foto van 'onze' vorige pastoor, Hubert Fraeyman, doodjammer dat hij op zo'n smartelijke manier (ongeval met auto) om het leven kwam. Helemaal vooraan in de kerk zes grote kandelaars waar mijn familienaam op staat. Giften van mijn voorvader, betoverovergrootvader Pieter Moenaert, toen burgemeester van Eggewaarts, en van ene Borgonie (merkwaardige familienaam die nu nagenoeg uitgestorven is).
Niet minder dan tien mensen die in Eggewaarts of Zoutenaaie geboren werden of woonden zijn het afgelopen jaar overleden. De meeste gekende was uiteraard EH Marcel Lannoye. Hij werd hier geboren en werd 91 jaar. De deken zei ook dat de mooie kazuifel die hij tijdens deze mis droeg, door deze priester aan de kerk van Eggewaarts werd geschonken.
Na de mis trok iedereen (nu ja, gelukkig niet echt iedereen...) naar Zoutenaaie waar geaperitiefd werd en van een lekker middagmaal genoten. Grappig is dat enkelen elk jaar tijdens het aperitief, dat in de cafetaria plaatsgrijpt, altijd vlugvlug in de feestzaal een deel tafels reserveren door de stoelen schuin recht te zetten tegen de tafel. Vorig jaar merkte ik dat opnieuw op en wat deed ik? Ik zette àlle stoelen van héél de zaal halfschuin alsof àlles gereserveerd was. Enkelen keken bij het betreden van de zaal met een 'scheef oog' naar mij, ze vermoedden - en terecht hé - dat ik die snoodaard was... Ditmaal slechts één 'reservatie' van een tafel... Het belangrijkste was natuurlijk het aangenaam samenzijn met al die 'oude' bekenden.
Ongewenst bezoek vermeden : een boosaardige deurwaarder...
Vorige week donderdag kreeg ik van een deurwaarder een omslag met als opschrift 'PRO JUSTITI' 'onmiddellijk af te geven'... Bij nader toezien bleek ik bij een verzekeringsmaatschappij in Brugge een schuld van een kleine 2500 euro te hebben!!! Ik wist bij God niet waarover dit kon gaan, zo'n bedrag! Ik herlas de brief twee maal en raakte er maar niet wijs uit.
Er werd me vriendelijk gevraagd om de dag nadien, op vrijdag dus, lekker thuis te blijven want ze zouden op bezoek komen om heel mijn inboedel op te laden om die schulden te betalen. Wel Godverlangshierenlangsginder he, we zouden dat nog eens zien he, die lelijke mensenkl...!!! De dag na de ophaling zou alles verkocht worden aan de meestbiedende in de verkoopszaal van de ge- recht(????)s-deurwaarders, in de Zwaluwenstraat in Brugge... Makkelijk he, zo iemands boel gaan verpatsen tegen om het even welke prijs?!?!
En onderaan de brief stond droogweg 'U bent verwittigd!' Wat een charlatans!
Maar plots... wat zag ik daar bovenaan? Jawel, een andere naam, het ging dus niet over mij! Blijkbaar zochten die mannen van de wet (?) naar een ander, wellicht naar een vorige bewoner van mijn woning. Maar intussen was het reeds avond geworden en kreeg ik bij die deurwaarder enkel het antwoordapparaat : 'Gelieve terug te bellen tijdens de kantooruren!' Jaja, en tegen dat je kan bellen staan ze al aan je deur zeker?
De volgende morgen belde ik die gasten op om 9u00, een norse man kwam aan de lijn en was niet al te beleefd. Hij zei me dat ze klaar stonden om mij met een bezoekje te brengen, met een politieagent en een sleutelmaker.
Ik antwoordde hem dat ze dat best niet zouden riskeren of dat ze eens tegen mijn hand zouden lopen en van een kale reist terugkeren. Het ventje zei me dat ik niet moest dreigen. Maar toen ik zei dat ze het wellicht op een verkeerde persoon hadden, op iemand die vroeger in mijn woning woonde, veranderde de toon. Ze zouden het onderzoeken en ik moest niet langer ongerust zijn.
Ik vertrok dus van huis met enige achterdocht, en 's avonds was ik echt opgelucht dat alles onaangeroerd gebleven was.
Wat minder leuk was, althans voor een of andere buur van mij..., gisterenmorgen maandag stond er een traplift voor de deur. Blijkbaar hebben ze de schuldenaar toch gevonden, blijkbaar was het toch iemand uit de buurt...
Afgelopen zondag was er weer de grote rommelmarkt in Kemmel. Eigenlijk wou ik ditmaal niet zo ver gan lopen en wilde me inschrijven voor de markt in Sint-Michiels hier bij Brugge. Maar daar werd mijn aanvraag afgewimpeld want ze willen daar geen handelaars!!! Dat is toch de omgekeerde wereld he : handelaars die geen handel mogen drijven! Ik antwoordde dat er op die rommelmarkt tientallen handelaars staan, hetzij handelaars in hoofdberoep of in bijberoep. Het mens vroeg me naar namen van die mensen maar ik zei dat ik geen nummertje 'namen noemen' wilde opvoeren en dat ze het maar zelf moest uitzoeken he. Ze willen dan mooi materiaal op hun markt en wie dan een serieuze inspanning wil leveren wordt geweerd...
Maar ja, ik belde dan maar naar Kemmel en daar kreeg ik meteen een mooi plaatsje aangeboden, pal middenin het kilometerlange parcours, op de baan tussen Ieper en Kemmel. En voor de prijs moet je het niet laten : 16 eurootjes voor tien meter stand, en de auto kan bij de stand staan. Gegarandeerd ook een paar tienduizend bezoekers van overal : massa's Nederlanders natuurlijk want die vinden in hun eigen land geen deftig of betaalbare rommel. Ook veel Fransen, wat Engelsen en zelfs een paar Chinezen.
Vele tientallen bekenden passeerden de revue, of beter mijn stand. Vele verzamelaars en opkopers die ik soms al jaren niet meer gezien had, sommigen ken ik al dertig jaar of meer... de meesten zijn natuurlijk ferm verouderd, sommigen lopen met krukken of vlammen voorbij in elektrische karretjes. Ook enkele nozems die met fietsen overal de eerste bij willen zijn, eentje is nogal gekend voor zijn lange vingers. Maar je ziet hem gelukkig van ver aan komen, met zijn roodblauwe grote bijna haarloze kop. Of je hoort zijn agressieve schelle stem van tientallen meters ver... handig hoor dan kan je tijdig je voorzorgsmaatregelen treffen he. Dan een bleutje die ik veel te veel zie eigenlijk, zowel op rommelmarkten als op mooie antiekbeurzen. Hij probeert me wat na te apen door allerlei beelden op te kopen en denkt dan dat ik op hem jaloers zou worden. Maar niets is minder waar natuurlijk, als hij zijn kot met brol wil vullen moet hij dat maar doen he, ik heb hem nochtans heel goed uitgelegd wat hij moet aankopen om wat succes te boeken. Maar als de uil niet hoort en wil... Tot mijn groot jolijt zie ik hem passeren met een grote koperen pot om konfituur te maken, echt, hij komt jaren ten achter... wedden dat hij die pot nog heeft staan binnen twintig jaar? Ondertussen zal hij zijn lieve stiefmama wel aan het werk zetten zodat ze voor haar nieuwe zoon, meneer de krekel, de rest van de zomer nog confituur kan maken. Zodat meneer de krekel, wanneer het straks gaat winteren, toch nog elke dat zijn buikje rond kan smullen. In de Westhoek noemen ze zo'n gast een 'taarteklaai' of nog beter een 'kerkuil' (let op het woord...).
Het circuit was zeker tien kilometer lang, dus twintig kilometer standen, eigenlijk bijna niet te doen, zeker niet voor oudere mensen. Heel wat handelaars deden bij mij hun beklag dat ze niets of zo goed als niets hadden gevonden. Dat de rommelmarkten niet meer rendeerden. Dat ze er de brui zouden aan geven... Tja, misschien moeten de organisatoren wat selectiever zijn he, bv. verbod om nieuwe waren mee te brengen en vooral verbod tot verkoop van oude kledij. Er geen 'schlunse markt' van maken. Of hogere deelnameprijzen vragen zodat men verplicht is om meer kwaliteit mee te brengen.
Zelf had ik door omstandigheden niet zo veel boeken mee, wat ik wel spijtig vond, maar achteraf gezien was dat niet zo erg want er waren relatief weinig boekenliefhebbers. En blijkbaar hadden de meeste bezoekers de 'plaag van Kemmel gevangen', de Kemmelnaars worden immers 'Kemmelsae Gapers' genoemd...
Doordat er zoveel bekenden rondliepen heb ik me geen moment verveeld. Velen kwamen een babbeltje slaan met mij en ik vernam op die manier weer heel wat nieuws over kennissen en familieleden...
Na een lange dag keerde ik tevreden naar huis terug.
Een paar weken terug stond ik op de boekenmarkt van Damme, twee dagen naeen, nav 'Damme boeken zoeken', en inderdaad wie echt kwaliteit zoekt kan daar soms héél lang naar zoeken... Maar laten we dat even buiten beschouwing laten he.
De dame die momenteel geen woord meer kan uitbrengen...
Rond de middag van de eerste dag kreeg ik een telefoontje van een antiquair uit de binnenstad. Hij zei me dat hij 'een inboedel opgekocht had en dat er waarschijnlijk een stuk tussenzat die mij zou kunnen interesseren'. Het ging om een kader achter glas, gevuld met tien mooie relieken. Dat interesseerde me natuurlijk. Hij vroeg er honderd eurootjes voor en daar ik het heel sympathiek vond dat hij me daarvoor speciaal opbelde stemde ik in met de prijs en beloofde hem de woensdag daarop het stuk te komen betalen en ophalen. Normaal koop ik niets zonder het gezien te hebben maar ik vertrouwde er op dat zijn beschrijving correct was.
De volgende dag kreeg ik echter een telefoontje van dezelfde 'collega'. Hij zei dat hij een ongelukje had gehad. Ik dacht meteen aan zijn vrouw die maanden geleden een soort beroerte had gehad. Dat mens was wijd en zijd bekend omwille van haar speciale talent om klanten en bezoekers in de watten te leggen (en naar ik hoor mag je dat wel héél letterlijk opvatten...). En babbelen en tateren, haar mond stond geen moment stil (en hier mag je je ook vanalles bij voorstellen maar daar ga ik hier niet op in want ik wil het deftig houden hier). En plots : geen woord meer, geen complimentje meer en zelfs geen commentaar... de dame werd met stom-heid geslagen... (mag je ook vrij interpreteren...). Haar teergeliefde echtgenoot vertrouwde me toen toe : 'Ja, vroeger kon ze geen minuut zwijgen, ze was niet te stoppen als ze op dreef was... maar nu zegt ze helemaal geen gebenedijd woord meer... en dat is nog veel erger!!!' Tja... een straf van God? Al zal God hen worst wezen denk ik want volgens mij zijn het geen echte pilaarbijters.
Dus ik dacht dat het over zijn vrouw zou gaan, maar neen hoor! Hij vertelde me dat hij na zijn telefoontje naar mij met dat aanbod hij zijn auto is gaan 'lossen', dus dat hij alles uit zijn auto naar de winkel bracht. En 'terwijl hij zijn auto aan het lossen was kwam daar toevallig een andere antiquair langs die dat kadertje met relieken zag'. Die ander vroeg hem de prijs daarvan en mijn teergeliefde 'collega' dacht - zo vertrouwde hij me toe - 'om eens een enorm, ongehoord hoge prijs voor te stellen, 300 euro'. Dus drie keer meer dan de prijs die hij aan mij vroeg. En de andere antiquair stemde daarmee toe en nam het stuk mee!!!
Ik stond versteld : Eerst verkoopt hij het stuk aan mij, want ik stemde toe met zijn vraagprijs zonder het te hebben bekeken. En dan, als een ander het wil kopen, verkoopt hij het aan die ander!!! Hij moest aan die ander gezegd hebben : sorry maar 't is al verkocht aan een ander. Maar neen... En mijn 'collega' vervolgde : 'Ja, Lieven, we mogen dan al dikke vrienden zijn, maar 8000 frang is 8000 frang he! En mijn vrouw kost me veel geld tegenwoordig, ik kan dat geld dus goed gebruiken!'
Akkoord, er zijn veel kosten aan zijn vrouw... Maar hij mag er nog een fortuin aan 'hangen', het is en blijft een ... ding, die 200 euro zal haar spraak niet terugbrengen he!
Verontwaardigd antwoordde ik hem dat hij nu echt veel te ver gegaan is. Een woord is een woord! Zelf heb ik ook al dezelfde situatie meegemaakt : al meermaals kon ik na de verkoop van een stuk een hogere prijs krijgen maar verkocht is verkocht he. Het kon de ander echt niet veel schelen en ik zei hem dan ook dat ik geen zaken meer wil doen met hem en dat hij geen geluk zou hebben met die schamele 200 euro.
Van kennissen en klanten hoorde ik al regelmatig klachten over de man, als zou hij al vele mensen bedrogen en opgelicht hebben maar ik beschouwde dat eerder als praatjes en jaloezie. Maar nu blijkt heel duidelijk dat hij echt niet te betrouwen is he, spijtig hoor maar voor mij is het dan uit met de 'liefde'...
Intussen hoor ik nog veel meer minder positieve zaken over dit 'verdachte sujet'. Eentje probeerde het mormel te vergoeilijken door zijn daad als volgt uit te leggen : die collega koopt zijn zaken vooral in Frankrijk en daar is het schering en inslag om iets dat je verkocht hebt zomaar aan een ander door te verkopen van zodra je een hoger bod krijgt... Wat een onzin!
Maar gelukkig zijn er ook veel eerlijke collega's...
Hallo allemaal, door allerlei bezigheden kwam ik er de laatste weken niet toe om mijn blog aan te vullen maar vanaf vandaag probeer ik mijn schade in te halen hoor.
Hallo allemaal, door allerlei bezigheden kwam ik er de laatste weken niet toe om mijn blog aan te vullen maar vanaf vandaag probeer ik mijn schade in te halen hoor.
Benieuwd stoof ik gisterenavond jmet de wagen richting Oostende. Eigenlijk vind ik Oostende één grote dichtgebouwde lelijke stad. Wat kan er toch voor moois te zien zijn in die contreien?
Op de autoweg Brugge-Oostende neem ik de afslag Zandvoorde. In het dorp, ongeveer ter hoogte van de (lelijke) kerk neem ik de grintweg , In het dorpje is er werkelijk niets moois te zien : allemaal gewone huizen en moderne woningen. Net buiten het dorp zie ik echter een grote waterpartij, blijkbaar ontstaan door het uitgraven van klein voor de productie voor de steenbakkerij De Keignaert. Pas sinds enkele jaren worden hier geen stenen meer gebakken.
Op het einde van de grintweg kom ik aan de Gistelsesteenweg, hier moet het ergens zijn maar ik zie geen kat. Dus rijd ik wat rond in de omgeving en vrees ik al dat ik onverrichterzake weer naar huis moet. Ik ben echter nogal vroeg en gelukkig zie ik even later langs de weg enkele mensen staan die ik ken van vroegere wandelingen. Ik parkeer mijn auto langs de weg. Naast de weg is een bos, onder dat bos één grote stortplaats... Beetje bij beetje komt er meer en meer volk toe : een veertigtal natuurliefhebbers is op post om het krekengebied te verkennen.
Om 19u30 steken we de Gistelse Steenweg over, en wandelen over een oude dijk. Eventjes verder ligt er aan de rechterzijde een soort (lelijke) hoeve : een woonhuis en een paar recente loodsen. Dit is de Oostendse 'stadshoeve'. Het is raden naar het nut van zo'n gebouwencomplex voor een stad als Oostende. Een reporter van een plaatselijke klant komt een groepsfoto maken. Wat verder leidt de weg dwars door een eerder vervallen hoeve. We zien enkele kreken : indrukwekkende waterpartijen : een waar paradijs voor vissen, vogels, planten én voor de natuurliefhebbers natuurlijk!
Volgens de gids werd heel dit gebied rond 1600 onder water gezet. Wanneer men vanaf de tweede helft van de 18e eeuw de streek weer drooglegt weet men niet precies meer wie de vroegere eigenaars waren en dus verkoopt men de grond aan landbouwers. Met de opbrengst worden werken uitgevoerd aan de haven en spuikom van Oostende. Gemakkelijk geld verdiend op deze wijze!
Ook later speelt men nog steeds met de gedachte om heel de streek onder water te zetten. De Duitsers graven zelfs brede anti-tankgrachten die tot op vandaag nog deels bewaard zijn. Doel was het gebied onder water te zetten. Vijandelijke tanks zagen dan niet waar ze reden en wanneer ze zo'n extra brede greppel inreden waren ze onherroepelijk uitgeschakeld...
We zien nu links een heel grote hoeve, eigendom van de familie Vanderbeke. Een heel grote lange stalling en schuur in baksteen met een uitzonderlijk brede gevel, het doet even denken aan de schuur van de hoeves Ten Bogaerde in Koksijde of Ter Doest in Lissewege. Ankers op de gevel geven het jaartal 1808 aan. Volgens mij merkwaardig dat er tijdens een uiterst onrustige periode als de Franse Revolutie zo'n grote nieuwe gebouwen opgericht werden. In de Westhoek zie je dat niet : de gebouwen zijn ofwel van voor de Franse Revolutie ofwel dan vanaf 1830/1840.
Ik vraag me af of er nog restanten bestaan van de hofsteden die omstreeks 1600 verdwenen door de onderwaterzetting. Aan de andere kant van de weg staat een merkwaardig object in het tarweveld : een soort opmetingspunt van ca 1850. Vanaf dit punt kan men precies opmetingen uitvoeren in de wijde omgeving. Er zouden maar drie van deze markeringspunten bestaan.
Wat verder komen we aan het oude tracé van de spoorlijn Oostende-Armentières, aangelegd rond 1870. Een 'baanhuisje' staat er nog, een gebouw zoals er blijkbaar aan alle spooroverwegen gebouwd werden. Door de aanleg van de autosnelweg werd dit tracé verlaten en werd een nieuwe spoorwegberm aangelegd. Het zand hiervoor haalde men uit Limburg, wat een titanenwerk! De herkomst van het zand verklaart ook de aanwezigheid van een bepaalde plant die normaal niet voorkomt in onze streken. Deze spoorweglijn werd maar heel korte tijd gebruikt want afgeschaft. Nu is ze gekend onder de naam van 'Groene 62' en kan men er op fietsen en wandelen.
Van op deze berm hebben we een mooi uitzicht over brede kreken. Men probeert de buurt opnieuw het uitzicht te geven zoals vroeger, zoals uitgetekend op de kaarten van Ferraris. De weinig productieve grond werd opgekocht voor 800 000 frank de hectare, wat een goeie prijs is. Die grond wordt nu verpacht aan die boeren. Zo is iedereen tevreden.
Na een paar honderd meter verlaten we de hoge spoorwegberm en via een graswegel bereiken we onze wagens.
Voor mij was dit een van de mooiste wandelingen waaraan ik deelnam tot nu toe.
Het is zo ver. Prins Filip volgt zijn vader op. Hier en daar zag ik tijdens mijn lange rit vandaag een Belgische vlag hangen : ofwel slap aan een of andere (vlaggen)stok want het was zowat windstil vandaag, of een kwart gedraaid, net alsof een Duitse vlag was. Eventjes vreesde ik al dat de Flup zijn zus Striette met haar Duits de eer van het koningschap had aangeboden Maar neen dus.
Zelf ben ik redelijk gerust in heel dat circus maar ik acht het koningshuis wel nuttig omdat het enigszins de stabiliteit van ons land waarborgt. Wanneer je naar Frankrijk kijkt... daar kan er elke vier jaar een andere president aan de macht komen, met telkens andere prioriteiten en gezindtes...
Alhoewel ik na al die jaren toch wel enige sympathie kreeg voor de vaak lachende koning Albert was ik gisterenavond teleurgesteld na zijn toespraak. Ergens hoopte ik dat hij nu eindelijk zijn vierde kind, Delphine, zou erkennen. Dàt zou de koning pas echt geliefd en gewaardeerd maken! Maar neen, hij had het enkel maar over allerlei algemeenheden zoals de ontwikkelingslanden blijven helpen, de Walen graag zien en tenslotte zoon Flupke met open armen ontvangen... Ook zijn taal was heel stroef en archaïsch. Maar hij heeft het niet makkelijk gehad en ik gun hem van harte zijn pensioen!
En Flupke mag nu zijn beste beentje voorzetten, met zijn 53 jaar is hijzelf ook al niet meer van de jongste. Ik hoop voor hem dat hij ons Vlamingen respecteert anders zal hij vast en zeker de wind van voren krijgen!
Vandaag nam ik een 'snipperdag'. Immers, héél België zou vandaag binnenblijven en naar de troonsbestijging van de Filip kijken... dus geen volk te verwachten in de winkel. Ook waren er geen beurzen die interessant genoeg waren om er zelf te gaan verkopen, bovendien zou het snikheet worden.
Eerst naar Westkapelle. Met al die rijke Knokkenaren zou er daar toch iets te rapen moeten zijn. Maar de rijke Knokkenaren staan natuurlijk niet zelf op de rommelmarkt... Na wat zoeken naar een plaatsje voor mijn auto wandel ik richting vlooienmarkt. Waardevolle zaken zie ik niet echt. Boeken ja, maar dan echte brol en voormalige bibexemplaren, dus met stempels erin, vieze plastic kaft, en meestal half kapot gelezen. Antiek, niet veel gezien, wel wat oude schouwgarnituren, maar niemand moet dat nog hebben omdat in moderne huizen geen schouwen meer zijn (centrale verwarming enz.). Oude lusters in overvloed, maar ook dat is niet mijn ding.
De standhouders ken ik veelal. Geen handelaars maar 'particulieren' die 'achter hun uren' nog 'een en ander' verkopen. Ook ken ik veel van de bezoekers, de meesten kom je op alle markten tegen. Sommigen zijn stokoud, 80 of meer, en kunnen nauwelijks nog lopen. Maar met een paar krukken of een looprekje of rolstoel wordt dit opgelost. Sommigen lopen voort als machines, ze lopen maar door, zonder naar de koopwaar te kijken... Ze lopen eigenlijk gewoon in de weg... Sommige opkopers kunnen nogal bazig uit de hoek komen. Zeker als ze zo'n schelle krijsende stem hebben : iedereen maakt dan onmiddellijk plaats! Een groot aantal bezoekers heeft grote wallen onder de ogen, ze trotseren elk weekend weer en wind om alle mogelijke markten af te schuimen, het lijkt wel of ze 24 op 24 uur werken, zo vermoeid zien ze er uit. Ik zie enkele boekenopkopers en -verzamelaars woelen in dozen met echt waardeloze boeken. De kans dat er iets interessants in zit is uiterst klein, zelf zie ik met een halve oogopslag meestal al meteen of er iets te vinden valt.
Eigenlijk was ik vooral benieuwd om de kerk te zien, de enorme schade die enkele maanden geleden door de brand werd veroorzaakt. Nu zie je eigenlijk heel goed hoe groot die kerk wel is : je ziet er alle opstaande gevels en de monumentale toren. Een aannemer vertrouwt me toe dat 'het best goed te doen is' om alles te restaureren. Tja, als er maar genoeg centen zijn natuurlijk is alles mogelijk. De vraag is eigenlijk of dat allemaal nog verantwoord is... want kerkgangers zijn er niet veel meer.
Tientallen bezoekers en standhouders vragen me of ik zelf geen standplaats heb, ze zagen mij vroeger immers vele tientallen malen op allerlei markten staan. Ik antwoord beleefdweg dat ik nu meer in de winkel wil zijn. Eigenlijk is de echte reden gewoon dat het voor mij de moeite niet meer loont. De meeste bezoekers vertikken het om centen uit te halen voor goeie zaken. Waarom zou ik dan nog de moeite doen, ik wil echt niet gaan bedelen om een aalmoes!
Uiteindelijk moet ik me in Westkapelle tevreden stellen met één boek over het Stubbekwartier in Brugge, het is een redelijk zeldzaam werkje. Omdat ik honger begin te krijgen stap ik een beenhouwerij binnen die 'broodjes' verkoopt. Het zijn inderdaad heel kleine broodjes, echt de moeite niet, en ik vertrek weer, ik vind wel iets 'hartigers' en groters.
Dan - tegen beter weten in - naar Jabbeke, vastberaden om toch nog wat meer te vinden daar. Mijn auto moet ik twee kilometer van het gebeuren parkeren. Dat zit al meteen tegen, stel je voor dat ik mooie boeken vind, moet ik die dan meer dan twee kilometer meezeulen? Tussen de caravans op de camping staan hier en daar wat standjes met de grootste rotzooi. Veel kledij maar de dame die op alle markten met 'vellen mantels' sta zie ik niet staan, wél bekijkt ze alle mogelijke 'slunsebucht'. Misschien zoekt ze ook wel een wat meer passende ouwe pruik (van een overleden hoogbejaarde vrouw of zo) zodat ze wat meer 'uitstraling' krijgt. Ook zie ik een forsgebouwde dame die het oudste beroep ter wereld uitoefent (foei! op haar leeftijd!!!). Ze zoekt wellicht wat kokette kledij om het andere geslacht te bekoren... 'Krukke' zie ik nog niet opdagen, hij was daarnet immers nog in Westkapelle op zoek naar goud en juwelen. En met zijn brommertje zal hij toch niet vlugger in Jabbeke gearriveerd zijn dan ik met de auto. Alles is hier werkelijk toegelaten : nieuwe kledij, oude kledij, vodden, nieuwe brillen en haarkammen, tomatenplantjes, buxusplanten, vers fruit (smaakvol geëtaleerd door allerlei allochtonen of nieuwe Belgen), chinezen die broodjes smeren (zeker drie standen, de hele familie was dus van de partij). Eigenlijk zouden kledij en nieuwe waren niet mogen verkocht worden op een rommelmarkt, het zorgt er enkel maar voor dat er elk jaar minder volk komt en de mensen met 'goeie' rommel geen klanten meer zien. De vodden kunnen ze dan verkopen op 'voddenmarkten' of 'schlunsemarkten', niemand die daar dan nog moet klagen over die slunsebucht. Nieuwe waren horen thuis op de braderie.
Ik vind hier helemaal niets en wandel twee kilometer verder naar mijn auto.
Nu naar Nieuwpoort, dat kan interessanter zijn. Maar helaas, neen... Weeral veel rotzooi, maar wel veel mooiere rotzooi dan in Jabbeke. Wanneer ik op het marktplein verschijn word ik verwelkomd door een heftig gebeier van de kerkklokken. Ik hou veel van dit kerkklokkengeluid, maar hier was een heel slechte accoustiek : alles weerkaatste tegen de gevels en klonk heel slecht... Maar niet getreurd, en verder gelopen. Ik zag één mooi beeld van de Pastoor van Ars maar het was nogal beschadigd, oa aan de neus. En wie zijn neus schendt schendt zijn aangezicht, dus laat ik het staan voor minder kieskeurige liefhebbers. Het wordt nu behoorlijk warm en ik versnel mijn pas. Ik wil immers nog eens naar de ruilbeurs in de vismijn want ik moet daar nog wat centen gaan ophalen. Het enige wat ik hier vind zijn een vijftal cd's met muziek (byzantijnse ritus), orthodoxe muziek dus. Blijkt hier thuisgekomen heel mooi te zijn.
Daarna naar de ruilbeurs : centjes ophalen en vrienden ontmoeten. Daarna heel lekker gaan eten in een restaurantje aan de overzijde van de vismijn. Lekker, écht lekker! En in uiterst goed gezelschap, wat wil je nog meer?
Dan naar Veurne, mijn dierbare geboortestad. Ook al hoorde ik in Nieuwpoort dat er in Veurne echt niets te zien viel op de rommelmarkt. Maar het bloed kruipt waar het niet gaan wil, ik dus naar Veurne. Weeral veel rommel maar ook veel 'oude' kennissen. Elke vijftig meter wordt ik staande gehouden voor een babbel. Over vroeger, over mijn winkel, over - jawel, weeral! - over een bepaalde kerk die ik zou hebben gekocht. Dus : telkens een woordje uitleg om alle misverstanden uit de wereld te helpen.
Het is intussen heel warm geworden en ik besluit nog even naar Beauvoorde te rijden om een kijkje te nemen in de tweedehandsboekwinkel. De winkel wordt gerund door vrijwilligers, waaronde nogal veel oud-leraars uit het College te Veurne. Ik vind er wat boeken over Westvlaamse archeologie, een kiezerslijst van Veurne van ca 1950 en wat boeken over de oorlog. Helemaal niet goedkoop maar nog enigszins betaalbaar. In die winkel is het snikheet en ik haast me dan ook zo vlug mogelijk naar mijn wagen met airco. Maar niet alvorens een bezoekje te brengen aan de kerk van Wulveringem, aan de overkant van de straat. Ik heb hier veel aangename herinneringen aan. Toen ik nog student was in Veurne deed ik met de fiets graag een ommetje naar Wulveringem. Zo'n mooie stemmige rustige kerk, een ruimte waar je helemaal tot rust kon komen. Af en toe durfde ik wel eens de klokken luiden. Eentje is héél zwaar! De touwen om te luiden zijn netjes op een ijzeren haak in de muren gelegd. Vroeger moest ik me heel hard inspannen om beweging te krijgen in de klokken, vandaag echter ging dat veel en veel vlotter. Mooie klank die klokken van Wulveringem! Op het kerkhof waren wat grondwerken bezig : een soort zuil in beton, met stevige 'voeting' was men aan het oprichten, misschien een monument voor de oorlogsslachtoffers? Even verder was een grote nieuwe kelder in de grond 'gestopt', ernaast een groot grafmonument van de familie De Waele, in een drietal stukken. Misschien was het monument scheefgezakt?
Nu via binnenweggetjes terug naar Brugge. In Eggewaartskapelle gekomen, mijn dorpje, zag ik tot mijn grote verwondering dat er een groot nieuw gebouw geplaatst werd. Zoiets is al vele decennia geleden, de dorpskom werd immers al vele jaren niet meer uitgebreid daar het omringd is door landbouwgrond. En geen enkele landbouwer vindt het leuk om grond te moeten afstaan, ook al is het voor het welzijn van het dorp. Zo bleef het aantal inwoners gestaag dalen. Het nieuwe gebouw staat naast het voormalige klooster, blijkbaar op grond van landbouwer Carbonez want het gebouw heet 'residentie Carbonez' of zo. André Carbonez was tot voor kort vele jaren naast landbouwer ook schepen van de stad Veurne.
Vandaar via Lampernisse en Oostkerke richting Diksmuide. Onderweg zag ik een leegstaande kerk, onderwerp van de meest verscheidene speculaties. Dan via Esen, Vladslo, Ichtegem, Aartrijke en Loppem terug naar het mooie Brugge.
Gisteren trok ik voor een dagje naar Ciney. Net als vorige week trouwens... Bij aankomst vorige week verwonderde ik me dat er de laatste kilometers voor Ciney zo weinig verkeer op de weg was, op het terrein mocht ik binnen zonder dat er toegangscontrole was. En kijkend naar het expogebouw verwonderde ik me dat ik geen tenten zag op het voorplein... Meteen maakte ik rechtsomkeer en zag op de reclameborden dat ik een weekje te vroeg was! Wat een verloren rit! Maar tijdens de rit terug kon ik toch enkele mooie zaken op de kop tikken. En onderweg plaatsen genoeg om de innerlijke mens te versterken.
Maar nu was de rit niet verloren, althans zo hoopte ik. Daar ik dit maal niet als standhouder maar als koper kwam kon ik in principe niet binnen tot 10u00. Daarom gooide ik het op een akkoordje met enkele Oosteuropeanen : ik gaf hen tien eurootjes en ik mocht mee binnen rijden in hun camionette. Eens binnen op het terrein kon ik vooraf al een kijkje nemen op het voorplein van het expogebouw. Het gebouw zelf bleef verboden terrein tot 10u00. Om 10u00 kon ik eindelijk binnen maar er was niet veel te vinden. Tientallen standhouders vroegen me of ik ook met een stand kwam maar ik zei dat ik er geen zin meer in had voorlopig. Eigenlijk brengt deze beurs weinig op : je bent vier dagen bezig met uitpakken, toezicht houden en terug inpakken. En de meeste bezoekers komen enkel om superkoopjes te doen of om zichzelf en de anderen wat bezig te houden...
In de namiddag was er verkoop op de parkings buiten. In feite moet iedereen wachten tot 14u00 om uit te pakken maar doordat er ditmaal weinig controle was gebeurde dit uitpakken al een halfuurtje eerder. Plots hadden de organisatoren dit in de mot, als baarlijke duivels holden ze rond van stand tot stand met het dreigement dat ze de volgende keer niet meer welkom waren. Roepen en tieren... Ik stond er bij en ik keek er naar. Ik gaf vlug aan enkele exposanten de raad om zich uit de voeten te maken, zich te verwijderen van hun reeds uitgestalde waren van zodra de organisatoren naderden. Een goed idee zo bleek even later want de organisatoren krabten zich in het haar toen ze geen levende luis aantroffen en liepen verder om toch nog zoveel mogelijk andere sukkelaars te berispen en uit te maken 'voor rotte vis'.
Intussen zag ik heel veel handelaars, ook dat ventje die me een tiental dagen voordien een toer lapte in Le Mans. Navraag bij tientallen collega's leerde me dat dit individu niet graag gezien is bij andere handelaars... omdat hij nogal hebberig en hoogmoedig is. Hij zal het héél ver schoppen op die manier...
Het aanbod was niet veel zaaks. Het komt me voor alsof er steeds minder mooie dingen aangeboden worden, alsof de standhouders zich in de zomer minder moeite getroostten om goed materiaal mee te brengen. Toch vond ik enkele stukken en keerde tevreden terug naar Brugge die Schone.
Deze morgen moest ik in Oostende zijn en eerst bracht ik een bezoekje aan een grote rommelmarkt te Stene. De ongelooflijkste grote brol lag er opgestapeld op (bijna) elk kraam. Eén stand had interessante boeken bij, ik vond er een mooi boek over de Ijzer.
Bij het verlaten van deze grote vuilnisbelt stootte ik op een grote bende in het rood verklede muzikanten. In de grootst mogelijke wanorde zochten ze naar hun instrumenten en boekjes (met spiekblaadjes). Grappig, maar na een half uur lummelen gaven ze serieus 'van katoen'. Net buiten het rommelmarktterrein zag ik op een pleintje een grote mobilhome met gesloten aanhangwagentje. Nederlanders. Ik vermoedde dat hun aanhangwagentje vol stak met eten en drank, gekocht in een Albert Heynwinkel, om goedkoop te kunnen reizen in Vlaanderland. Maar neen, de aanhangwagen werd geopend en een vijftiental oude met hun poten slepende ganzen waggelden naar buiten. Met enige moeite overwonnen ze de 'borduren' aan de wegkant, het gazonnetje op. Gratis (!) eten hier! Op de mobilhome stond 'Ganzenfanfare'. Het kon me echter niet boeien en hier thuis zocht ik wat meer info op internet.
De ganzenfanfare bestaat uit twee in 'tamboer' verklede personen die de hele tijd gekke bekken 'trekken' (of 'roare mulen'). De ene loopt voorop zodat de ganzen weten in welke richting ze moeten 'saffelen', achteraan loopt de tweede om de beesten wat te 'pushen' als 't nodig is. De twee nozems maken om het meeste lawaai : de eerste met een fluitje en de tweede heeft zich omgord met allerlei bedenkelijk slagwerk, met zijn stokjes slaat hij zo veel en zo hard mogelijk op al dat metaal. Af en toe dansen de twee rond de ganzen. De beesten weten dan nauwelijks wat ze moeten doen, ze kijken wat onrustig rond tot ze weer vooruit moeten. De ganzen zien er niet zo jong meer uit, althans niet van op afstand. Het zou me niet verwonderen moesten er binnenkort enkele met een 'stokje' moeten lopen. Of als ze hun oude poten moeten laten amputeren kunnen ze in een karretje gaan zitten en zich laten duwen door minder oude beesten. Dàt zou nog eens sensatie zijn! En waar is gaia nu? Ze moeien zich met koeien, zwiens en schapen... maar deze kleinere beestjes zijn wellicht niet belangrijk genoeg? Jaja, zolang de ganzen hun lever niet moeten afstaan voor de productie van foie gras is er voor de gaia geen vuiltje aan de lucht, da's nu wel duidelijk!
De ganzenfanfare zoekt op te treden op allerlei festiviteiten. Dus als je je eens serieus belachelijk wil maken moet je die beestenboel maar laten 'optreden', ik ben benieuwd wat zo'n grap - een flauwe grap dan wel - kost... Volgens de site www.ganzenfanfare.nl brengen ze de toe-hoorders (Je weet écht niet wat je hoort!!!) 'in vervoering'...
Natuurlijk kan je die beestenbende niet zomaar op bezoek laten komen : er zijn enkele voorwaarden : - zorgen voor een parkeerplaats voor de mobilhome en 'trailer' : dus een gratis standplaats regelen - zorgen voor een goede ondergrond : er wordt niet opgetreden op oa linoleumvloeren wegens te glad, men wil hiermee vermijden dat er poten of benen gebroken worden... Dus, een optreden thuis, lekker in een appartement, kan niet als je een linoleumvloer hebt. Spijtig want ik zou dat wel zien zitten... Ook mogen er geen glasscherven liggen, want de beesten kunnen zich daaraan kwetsen... - pauze : tijdens de pauze moet er een terrein van 4,5 op 4,5 meter voorzien worden, zodat de beesten wat kunnen uitrusten. Liefst een gazon (want dan kan er weer gratis gegeten worden - ook al beweren ze dat ze zelf eten meehebben voor de troeteldiertjes).
Optredens zijn er al nogal wat geweest, oa in de Efteling. In Nederland zijn ze blijkbaar vlug content, ik vrees echter dat ze in België rap 'hun schup' zullen mogen 'afkuisen' of zich vrijwilligzullen mogen laten opnemen in het zottekot.
Tot slot nog eventjes een citaat van op hun site : 'Het zijn altijd de eenvoudigste ideeën die tot buitengewone successen leiden' (Tolstoi). Van pretentie gesproken!!!
Dus : als je niet meer weet van welk hout pijlen maken, richt dan een ganzenfanfare op! Of een vlooiencircus, of... -
Le Mans (Fr) : onaangename ontmoeting met een onsportieve collega
Collega :
hij zal het niet graag horen want hij waant zich beter dan ieder ander Ook ik wil dat woord liever niet gebruiken
want met zon handelaar wil ik zeker niets te maken hebben!
Wat er eergisteren
precies gebeurde?Op de deballage te Le
Mans waren volgens de organisatie 1000 standhouders present.Dat is natuurlijk heel veel maar het waren er
in elk geval honderden.Het aanbod
bestond vooral uit grote meubelen, allerlei decoratieve zaken en wat
antiek.Echt mooie en interessante
stukken voor mijn zaak zag ik er niet.Vooral meubelhandelaars konden hier hun hartje ophalen.
Ik deed twee
keer de toer en op het laatste zag ik een standhouder die een klein kadertje
met wat relieken meehad. Drie uur
voordien vroeg hij me zowat 200 euro wat het zeker niet waard was.En nu bekeek ik het stuk nog eventjes
opnieuw.Enkele meter verder dacht ik na
of ik het eigenlijk wel zou kopen want er was toch wat schade aan.
Intussen was
een ouder koppel het kadertje aan het monsteren en ik dacht : Ojé ik ben het
kwijt nu!, maar ze legden het ding terug op tafel en gingen wat verderop
discussiëren.Ik dacht dat het een
koppelvan die halfruige zigeuners waren
zoals je die hier nog wel eens ziet.
Daar ze het
stuk teruglegden kwam ik terug en nam het in handen.Daarop draaiden ze zich plotseling om en tandde
het rare koppel mij toe dat het aan hen verkocht was.Ik keek even om me heen om te zien tegen wie
ze aan het praten waren en tot mijn verwondering besefte ik dat ze tegen mij
aan het spreken waren.Maar ik had het stuk in handen, het was dus
van mij, en zij eisten het nu op Ik
probeerde vriendelijk uit te leggen dat
enkel ik het recht had om het te kopen omdat ik het in mijn handen vasthield.
En dan
begonnen ze me verwijten te maken in het frans : Et ça pour un Belge!!!.Ik kende dat koppel niet, behalve dan dat ik
ze die morgen al enkele keren tegenkwam en ik ze toen al meteen als rare
kwistenbiebels beschouwde En plots
begon hij in het Westvlaams : Ik heb dat gekocht!Weet je eigenlijk wel wie ik ben?B . .n!Wellichtverwachtte hij dat ik
onmiddellijk op mijn knieën vallen en hem vergiffenis zou vragen Die naam zei me wel iets ahja dat is die man
die in een bepaalde winkel massas antiek en zo te koop aanbiedt, ik had echter
tot nog toe nog geen kennis gemaakt met hem.
Zijn naam
zeggen had op mij een heel ander effect!Wie bekend staat als een belangrijke handelaar zou toch wat eerlijker
mogen zijn!Wat een manieren!Meneer wilde me de haren kammen, me
overdonderen met zijn naam
Dan zegt hij
dat ik moest gewacht hebben om het stuk in handen te nemen totdat zij de stand
volledig verlaten hadden !!!Vermoedelijk hoopten ze door het stuk neer te leggen de handelaar nog te
puschen tot een lagere prijs maar ja
dat kan ik natuurlijk niet ruiken En
daarmee hoef ik zeker geen rekening te houden.Zelf maakte ik het vroeger al meermaals mee dat ik een stuk misliep
nadat ik het even neerlegde om na te denken.Boodschap dus is : als je iets wil kopen, houd het dan vast in je handen
en dan zijn er geen misverstanden!
Onmiddellijk
haalt de collega met een grote geste 50 eurootjes uit zijn zakken en loopt
er zwaaiend mee naar de eigenaar.
Ik herhaal
echter dat ik het stuk in mijn handen draag en ik het zelf wil kopen.De eigenaar zit danig verveeld met de kwestie
en geeft mij gelijk.Andere handelaars
komen nu kijken wat er aan de hand is.Daarop leg ik de situatie uit en iedereen kijkt misprijzend en afkeurend
naar het het koppeltje vroedzakken.
Daarop doe
ik een geste.Wanneer ik gelijk heb dan
wil ik ook gelijk krijgen En dat gelijk
kreeg ik dus van alle omstaanders, behalve dan van Mr B.Alhoewel ik het stuk mag kopen daar ik het
zelf in handen heb, steek ik hetkleinood in de handen van die grote antiquair.De omstaanders wensen me proficiat met mijn
geste.De twee mopperpotten zijn echter
nog niet uitverteld en het vrouwmens gooit me enkele woorden naar het hoofd
over een kerk of zo Ze is dus
behoorlijk dom daar ze denkt dat ik mijn zaak run van uit een kerk Hoe triestig als je als grote antiquair op
zon manier aan je materiaal moet geraken
Toevallig
was ik vorige week enkele zaken van die mopperpotten aan het bekijken en
overwoog al om deze aan te kopen, héél dure stukken.Welnu, ze mogen hun rommel houden want met
zon volk wil ik geen zaken doen!Ik
hoop dat ze gelukkig zijn met hun kadertje van 50 euro!
Onlangs bezocht ik in Brugge een mooi herenhuis. Ideaal om er handel te drijven : héél ruim én plaats genoeg om er boven te wonen. Geen grote kerkruimte die niet te verwarmen is maar grote ruime kamers met centrale verwarming. Enig probleem is hoe dit gefinancierd moet worden, ik heb immers geen bezorgde vader of rijke papa die me helpt...
Waar dit pand ligt kan ik natuurlijk niet vertellen want ik moest een tijdje geleden spijtig genoeg al ervaren dat er altijd van die typen zijn die op de loer liggen om je een poot uit te draaien of een been af te vijzen... Die er alles voor over hebben om je een ferme loer te lappen. Ook al hebben ze er zelf geen enkel profijt van. En dan zitten ze met de gebakken peren of moet ik zeggen met de afbrokkelende bakstenen? Eigen schuld dikke bult!
Nu, ik hou ditmaal alles stil, ik zorg zelfs voor een oorverdovende stilte. Ik zeg niks meer, geen woord!
Gisteren was het weer rommelmarkt op het Zand te Brugge. De eerste van drie. Met gemengde gevoelens bemande ik mijn standje aan het concertgebouw. Al dat vele werk van sorteren, klaarzetten, inpakken en uitpakken, een hele dag in zon en wind staan... Loont dit alles wel de moeite?
Ook waren er vele andere zaken die er voor konden zorgen dat er minder volk zou komen. De beurs viel dit jaar de laatste zondag van juni ipv de eerste van juli, wat ervoor zou zorgen dat er volgende week massa's mensen een week te laat zullen arriveren in het Venetië van het Noorden. Braderie in het centrum, vooral vrouwen zullen zich extra aangetrokken voelen om een berg kledij aan kleine prijsjes aan de haak te rijgen. Allemaal weggesmeten geld en zeker geld dat niet meer naar het Zand komt... Dan de grote rommelmarkten in Male, Sint-Pieters, Stalhille en/of Vlissegem, Eernegem en Keiem... Allemaal standhouders die zeker niet naar Brugge komen. En dan vele handelaars die aankopen doen in de deballages voor professionelen, in het Zuiden van Frankrijk dus... Daags voordien regende het... Reden te over om niet te veel verwachtingen te koesteren.
En inderdaad, 's morgens vroeg was er veel minder volk als gewoonlijk. Normaal is de eerste beurs de drukstbezochte. Onder een dicht wolkendek bouwde ik mijn stand op, ik nam vooral boeken mee. Boeken in bijna nieuwe staat voor een spotprijsje. Geen dure boeken maar vele kleintjes zouden misschien een groot kunnen maken.
De verkoop startte alvast vroeger dan anders. Normaal gezien komen de meeste klanten pas in de namiddag. Nu waren ze vroeger, wellicht omdat ze na de beurs te Brugge nog enkele andere wilden bezoeken. Ik kreeg veel positieve reacties : mijn boeken waren dan ook in perfecte staat, geen vodden dus zoals op sommige andere standen. En goedkoper ook blijkbaar. Leuk natuurlijk als je goedkoop boeken kan inkopen, dan kunnen ze ook voor een zacht prijsje van de hand gedaan worden door mij.
Rond halelf was er massa's volk op... de been. Het zonnetje was eindelijk ook van de partij en het werd echt gezellig.
Een grote vraag blijft : Waar zitten die Indianen? Al jaren immer hadden ik en mijn buren-standhouders veel last van die schreeuwerige dansende nep-indianen. Bolivianen of Chilenen of zo, van die hele kleine mannetjes en vrouwtjes, die een pluimenkrans op hun hoofd poten, met pluimen, en meteen zijn ze dubbel zo groot geworden. Bolivianen die dan met de hand op de mond 'woe-woe-woe' roepen en woeste krijgsdansen uitvoeren. Om je rot te lachen. Maar ook om je mateloos te ergeren : ze ambeteren de bezoekers, ze leiden de aandacht af van de verkoopsstanden en ze maken je doof. Ook hebben ze kleer (? of klere-?) kramen met waardeloze vodden en lorren in alle mogelijke kleuren, nepjuwelen, allerlei rommel en brol. De voorbije jaren had ik al verschillende malen de tijfelachtige eer om zo'n voddenkraam naast mijn stand te zien oprijzen : een groot ijzeren geraamte waaraan vele honderden vodden opgehangen worden. Dit maal stonden ze naar horen zeggen ergens anders op de markt. Maar die luide 'blèters' zijn volgens sommige bezoekers volledig verdwenen. Misschien trokken ze naar het Noorden of hoge Noorden, om de échte Indianen wat te amuseren. Ofwel zitten er nu nog meer in Frankrijk. Op mijn uitjes in Frankrijk kwam ik ze veel tegen in toeristische oorden. Liever ginder dan hier dus!
Vele tientallen mensen kwamen goeiendag zeggen, ook enkele sympathieke naamgenootjes Moenaert. En dan heb ik het niet over bepaalde illustere naamgenoten uit de wilde Westhoek. Ook een aantal handelaars uit het buitenland : vooral Nederlanders natuurlijk, maar ook Fransen, Engelsen en Duitsers. Vrienden en familie bevoorraadde me met kopjes koffie, 's avonds moest ik wat zoeken om de kopjes naar de juiste horecazaken terug te brengen.
Wat ik kocht gisteren? Enkele kleinigheidjes.
Uiteindelijk ben ik niet ontevreden over de verkoop. Eigenlijk ging die verkoop vlotjes door van de voormiddag tot na 18u00 toen ik begon in te pakken. Vijf euro alhier en tien euro aldaar...
In de namiddag begint het daar op mijn stand steeds redelijk hard te waaien. En wanneer op het einde van de markt iedereen "zijn schuppe afkuist" laten ze vanalles rondslingeren : plastiek zakken, kranten, enz... En telkens waait die rotzooi dan in mijn richting. Leuke boel : ik zie de passanten dan denken 'amai wat een rotzooie slingert er daar rond?' Soms steken er een soort kleine wervelwindjes de kop op, dan vliegen de plastiek en de kranten meters hoog op en vliegen ze je rond het hoofd. Dit jaar was er bovendien de ongewenste aanwezigheid van meeuwen : die denken dat er tussen dat papier en plastiek lekker eten te vinden is en voeren dan ook duikvluchten uit op mijn stand om de boel ter onderzoeken. Eentje liet ook 'iets' vallen... vlak naast mijn hoofd, deels op mijn hemd en deels op een tafel. Waarom knallen ze dat tuig niet ondersteboven, die zeemeeuwen bezorgen niets dan overlast.
Tijdens het inpakken kwam een zwarte jongen zijn diensten aanbieden, hij wilde helpen inpakken. Ik zei dat hij me gerust mocht helpen maar dat ik geen centen bijhad. Zijn dienstbetoon was onmiddellijk verdwenen... Gelukkig maar want ik wil geen hulp bij het inpakken want anders weet ik niet zeker of alles goed ingepakt is en weet ik niet waar ik wat kan terugvinden.
Toen zowat alles ingeladen was passeerde er een grote witte camionette. Een man met varkenskop, de 'Zot van P..em' gehete, stak zijn 'zwienefroete' buiten het raam om me wat uit te lachen. Naast hem zag ik een oud vrouwtje zitten, zoals steeds keek ze zo triestig als eentje dat net vijf jaar in een concentratiekamp zat... Gekke bekken trekken kunnen ze als geen ander maar ik had wel wat anders te doen op dat moment... Ik dacht bij mezelf dat het voor hen harde dagen moeten zijn om de hele dag op elkaars lelijke tronies te moeten zitten kijken. Porky en miss Piggy slaagden er niet in om mij uit mijn kot te lokken en met luid geknor stoven ze richting Pit... En toen kwam een varkentje met een lange snuit en het verhaaltje was uit!
Over een onverbeterlijke gierigaard in Eggewaartskapelle
Pastoor Adriaan De Buck (= zijn échte naam!!!) van Eggewaartskapelle, tevens Norbertijn van de Sint-Niklaasabdij te Veurne, was een man met vele gaven. Zo blijkt althans uit zijn dichtkunst.
Blijkbaar was een van zijn parochianen een 'schrikkelijke' gierigaard. Een rotte appel in de mand van zijn parochie van brave Eggewaartskapellenaren en Zoutenaaienaars. Geen stichtelijk voorbeeld dus. Gierig zonder einde, met een vrouw behangen met allerlei blinkende stukken glas (parels of écht glas?) en metaal (opgepoetst oud ijzer?), een verwaand stuk tuttebel dus.
Deze priester werd monnik in 1640 dus de lezer dient duidelijk er op gewezen te worden dat de pater het hier heeft over een gierigaard van meer dan 300 jaar geleden. Ik vermeld dit maar vlug want ik zie de lezers dezes al de wenkbrauwen fronsen en zich de hersenen pijnigen om te vatten over wie het hier precies gaat/gaan...
Hieronder de tekst zoals ze verscheen in het tijdschrift 'De Ware Vlaming' in 1882 :
Gisteren was ik de hele dag in Antwerpen, je weet wel die stad met al die apen... in de zoo bedoel ik natuurlijk! 's Avonds werd ik verwacht op een vergadering van de Koninklijke Gilde van de Vlaamse Antiquairs, waar ik net als nieuw lid aanvaard ben. Omdat ik er een volledig dagje uit van wilde maken besloot ik in het Brugse station een dagtrip (trein + Zoo) te bestellen.
Het was al een hele tijd geleden dat ik nog eens reisde met de trein. Eigenlijk wou ik eerst met de wagen gaan maar al die files, die parkeerproblemen en de kans op vandalisme of diefstal (de Stad en alles wat je daar ziet 'is van iedereen', ja toch?) deden me besluiten de trein te nemen.
Bij aankomst in het station van Antwerpen was het maar een paar honderd meter lopen naar de dierentuin. Eigenlijk wilde ik er vooral enkele 'favorieten' zien. Vooreerst die grote bever achterin het terrein. Die de hele dag zwemt, duikt en op zijn rug zwemmend de ene na de andere vis verslindt. Dikke pech echter want het beest is (er) niet meer... In de plaats van die clown is een of andere grote vis gekomen die voor weinig animo zorgt. Het grote gebouw met vissen is gesloten wegens renovatiewerken. Waar al die vissen intussen 'huizen' is me een raadsel, misschien werd heel de boel verwerkt in visschoteltjes in het restaurant?
De apen lonen werkelijk de moeite. Ze doen me denken aan bepaalde mensen, de hele dag hangen ze de aap uit : wat slingeren in de bomen, wat rondlummelen, slapen en eten. Voor de rest wat vlooien zoeken bij de broeders en zusters. De apekoppen blijken weinig belangstelling te hebben voor de bezoekers : apen zien ze immers al genoeg in de eigen kooi! Ook zag ik op een andere plaats allerlei soorten kleinere apen. Velen leken niet echt gelukkig : de hele dag in een kleine ruimte doorbrengen, volgens mij kunnen deze beestjes de bezoekers niet waarnemen door de glazen wanden, deze zijn dus echt in de aap gelogeerd.
De nijlpaarden zijn zeker ook spectaculair. De drie dikkerds beschikken over een grote en diepe vijver. Zalig zeker wanneer het zo heet en 'laf' is als vandaag. Ook hebben ze een binnenverblijf dat op het ogenblik van mijn bezoek gesloten is en waar massa's gras of hooi klaar ligt. Deze beesten zijn voor de mens levensgevaarlijk en ze kunnen vlugger lopen dan we zouden denken. En als je dan hun grote bakkes ziet mag je zeker zijn dat ze je makkelijk een kopje kleiner kunnen maken. De nijlpaarden kunnen minutenlang onder water blijven, intussen kunnen ze zich verplaatsen zodat je je een hoedje schrikt wanneer je denkt dat ze aan de andere kant van de vijver zitten ze plots voor je neus verschijnen. Soms verschijnen enkel hun neusgaten zich even boven het wateroppervlak, voldoende om een schepje verse lucht binnen te halen.
De pinguïns zijn ook een ware attractie. Tientallen en tientallen van die beesten leven samen in een gebouw. Ze staan als standbeelden met de vleugels geopend met de rug naar het publiek, of ze nemen een duik in hun vijver waar ze pijlsnel heen en weer flitsen. Veel valt er voor hen wellicht niet te beleven... een groot aantal lijkt zich stierlijk te vervelen.
Er is relatief weinig volk. Een paar tientallen kleuterklassen met hun meesters en juffrouwen. Die kinderen hebben hier de grootste lol. Wanneer ze apen zien beginnen ze te roepen als 'echte aapjes', als vlak voor hun neus een nijlpaard opduikt in de vijver gieren ze van de pret. Ze proberen de aandacht te trekken van de tijgers door met tientallen luid te 'miauwen'. In een serre waar massa's planten welig tieren spreken enkele kindjes me aan : ze willen me van die plastieken draadjes verkopen (de precieze benaming ontsnapt me) om andere kinderen (kankerpatiëntjes) te helpen. Met plezier geef ik hen wat centen en de kids tonen zich uiterst dankbaar...
Intussen is het veertien uur geworden en begint de honger te knagen. In het restaurant aan de ingang en nog in een andere plaats achteraan bij de giraffen kan je aan tafel gaan maar ik heb hier in de dierentuin weinig trek in een stuk van een of ander beest. En nog minder ben ik belust ergens een stuk van een dooi beest van hier op mijn bord te krijgen. Dus verlaat ik dit oord van rust en ga eten in de stad. Ik heb een lekker adresje dat ik al tien jaar ken of meer. Telkens als ik in de stad ben ga ik daar eten.
Dan wat rondneuzen in de boek- en antiekwinkels. De Kloosterstraat laat ik links liggen want ik was er al een weekje geleden en ik was toen teleurgesteld daar het aanbod steeds magerder wordt. Dus even binnenspringen bij De Sleghte e en op de Wapper, binnenkort veranderen ze hun naam hoor ik. Kan ik begrijpen... Er liggen wel wat oudere boeken (er liggen redelijk veel werken uit de 17e en 18e eeuw in de vitrines maar de prijzen... die liggen vaak stukken hoger dan wat ze opbrengen in een veiling. Ook moet je steeds een medewerker van het antiquariaat opzoeken om de vitrines te openen als je een boek wil inkijken. Begrijpelijk maar dit vormt - voor mij toch - een zekere drempel. Verder massa's tweedehandsboeken, steeds aan een redelijk hoge prijs. De tijd dat je hier af en toe koopjes vond is definitief voorbij.
En ik wil ook even kijken naar hun aanbod over religie. Een medewerker hier verklaarde in het boek over de Belgische antiquariaten (door prof. Piet Buynsters uit Nijmegen) dat boeken over godsdienst niet echt meer verkopen, maar dat je ze wel kan vinden bij mensen als Lieven Moenaert in West-Vlaanderen (auteur dezes dus). Welnu, hier liggen honderden boeken over godsdienst! En aan prijzen die ik zelf niet zou durven vragen... Ik vind hier dus geen enkel boek die me echt kan boeien of waaraan ik nog iets kan aan verdienen. Wat natuurlijk ook niet hun bedoeling is...
Dan wat zoeken naar antiekwinkels. Veel is er niet te zien. Of het zijn enkel wat stukken achter een etalageraam, of de zaken zijn gewoon gesloten. Of er worden onmogelijke prijzen gevraagd. Of ik zie niets wat me ook maar enigszins kan boeien. Op tv hoor ik dat de huurprijzen zodanig hoog zijn (4000 of 5000 eurootjes per maand) dat heel wat winkels in bv. de Kloosterstraat - toch 'dé antiekstraat' - leeg komen te staan. Ook is het zo dat die leegstaande panden dan soms enkel voor een paar maand gehuurd worden. Dat is toch geen werk!
Daar de studenten aan het blokken zijn voor de examens is het opvallend kalm in 't stad. De studenten zitten thuis en met hen is héél het gezin enigszins wat 'gegijzeld' als ik me zo mag uitdrukken. De moeders zorgen er voor dat hun kinderen in een rustige omgeving kunnen studeren, en leggen hun studerenden zo veel mogelijk in de watten. Oudere studenten die op kot zitten moeten hun plan trekken en het zal soms wel moeilijk zijn om de nodige zelfdiscipline aan de dag te leggen... en ik kan het weten want ik zat ook ooit op kot. Met het grote verschil weliswaar dat ik geforceerd werd om een richting te volgen die me totaal niet interesseerde... En dat zullen ze geweten hebben toen in Kortrijk! Af en toe hoor ik keiharde muziek uit vensters komen, sommigen kunnen ze dan blijkbaar beter concentreren??? Opvallend hoe weinig blanken ik op straat zie. Waar zijn al die bange blanke mannen? Aan het werken? Of bang om op straat te komen? In elk geval voel ik men in Antwerpen nooit echt op mijn gemak...
De Gilde van de Vlaamse Antiquairs - Nieuwe Kunst- en antiekbeurs te Antwerpen einde november 2014
Sinds kort ben ik lid geworden van de Koninklijke Gilde van Vlaamse Antiqairs. Deze beroepsvereniging werd reeds in 1922 gesticht. Leden zijn kunst- en antiekhandelaars uit Vlaanderen. Doel is het beroep van antiquair te beschermen en wettelijk te omkaderen. De antiekgilde wil staan voor een kwaliteitskeurmerk, waardoor de klant in vertrouwen aankopen kan doen. Het genoegen was dan uiteraard ook met mij toen ik uitgenodigd werd toe te treden tot de 'Gilde'.
Gisteren was er een belangrijke vergadering in het Elzenveld, een schitterend beurs- en congrescentrum in de Lange Gasthuisstraat in Antwerpen. Doel was om te beraadslagen over de mogelijkheid om op deze locatie een salon voor kunt en antiek te organiseren.
Na korte tijd werd duidelijk dat deze beurs er komt, in het laatste weekend van november 2014. De locatie is echt uitstekend, in de buurt kan vlot geparkeerd worden. En vroeger waren hier al beurzen zodat de locatie al gekend is bij veel mensen.
Daar de beurs pas plaats heeft binnen een jaar zal er tijd genoeg zijn om de beurs goed voor te bereiden en iedereen warm te maken om dit nieuwe evenement te komen bezoeken.
In mijn archief vond ik een overlijdensbericht (1997, Zonnebeke) terug van gendarme Roger Taillieu. Daar mijn teergeliefde moeder dezelfde familienaam draagt, ook al is ze véél meer gekend als moeder van enkele Moenaert's, viel mijn lodderig oog onmiddellijk op die naam in dit krantenartikel. Vooral omdat ik nog iemand ken met exact dezelfde naam, over wie sommigen meenden dat hij 'een vroede gendarm' was in zijn jonge tijd, en nog tot op vandaag... Wat er van waar is, dat zullen de kraaien wel uitbrengen, vroeg of laat...
Ik ken iemand die de stamboom van deze familie wilde opzoeken... totdat hij eigenlijk tot het besef kwam dat hier weinig waardering mee geoogst zou worden... En daarom houdt die persoon zich nu bezig met meer interessante zaken.
Verrassend : de tuin van het Engels Klooster te Brugge - herinneringen aan mijn seminarietijd (en vooral aan het einde daarvan)
Gisteren las ik in de krant dat dit weekend iedereen welkom was in het Engels Klooster, dit voor een bezoekje aan de grote tuin.
Tijdens mijn vier jaar in het seminarie zag ik vanuit de tuin regelmatig de merkwaardige koepel van de kerk van het Engels Klooster. Vooral het klokje dat elk kwartier luidde : dingdong bij het eerste kwartier, tweemaal dingdong bij het tweede, drie maal bij het derde kwartier... Ik hoor het af en toe ook tot in mijn nieuwe woning in het stadscentrum, zalig die mooie herinneringen.
Het spijt me nog altijd zeer dat ik 16 jaar geleden de laan werd uitgestuurd, achteraf noem ik het seminarie vaak lacherig 'het huis van wantrouwen'. Lacherig jawel maar ook deels gemeend... ik leefde er samen met tientallen andere jongemannen die priester wilden worden. Enthousiaste gelovige jongemensen, in de wieg gelegd als het ware, om priester te worden, althans de meesten. Enkele studenten deugden echter niet in mijn ogen, dat kon ik zien zonder bril. Spijtig genoeg of moet ik zeggen gelukkig maar bleek mijn voorgevoel omtrent de geschiktheid van enkele priesterkandidaten gegrond. Enkelen verlieten vrijwillig het huis, anderen onder dwang en anderen lieten zich priester wijden en stapten enkele jaren nadien uit dit ambt...
En ikzelf, ik diende onvrijwillig het seminarie te verlaten. De reden is heel duidelijk. De verschillende smoesjes/redenen die men uitstrooide, de redenen om me de laan uit te sturen kunnen me tot op vandaag niet overtuigen... Enkele proffen hebben me een ferme toer gelapt... Maar toch kan ik hen enigszins begrijpen dat ze moeilijk konden akkoord gaan met dat familielid van mij die heibel kwam maken in het bijzijn van zowat alle medestudenten en enkele proffen. De grote fout van het opperhoofd, de president dus, is dat hij niet onmiddellijk heeft ingegrepen. President Erich Van den berghe was nochtans niet op zijn mondje gevallen bij andere gelegenheden. Maar toen op die avond liet hij die amokmaker zijn woeste gangetje gaan. Wat later zei de president - het léf!!! - dat ik respect moest hebben voor mijn vader. Ook al was dat nu toch wel heel moeilijk geworden. Wel, toen is de president 'in mijn achting' héél diep gezakt. Een door en door onwaardig 'optreden' of net géén optreden... Achteraf - en ik herhaal : slechts vele jaren later - hoor ik van vele anderen, ook veel jongere en oudere priesters, dat ze zelf ook heel negatieve ervaringen hadden met EVDB of dat ze op de hoogte waren van de 'laagten'. Een president dient volgens mij toch ietwat een vaderfiguur te zijn, zeker voor de studenten die zelf geen (normale) vader (meer) hebben.
Om nu terug te keren naar het Engels klooster : wanneer ik arriveer aan het klooster zie ik een briefje met de volgende tekst : tuinbezoek = eerste straat links. Ik loop richting stadsvestingen, aan de hoek ga ik naar links, loop een heel eind en daarna ga ik weer naar links, op zoek naar een poort in de hoge muren. Eigenaardig : alles is overal dicht. Nog een heel eind verder ga ik weer de eerste straat links. Ik verwonder me heel die toer te moeten maken en besef plots dat het briefje aan de poort vooraan wilde zeggen : naar links lopen en dan eerste straat rechts... Nu, het bijzonderste is dat ik het gevonden heb. Eerst kom ik onder een soort groot afdak, aan de muren hangt een grote kruisweg. Een nonnetje van rond de tachtig wijst me ietwat dwingend de weg die ik moet volgen. Overal zijn pijltjes aangebracht en de gebouwen kunnen niet bezocht worden.
Reden van de openstelling van de grote tuin (van ca 1 hectare) is dat de stad Brugge bereid werd gevonden om de tuinen te helpen onderhouden, in ruil voor het openstellen van de tuin voor het grote publiek, en dit gedurende een aantal dagen zoals dit weekend. Ik sla een babbeltje met een andere zuster : deze spreekt heel gebrekkig nederlands, de helft van haar woorden zijn Frans... Vroeger was hier een bekende kostschool voor Engelse meisjes, later ook voor andere oa Vlaamse jongedames.
De tuin is heel groot, dit vermoeden had ik al toen ik net voordien 'een blokje om' liep, langs de honderden meters lange hoge stenen muren. Deze kloosterorde bewoont dit domein al sinds begin de 17e eeuw. In de tuin staan honderden boemen, struiken en bloemen in volle lentepracht. De gebouwen waarvan je aan de buitenkant in de Carmerstraat niet veel ziet dan witte blinde muren kan je hier beter in ogenschouw nemen. Indrukwekkend, te meer dat er hier slechts 11 zusters wonen, en ik schat dat de gemiddelde leeftijd wel boven de 80 jaar zal liggen. Misschien wordt deze tuin later wel een stadspark. Vroeger was de tuin nog groter maar een deel werd ingenomen voor het internaat van de hotelschool Spermalie, ook wonen hier mensen van de Arkgemeenschap (mensen met een beperking, zoals dat heet). Midden in de tuin staat een kapel, aan een buitenmuur hangt onder een luifel ene mooie grote eikenhouten Christus. Al die grasvelden, struiken en bloemen kunnen inderdaad niet meer onderhouden worden door het handjevol zusters die er nog wonen. Er staan ook enkele heel oude bomen zoals een ruim 300 jaar oude moerbeiboom.
Er is heel weinig volk en ik zie dat sommigen proberen wat dichter bij de gebouwen te komen, ook al is duidelijk aangegeven dat dat niet kan. Geef sommigen een hand en ze nemen een hele arm...
Blij dit kleine stukje paradijs midden de stad te hebben kunnen bezoeken vertrek ik naar de winkel.