Een moeilijke vraag. Vandaag ging ik naar de tentoonstelling van een mooie boekenveiling. Uren en uren had ik de mooie catalogus bestudeerd en koos ik enkele tientallen loten uit die mij interesseerden. Vandaag was de laatste kijkdag en er was weinig volk over de middag. Zo veel te beter voor mij want ik wilde geen uren wachten om de loten te bekijken. Aangezien ik geen katten in zakken wil kopen kijk ik vooraf de te veilen loten goed na. De beschrijving in de catalogus ziet soms (kleine) gebreken ove het hoofd. Een van de bekeken boeken had last van de tand des tijds of ... waren het de tanden van een knaagdiertje + familie??? Een aantal oude landkaarten werden duidelijk opgediept uit een vochtige kelder of een natte zolder... Echt waardeloos voor de verkoop. Sommige loten bestonden uit een hele reeks boeken waarvan ik van drie vierde al enkele exemplaren op de plank heb staan, dus dat is dan ook niet interessant. In Brussel ziijn er enkele gerenommeerde veilingshuizen waar de omschrijving wél ... waterdicht is, ik wil daarmee zeggen dat je blindelings kan vertrouwen op de omschrijving in de catalogus en dat je deze boeken kan aankopen zonder voorafgaandelijke bezichtiging. Maar dit blijven natuurlijk uitzonderingen. Ook is het zo dat je tegenwoordig - blijkbaar in tegenstelling tot vroeger - nog weinig echte koopjes kan doen op een veiling. Als er twee liefhebbers (met voldoende financiële middelen uiteraard) éénzelfde boek willen, dan kan de hamerprijs ver boven de echte waarde uitstijgen. Handelaars kunnen dus moeilijk nog winst maken op geveilde stukken. Na elke veiling en soms ook al voor de veiling krijg ik mensen op bezoek die me vragen of ik bepaalde boeken die geveild worden ook in mijn eigen stock voorradig heb en ... wat dat moet kosten bij mij. Dan spreek ik een prijs af, deze is dikwijls lager dan de schattingsprijs in de veilingscatalogus Ofwel kopen ze het boek dan meteen bij mij ofwel kopen ze het na de veiling als eenzelfde titel op de veiling meer geld kostte dan bij mij. Ja, 't is een harde commerce. Ook is her risico op beschadiging van een te veilen boek helemaal niet denkbeeldig. Sommige boeken worden door tientallen verschillende liefhebbers bekeken waardoor een werk beschadigd kan worden. Schade die niet in de catalogus staat vermeld dus en ook niet wordt vermeld tijdens de veiling. Dus...
Ik verkneukel me elke keer opnieuw als ik zie dat klanten of kennissen op de veiling eens willen tonen hoeveel geld ze wel in hun zakken hebben. Ze geven daar soms veel hogere bedragen uit dan ze bij mij zouden moeten ophoesten voor het zelfde boek. Dat is hun vrije keuze uiteraard. Ze vinden het veel chiquer om op een veilng te kopen dan in een gewoon antiquariaat.
De veilinghouder zei me bij mijn vertrek 'Tot morgen' maar ik antwoordde hem dat ik andere dingen te doen heb, namelijk mijn kraam op de rommelmarkt in de beurshallen bemannen. Als hij me vervolgens ongelovend aankijkt vervolg ik dat ik als handelaar mijn tijd niet wens te verdoen door een hele namiddag op een veiling te zitten en niets te kunnen kopen door de te gekke prijzen. Wel is het mogelijk dat ik morgen mijn kat stuur, daarmee doel ik op iemand die in mijn plaats kan komen bieden. We zien wel.
Net toen ik aan het indommeleln was kreeg ik het bezoek van twee wel héél luidruchtige dames. Van die struise halve manwijven (sorry voor de uitdrukking maar ik vind geen passender omschrijving) met geblondeerd (?) haar, kortom twee forse bulldozers. Zoals alle Duitsers die ik op bezoek krijg kijken ze hooghartig en minachtend naar alle opeengestapelde boeken en andere zaken. Onmiddellijk beginnen ze in het duits te discussiëren. Ze denken dat ik hen niet begrijp. Ze spreken me in het engels aan : How much, how much en nog eens how much. Ik antwoord hen in het engels en ze beginnen te roepen van 'Er ist verrückt' en 'Das mach ich nicht'. Ik dan geef ik hen te kennen dat ik hen heel goed begrijp en dat ze - Trudy und Helga, zo stelden ze zich voor- me gerust kwaad mogen 'klappen" maar dan wel buiten mijn gehoorsveld. En gezien hun zware bulderstemmetjes betekent dat ze op de Burg mogen gaan staan. Onwillekeurig moet ik denken aan het tv-animatieprogramma Allo Allo. Ook daar komen van die typetjes voor. Na een hele discussie komen ze toch tot een akkoord en nemen voor 300 aan boeken mee. Mijn eerste verkoop aan Duitsers is hiermee een feit. Dat ik dat nog mag meemaken. Ik bedankte hen vriendelijk en de twee jolige dames vroegen me de weg naar het station, hun auto stond daar ergens geparkeerd. Ik wilde hen iets antwoorden in de trant van 'Jullie kennen de weg toch, jullie waren hier al twee maal voordien..." maar ik wil niet grof worden en raad hen aan de bus op de Grote Markt te nemen.
De beste frituur van 't stad Brugge : Patriek en Bernadette
Wie naar Brugge komt en graag een frietje eet komt best naar frituur Patriek, in de Torhoutse Steenweg vlak voor je van de stad aan de Expressweg komt (aan de overkant van de Expressweg vind je de Mister Grill en de Mac Donalds ik bedoel de Quick). De twee zaakvoerders, Patriek en Bernadette, vertroetelen hun klanten. Het gamma aan snelle en minder snelle hapjes is heel uitgebreid. Naast het gewone aanbod dat je in een frituur mag verwachten kan je hier ook terecht voor ene steak of andere overheerlijke schotels. Ook de vissoep wordt hier heel erg gesmaakt (letterlijk en figuurlijk). De bediening is heel hartelijk en gemoedelijk en voor iedereen wordt tijd gemaakt voor een babbeltje. Er zijn heel veel vaste klanten, ook opvallend veel zelstandigen die hier 's middags of na hun dagtaak de inwendige mens komen versterken. Je komt er heel wat speciale typen tegen en hoort hier de meest onwaarschijnlijke nieuwtjes. Zo onder andere verneem ik dat een overbuurvrouw van mij een zeer zware handicap zou hebben. Ik kan me niet inbeelden dewelke want deze heel levenslustige dame is van "s morgens tot "s avonds op toer om 'goede werken' te doen. Goede werken waar ze zelf gelukkig ook een goeie frang (frank) of euro aan overhoudt. Ik kan me niet inbeelden welke handicap dat mens heeft. Misschien is het eerder een soort afwijking in die zin dat ze haar man met drie anderen bedriegt, weet ik allemaal van horen zeggen. Het juiste woord voor zo'n afwijking of wat dat ook moge zijn ontsnapt me. Ik zal het nog eens navragen bij mijn tipgever. Verder ontmoette ik er al verschillende 'aangewaaide" bruggelingen, mensen die net als ik vanuit de verre Westhoek hier kwamen wonen. O ja, ik verklap hier nog een groot geheim. Als je Patriek en Bernadette hier over zult aanspreken zullen ze dit in alle toonaarden ontkennen maar je moet ze dan maar niet geloven. Beiden zijn heel gelovig, ze lopen de kerken zowat plat en hebben de bedoeling om heel hun frituur vol te proppen met heiligenbeelden. Kijk maar eventjes rond, er staan al een drietal exemplaren te wachten op de rest van de familie. En Bernadette is aan het sparen voor een verre reis : ze wil een hele maand naar Lourdes op bedevaart. Dus allen daarheen!
Op verkenning in het Kortrijkse en het buitenland (Henegouwen.)
Vaandag wast het weer mijn wekeleijkse vrije dag, alhoewel ik eigenlijk elke dag van de week vrijaf heb zo lijkt het mij nog altijd na vijf jaar. Op mijn negenendertigste verjaardag ben ik op bezoek geweest bij de wilde vreemde buurvolken van ons Vlaanderen. Via Kortrijk, Bissegem (ja ik zien na Bissegem gewist), Wevelgem en Lauwe ging de weg richting Moeskroen. Ik stopte eventjes aan de kerk te Lauwe en was nogal teleurgesteld : deze kerk is blijkbaar kortgeleden herschilderd (wit) en er is werkelijk niets waardevols aanwezig. Enkel wat communiebanken die niet meer op de oorspronkelijke plaats staan of zelfs gebruikt zijn om een credenstafeltje of zo te maken. Wel is er een heel mooie akoestiek. Aangezien er toch niemand anders in de kerk was bracht ik een gezongen eerbetoon aan God en als zijn lieve heiligen, wat een weergalm... Vooraan links staat een oude klok in een soort rek en een touwtje aan de klepel laat toe om de klok te doen luiden, of liever : een mottig geluid voort te brengen. Op het doksaal zie ik een orgel van ' ik willn moar ik kunnen nie'. De buitenkant ivan dit gebouw is mooier dan de binnenkant : een mooi rood bakstenen gebouw in neogotische stijl. Vervolgens verlaat ik Lauwe en bevind me plots in het buitenland, Wallonië. Als ik het goed voorheb zijn de grenzen tussen Vlaanderen en Wallonië hier een aantal jaren geleden gewijzigd. Eens buiten West-Vlaanderen zie ik her en der tweetalige straatnaamborden en pas kilometers verder ontdek ik dat ik werkelijk in Moeskroen ben. Wat een lelijke gemeente, alles is volgebouwd met lelijke huizen. Ik rij altijd maar verder en kom oa in Ronq, Tourcoing (Torkonje) en Halluin (Halewijn). Ik denk dat het in Tourcoing is dat ik het centrum niet kon vinden door de vele eenrichtingsstraten. Plots zie ik iets interessants - in mijn ogen althans - het gemeentelijk kerkhof. In de middengang liggen een aantal mooie grafmonumenten. Enkele namen : Hennion, Dassonville en Demeestere. Allemaal namen die we ook in West- en Oost-Vlaanderen vinden vandaag. Het zou hel interessant zijn moest men overal een inventaris opmaken van de grafmonumenten, wat een schat aan gegevens voor het opmaken van een genealogie. Heel wat mensen liggen begraven in een andere gemeente dan waar ze gewoond hebben. Door verhuis bv. bij huwelijk of bij verhis naar rusthuis op oudere leeftijd. Hier zijn een schat aan gegevens over vele families terug te vinden. Gelukkig is men bij ons in Vlaanderen hier en daar al bezig met een dergelijke inventarisatie, bv. St-Joris bij Beernem, enz. Volledig gedegouteerd door de vele lelijke bebouwingen zoek ik me een weg terug naar huis. Via Halewijn kom ik Menen binnen. Menen heeft eigenlijk ook niet zo veel te bieden. Ik zie er heel wat lawaaierige café's en andere gelegenheden en rijd vol plankgas richting Brugge. Vanavond heb ik nog een hoop boeken geklasseerd voor de rommelmarkt dit weekend. Ik zal honderden boeken aan spotprijzen te koop aanbieden. En aangezien er op de rommelmarkten te Brugge altijd veel boekenliefhebbers zijn zullen dezen allen aan hun trekken komen. Een groot aantal van deze boeken kosten me meer bij inkoop maar ik heb zodanig veel boeken dat ik het volume van mijn stock wat wil inperken. Dus in het weekend met zijn allen daarheen. Men zegge het voort. De eersten zullen de besten zijn en de laatsten zullen ook nog koopjes kunnen doen. Dit weekend is er ook een mooie boekenveiling in Brugge maar ik weet nog helemaal niet of ik er naar toe ga. Volgens mij kan ik veel meer verdienen op de rommelmarkt dan op een veiiling waar ik nog maar eens dezelfde boeken zie opduiken of waar ik mensen te grote bedragen zie spenderen aan boeken die bij mij veel goedkoper zijn. Maar ja, mensen willen bedrogen worden zeker?
Morgen komt er weer een jaartje bij, ik word dan 39. De tijd vliegt snel. Onwezenlijk hoe vlug de jaren passeren. Het lijkt allemaal nog niet zo lang geleden : de jaren op school in het mooie Veurne, mijn legerdienst in 90-91, de vele jaren in het grootseminarie, allerhande jobs oa drie jaar in de biblotheek in Knokke en Heist en Westkapelle. Al deze jaren heb ik heel veel boeiende mensen mogen ontmoeten, vrienden voor het leven gevonden en van alles mogen doen. En nu sinds een vijftal jaartjes zelfstandige, doen wat ik het liefste doe. Aan mijn verjaardag geef ik eigenlijk weinig ruchtbaarheid, waarom is dat allemaal nodig. Ik ben zeker niet gefrustreerd nu ik de veertig nader maar ik voel me ook niet meer piepjong. Wat ik morgen doe weet ik nog niet, het is mijn wekelijkse 'rustdag' en ik zal wellicht wel wat rondtoeren op zoek naar interessant materiaal voor de zaak. Wanneer ik vijftig word geef ik een groot feest voor de vrienden en (sommige) familieleden. Wie ik zeker niet zal uitnodigen is de beruchte kabouter Wesley uit het Veurnse en zijn bijzit, en iedereen weet wellicht heel goed wie ik hiermee bedoel. In de volksmond wordt hij trouwens ook Kabila, Hitler, boer Charel (met mijn verontschuldiging hier aan de echte Charel van op tv) en boer Wortel genoemd...
Gisterenavond laat en vanmorgen was ik hard in de weer met het afbreken van een preekstoel. De 'kuip' van een preekstoel wel te verstaan. Deze stond op het eerste verdiep van een bekend Brugs café. Ik hoorde dat het hele interieur zou veranderd worden en dacht dat die preekstoel me wel eens van pas kon komen. De kuip was echter heel stevig vastgemaakt aan de balustrade links en rechts, en aan het plafond. Gelukkig had ik goed afbreekmateriaal meegebracht. De uitbater hield een afscheidsfeestje met al zijn personeel en af en toe legde ik het gezellig gekwebbel aan banden door met mijn voorhamer rond te zwaaien. Het eiken meubel was werkelijk 'voor de eeuwigheid' gemaakt en wilde van geen wijken weten. Maar dat was natuurlijk zonder de ... waard ... grerekend en de waard hier dat was ik eventjes. Een paar dagen geleden haalde ik hier al een twaalftal mooie foto's uit de wereld van het bier weg, foto's oa van Trappistenpaters in hun brouwerij en een bierverkoper met hondenkar. Vanmorgen volgde dan nog een groot glasinloodraam. Mens mens mens, wat een ellende om dat spel uit de muur te krijgen. Tientallen kleine schroefjes die moeilijk te manipuleren waren. Dus haalde ik weer dat hamertje van gisteren en een paar breekijzers. De muur rond het raam kreeg enkele rake klappen te verwerken maar ik kreeg geen beweging in het raam. Dan maar een tijgerboor gaan huren in Huurland en daarmee wilde ik het houten raamkozijn rond het glasinroodraam doorzagen maar het taaie teakhout was quasi ondoordringbaar. Dus dan maar het grote werk : alle schroeven losdraaien, de helft spande enorm, ik denk dat de schroeven machinaal bevestigd waren want ze spanden enorm. Omdat dat raam nogal hoog uitviel stond ik op ene metalen radiator. Doorda tik nogal veel druk moest zetten op mijn gereedzdhap vloog ik plots met radiator en al in de grond. Het water spoot in het rond en gelukkig was er een loodgieter in de buurt die het lek kon dichten. Na vier uren van zwoegen slaagde ik er in om alles zonder brokken buiten te slepen. Nooit hoef ik nog een raam dat vast in een muur zit, ik betaal liever estra voor iets dat al mooi ontmanteld is.
Gisteren rommelmarkt te Sint-Niklaas. Ondanks de vele publiciteit die Eddy De Dapper maakte was deze markt voor mij niet echt denderend. Het regende en stormde de hele dag. Dit heeft voor- en nadelen. Voordeel is dat een binnenrommelmarkt gisteren de enige manier was om aankopen te doen daar de traditionele buitenmarkten geen standhouders of geen mooi materiaal hebben als het regent. Nadeel is dat veel mensen niet buitenkomen als het slecht weer is. In de stadsfeestzaal bij het station was er redelijk wat volk en ik zag enkele zwaarbepakte bezoekers (wellicht allemaal pakken met kledij of zo). Voor de duurdere en betere zaken hadden echter weinig mensen voldoende geld bij. Zelf had ik enkele honderden boeken mee, van 1 tot 5000 euro. Veel boeken van enkele euro en een mooi 17e eeuws kruidenboek van Dodoens. Daartussen dus een paar honderd boeken van 1 euro. Eindresultaat : de mooie stukken waren voor sommigen te duur en de goedkope boekjes waren velen blijkbaar te min (normaal een waarde van 5 euro). Met als resultaat : nauwelijks voor 90 euro verkocht wat echt een tegenvaller was. Hopelijk heb ik wel enkele nieuwe klanten bij die naar de winkel te Brugge zullen komen. Op het einde van de markt maakten onbekenden brokken aan mijn kraam : ze braken een glazen vitrine en maakten zich uit de voeten terwijl de auto haalde om mijn spullen in te laden. Laf hoor! Niemand die iets gezien of gehoord had... En tijdens het inpakken kwamen enkele slimmeriken me belachelijke sommen bieden voor mijn mooiste stukken. Zo oa voor mijn Dodoens. Oa een allochtoon die me 100 euro bood voor mijn Dodoens. Ik vroeg hem of hij dit werk wel kende en hij antwoordde dat hij het boek wilde kopen voor de 'prentjes'... Niet te geloven... als je prentjes wil bekijken koop je toch een Jommeke of zo... Vele allochtonen hebben vtrouwens eel meer inkomsten dan mensen van ons eigen volk. Ze zaaien niet en ze maaien niet... Of ik hier nog terugkom weet ik niet, eerst moet ik de teleurstelling wat verwerken en dan zien we weer wel. Volgende week is er prondelmarkt in de beurshallen in Brugge, traditioneel een heel goeie markt.
Gisteren was ik de hele dag in Hasselt. Hasselt stelt eigenlijk steeds weer teleur. Ik was er vroeger al twee maal omdat ik in de buurt bij klanten moest zijn. Ditmaal reisde ik met de trein, een trip van ongeveer twee en een half uur. Het regende nogal hevig en de toon was zo reed gezet. Ik bracht een bezoekje aan De Sleghte maar zag er vooral nieuwe boeken. Wat een luxe om zo veel ruimte te hebben en zo al je boeken keurig uit te stallen. Na een kwartiertje zoeken zag ik enkele interessante boeken liggen, een soort liturgische woordenboeken. Maar omdat deze boeken nogal zware kanjers bleken liet ik ze maar in het rek liggen, ik had geen zin om de hele dag 5 kg mee te zeulen. Daarn ging het richting ?Grote? Markt, een pleintje of zoiets nabij de kathedraal. Het bleef maar regenen en ik ging schuilen in de kerk. Er was een begrafenisdienst bezig en een mooi koor begeleidde de rouwdienst. De mensen in de kerk zongen nauwelijks mee. Ik zelf wel, ik kon het echt niet laten, en enkele tientallen bidprentjesjagers (zo vermoedde ik toch) keken verstoord om, waarschijnlijk had ik ze wakker gemaakt. Toen was er offenande en mijn vermoeden werd bevestigd. Twee derden van de kerkgangers verliet haastig de kerk. Echt vervelend, dit verschijnsel kennen we ook in West-Vlaanderen. Heel veel volk in het begin van de rouwdienst, maar na de preek en de offergang met uitdeling van bidprentjes muist iedereen er van onder, behalve de familie en goede kennissen. Jaren terug was er iemand in de streek van Houthulst-Zarren die naar alle begrafenissen ging, met als enige doel zoveel mogelijk bidprentjes te bemachtigen. Toen hij weer eens op weg was met zijn 'mobilette' w erd hij ondersteboven gereden en moesten ze nu voor hem een prentje laen drukken... En ik weet nog dat er bij de begrafenis van Paul Delvaux in de Sint-Walburgakerk te Veurne heel wat mensen waren die zoveel mogelijk keren te offerande gingen om zoveel mogelijk bidprentjes van deze gevierde kunstenaar bijeen te grabbelen. De onderpastoor, wijlen E.H. Joseph Denys, stond naast de uitdelers van de prentjes toe te kijken om deze profiteurs (figuurljk dan toch) op de vingers te tikken. Buiten de kerk gekomen met mijn groottante bood een man me 100 fr voor mijn exemplaar... maar een verontwaardigde blik van mijn lieve groottante maakte de man duidelijk dat hij bot zou vangen... Bidprentjes verzamelen is uiteraard een prachtige hobby, mensen die al lang verdwenen zijn komen bij wijze van spreken weer een beetje tot leven. Misbruiken zoals hierboven beschreven getuigen echter van een gebrek aan respect voor de overledenen en hun familie. Na een twintigtal minuten verliet ik de kerk, het regende nog steeds, en ik ging op zoek naar een plaats waar ik de innerlijke mens kon versterken. Op het marktpleintje vond ik een gezellig eethuisje en was tevreden van de maaltijd. Daarna met de bus terug naar het station en dan eventjes een bezoekje aan een tweedehandsboekenwinkel in de buurt. 'De Snuffel' is blijkbaar een winkel die voor een goed doel werkt... Tewerkstelling of zo, maar ze werken met 'vrijwilligers". En ook willen ze bomen of zelfs bossen (helpen) redden. Allemaal mooi natuurlijk maar ... eigenlijk is dat weer een vorm van oneerlijke concurrentie voor de echte boekhandelaars. Het aanbod is echt niet veel soeps en de vrijwilligers die ik er zag kenden weinig of niks van boeken. Wanneer iemand uitleg vraagt grijpt de vrijwilliger van dienst de telefoon en belt ergens iemand op die blijkbaar meer kennis van zaken heeft. De winkel is rogal ruim en is goed verwarmd. Volgens mij komen er door die overvloedige verwarming heel wat giftgie gassen vrij die nefast kunnen zijn voor het milieu... Ik snuffel ijverig verder want ik wil toch iets kunnen kopen, zeker als je zoals ik van zover komt... Ik vind er een gebedsprentje voor Rosa Stuyven. Geen kat hier die dat meisje kent natuurlijk. Dat meisje was afkomstig van Blauwput bij Leuven en raakte dodelijk gewond tijdens de tweede wereldoorlog toen ze op de vlucht was. Zwaar gewond werd ze op een matras gelegd in de kelder van de pastorie van Eggewaartskapelle (ergens heb ik hier nog een foto van, gekregen van Antoon Lava). Daarna werd ze vervoerd naar Ieper waar ze overleed. Over dit meisje is een boek geschreven en de pastoor van Eggewaartskapelle zou verlangd hebben om een verering op gang te brengen in zijn kerk. Dus dit prentje interesseerde mij wel. Maar toen ik de prijs vroeg diende ik 10 euro te betalen, en dit voor een prentje dat maar een halve euro waard is. Ik gaf dan ook volop uiting van mijn verontwaardiging. De jongedame-vrijwilligster hoorde het in Keulen donderen want ze kende er niets van. Dus hield ze de lippen stijf op elkaar en begon wat schaapachtig te lachen. Ik vertikte het om zo'n een Jodenprijs te betalen. Toen ik nog even verder keek in de boekenrekken viel mijn oog op een oud kerkmissaal. De prijs : onvoorstelbaar!! 220 Euro voor een versleten kerkmissaal uit 0948. Nu was de maat echt vol en ik haastte me naar buiten. Dus een verwittigd man is er twee waard.... In Hasselt iser eigenlijk weing te zien op vlak van historische gebouwen. Er zijn wel een aantal negentiende-eeuwse herenhuizen en zo, een oude gendarmerie, oude schoolgebouwen, de kathedraal, ... maar voor de rest oogt Hasselt eerder modern. Ook is er weinig volk op straat, wat een verschil met ons mooie Brugge.... Daarna trok ik naar de Grenslandhallen, naar de jaarlijkse antiek- en kunstbeurs. Ik zag er heel wat mooie dingen maar ... ontdekte er ook afschuwelijke lelijke heiligenbeeldjes in ... gegoten polyester. De verkoper hield aanvankelijk staande dat de beeldjes in hout waren maar bij nadere controle bleek heel duidelijk dat het nep was. Mooie zaken waren er zeker ook maar de prijzen waren navenant. Veel prijzen lagen dubbel zo hoog als de prijs die ik zou durven vragen... dus veel werd hier niet verkocht.
Passie voor boeken van pastoor van Jabbeke rond 1700 was geen probleem maar de tijden veranderen...
Gelukkig dat niet alle boekenminnende seminaristen en/of priesters belaagd werden door de hogere geestelijke overheid. Heel duidelijk was dit wel bij de Jabbeekse pastoor ca 1700. De man verzamelde hartstochtelijk duizenden boeken. Ook was zijn pastorie volgestouwd met antiquiteiten en curiosa. Omdat hij wat plaatsgebrek had kocht hij nog een extra huis. Bij zijn overlijden had men 16 paarden en 8 karren nodig om zijn boekjes naar Brugge te brengen waar ze openbaar verkocht zouden worden. Ik ben benieuwd of er hierover meer te vinden is, misschien een verkoopscatalogus?
Twee maten en twee gewichten : over hobby's in het Seminarie
Voor zover wij mensen kunnen oordelen... (wij = wijlen de president van het grootseminarie, ZEH Kannunik Erich Vanden Berghe) - is deze man niet geschikt voor het priesterschap. Leuk om God te spelen en de mensen die je minder graag hebt te vertrappelen.... Vele jaren heeft het geduurd voor ik deze harde veroordeling heb kunnen aanvaarden... Gelukkig dat ik nu een andere roeping, mijn tweede roeping, heb gevonden : leven voor en ook door boeken.
Ik ben boeken beginnen verzamelen van zodra ik wat geld verdiende, dit was toen ik 19 was en wat interims deed in afwachting van mijn legerdienst. De liefde voor boeken heb ik meegekregen van mijn moeder. Zij had een aantal heel oude en mooie boeken toen zij nog op de hoeve woonde. Ik ken weinig landbouwersvrouwen die in boeken geïnteresseerd zijn.
Mijn eerste boeken waren boeken over lokale geschiedenis, ik had namelijk de microbe te pakken van de genealogie. Tijdens mijn humaniora te Veurne bezocht ik regelmatig de bibliotheek en toen ik 18 was ontdekte ik in een boek verscheidene vermeldingen van mijn familienaam. Blijkbaar waren er al naamgenoten in de Westhoek in de 17e en 18e eeuw. Bijna allemaal familie en voorouders van mij. Van het een kwam het ander. Ik wilde meer weten ove de geschiedenis van de dorpen waar mijn familie vandaan kwam en al snel had ik enkele tientallen boeken bijeen. Toen ik mijn legerdienst (in Dellbrück bij Keulen, 6e Genie) vervulde hadden we nogal veel verlof en elke verlofdag trok ik naar het centrum voor genealogie en heraldiek te Handzame. Mijn nota's verwerkte ik 's avonds en ook wel eens overdag in de kazerne. Sommige medesoldaten vonden dit eerder een bizarre hobby : gegevens opzoeken over mensen die allemaal al lang overleden zijn. Voor velen stond legerdienst gelijk aan zoveel mogelijk pintjes binnengieten.
Toen ik binnenging in het seminarie kocht ik een boekenkast, ik kon slechts twee planken vullen ... spoedig kocht ik nu ook meer religieuze boeken en na enkele maanden was de kast al goed gevuld. Ook mijn interesse voor genealogie bleef.
Op het seminarie had iedereen zijn eigen hobby's : een aantal sportte graag, eentje hield zich bezig met fotografie, enkelen fietsten graag, anderen waren filmfanaten, uiteraard waren er ook een aantal muziekliefhebbers, enz. enz. Iedereen kon uiteraard zijn eigen hobby's beoefenen zonder dat er 'van hogerhand' daar veel mee gemoeid werd. Zelf had ik op dat vlak heel wat minder aangename ervaringen. Vooreerst deden enkele proffen nogal lacherig over mijjn belangstelling voor genealogie. Toen ik aan eentje zei dat we deels dezelfde voorouders hadden kon die daar helemaal niet mee lachen. Dat lachen getuigde naar mijn mening van dommigheid en zeker ook van misprijzen. Was het nu eigenlijk zo veel boeiender om elke avond een uurtje te gaan lopen? Of naar het voetbal te staren of naar het wielrennen? Of om op café te gaan zitten? Flauw hoor. Het kwam zelfs zo ver dat men mij verbood nog opzoekingen te doen tijdens het schooljaar. Aanvankelijk ging ik namelijk graag elke week een tweetal uurtjes naar het rijksarchief in de Academiestraat, een schatkamer voor genealogen met roots in West-Vlaanderen. Een afschuwelijke afwijking van mij??? Wie zonder zonde is werpe ... (Letterlijk) 'om de liefde Gods' zal ik maar zeggen maar wel ferm gepiqueerd beperkte ik mijn opzoekingen dus tot de vakantieperiodes. Ik waagde het eenvoudigweg niet om aan de bekoring toe te geven. Ook mijn beginnende passie voor boeken werd helemaal niet op prijs gesteld. Ik herinner me dat een prof zei : 'Maar Lieven toch, wat ga je dan wel doen eens je priester bent? Zal je dan bij de oude wuvetjes op hun zolders gaan zitten om boeken te zoeken? Ik schoot in een lach maar antwoordde toch niet dat hij het verkeerd had. Je wist immers nooit. Toen ik in het derde jaar een grotere kamer had kon ik twee stevige boekenkasten bemachtigen die ik volledig vulde met religieus getinte en historische boeken. Een prof (die intussen bisschop geworden is) deed wat lacherig bij het aanschouwen van al die boeken en toonde zich wat bevreesd dat de boel zou instorten. Waarop ik hem fijntjes opmerke : Dit gebouw - het grootseminarie - is gebouwd als op een steenrots... 'Als je zo bang bent dat de 'boel' naar beneden komt zou je best niet te veel meer binnenkomen in mijn kamer.. (want er zijn immers al zo weinig priesters....).
God weet en iedereen die me goed kent weet evenzeer hoe graag ik priester geworden was. En hoe men mij twee maal gewoon buitengegooid heeft. De zeer weledele kanunnik Adelbertus Denaux gooide me op het einde van het schooljaar 1990-1991 zomaar op straat met als flauwe smoes op mijn vraag "waarom toch in hemelsnaam' : 'Je weet zelf wel waarom." Wat een reden is me dat? Tot op vandaag weet ik het nog steeds niet. Althans niet met zekerheid, want zulke geleerde mensen zullen zeker een heel geleerde uitleg opdissen voor zo'n handeling. Kort na deze heldendaad werd de man benoemd te Leuven, als professor of zo. Ondanks de ellende waarin ik me bevond was ik heel blij dat hij geen andere slachtoffers meer kon maken.
Enfin, ik mag niet zeggen 'niet getreurd' want treuren deed ik wel, maar na dit zwaar affront en zware tegenslag moest ik verder met mijn leven. Ik ging dus naar de VDAB in Veurne en meldde dat ik werk zocht. Er waren twee vacatures : opvoeder in de Rozenkrans in Oosduinkerke (een instelling voor mensen met een mentale handicap of zo) en een job als magazijnier in De Beauvoorder Paté te Veurne. Alle twee kregen ze mijn telefoonnummer doorgespeeld en de eerste die me zou bellen kon me krijgen... De Beauvoorder Paté belde het eerst en zo werd ik magazijnier in een heel gekend en modern vleesverwerkend bedrijf. Ik deed mijn job graag en had er aangename collega's en bazen. In dit bedrijf werkte toen ingenieur Rahp Van Loocke, hij moest toezien op alle procedures en de kwaliteit van heel de productie. Een heel hartelijk en plichtsbewust man. Het verwonderde me an ook niet toen ik een paar jaar geleden vernam dat hij directeur benoemd werd van de heel gekende school De groene Poort te Brugge. Ook herinner ik me nog goed dat een collega overleed na een autoongeval op de Ieperse Steenweg, grote ontsteltenis op het werk natuurlijk. De begrafenis vond plaats in de kerk van Alveringem, ook al was de jongeman niet echt een pilaarbijter. Ik zie de goede pastoor, E.H. Antoon Petillion, nog aan het altaar. De tranen stroomden over zijn wangen door het afscheid van zo'n jonge gast. Een priester uit de duizend, onlangs is hij met pensioen gegaan, Alveringem weet wat ze verliest... Ook herinner ik me nog dat een collega, een getuige van Jehovah, toen buiten aan het portaal moest blijven staan tijdens de uitvaart. Het is blijkbaar zo dat Jehovah's niet in een kerk mogen komen als er een katholieke eredienst bezig is. Flauw hoor.
Na twee jaar mocht ik terugkeren naar het grootseminarie. Blijkbaar was het duiderlijk dat ik geen halsdaden op mijn geweten had gedurende mijn eerste verblijf in het huis van wantrouwen. Ik mocht terugkeren naar het seminarie. Mijn collega's op het werk en mijn bazen vonden het spijtig maar ze steunden me ten volle in mijn keuze. Ik woonde toen op een boerderijtje van mijn ouders te Lampernisse; gelegen in het beschermde 'komgrondengebied'. Een zalgie plaats om te wonen. Voor de liefhebbers : dit boerderijtje is binnenkort te koop, een unieke kans om midden een natuurgebied te kunnen wonen. Er is wel nog wat werk aan de winkel. Ene ongure figuur, bijgenaamd "kabouter Wesley" liet de boel wat verkrotten. Het eenvoudigste ware daarom om de boel plat te gooien en in identiek dezelfde typische wijze herop te bouwen. Bij het boerderijtej horen trouwens nog een hectare grond en een originele bunker uit de eerste wereldoorlog.
Het eerste jaar filosofie moest ik o dfdoen, wat me helemaal niet beviel, maar ik liet mijn ongenoegen niet blijken want ik besefte heel goed dat dit niet in dank zou worden afgenomen. Later kom ik nog uitvoerig terug op mijn toch mooie jaren op het grootseminarie. Over toffe collega's-medestudenten (de meeste toch), heel goede proffesoren (de meeste althans), de ingoede en altijd bezorgde Zusters van het Geloof, de vele bezigheden die zo'n studies met zich meebrengen, de koeien in de achtertuin, enz.
Bijna op het einde van het derde jaar (en dus eigenlijk mijn vierde jaar op het seminarie) werd ik op 'een mooie Pinksterdag' (zoals in het liedje) - en meerbepaald op Pinkstermaandag - bij de president van het grootseminarie ontboden. Het is zo dat president, Eric Vanden Berghe me enkele maanden vroeger, rond Kerstmis, al gevraagd had om vrijwillig het seminarie te verlaten omdat hij vond dat ik te veel bezig was met de echtscheidingsperikelen van mijn ouders. Ik was te veel begaan met mijn moeder, vond hij, en 'Je moeder is oud genoeg om haar plan te trekken'. Heel fraai, ik antwoordde hem dat een tweede maal stoppen en dan een derde maal beginnen voor mij geen optie was. Dus gooide me de president me tegen wil en dank buiten. Wat een schande, en ik kon er niets aan doen. Ik stapte prompt naar de hulpbisschop, mgr. Laridon, die me volmondig steunde maar me uiteraard doorverwees naar de grote baas, dus de bisschop in eigen persoon. De bisschop onthaalde me vriendelijk maar kon me niet helpen. Ik was met verstomming geslagen. Een bisschop die 'niets kon doen' en 'moest overeenkomen met de president'. Enfin, daarop wilde de bisschop samen een Onze Vader biden, wat heel goed bedoeld was. Maar ik was zodanig overstuur dat ik de bisschop onderbrak en hem zei dat bidden alleen niets zou uithalen en dat hij als baas van het bisdom de enige was die me nog kon helpen. De mens wikt en God (of de president??t) beschikt... Gelukkig zijn niet alle presidenten gelijk, gelukkig vooral voor de studenten.
Enkele jaren later vraag ik de president via mail om toelating om met Vitaya enkele opnamen te maken in of rond het grootseminarie. Dit ivm het oprichten van mijn nieuwe zaak. De president antwoordde letterlijk : 'Mijn antwoord op uw verzoek kan kort zijn. Aangezien het om een zuiver commerciële opzet gaat, kan ik niet ingaan op uw vraag en dus geen toestemming geven voor opnamen van welke aard dan ook. (getekend) Eric Vanden Berghe pr. President Grootseminarie.' Wat een schandelijke vertoning. Eerst probeert hij je leven kapot te maken door me op straat te gooien en als ik dan eindelijk bijna op mijn pootjes val... dan vindt hij het nog leeuk om nog eesn na te trappen. Wat een lomp gedrag. Wil me niet kwalijk nemen dat ik deze priester zo omschrijf maar ik kan me moemnteel geen betere omschrijving bedenken. Ook al zou hij geen lompe boer zijn; dan toch lijkt het daar toch wel heel sterk op. Spijtig dat hij soms niet wat menselijker kon optreden. Ik wilde enkele kleine opnamen maken in het grootseminarie om mijn achtergrond naar voor te brengen,, want zonder deze studies zou ik niet in Brugge bleand zijn en er een zaak opgericht hebben. En ... wat brengt dat commercieel op als ik enkele foto's laat nemen in het grootseminarie? Echt ongehoord en ongepast. En als iemand het hier niet mee eens is dan mag hij gerust reageren. In elk geval wens ik niemand de ellende en onmacht toe die ik heb moeten meemaken als gevolg van voornoemde priester. Enkele jaren geleden is hij overleden, nogal heel plots, in elkaar gezakt in de poort van het seminarie terwijl hij op een groep bezoekers of zo wachtte. Ondanks alle miserie waar hij me indompelde ging ik toch naar zijn begrafenis en vanuit mijn nogal zeer negatieve ervaringen met de man prevelde ik - heel gemeend - 'God hebbe zijn ziel'. (Want behalve dat fait-divers'tje van mij buiten te gooien had hij blijkbaar heel veel verdiensten, gelukkig maar...). Kwaaie tongen beweerden dat ik naar de begrafens ging om er zeker van te zin dat Vanden Berghe... Hoe durven ze! Nu kan hij naast Sinte-Pieter gaan zitten en iedereen waar hij een probleem mee heeft de hemel uitpandoeren...
Tot slote nog eens vermelden dat buiten mij nog anderen aan de deur gezet geweest zijn, al zullen ze dat niet altijd graag geweten hebben, en dit om allerlei redenen!
Ik kreeg een gepeperde rekening van een deurwaarder hier uit Brugge. Meer dan 400 eurootjes. Met verbazing stelde ik vast dat het gaat om een vermeende onbetaalde verkeersbelasting. De nummerplaat die ze opgeven is die van mijn vorige auto die al meer dan twee jaar op het kerkhof ligt. Indien ik de gepeperde rekening niet binnen de kortste keren betaal komen ze mijn inboedel noteren om die dan openbaar te verkopen. Die toffen tiep van een deurwaarder schrijft er ook nog bij : inbegrepen in uw inboedel is ook de auto waarvoor deze aanmaning werd opgesteld. Wel, ze mogen hem hebben maar ze moeten hem wel zelf zoeken. Ik vermoed dat hij al lang in de schrootmolen beland is. Bovendien is heel de brief nogal arrogant en agressief opgesteld. En ook vergeten ze zichzelve niet : de kosten die ze maken zijn niet van de poes. Heel onduidelijk hoe ze hun rekeningetje opmaken. Wat een stelletje laffaards, sommigen toch. Plezant om hele dagen mensen te gaan ambeteren. Misschien moet ik mijn nationaliteit laten veranderen in ... , want buitenlanders vallen ze in ons binnenland niet lastig.
Vanmorgen werd ik opgebeld door een wat oudere heer die boeken wenste te verkopen. Ik ging er vanavond naar toe en vond niet meteen het huis. Reden was dat de helft van de huizen in deze residentiële wijk in Brugge geen zichtbaar huisnummer hebben. Plots kwam ik aan een groot oud pand van rond 1900, normaal gezien moest ik hier zijn. Maar dit huis was zodanig verwaarloosd, de helft van de ruiten boven ontbraken, het voetpad was overwoekerd en 'puidegroen' van het mos. Maar na nog vijf minuten te hebben gezocht raapte ik mijn moed bijeen en belde op een loshangende plastieken 'belknop'. Er werd opengedaan en enkele grommende verwaarloosde monsters van honden stormden naar buiten en begonnen me te besnuffelen. Ik vroeg de man en vrouw om hun hondjes uit mijn buurt te houden en ik stapte binnen. Mens, zo'n verwaarloosde woning had ik nog nooit gezien. De boeken lagen in de kelder, de keldertrap leek me erg onveilig want er ontbraken enkele treden en ik voelde bij elke stap de treden doorbuigen. Beneden gekomen stond ik plots met de voeten in het water, verdorie zeg, ik vond het al raar dat de vrouw des huizes binnenshuis gummilaarzen droeg... Gelukkig lagen er grote betonnen tegels waardoor ik toch weer op het droge kon lopen. De dame zei dat ze speciaal voor mij de kelder hadden laten leegpompen omdat er normaal altijd 30 cm water in de kelder staat, ongelooflijk. Het was een grote kelder en er lagen duizenden boeken op elkaar gestapeld. Ik bemerkte heel wat lederen banden, blijkbaar uit de 18e eeuw. Vooral religieuze werken zo bleek maar ... met één mankementje : allemaal waren ze aangetast door het water in de kelder. Ook heel wat plaatselijke geschiedenis, vnl. over Brugge en de kust. De boeken op de onderste plank waren volledig vernield door het vocht en de rest was ook niet meer verkoopbaar. Indien deze boeken in goede staat waren geweest zouden ze ruim 5000 euro waard zijn. Toen ze me vroegen wat ze met die boeken konden aanvangen raadde ik hen aan om alles te laten liggen en om alles weg te voeren in containers samen met de puinen van hun (krot)woning. Gelukkig kon de dame er mee lachten... zij het dan wel ietwat zuurtjes. Ik repte me naar buiten en was weer een illusie rijker. Twee op de drie aanbiedingen van boeken draaien uit op een teleurstelling.
Blijkbaar is er vandaag bijna geen kat komen kijken naar mijn blog. Maar niet getalmd, ik amuseer me zo ook wel.
Vandaag werd ik opgebeld door een man die eiste dat ik onmiddellijk zou komen kijken naar zijn boeken, hij wilde me vanalles verkopen want zijn moeder die bij hem inwoont is ernstig ziek en ... hij wil op alles voorbereid zijn. Hij verwacht namelijk dat ze het einde van de maand niet meer zal halen en wil - zodra zijn moeder naar het hiernamaals is vertrokken - onmiddellijk zijn huis verkopen. Hij is namelijk overtuigd dat zijjn huis behekst is. Hij wil de paters Capucijnen laten komen om zijn huis te 'belezen' en zo te bevrijden van alle kwade zaken die hem overkomen.
Ik bedenk hoe ik hier zo vlug mogelijk weg kan maar ik moet blijven luisteren want de deur is afgesloten met een viertal sloten. Een beetje op mijn hoede voor rare gebeurtenissen zoals een spook of zo blijf ik - noodgedwongen - luisteren naar een hele reeks rare complottheorieën. Hij denkt dat iedereen hem zoekt en kwaad wil aandoen. Zelfs de Kerk zit achter zijn vodden aan. Ik snap er niets van en zeg hem dat hij klacht moet neerleggen tegen ... onbekenden want hij kan geen concrete namen van zijn belagers geven. Maar dan zegt hij dat de politie en het gerecht onder één hoedje spelen met zijn belagers. Ja, dan wordt het natuurlijk moeilijk. Ik zeg hem dat hij niets moet vrezen als hij niets misdaan heeft.
Vervolgens vraagt hij mij te volgen naar zijn kelder, daar zouden er boeken liggen. Ik ben nu erg op mijn hoede en weet niet wat ik van heel dat gedoe moet denken. In de kelder liggen enkel oude kapotte boeken, klaar voor het oud papier. Niet geheel op mijn gemak laat ik hem voorgaan naar boven en volg hem, hopelijk wordt ik niet opgesloten; Daarna moet ik hem volgen naar de zolder en tref daar eenzelfde tafereel aan. Ik zeg hem dat ik niets kan doen met al die boeken en hij vraagt me naar namen van collega's waar hij hier wel mee tercht kan. De verleiding is eventjes heel groot om hem te sturen naa een bepaalde collega die me steeds mensen doorstuurt die enkel rommel willen verkopen. Oog om oog, tand om tand? Poets wederom poets? Neen, zo diep ben ik nog niet gevallen. Ik bedank de man voor zijn aanbod en wens hem een voorspoedige verhuis toe.
Gisteren een schilderijtje op paneel gekocht. Het dateert van rond 1600 of vroeger en is een drieluik. Een merkwaardig stuk. Toen ik het toonde aan een collega werd duidelijk dat het hier oorspronkelijk eigenlijk om twee paneeltjes gaat, waarvan er eentje in twee gesplitst werd. De twee halve panelen werden aan de zijkant van het volledige paneel bevestigd om zo een drieluikje te vormen. Het betreft een merkwaardig tafereel dat ik tot nu toe nog nooit zag : Petrus die in de gevangenis is beland en hieruit bevrijd wordt door een stelletje engelen. Blijkbaar kwamen de engelen net van een stevige maaltijd (rijstpap?) want ze slaagden er in om de tralies van Petrus' cel te 'vermassacreren'... eventjes de tralies ombuigen zodat Sinte Pieter de benen kon nemen. Naar het schijnt zou dit tafereel berusten op een verhaal uit de Bijbel. Een heel mooi en uniek stuk. De Brugse verkoper vertrouwde me toe dat dit een familiestuk was dat al vele generaties van vader op zoon werd doorgegeven. Onderzoek zal moeten uitwijzen wie dit werk mogelijk geschilderd heeft. Ik ben heel benieuwd naar de resultaten. Wie weet is het echt een Pourbus... Mijn collega van gisterenavond had wel eventje zin om het werk aan te kopen maar twijfelde dan plots, gelukkig maar, zo denk ik achteraf. Toen ik het werk vanmorgen in de winkel plaatste - de lichten brandden nog niet - schrok ik me een hoedje. Vlak achter mijn rug stonden twee hollanders die mee binnengeglipt waren in de winkel. Ze dachten dat dit een soort oridinaire brocantezaak was en dat de uitbater aan geen kanten wist wat hij in huis heeft. Dit was uiteraard buiten de waard - dat ben ik dus - gerekend. 'Wat vraagt u nou voor dat portretje?' Waarop ik antwoordde : 'Ik zie hier geen portretje, wil je dat ik je eens een portretje geef?' En weg waren ze.
Mijn vrije dag. Alhoewel, ik neem eigenlijk nooit vrij, ik ben dag en nacht bezig met mijn zaak. En dat geeft ook niet want ik hou van wat ik doe. Deze middag naar Damme gereden om er te middagmalen. Damme maakte vandaag meer dan ooit een hele doodse indruk op mij. Natuurlijk is het winter maar ik vergelijk de situatie overal met Brugge waar er altijd veel volk is. Damme boekendorp overleeft bij gratie van hoofdzakelijk enkele onderwijzers op rust. Na een goed gevulde en zware (en ik zeg dit niet om te lachen, collega's, want ik weet heel goed dat lesgeven geen klein bier is) loopbaan in het onderwijs kozen enkele - als ik goed kan tellen een viertal - onderwijzers voor een vaste boekenstek in Damme. Daarnaast zijn er ook nog enkele andere handelaars die dit ambacht als hoofdberoep uitoefenen of die de zaak uitbaten 'voor een goed werk' zoals men zegt. Allen hebben een eigen aanbod. Boeken over oorlog en plaatselijke geschiedenis, strips, kunstboeken, postkaarten en bidprentjes, romannetjes, en mixen van de voorgaande categorieën. Elk met zijn eigen voorgeschiedenis en elk met zijn eigenheid. Vroeger is mij een paar maal gevraagd geweest om een winkel te starten in Damme. Probleem was echter dat alle beschikbare panden al gebruikt weren of dat de huurprijzen veel te hoog zouden worden. Er is ook een schaarste aan gebouwen en vele gebouwen zouden ongeschikt zijn om er handel in te voeren. Tijdens de winter is er heel weinig volk op de baan in Damme en daarom zijn er maar enkele zaken open tijdens de week. Gelukkig maar want ik voel me wat ongelukkig als ik uit Damme moet vertrekken zonder één enkel boek te hebben kunnen kopen. De jacht levert vandaag gelukkig een zestal 'nieuwe' exemplaren op. Waar is de tijd dat pastoor Monbalyiu nog leefde, een imposante en sympathieke rondborstige (letterlijk en figuurlijk) verschijning,. Zelf las hij veel en had een goed gevulde bibliotheek, zo heb ik na zjjn overlijden kunnen constateren. De pastoor kocht steevast alle boeken op die door hem zelf geschreven waren, oa eentje over Ratte Vyncke, ene pauselijk zouaaf afkomstig van zijn eigen geboortedorp Dudzele. Soms kocht hij de boeken om deze dan zelf weer cadeau te kunnen oen aan zijn vrienden en kennissen. Altijd had hij tijd voor een babbeltje of een grapje. Altijd welgezind en vriendelijk. Het zal nu wel al een tweetal jaar geleden zijn dat Lode het tijdelijke met het eeuwige verwisselde. Als ik het goed begrepen heb werd tijdens de preek van de begrafenisdienst iets gezegd - of tussendoor gemompeld... - als 'Hij is gestorven zoals htij geleefd heeft, (namelijk) al etend...' Een beetje grofklinkend misschien maar toch ook een beetje waarheid. Lode hield van het leven en van goed tafelen, het was een echte bourgondiër. Maar dat zal niemand hem kwalijk nemen neatuurlijk. Hij kwam aan zijn einde toen hij ergens in Knokke met vrienden aan tafel zat. Zulke pastoors maken ze niet meer.
Dit weekend was er antiek- en rommelmarkt te Deinze, georganiseerd door Eddy De Dapper. Puike organisatie, heel veel publiciteit maar... de sneeuw gooide roet in het eten. Zoals gewoonlijk zorgde ik voor een heel uitgebreid aanbod van boeken (prijs tussen 1 en 5200 eurootjes), prijzen dus naar ieders beurs. Opnieuw waren er veel bekende gezichten onder de standhouders, mensen die vorige week ook deelnamen aan de beurs te Oostvleteren. Het aanbod was heel divers. Heel veel brocante uit opruimingen door particulieren maar ook standen met goeie kwaliteit. Veel snuisterijen en ook nogal wat antiek. Weinig boeken maar wel veel strips. De verkoop was niet denderend voor mij, er was trouwens weinig volk. Weeral zorgden de weermannen op radio en tv ervoor dat de mensen massaal thuisbleven. Gelukkig maakte ik enkele nieuwe klanten en ook enkele mensen nodigden me uit om zaken op te kopen bij hen thuis. De ervaring leert me dat mensen overal rondlopen met hun boeken, ze bieden deze aan aan verschillende handelaars en het overschot bieden ze dan nog eens aan aan iedereen die ze ontmoeten en waarvan ze denken dat die personen hun boeken zouden kopen. Een aantal beursbezoekers komt zeker naar de winkel om aankopen te doen. Voor mij is het dus bijna onmogelijk om per beursdag mijn omzet te noteren. Een beurs zoals dit weekend bracht heel weing op ter plaatse maar de komende weken verwacht ik relatief grote verkopen als gevolg van mijn aanwezigheid op deze beurs. De vele contacten met de plaatselijke bewoners vond ik wel boeiend. Soms kon ik hen moeilijk begrijpen omdat ze een raar dialedt hanteerden. Een soort van Maldegems of Eekloos misschien? Bijna onbegrijpelijk. Interessant om het aankoopgedrag van de bezoekers te observeren. De helft van de mensen deed echt aankopen, ze lopen dan trots rond met hun plastiek tasjes gevuld met bierglazen, barbiepoppen, kerstballen, breigaren, nepbloemen, matchbox autootjes, strips, kousen en handdoeken, spekken, enz. Ook zag ik gisteren een grote plastieken brandweerman passseren en vandaag een grote plastieken ezel. Alles van de ene zolder naar de andere zolder. Soms ook zie ik mensen die duurdere aankopen deden : een namaak tiffanylamp, een nieuw bronzen beeld, allerlei schilderijen van oude en andere meesters, ... Voor vele mensen is het bezoeken van een rommelmarkt een wekelijks ritueel : ze heben eigenlijk niets nodig want - zo zeggen ze - 'ons kot staat al vul genoeg', maar als ze een uurtje rondgelopen hebben zijn ze alweer beladen met verschillende grote tassen met aankopen. Mij niet gelaten, al die aankopen zorgen ervoor dat de afvalberg minder snel groeit. Nadeel voor mj is wel het volgende. Als ze een gote plastieken ezel kunnen kopen voor twintig euro of zo, dan begrijpen ze niet dat ik evenveel durf vragen voor een boek. Dan vragen ze dikwijls : isdat in euro of in frank? Dan vraag ik of ze soms franken bij hebben maar dan antwoorden ze slimweg : 'Neen, maar we rekenen dat dan toch gewoon uit in euro....' Zo'n mentaliteit, zo spitsvondg dat doet 'je haar door je klakke groeien'. Over haar gesproken : deze morgen vroeg een madamtje mij naar welke kapper ik ga. Ik antwoordde haar dat mijn kapper al jaren dood is. Het is zo dat ik zeker al vijftien jaar niet meer naar de kapper ga, al zie ik kappers wel eens halfkwijlend loeren naar mijn weelderige haardos als ik voor hun venster passeer. Het gebeurt soms dat oude madamtjes mijn haar aanraken 'om te zien of het wel echt is'. Eigenlijk zou ik met hen hetzelfde moeten doen, ik denk dat ik dan vaak een pruik aan mijn vingers zal hebben. Velen kunnen moeilijk geloven dat mijn haar van nature zo kan krullen maar het is niet anders. Toen ik deze avond naar Brugge vertrok sneeuwde het lichtjes, gelukkig was er zout gestrooid op de grote wegen. Ik hoop nu echt dat de winter spoedig gedaan is want de winterse weersomstandigheden spelen de handel werkelijk parten. De mensen komen niet veel buiten wat voor de handelaar niet interessant is natuurlijk.
Enkele dagen geleden slaagde ik er in om de Vlaamse Leeuw te laten klinken op mijn blog. Telkens klinkt er echter een valse noot (misschien is er wel sprake van sabotage vanuit waalse hoek, het internetadres is dan ook nogal belgisch is met die .be,) en daarom probeer ik dat muziekje binnenkort te laten verdwijnen en te zoeken naar andere passende achtergrondmuziek. We zien wel.
Wat een plezier om complimentjes à volenté te krijgen. Vandaag namelijk Italianen over de vloer gehad, ze komen elk jaar op bezoek om geïllustreerde boeken aan te kopen. Ze vertellen me dat boeken in hun land heel duur zijn en bovendien is het moeilijk om daar sowieso nog goede boeken te vinden. Vooral religieuze prenten vinden ze interessant, dus zijn ze hier zeker aan het juiste adres. Ook oude drukken met planten en kruiden wilden ze zien, ze kochten twee kruidenboeken van Dodoens : eentje van 1618 en eentje van 1644. Nu is mijn voorraad kruidenboeken verweg op zodat ik andere moet opsnorren wil ik niet helemaal zonder vallen. Ze klagen over de onvriendelijkheid van bepaalde antiquaren in ons land (waarvan ik hier echt niet de namen van zal noemen). Ze klagen over het feit dat bepaalde 'collega's' druk uitoefenen om zaken aan te kopen die ze niet echt kunnen gebruiken en dat ze behoorlijk onbeleefd en onaangenaam worden als er niets gekocht wordt... Ze voegen er meteen aan toe dat ze bij mij helemaal anders behandeld worden. Dat ze telkens heel tevreden zijn over hun aankopen bij mij en blij zijn dat ik hen niet push om bepaalde zaken mee te nemen... Dat ik niet de betweter speel en ook luister naar de ander. Ik ben dan ook heel gelukkig met mijn zaak. In de galerij hier staan een viertal zaken te huur of zijn nauwelijks open of komen binnenkort te huur. Leegstand is nooit goed, het geeft een slordige en ietwat desolate indruk. Het ware goed moesten er een paar antiek- of boekenwinkels bijkomen, hoe meer er zijn hoe meer dat de galerij aantrekkelijk wordt voor bezoekers. Een tijdlang was er hier een brocantewinkeltje, heel gezellig ingericht, werkelijk een aanwinst voor de buurt. Een heel aangename vrouwelijke collega, maar spijtig genoeg heeft ze haar handel hier stopgezet wellich wegens te lage verkoop. Steeds meer antiek- en brocantezaken en antiquariaten verdwijnen. Meestal zijn dat mensen die tientallen jaeren in het vak actief waren en daarna op pensioen gaan zonder dat ze een opvolger hebben. Er zijn verschillende knelpunten in dit vak : vooreerst moet je voldoende kennis van zaken hebben. Te veel mensen, ook in mijn branche, denken een zaak te kunnen opstarten mits het opbouwen van een grote voorraad antiek of boeken. Maar dikwijls schatten ze het vak verkeerd in. Het volstaat niet met een aangepaste ruimte en een grote voorraad te hebben. Je moet ook kunnen verkopen : de mensen moeten je kunnen vinden, je prijzen moeten redelijk zijn en je moet de potentiële klant voldoende uitleg kunnen geven over het artikel dat je verkoopt. Bovendien duurt het een tijd, doorgaans hoor ik dat je moet rekenen op zeker drie jaar, voor je zaak werkelijk op volle toeren kan draaien. En volgens mij is het belangrijkste de liefde voor het vak. Je moet wat je doet heel graag doen, met overgave, met passie. En dat is verre van vanzelfsprekend. Velen oefenen een beroep uit tegen hun goesting. Je voelt dat gewoon aan : ze staan daar gewoon omdat ze geld willen verdienen. Ook kiezen velen voor een gemakkelijkheidsoplossing : ze verkopen bv. kledij die ze met grote hoeveelheden uit het buitenland laten komen per container. Gewoon de container leegmaken en de winkel volstouwen en je kan beginnen verkopen. De winsten kunnen heel groot zijn in deze branche, soms tot 500 procent. Allemaal op de rug van uitgeperste arme arbeiders uit ontwikkelingslanden. Fraai hoor, echt om trots op te zijn. Zo merk ik in Brugge vooral dergelijke zaken, weinigen doen echt moeite om een originele zaak uit de grond te stampen, ze kiezen voor een gemakkelijke oplossing. Indien ik zelf een gemakkelijk product zou kiezen dan verkocht ik pralines. Per kilo, aan de vele toeristen, en als de voorraad er bijna door is bestel ik nog een camionette met andere pralinen. Al slapend rijk worden? Ik weet het niet hoor. Gelukkig liggen de zaken voor mij - letterlijk en figuurlijk - volledig anders. Ik koos een beroep dat ik heel graag doe : boeken en antiek zijn voor mij een echte passie. Kosten noch moeite spaar ik om mooie zaken aan te kopen, om zaken te vinden die mijn bezoekers echt zullen aanspreken. Ik ben bij wijze van spreken dag en nacht bezig met mijn zaak. En ik heb daar veel voldoening van.
De laatste dagen heeft het weer gesneeuwd. Geen twintig cm maar toch genoeg om voor de nodige overlast te zorgen. Doordat er tussenin ook wat zon was smolt een deel van de sneeuw en door de vorst daarna werd op vele plaatsen een spiegelgladde ijslaag gevormd. Zelf heb ik niet veel last ondervonden want ik probeer zoveel mogelijk de grote straten te volgen waar goed gestrooid is. Gisteren (intussen zie ik dat dat al eergisteren geworden is) kwam het bijna tot een botsing in Male : op een spiegelgladde weg duwde een oud madamtje totaal onverwacht op haar rempedaal en een seconde later deed ik hetzelfde. Gelukkig gleed ze verder want mijn remmen haalde niets uit. Enkele meter verder kwamen we beiden tot stilstand en het madamtje stapte uit en liet haar auto gewoon midden in de straat staan. 'Veel te gevaarlijk om reglementair te parkeren!, zo verontschuldigde ze zich. Eerst wilde ik protesteren maar dan dacht ik : och here voor de tijd dat ze hier nog rondloopt - ik bedoel natuurlijk 'rondrijdt'... Wat me toch wel wat ergert is dat de helft van de mensen het vertikt om de sneeuw op de stoep voor hun woning niet opruimt. Levensgevaarlijk voor bejaarde voorbijgangers en ook de postbodes hebben het zwaar te verduren. Dergelijke slippertjes of uitschuivers zijn voor niemand aangenaam. Een kwestie van respect voor de buren.