God weet en iedereen die me goed kent weet evenzeer hoe graag ik priester geworden was. En hoe men mij twee maal gewoon buitengegooid heeft. De zeer weledele kanunnik Adelbertus Denaux gooide me op het einde van het schooljaar 1990-1991 zomaar op straat met als flauwe smoes op mijn vraag "waarom toch in hemelsnaam' : 'Je weet zelf wel waarom." Wat een reden is me dat? Tot op vandaag weet ik het nog steeds niet. Althans niet met zekerheid, want zulke geleerde mensen zullen zeker een heel geleerde uitleg opdissen voor zo'n handeling. Kort na deze heldendaad werd de man benoemd te Leuven, als professor of zo. Ondanks de ellende waarin ik me bevond was ik heel blij dat hij geen andere slachtoffers meer kon maken.
Enfin, ik mag niet zeggen 'niet getreurd' want treuren deed ik wel, maar na dit zwaar affront en zware tegenslag moest ik verder met mijn leven. Ik ging dus naar de VDAB in Veurne en meldde dat ik werk zocht. Er waren twee vacatures : opvoeder in de Rozenkrans in Oosduinkerke (een instelling voor mensen met een mentale handicap of zo) en een job als magazijnier in De Beauvoorder Paté te Veurne. Alle twee kregen ze mijn telefoonnummer doorgespeeld en de eerste die me zou bellen kon me krijgen... De Beauvoorder Paté belde het eerst en zo werd ik magazijnier in een heel gekend en modern vleesverwerkend bedrijf. Ik deed mijn job graag en had er aangename collega's en bazen. In dit bedrijf werkte toen ingenieur Rahp Van Loocke, hij moest toezien op alle procedures en de kwaliteit van heel de productie. Een heel hartelijk en plichtsbewust man. Het verwonderde me an ook niet toen ik een paar jaar geleden vernam dat hij directeur benoemd werd van de heel gekende school De groene Poort te Brugge. Ook herinner ik me nog goed dat een collega overleed na een autoongeval op de Ieperse Steenweg, grote ontsteltenis op het werk natuurlijk. De begrafenis vond plaats in de kerk van Alveringem, ook al was de jongeman niet echt een pilaarbijter. Ik zie de goede pastoor, E.H. Antoon Petillion, nog aan het altaar. De tranen stroomden over zijn wangen door het afscheid van zo'n jonge gast. Een priester uit de duizend, onlangs is hij met pensioen gegaan, Alveringem weet wat ze verliest... Ook herinner ik me nog dat een collega, een getuige van Jehovah, toen buiten aan het portaal moest blijven staan tijdens de uitvaart. Het is blijkbaar zo dat Jehovah's niet in een kerk mogen komen als er een katholieke eredienst bezig is. Flauw hoor.
Na twee jaar mocht ik terugkeren naar het grootseminarie. Blijkbaar was het duiderlijk dat ik geen halsdaden op mijn geweten had gedurende mijn eerste verblijf in het huis van wantrouwen. Ik mocht terugkeren naar het seminarie. Mijn collega's op het werk en mijn bazen vonden het spijtig maar ze steunden me ten volle in mijn keuze. Ik woonde toen op een boerderijtje van mijn ouders te Lampernisse; gelegen in het beschermde 'komgrondengebied'. Een zalgie plaats om te wonen. Voor de liefhebbers : dit boerderijtje is binnenkort te koop, een unieke kans om midden een natuurgebied te kunnen wonen. Er is wel nog wat werk aan de winkel. Ene ongure figuur, bijgenaamd "kabouter Wesley" liet de boel wat verkrotten. Het eenvoudigste ware daarom om de boel plat te gooien en in identiek dezelfde typische wijze herop te bouwen. Bij het boerderijtej horen trouwens nog een hectare grond en een originele bunker uit de eerste wereldoorlog.
Het eerste jaar filosofie moest ik o dfdoen, wat me helemaal niet beviel, maar ik liet mijn ongenoegen niet blijken want ik besefte heel goed dat dit niet in dank zou worden afgenomen. Later kom ik nog uitvoerig terug op mijn toch mooie jaren op het grootseminarie. Over toffe collega's-medestudenten (de meeste toch), heel goede proffesoren (de meeste althans), de ingoede en altijd bezorgde Zusters van het Geloof, de vele bezigheden die zo'n studies met zich meebrengen, de koeien in de achtertuin, enz.
Bijna op het einde van het derde jaar (en dus eigenlijk mijn vierde jaar op het seminarie) werd ik op 'een mooie Pinksterdag' (zoals in het liedje) - en meerbepaald op Pinkstermaandag - bij de president van het grootseminarie ontboden. Het is zo dat president, Eric Vanden Berghe me enkele maanden vroeger, rond Kerstmis, al gevraagd had om vrijwillig het seminarie te verlaten omdat hij vond dat ik te veel bezig was met de echtscheidingsperikelen van mijn ouders. Ik was te veel begaan met mijn moeder, vond hij, en 'Je moeder is oud genoeg om haar plan te trekken'. Heel fraai, ik antwoordde hem dat een tweede maal stoppen en dan een derde maal beginnen voor mij geen optie was. Dus gooide me de president me tegen wil en dank buiten. Wat een schande, en ik kon er niets aan doen. Ik stapte prompt naar de hulpbisschop, mgr. Laridon, die me volmondig steunde maar me uiteraard doorverwees naar de grote baas, dus de bisschop in eigen persoon. De bisschop onthaalde me vriendelijk maar kon me niet helpen. Ik was met verstomming geslagen. Een bisschop die 'niets kon doen' en 'moest overeenkomen met de president'. Enfin, daarop wilde de bisschop samen een Onze Vader biden, wat heel goed bedoeld was. Maar ik was zodanig overstuur dat ik de bisschop onderbrak en hem zei dat bidden alleen niets zou uithalen en dat hij als baas van het bisdom de enige was die me nog kon helpen. De mens wikt en God (of de president??t) beschikt... Gelukkig zijn niet alle presidenten gelijk, gelukkig vooral voor de studenten.
Enkele jaren later vraag ik de president via mail om toelating om met Vitaya enkele opnamen te maken in of rond het grootseminarie. Dit ivm het oprichten van mijn nieuwe zaak. De president antwoordde letterlijk : 'Mijn antwoord op uw verzoek kan kort zijn. Aangezien het om een zuiver commerciële opzet gaat, kan ik niet ingaan op uw vraag en dus geen toestemming geven voor opnamen van welke aard dan ook. (getekend) Eric Vanden Berghe pr. President Grootseminarie.' Wat een schandelijke vertoning. Eerst probeert hij je leven kapot te maken door me op straat te gooien en als ik dan eindelijk bijna op mijn pootjes val... dan vindt hij het nog leeuk om nog eesn na te trappen. Wat een lomp gedrag. Wil me niet kwalijk nemen dat ik deze priester zo omschrijf maar ik kan me moemnteel geen betere omschrijving bedenken. Ook al zou hij geen lompe boer zijn; dan toch lijkt het daar toch wel heel sterk op. Spijtig dat hij soms niet wat menselijker kon optreden. Ik wilde enkele kleine opnamen maken in het grootseminarie om mijn achtergrond naar voor te brengen,, want zonder deze studies zou ik niet in Brugge bleand zijn en er een zaak opgericht hebben. En ... wat brengt dat commercieel op als ik enkele foto's laat nemen in het grootseminarie? Echt ongehoord en ongepast. En als iemand het hier niet mee eens is dan mag hij gerust reageren. In elk geval wens ik niemand de ellende en onmacht toe die ik heb moeten meemaken als gevolg van voornoemde priester. Enkele jaren geleden is hij overleden, nogal heel plots, in elkaar gezakt in de poort van het seminarie terwijl hij op een groep bezoekers of zo wachtte. Ondanks alle miserie waar hij me indompelde ging ik toch naar zijn begrafenis en vanuit mijn nogal zeer negatieve ervaringen met de man prevelde ik - heel gemeend - 'God hebbe zijn ziel'. (Want behalve dat fait-divers'tje van mij buiten te gooien had hij blijkbaar heel veel verdiensten, gelukkig maar...). Kwaaie tongen beweerden dat ik naar de begrafens ging om er zeker van te zin dat Vanden Berghe... Hoe durven ze! Nu kan hij naast Sinte-Pieter gaan zitten en iedereen waar hij een probleem mee heeft de hemel uitpandoeren...
Tot slote nog eens vermelden dat buiten mij nog anderen aan de deur gezet geweest zijn, al zullen ze dat niet altijd graag geweten hebben, en dit om allerlei redenen!
Ik kreeg een gepeperde rekening van een deurwaarder hier uit Brugge. Meer dan 400 eurootjes. Met verbazing stelde ik vast dat het gaat om een vermeende onbetaalde verkeersbelasting. De nummerplaat die ze opgeven is die van mijn vorige auto die al meer dan twee jaar op het kerkhof ligt. Indien ik de gepeperde rekening niet binnen de kortste keren betaal komen ze mijn inboedel noteren om die dan openbaar te verkopen. Die toffen tiep van een deurwaarder schrijft er ook nog bij : inbegrepen in uw inboedel is ook de auto waarvoor deze aanmaning werd opgesteld. Wel, ze mogen hem hebben maar ze moeten hem wel zelf zoeken. Ik vermoed dat hij al lang in de schrootmolen beland is. Bovendien is heel de brief nogal arrogant en agressief opgesteld. En ook vergeten ze zichzelve niet : de kosten die ze maken zijn niet van de poes. Heel onduidelijk hoe ze hun rekeningetje opmaken. Wat een stelletje laffaards, sommigen toch. Plezant om hele dagen mensen te gaan ambeteren. Misschien moet ik mijn nationaliteit laten veranderen in ... , want buitenlanders vallen ze in ons binnenland niet lastig.
Vanmorgen werd ik opgebeld door een wat oudere heer die boeken wenste te verkopen. Ik ging er vanavond naar toe en vond niet meteen het huis. Reden was dat de helft van de huizen in deze residentiële wijk in Brugge geen zichtbaar huisnummer hebben. Plots kwam ik aan een groot oud pand van rond 1900, normaal gezien moest ik hier zijn. Maar dit huis was zodanig verwaarloosd, de helft van de ruiten boven ontbraken, het voetpad was overwoekerd en 'puidegroen' van het mos. Maar na nog vijf minuten te hebben gezocht raapte ik mijn moed bijeen en belde op een loshangende plastieken 'belknop'. Er werd opengedaan en enkele grommende verwaarloosde monsters van honden stormden naar buiten en begonnen me te besnuffelen. Ik vroeg de man en vrouw om hun hondjes uit mijn buurt te houden en ik stapte binnen. Mens, zo'n verwaarloosde woning had ik nog nooit gezien. De boeken lagen in de kelder, de keldertrap leek me erg onveilig want er ontbraken enkele treden en ik voelde bij elke stap de treden doorbuigen. Beneden gekomen stond ik plots met de voeten in het water, verdorie zeg, ik vond het al raar dat de vrouw des huizes binnenshuis gummilaarzen droeg... Gelukkig lagen er grote betonnen tegels waardoor ik toch weer op het droge kon lopen. De dame zei dat ze speciaal voor mij de kelder hadden laten leegpompen omdat er normaal altijd 30 cm water in de kelder staat, ongelooflijk. Het was een grote kelder en er lagen duizenden boeken op elkaar gestapeld. Ik bemerkte heel wat lederen banden, blijkbaar uit de 18e eeuw. Vooral religieuze werken zo bleek maar ... met één mankementje : allemaal waren ze aangetast door het water in de kelder. Ook heel wat plaatselijke geschiedenis, vnl. over Brugge en de kust. De boeken op de onderste plank waren volledig vernield door het vocht en de rest was ook niet meer verkoopbaar. Indien deze boeken in goede staat waren geweest zouden ze ruim 5000 euro waard zijn. Toen ze me vroegen wat ze met die boeken konden aanvangen raadde ik hen aan om alles te laten liggen en om alles weg te voeren in containers samen met de puinen van hun (krot)woning. Gelukkig kon de dame er mee lachten... zij het dan wel ietwat zuurtjes. Ik repte me naar buiten en was weer een illusie rijker. Twee op de drie aanbiedingen van boeken draaien uit op een teleurstelling.
Blijkbaar is er vandaag bijna geen kat komen kijken naar mijn blog. Maar niet getalmd, ik amuseer me zo ook wel.
Vandaag werd ik opgebeld door een man die eiste dat ik onmiddellijk zou komen kijken naar zijn boeken, hij wilde me vanalles verkopen want zijn moeder die bij hem inwoont is ernstig ziek en ... hij wil op alles voorbereid zijn. Hij verwacht namelijk dat ze het einde van de maand niet meer zal halen en wil - zodra zijn moeder naar het hiernamaals is vertrokken - onmiddellijk zijn huis verkopen. Hij is namelijk overtuigd dat zijjn huis behekst is. Hij wil de paters Capucijnen laten komen om zijn huis te 'belezen' en zo te bevrijden van alle kwade zaken die hem overkomen.
Ik bedenk hoe ik hier zo vlug mogelijk weg kan maar ik moet blijven luisteren want de deur is afgesloten met een viertal sloten. Een beetje op mijn hoede voor rare gebeurtenissen zoals een spook of zo blijf ik - noodgedwongen - luisteren naar een hele reeks rare complottheorieën. Hij denkt dat iedereen hem zoekt en kwaad wil aandoen. Zelfs de Kerk zit achter zijn vodden aan. Ik snap er niets van en zeg hem dat hij klacht moet neerleggen tegen ... onbekenden want hij kan geen concrete namen van zijn belagers geven. Maar dan zegt hij dat de politie en het gerecht onder één hoedje spelen met zijn belagers. Ja, dan wordt het natuurlijk moeilijk. Ik zeg hem dat hij niets moet vrezen als hij niets misdaan heeft.
Vervolgens vraagt hij mij te volgen naar zijn kelder, daar zouden er boeken liggen. Ik ben nu erg op mijn hoede en weet niet wat ik van heel dat gedoe moet denken. In de kelder liggen enkel oude kapotte boeken, klaar voor het oud papier. Niet geheel op mijn gemak laat ik hem voorgaan naar boven en volg hem, hopelijk wordt ik niet opgesloten; Daarna moet ik hem volgen naar de zolder en tref daar eenzelfde tafereel aan. Ik zeg hem dat ik niets kan doen met al die boeken en hij vraagt me naar namen van collega's waar hij hier wel mee tercht kan. De verleiding is eventjes heel groot om hem te sturen naa een bepaalde collega die me steeds mensen doorstuurt die enkel rommel willen verkopen. Oog om oog, tand om tand? Poets wederom poets? Neen, zo diep ben ik nog niet gevallen. Ik bedank de man voor zijn aanbod en wens hem een voorspoedige verhuis toe.
Gisteren een schilderijtje op paneel gekocht. Het dateert van rond 1600 of vroeger en is een drieluik. Een merkwaardig stuk. Toen ik het toonde aan een collega werd duidelijk dat het hier oorspronkelijk eigenlijk om twee paneeltjes gaat, waarvan er eentje in twee gesplitst werd. De twee halve panelen werden aan de zijkant van het volledige paneel bevestigd om zo een drieluikje te vormen. Het betreft een merkwaardig tafereel dat ik tot nu toe nog nooit zag : Petrus die in de gevangenis is beland en hieruit bevrijd wordt door een stelletje engelen. Blijkbaar kwamen de engelen net van een stevige maaltijd (rijstpap?) want ze slaagden er in om de tralies van Petrus' cel te 'vermassacreren'... eventjes de tralies ombuigen zodat Sinte Pieter de benen kon nemen. Naar het schijnt zou dit tafereel berusten op een verhaal uit de Bijbel. Een heel mooi en uniek stuk. De Brugse verkoper vertrouwde me toe dat dit een familiestuk was dat al vele generaties van vader op zoon werd doorgegeven. Onderzoek zal moeten uitwijzen wie dit werk mogelijk geschilderd heeft. Ik ben heel benieuwd naar de resultaten. Wie weet is het echt een Pourbus... Mijn collega van gisterenavond had wel eventje zin om het werk aan te kopen maar twijfelde dan plots, gelukkig maar, zo denk ik achteraf. Toen ik het werk vanmorgen in de winkel plaatste - de lichten brandden nog niet - schrok ik me een hoedje. Vlak achter mijn rug stonden twee hollanders die mee binnengeglipt waren in de winkel. Ze dachten dat dit een soort oridinaire brocantezaak was en dat de uitbater aan geen kanten wist wat hij in huis heeft. Dit was uiteraard buiten de waard - dat ben ik dus - gerekend. 'Wat vraagt u nou voor dat portretje?' Waarop ik antwoordde : 'Ik zie hier geen portretje, wil je dat ik je eens een portretje geef?' En weg waren ze.
Mijn vrije dag. Alhoewel, ik neem eigenlijk nooit vrij, ik ben dag en nacht bezig met mijn zaak. En dat geeft ook niet want ik hou van wat ik doe. Deze middag naar Damme gereden om er te middagmalen. Damme maakte vandaag meer dan ooit een hele doodse indruk op mij. Natuurlijk is het winter maar ik vergelijk de situatie overal met Brugge waar er altijd veel volk is. Damme boekendorp overleeft bij gratie van hoofdzakelijk enkele onderwijzers op rust. Na een goed gevulde en zware (en ik zeg dit niet om te lachen, collega's, want ik weet heel goed dat lesgeven geen klein bier is) loopbaan in het onderwijs kozen enkele - als ik goed kan tellen een viertal - onderwijzers voor een vaste boekenstek in Damme. Daarnaast zijn er ook nog enkele andere handelaars die dit ambacht als hoofdberoep uitoefenen of die de zaak uitbaten 'voor een goed werk' zoals men zegt. Allen hebben een eigen aanbod. Boeken over oorlog en plaatselijke geschiedenis, strips, kunstboeken, postkaarten en bidprentjes, romannetjes, en mixen van de voorgaande categorieën. Elk met zijn eigen voorgeschiedenis en elk met zijn eigenheid. Vroeger is mij een paar maal gevraagd geweest om een winkel te starten in Damme. Probleem was echter dat alle beschikbare panden al gebruikt weren of dat de huurprijzen veel te hoog zouden worden. Er is ook een schaarste aan gebouwen en vele gebouwen zouden ongeschikt zijn om er handel in te voeren. Tijdens de winter is er heel weinig volk op de baan in Damme en daarom zijn er maar enkele zaken open tijdens de week. Gelukkig maar want ik voel me wat ongelukkig als ik uit Damme moet vertrekken zonder één enkel boek te hebben kunnen kopen. De jacht levert vandaag gelukkig een zestal 'nieuwe' exemplaren op. Waar is de tijd dat pastoor Monbalyiu nog leefde, een imposante en sympathieke rondborstige (letterlijk en figuurlijk) verschijning,. Zelf las hij veel en had een goed gevulde bibliotheek, zo heb ik na zjjn overlijden kunnen constateren. De pastoor kocht steevast alle boeken op die door hem zelf geschreven waren, oa eentje over Ratte Vyncke, ene pauselijk zouaaf afkomstig van zijn eigen geboortedorp Dudzele. Soms kocht hij de boeken om deze dan zelf weer cadeau te kunnen oen aan zijn vrienden en kennissen. Altijd had hij tijd voor een babbeltje of een grapje. Altijd welgezind en vriendelijk. Het zal nu wel al een tweetal jaar geleden zijn dat Lode het tijdelijke met het eeuwige verwisselde. Als ik het goed begrepen heb werd tijdens de preek van de begrafenisdienst iets gezegd - of tussendoor gemompeld... - als 'Hij is gestorven zoals htij geleefd heeft, (namelijk) al etend...' Een beetje grofklinkend misschien maar toch ook een beetje waarheid. Lode hield van het leven en van goed tafelen, het was een echte bourgondiër. Maar dat zal niemand hem kwalijk nemen neatuurlijk. Hij kwam aan zijn einde toen hij ergens in Knokke met vrienden aan tafel zat. Zulke pastoors maken ze niet meer.
Dit weekend was er antiek- en rommelmarkt te Deinze, georganiseerd door Eddy De Dapper. Puike organisatie, heel veel publiciteit maar... de sneeuw gooide roet in het eten. Zoals gewoonlijk zorgde ik voor een heel uitgebreid aanbod van boeken (prijs tussen 1 en 5200 eurootjes), prijzen dus naar ieders beurs. Opnieuw waren er veel bekende gezichten onder de standhouders, mensen die vorige week ook deelnamen aan de beurs te Oostvleteren. Het aanbod was heel divers. Heel veel brocante uit opruimingen door particulieren maar ook standen met goeie kwaliteit. Veel snuisterijen en ook nogal wat antiek. Weinig boeken maar wel veel strips. De verkoop was niet denderend voor mij, er was trouwens weinig volk. Weeral zorgden de weermannen op radio en tv ervoor dat de mensen massaal thuisbleven. Gelukkig maakte ik enkele nieuwe klanten en ook enkele mensen nodigden me uit om zaken op te kopen bij hen thuis. De ervaring leert me dat mensen overal rondlopen met hun boeken, ze bieden deze aan aan verschillende handelaars en het overschot bieden ze dan nog eens aan aan iedereen die ze ontmoeten en waarvan ze denken dat die personen hun boeken zouden kopen. Een aantal beursbezoekers komt zeker naar de winkel om aankopen te doen. Voor mij is het dus bijna onmogelijk om per beursdag mijn omzet te noteren. Een beurs zoals dit weekend bracht heel weing op ter plaatse maar de komende weken verwacht ik relatief grote verkopen als gevolg van mijn aanwezigheid op deze beurs. De vele contacten met de plaatselijke bewoners vond ik wel boeiend. Soms kon ik hen moeilijk begrijpen omdat ze een raar dialedt hanteerden. Een soort van Maldegems of Eekloos misschien? Bijna onbegrijpelijk. Interessant om het aankoopgedrag van de bezoekers te observeren. De helft van de mensen deed echt aankopen, ze lopen dan trots rond met hun plastiek tasjes gevuld met bierglazen, barbiepoppen, kerstballen, breigaren, nepbloemen, matchbox autootjes, strips, kousen en handdoeken, spekken, enz. Ook zag ik gisteren een grote plastieken brandweerman passseren en vandaag een grote plastieken ezel. Alles van de ene zolder naar de andere zolder. Soms ook zie ik mensen die duurdere aankopen deden : een namaak tiffanylamp, een nieuw bronzen beeld, allerlei schilderijen van oude en andere meesters, ... Voor vele mensen is het bezoeken van een rommelmarkt een wekelijks ritueel : ze heben eigenlijk niets nodig want - zo zeggen ze - 'ons kot staat al vul genoeg', maar als ze een uurtje rondgelopen hebben zijn ze alweer beladen met verschillende grote tassen met aankopen. Mij niet gelaten, al die aankopen zorgen ervoor dat de afvalberg minder snel groeit. Nadeel voor mj is wel het volgende. Als ze een gote plastieken ezel kunnen kopen voor twintig euro of zo, dan begrijpen ze niet dat ik evenveel durf vragen voor een boek. Dan vragen ze dikwijls : isdat in euro of in frank? Dan vraag ik of ze soms franken bij hebben maar dan antwoorden ze slimweg : 'Neen, maar we rekenen dat dan toch gewoon uit in euro....' Zo'n mentaliteit, zo spitsvondg dat doet 'je haar door je klakke groeien'. Over haar gesproken : deze morgen vroeg een madamtje mij naar welke kapper ik ga. Ik antwoordde haar dat mijn kapper al jaren dood is. Het is zo dat ik zeker al vijftien jaar niet meer naar de kapper ga, al zie ik kappers wel eens halfkwijlend loeren naar mijn weelderige haardos als ik voor hun venster passeer. Het gebeurt soms dat oude madamtjes mijn haar aanraken 'om te zien of het wel echt is'. Eigenlijk zou ik met hen hetzelfde moeten doen, ik denk dat ik dan vaak een pruik aan mijn vingers zal hebben. Velen kunnen moeilijk geloven dat mijn haar van nature zo kan krullen maar het is niet anders. Toen ik deze avond naar Brugge vertrok sneeuwde het lichtjes, gelukkig was er zout gestrooid op de grote wegen. Ik hoop nu echt dat de winter spoedig gedaan is want de winterse weersomstandigheden spelen de handel werkelijk parten. De mensen komen niet veel buiten wat voor de handelaar niet interessant is natuurlijk.
Enkele dagen geleden slaagde ik er in om de Vlaamse Leeuw te laten klinken op mijn blog. Telkens klinkt er echter een valse noot (misschien is er wel sprake van sabotage vanuit waalse hoek, het internetadres is dan ook nogal belgisch is met die .be,) en daarom probeer ik dat muziekje binnenkort te laten verdwijnen en te zoeken naar andere passende achtergrondmuziek. We zien wel.
Wat een plezier om complimentjes à volenté te krijgen. Vandaag namelijk Italianen over de vloer gehad, ze komen elk jaar op bezoek om geïllustreerde boeken aan te kopen. Ze vertellen me dat boeken in hun land heel duur zijn en bovendien is het moeilijk om daar sowieso nog goede boeken te vinden. Vooral religieuze prenten vinden ze interessant, dus zijn ze hier zeker aan het juiste adres. Ook oude drukken met planten en kruiden wilden ze zien, ze kochten twee kruidenboeken van Dodoens : eentje van 1618 en eentje van 1644. Nu is mijn voorraad kruidenboeken verweg op zodat ik andere moet opsnorren wil ik niet helemaal zonder vallen. Ze klagen over de onvriendelijkheid van bepaalde antiquaren in ons land (waarvan ik hier echt niet de namen van zal noemen). Ze klagen over het feit dat bepaalde 'collega's' druk uitoefenen om zaken aan te kopen die ze niet echt kunnen gebruiken en dat ze behoorlijk onbeleefd en onaangenaam worden als er niets gekocht wordt... Ze voegen er meteen aan toe dat ze bij mij helemaal anders behandeld worden. Dat ze telkens heel tevreden zijn over hun aankopen bij mij en blij zijn dat ik hen niet push om bepaalde zaken mee te nemen... Dat ik niet de betweter speel en ook luister naar de ander. Ik ben dan ook heel gelukkig met mijn zaak. In de galerij hier staan een viertal zaken te huur of zijn nauwelijks open of komen binnenkort te huur. Leegstand is nooit goed, het geeft een slordige en ietwat desolate indruk. Het ware goed moesten er een paar antiek- of boekenwinkels bijkomen, hoe meer er zijn hoe meer dat de galerij aantrekkelijk wordt voor bezoekers. Een tijdlang was er hier een brocantewinkeltje, heel gezellig ingericht, werkelijk een aanwinst voor de buurt. Een heel aangename vrouwelijke collega, maar spijtig genoeg heeft ze haar handel hier stopgezet wellich wegens te lage verkoop. Steeds meer antiek- en brocantezaken en antiquariaten verdwijnen. Meestal zijn dat mensen die tientallen jaeren in het vak actief waren en daarna op pensioen gaan zonder dat ze een opvolger hebben. Er zijn verschillende knelpunten in dit vak : vooreerst moet je voldoende kennis van zaken hebben. Te veel mensen, ook in mijn branche, denken een zaak te kunnen opstarten mits het opbouwen van een grote voorraad antiek of boeken. Maar dikwijls schatten ze het vak verkeerd in. Het volstaat niet met een aangepaste ruimte en een grote voorraad te hebben. Je moet ook kunnen verkopen : de mensen moeten je kunnen vinden, je prijzen moeten redelijk zijn en je moet de potentiële klant voldoende uitleg kunnen geven over het artikel dat je verkoopt. Bovendien duurt het een tijd, doorgaans hoor ik dat je moet rekenen op zeker drie jaar, voor je zaak werkelijk op volle toeren kan draaien. En volgens mij is het belangrijkste de liefde voor het vak. Je moet wat je doet heel graag doen, met overgave, met passie. En dat is verre van vanzelfsprekend. Velen oefenen een beroep uit tegen hun goesting. Je voelt dat gewoon aan : ze staan daar gewoon omdat ze geld willen verdienen. Ook kiezen velen voor een gemakkelijkheidsoplossing : ze verkopen bv. kledij die ze met grote hoeveelheden uit het buitenland laten komen per container. Gewoon de container leegmaken en de winkel volstouwen en je kan beginnen verkopen. De winsten kunnen heel groot zijn in deze branche, soms tot 500 procent. Allemaal op de rug van uitgeperste arme arbeiders uit ontwikkelingslanden. Fraai hoor, echt om trots op te zijn. Zo merk ik in Brugge vooral dergelijke zaken, weinigen doen echt moeite om een originele zaak uit de grond te stampen, ze kiezen voor een gemakkelijke oplossing. Indien ik zelf een gemakkelijk product zou kiezen dan verkocht ik pralines. Per kilo, aan de vele toeristen, en als de voorraad er bijna door is bestel ik nog een camionette met andere pralinen. Al slapend rijk worden? Ik weet het niet hoor. Gelukkig liggen de zaken voor mij - letterlijk en figuurlijk - volledig anders. Ik koos een beroep dat ik heel graag doe : boeken en antiek zijn voor mij een echte passie. Kosten noch moeite spaar ik om mooie zaken aan te kopen, om zaken te vinden die mijn bezoekers echt zullen aanspreken. Ik ben bij wijze van spreken dag en nacht bezig met mijn zaak. En ik heb daar veel voldoening van.
De laatste dagen heeft het weer gesneeuwd. Geen twintig cm maar toch genoeg om voor de nodige overlast te zorgen. Doordat er tussenin ook wat zon was smolt een deel van de sneeuw en door de vorst daarna werd op vele plaatsen een spiegelgladde ijslaag gevormd. Zelf heb ik niet veel last ondervonden want ik probeer zoveel mogelijk de grote straten te volgen waar goed gestrooid is. Gisteren (intussen zie ik dat dat al eergisteren geworden is) kwam het bijna tot een botsing in Male : op een spiegelgladde weg duwde een oud madamtje totaal onverwacht op haar rempedaal en een seconde later deed ik hetzelfde. Gelukkig gleed ze verder want mijn remmen haalde niets uit. Enkele meter verder kwamen we beiden tot stilstand en het madamtje stapte uit en liet haar auto gewoon midden in de straat staan. 'Veel te gevaarlijk om reglementair te parkeren!, zo verontschuldigde ze zich. Eerst wilde ik protesteren maar dan dacht ik : och here voor de tijd dat ze hier nog rondloopt - ik bedoel natuurlijk 'rondrijdt'... Wat me toch wel wat ergert is dat de helft van de mensen het vertikt om de sneeuw op de stoep voor hun woning niet opruimt. Levensgevaarlijk voor bejaarde voorbijgangers en ook de postbodes hebben het zwaar te verduren. Dergelijke slippertjes of uitschuivers zijn voor niemand aangenaam. Een kwestie van respect voor de buren.
Gisteren en vandaag was er een antiekveiling te Brugge. Vorig weekend was er een tentoonstelling van de te veilen goederen. Twee dagen op een veiling zitten is lang, zeker als je maar in enkele voorwerpen geïnteresseerd bent. Volgens de enen werd het een heel mooie veiling, volgens anderen niet. Wat me opviel was dat hier niets te merken was van de crisis waarover iedereen de mond vol heeft. De meeste loten gingen voor een goeie prijs van de hand. De veilingzaal zat afgeladen vol : vier vijfden kwam zich hier wat bezig houden en in de warmte zitten (want buiten lag er sneeuw). Heel wat geroezemoes, commentaar geven op alles en iedereen, onderlinge afspraken maken om niet tegen vrienden op te bieden, ... Wie waren nu de kopers? Mensen van alle leeftijden : dertigers maar ook veel vijftigers en zestigers en zellfs tachtig-plussers. Ik zag enkele tientallen handelaars en nog veel meer van die pseudo-handelaars-experten en ook heel wat klanten. Op een veiling ontpoppen heel wat mensen zich plots tot echte kenners-experts van antiquiteiten. Iedereen wil koopjes doen maar in werkelijkheid zijn de prijzen hier meestal veel hoger dan in de winkel bij mij. Maar we leven in een virij land. Zoals gewoonlijk nam ik helemaal achterin de zaal plaats, soms 'de hoek van de maffia' genoemd omdat de meeste handelaars daar samen troepen, wat trouwens hun goed recht is. Zonder handelaars is er geen veiling mogelijk. Ze leveren heel wat goederen en kopen veel. Soms kom je in grappige situaties terecht. Bv. een man die altijd zegt dat hij enkel lege en volle doosjes van naalden van oude grammofoonspelers verzamelt. Plots ziet hij mij bieden op een lot fantasiepostkaarten. Hij biedt ook en op enkele tellen is de prijs van 20 tot 400 eurootjes gestegen. Ik stop want dit wordt echt veel te duur. De man schittert eerst want hij heeft het lot kunnen kopen. Dan zie ik hem rekenen : 400 euro + ca 25 procent kosten, dat is ... 20 000 oude belgische franken!!! Terstond kleurt zijn hoofd helemaal rood en met een heel zuur gezicht verlaat hij de zaal. Een andere slimmerik, een handelaar of 'collega', biedt tegen mij op voor een oude landkaart. Ofwel is het een lot dat hijzelf inbracht en waar hij het maximum uit wilde halen door tegen mij op te bieden ofwel - en wat dus erger is, ik bedoel voor hem dan - is hij dom. Korte tijd nadien weet ik dat het dmmmigheid is want hij weet van geen stoppen en wanneer de prijs werkelijk te gek wordt laat ik mijn hand vliegensvlug zakken en laat hem nog eens bieden. Onmiddellijk na zijn aankoop komt hij naar mij toe en vraagt of ik geen interesse heb in zijn kaart. Ik antwoord hem : 'Jawel maar zeker niet tegen zo'n hoge prijs!' Hij lapt me dit wellicht geen tweede maal. Gisteren kocht ik ene zestal loten, vandaag niets. Hoofddoel vandaag was trouwens om te zien of de goederen (drie loten) die ik aanbracht zouden verkocht worden. Heel wat van de handelaars wisten wat er van mij was want ik nam die zaken al meermaals mee naar de beurzen. En wat gebeurde er? Bij het aanbieden van mijn loten klemden alle collega"s de grimmig de kaken op elkaar. Resultaat : de particulieren zwegen ook. Dus : niets verkocht. Eigenlijk ben ik er heel blij mee. De limiet die ik had gesteld, de minimumprijs die ik dus had bepaald, was veel te laag. En soms denken de potentiële kopers dat een lot niet veel waard is als de startprijs laag is. Wat een domme redenering zeg. Een spreekwoord zegt : 'Win je geen geld, dan is het (wel) verstand'. Een ander : 'Koppigheid is geen wijsheid'. Maar eind goed, al goed : als er hoge prijzen betaald worden is iedereen content. De koper omdat hij iets heeft kunnen aankopen, de verkoper omdat hij elders nooidt zulke zotte prijzen kan krijgen en last but not least die van de koper en de verkoper een mooi procentje krijgt. Iedereen gelukkig dus. En ik, ik ben bijna geen geld kwijt, dus ik ben ook een gelukkig man!
Gangster-'generaal' Graham Leaver of Guiy Leaver-de Montfort stuurde me vanmorgen een smsje met de volgende tekst : 'You win'. In een mailtje verklaarde hij dat hij zaterdag aanstaande zijn schulden zou vereffenen. Ik wacht af... voor de dertigste keer. En ... laatste keer.
Guiy Leaver-de Montfort : opgelet voor deze oplichter
Twee en een half jaar geleden, in juli 2007, naderde een klein ventje met een grote pet mijn vitrine. Hij was friet aan het eten uit een bakje dat hij ongetwijfeld op de Grote Markt had gekocht. Plots stapte hij richting voordeur van mijn winkel en ik repte me naar de deur om hem tegen te houden, mijn winkel is immers geen verbruiks- of consumptiezaal voor frieteters. Hij zei vriendelijk goeiendag en we begonnen een gesprek. De man zei dat hij NAVO-generaal was geweest in dienst van Rhodesia (Zimbabwe nu). Om zich te verzekeren van een rustige oude dag - want Zimbabwe kon door geldnood de pensioenen van zijn mlitairaen niet betalen - was hij met een miljardenproject bezig. Natuurlijk was ik onder de indruk van deze joviale en heel welbespraakte man. Hij vertelde me dat hij zocht naar heel zeldzame boeken om ten geschenke te doen aan de prinses van Dubai waar hij goede relaties mee onderhield. In Dubai was het immers dat hij een groots project rond paarden wilde realiseren. Equitasia zou een soort dorp worden waarin het paard centraal staat en dit zou vele steenrijke miljonairs aantrekken. Om dit alles te realiseren trok hij de wereld rond om investeerders aan te trekken, waaronder ook deze prinses. De boeken mochten niet handelen over godsdiensten en moesten overvloedig geïllustreerd zijn. Ik vond enkele werken over oorlogsvoering uit de 17e eeuw en hij betaalde mij onmiddellijk. Daar het om nogal grote sommen ging was ik natuurlijk blij met zo'n nieuwe klant. Rond die periode runde hij ook een kantoor op de Vismarkt hier te Brugge. Dit kantoor was ingericht in het hoekhuis aan de Vismarkt, een gebouw met roodgeschilderde gevels, waarvan de zijgevel zich aan de Predikherenstraat bevindt. Nu is daar een winkel in kledij gevestigd. De ruimte was ingedeeld in een aantal loketten waarin jongedames druk aan het telefoneren waren met als doel fondsen te verwerven voor het project van Leaver de Montfort. Een goede nieuwe klant dus op het eerste gezicht. Maar na een drietal grote aankopen kwam hij met een bezorgd maar nog steeds sympathiek gelaat de winkel binnen en vroeg me of ik hem eventjes kon helpen. Hij wilde 1000 euro lenen en zou dit een paar weken later teruggeven. Ik was me van geen kwaad bewust en dacht dat dit een eenmalige vraag zou zijn. (Motivatie om te helpen? Welnu, jaren voordien was ik zelf heel blij om wat geld te kunnen lenen van een priester op het moment dat ik de tweede keer weggestuurd werd uit het grootseminarie, ik bezat immers geen cent meer. Deze priester was geboren in mijn dorp en had een goed hart. Ik betaalde hem alles terug in het daaropvolgende jaar.) Alhoewel ik in 2007 echt geen euro te veel had - ik was nog maar twee en een half jaar bezig met mijn zaak - haalde ik de volgende dag 1000 euro af van mijn bankrekening en ging daarvoor in het rood. Gelukkig was dit maar voor een paar weken... De weken daarop herhaalde zich hetzelfde toneeltje : de man vroeg nog meer geld en uiteindelijk kreeg hij van mij zowat 2600 euro mee. Toen zei ik hem dat ik echt niets meer had en zelf in de problemen gekomen was door hem al dit geld te lenen. Hij beloofde me alles eerstdaags terug te betalen. Maanden verstreken en ik mailde regelmatig naar de 'generaal' om dat geld terug te bezorgen. Hij zei dat ik wat geduld moest hebben en dat hij hulp kreeg van zijn advocaat uit de Zwijnstraat. Ik dacht eventjes dat hij de gek hield met mij maar inderdaad de Zwijnstraat bestaat echt in Brugge en verbindt de Hauwersstraat met de Smedenstraat en na controle blijkt daar inderdaad een advocatenkantoor te bestaan (rare straatnaam eigenlijk om als advocaat op je naamkaartje te schrijven...). Ik zocht deze advocaat op en deze zei dat ik inderdaad wat geduld moest hebben met Guiy maar dat ik toch echter niet in luchtkastelen mag geloven. Zelf werkte hij inderdaad voor de Montfort en moest voor zijn diensten nog betaald worden. (PS Waar zou de naam "Zwijnstraat' vandaan komen? Misschien houdt dit verband met het vroegere slachthuis - nu de Beurshal - ... een plaats waar ze vroeger de varkens keelden... En laten we hier nog wijselijk aan toevoegen : noten mag je kraken, mensen nooit! Misschien ook kan de naam veranderd worden in 'Melkkoeienstraat'. Ik rook stilaan onraad en ging uit op verder onderzoek. Op de Vismarkt gekomen merkte ik dat het kantoor leeg stond, heel eigenaardig. Toen ik enkele horecazaken in de buurt binnenliep vernam ik dat men de generaal buitengezwierd had met behulp van ene deurwaarder en de politie. Toen ik de generaal hierover aansprak via een mailtje zei hij dat ik me geen zorgen moest maken. Na een tijdje kreeg ik een check van ongeveer 800 pond, ik kon het geld afhalen bij Western Union door opgeven van een code die ik van de generaal kreeg. Na voorleggingvan deze code aan de loketbediende van Westen Union (loketje in het begin van de Steenstraat). kreeg ik het geld in handen en dacht dat de rest ook spoedig volgen zou... maar niets was minder waar. Intussen kreeg ik twee ongedekte cheques van de Montfort. Ik inde de cheques en stortte het geld op mijn rekening maar telkens werd het geld enkele dagen later terug afgenomen van mijn rekening omdat de cheques niet gedekt waren. Wat een afknapper zeg! Wat later kwam een breedlachende Guiy op bezoek en tracteerde me op een koffietje. En dan kwam de kat op de koord : opnieuw vroeg hij geld want naar eigen zeggen was hij volledig blut. Ik zei hem dat ik niets meer wilde lenen. Toen zei hij me dat hij zelfs geen geld at om de komende dagen te eten en ik gaf hem toen 50 euro. Later nog eens dertig euro. Wat later vernam ik dat hij bij verschillende andere zelfstandigen ook geprobeerd had geld los te krijgen maar dat hij hier steeds bot ving. Dan hoorde ik van de vrouw van een bankier dat de generaal - die mij vertelde niet gelovig te zijn - op zondag regelmatig de mis bijwoonde in de H. Bloedkapel. Daar zat hij steeds heel devoot te bidden zodanig bijna dat zijn 'lippen daverden'... Ondertussen keek hij minzaam rond, op zoek naar goedgeklede dames, na de mis deed hij dan een babbeltje met dames 'van zijn stand' en probeerde zo met hen te gaan eten op restaurant. Hierbij was het telkens de dame die mocht betalen. Op internet ontdekte ik ongelooflijk veel verwijzingen naar deze man, vooreerst klopt zijn naam niet. Hij heet Graham Leaver en is helemal niet vn adelijke afkomst. Blijkbaar zat hij jarenlang in de gevangenis wegens oa ... het uitgeven van ongedekte cheques. Ook ging hij relaties aan met verschillende vrouwen, telkens met de bedoeling om hen op te lichten. Bovendien ontdek ik nu dat de NATO verklaart dat Guiy Leaver de Montfort nooit in legerdienst geweest is. Zijn legeruniformen waren gestolen waar of kocht hij in een voddenwinkel en de foto's van hem met allerlei hoge officieren en zelfs de Amerikaanse president zijn allemaal nep. Op de website van de BBC vond ik ook een en ander. Op andere plaatsen ontdekte ik dat een bepaalde Engelsman, blijkbaar ook een gedupeerde, opzoekingen doet ivm de vrolijke daden van de generalissimmo. Ook een filmopname van de generaal die op een terrasje in Knokke opgemerkt wordt en ondervraagd wordt over zijn wanpraktijken. We zien hoe hij na enkele prangende vragen het hazenpad kiest. Tot op vandaag kreeg ik vele tientallen mailtjes, smsjes en telefoontjes van de nepgeneraal om geduld te hebben en deed hij talloze beloftes om me terug te betalen. Vandaag was de maat vol : ik bracht de gangster op de hoogte dat ik heel binnenkort naar de politie en het gerecht stap om zijn bedrieglijke praktijken te laten stopzetten. Beter nog ware om hem en al zijn oplichterijen aan de kaak te stellen op tv, ik geloof dat er in Nederland een zender is die daarover programma's maakt. Even heb ik getwijfeld of ik dit alles wel openbaar moet maken. Het is immers mogelijk dat mensen me als naïef bestempelen omdat ik zo maar geld uitleen aan een buitenlander. Maar voor mij is het belangrijk dat iedereen verwittigd wordt om zelf niet in dergelijke vallen en oplichterijen te tuimelen. Zelf heb ik mijn lesje nu wel geleerd : geld uitlenen doe ik niet meer. Later volgt meer over deze oplichter.
Rond 14u00 een man van in de negentig op bezoek gekregen. Een echte liefhebber van oude boeken. Hij was in de tweede wereldoorlog in het verzet en deed er alles aan om de Duitsers het leven zuur te maken. Heel zijn leven al is hij daarom gefascineerd door alles wat van ver of nabij met oorlog en wapens te maken heeft. Hij beweerde dat hij alle mogelijke boeken over de beide wereldoorlogen al in bezit heeft en daarom naar een nieuwe uitdaging zocht. Eergisteren was hij op een veiling in Luik en had er niets kunnen kopen, en naar eigen zeggen zat dat geld nu te 'wikkelen in zijn beuze", een geluk voor mij natuurlijk. Hij wilde nu oudere boeken over dit onderwerp verzamelen, liefst van voor 1800. Toen ik hem een zestal boeken toonde over vestingbouwkunde (oa van Vauban) blonken zijn ogen. Omdat hij toch al een dagje ouder is en er bij de gekochte boeken toch enkele zwaargewichten waren ben ik met hem per taxi naar het station gereden zodat hij heelhuids (...) thuis zou geraken. Weeral een gelukkige klant, en voor mij is dat toch moinstens even belangrijk dan winst maken.
Toen ik terug was van het station kreeg ik het bezoek van een dame van in de zeventig. Ze vroeg me om eens langs te komen want ze had een aantal mooie boeken te koop. Om 20h00 was ik op de afspraak, in een groot herenhuis aan de Langerei. Er waren vele tientallen naslagwerken zoals encyclopedieën maar eigenlijk was dat allemaal onverkoopbaar. Om de dame niet te kwetsen zei ik dat ik momenteel gen vraag had naar dergelijke werken en dat al die boeken toch wel decoratief zijn (wat ook waar was natuurlijk). De dame in kwestie zei me dat ze wat geld nodig had om een familielid dat in grote problemen zat te helpen. De dame in kwestie zou binnenkort verhuizen en alles was te koop. Boeken heb ik er dus niet gekocht maar wel een aantal mooie schilderijtjes met Brugse stadsgezichten. Zo kon de dame toch wat geld bijeensprokkelen om haar familielid te helpen.
Een hele dag in Oostvleteren, boer Wortel de tiran en een pluim voor Eddy!
Nooit gedacht dat ik het een hele dag lang zou uithouden in een dorpje als Oostvleteren waar andersniet veel te beleven valt. De enigste plaatsen die mij interesseren zijn het gemeentehuis waar je genealogische opzoekingen kan doen, de kerk die na een hevige brand in de jaren '70 is heropgebouwd en die blijkbaar over een mooi klok / mooie klokken beschikt die je om het uur hoort en tenslotte de moie windmolen. Westvleteren ken ik dan weer vooral van mijn bezoekjes aan de abdij én uiteraard het winkeltje bij de brouwerij. Ook heb ik er familie wonen. Voor de rest valt hier volgens mij bitter weinig te beleven. Maar laat ik mijn afkomst niet verloochenen, het dorpje waar ik meer dan twingtig jaar woonde is nog véél kleiner en toch heb ik er heel veel leuke herinneringen aan. Wat een een rust hier, wat een verschil met een stad als Brugge waar ik nu al ongeveer vijftien jaar woon. Deze morgen arriveerde ik dus te Oostvleteren, het was kwart voor zeven. Om zeven uur mochten de standhouders hun stand (verder) opbouwen. De kasseien (Poperingse keikoppen?) rond de Scheure waren spiegelglad en het scheelde niet veel of ik lag bij het uitstappen bijna op mijn tien geboden. Tientallen mensen stroomden binnen om hun waren uit te stallen. De zaal was nogal klein maar dat geeft niet voor mij want als er te veel deelnemers zijn worden de uitgaven van de bezoekers verdeeld over meer kramen en dan zijn er altijd wel enkelen die helemaal niets verkopen. Ik wist echt niet wat ik van deze beurs moest verwachten. Meestal denk ik dan : beter niet te veel verwachten, dan kom ik nooit bedrogen uit. Gelukkig was er heel wat volk bij de opening omstreeks 9u00. Daar ik afkomstig ben uit de streek kende ik heel veel van die bezoekers. Ook waren er enkele van mijn klanten die speciaal voor mij vanuit St-Niklaas en Wetteren kwamen. De hele dag door bleef er veel volk toestromen. Er was een grote verscheidenheid in het publiek. Sommigen zetten het bijna op een lopen wanneer ik 20 euro 'durf' vragen voor een boek over de eerste wereldoorlog. Anderen betalen dit met plezier omdat ze weten dat dit boek zeldzaam is en meer waard dan mijn vraagprijs. Een boekje over kruiden van 12 euro zorgde er voor dat ik een madamtje bijna werd uitgescholden voor Jood. Daarop vroeg ik of ze nu echt dacht dat dit mijn duurste boek over kruiden was. Haar mond viel vragend open en ik vervolgde : kijk dit kruidenboek kost 5000 eurootjes, een echt koopje! Dit kruidenboek van Dodoens uit 1644 was gedeeltelijk ingekleurd en stukken meer waard. Gelukkig was ze zo verontwaardigd en geschokkeerd bij het horen van deze prijs dat ze niet toehapte. Bij het verlaten van de zaal werd mij nog een hele resem verwensingen naar het hoofd geslingerd. Het leven dus zoals het is... Op het einde van de middag werd het duidelijk : de verkoop was niet zo denderend maar gelukkig was ik goed uit de kosten geraakt. En bovendien heb ik enkele nieuwe klanten bij. Ook heel wat oude en minder oude kennissen teruggezien. Eentje dacht dat ik pastoor geworden was en vond het raar dat ik hier met een kraam stond. Mijn enige commentaar was : ik wou dat je gelijk had... Over het algemeen hoorde ik dat zowat iedereen tevreden was. Ondanks de relatief berperkte omvang van deze beurs en van het aantal bezoekers werden toch goede zaken gedaan. Naast de professionele standhouders waren er ook een aantal particulieren die wat oude spullen verkochten. Tijdens de beurs vroegen mensen uit Nieuwpoort om te komen kijken voor de aankoop hun boeken en postkaarten. Na de beurs, rond 20u00 kwam ik dan in Nieuwpoort aan en kon er interessante zaken aankopen : enkele mooie boeken en honderden postkaarten over de Belgische kust en het hinterland en heel wat kaarten over de eerste wereldoorlog. Een dag is vorr mij al geslaagd als ik goed verkoop en aangename contacten maak en zeker ook als ik goeie zaken kan aankopen Eén bezoeker (of beter twee) was/waren voor bepaalde mensen minder welkom in de zaal; Iemand kwam me namelijk zeggen dat dit heerschap (of beter : heer met zijn schaap) vorige week in de krant stond ivm duistere zaakjes. Het betreft een stokoude boer met zijn nieuwe bijzit. Van beiden mocht je zeker zegen dat ze nooit zo oud zouden worden als ze er nu uitzien. In heel de streek is hij berucht vanwege zijn allesbehalve voorbeeldige huwelijksleven. Net als zijn grote voorbeeld en 'televisieheld' boer Wortel was zijn grootste vreugde het aftroeven van zijn vrouw en vier kinderen, voor elk een pakske slaag iedere dag was zijn motto. Voorall de oudste werd tegelmatig afgeranseld. Zijn kijk op de vrouw 'Een vrouwenhand en een paardentand mogen nooit stille staan' roept toch serieuze vragen op... Meer dan twintig jaar lang tiranniseerde hij zo zijn gezin en uiteindelijk gooide hij zijn vrouw gewoon buiten. De brave vrouw die heel haar huwelijksleven opgesloten werd op de hoeve (de hoeve was werkelik hermetisch afgesloten) moest van het ene op het ander ogenblik de hoeve voor altijd verlaten en in de stad gaan wonen. Een echte schande. Ik kan mijn oren niet geloven, dat zoiets vandaag nog bestaat! Op de koop toe beweert hij dat zijn vrouw zélf weggelopen is... geen kat die dat gelooft! Mijnheer kneep en knijpt graag de katjes in het donker, hij kneep en knijpt ze vooral bij nacht... De laatste jaren heeft hij een nieuw katinnetje gevonden, een tweedehands en overjaars vals en zeer gemeen uitziend exemplaar. Eentje dat maar één doel heeft, het fortuin van boer Wortel afhandig maken. Een aanwezige zei me dat hij boer Wortel graag de volgende raad wou geven : Boer Wortel, hoe is het mogelijk dat je hier geld buitengooit, zou je niet eerst zorgen dat je je ex-vrouw vergoedt zodat ze haar OCMW-schulden kan aflossen. En daarna stiller tegen het lelijke katinnetje : ik hoop dat je hetzelfde mag overkomen als de arme ex van jouw boer Wortel. Wat is toch de reden dat hij zo iemand al jij in huis haalt. Ongelooflijk allemaal, zou dit echt allemaal kunnen in de Westhoek?
Vandaag is er eigenlijk een overaanbod aan rommel- en andere beurzen. Het is belangrijk dat de organisatoren veel publiciteit maken en zorgen voor een heel divers aanbod zodat iedereen , zowel standhouders en bezoekers, tevreden zijn. En het mag gezegd zijn : Eddy De Dapper uit Deinze vedient werkelijk een pluim. Zijn beurzen vinden plaats in mooie lokaties, de zalen zijn steeds volledig volzet en er zijn altijd veel bezoekers. En dit in een tijd dat het werkelijk moeilijk is om wat dan ook te doen slagen, her is nog steeds crisis... .
Morgen de hele dag naar de rommelbeurs in Oostvleteren. Zelf heb ik geen rommel natuurlijk maar het is de enigste manier om mooie dingen toch aan de man of de vrouw te brengen; in de winkel te Brugge is het momenteel immers niet op de koppen lopen. En de organisatoren zien mij wat graag komen want dergelijke zaken verhogen in grote mate de aantrekkingskracht van hun evenement. Vandaag zette ik mijj stand al op, zo moet ik me morgenochtend niet te veel opjagen. Dit evenement vindt plaats in De Scheure te Oostvleteren, ter hoogte van de 'rode lichten' op de baan van Veurne naar Ieper, je kan niet missen want meer lichten zijn er hier niet. Een mooie lokatie en er is zoals gewoonlijk - met organisator Eddy De Dapper uit Deinze - weer heel veel publiciteit gemaakt. Ook veel aangename mensen onder de standhouders. Het aanbod varieert nogal, van nieuw materiaal tot mooie antiek en oude boeken. Voor elk wat wils dus. Het is de eerste keer dat ik op deze lokatie sta en aangezien ik hier zowat 'thuis' speel zal ik ongetwijfeld veel van de bezoekers kennen. Op de terugreis naar Brugge nog enkele antiekzaken bezocht maar aangezien de ene niets interessants in huis had en de ander geen prijs kon geven voor zijn zaken kwam ik met een lege bestelwagen naar huis terug. In een andere zaak beloofde men mij archieven over een oude schuttersgilde uit een dorpje uit het Ieperse te bezorgen, daterend van de 16e tot begin 19e eeuw. Hopelijk houden ze woord want ik heb hier wel enkele klanten voor. Dergelijke unieke aanwinsten zijn goede vistitekaartjes voor de winkel. We zien wel...
Naar het grootseminarie... maar eerst een voorgeschiedenis over mijn jeugd
Eigenlijk wilde ik priester worden maar door omstandigheden kwam daar uiteindelijk niets van in huis...
Het is niet zo dat ik al als kleuter van 5 jaar de hele dag door pastoortje speelde en de mis deed, met mijn broertjes als misdienaars. Ook niet dat ik vanaf mijn eerste communie misdienaar was of zo. Ook niet dat ik op zeventienjarige leeftijd van de daken riep dat ik priester zou willen worden;
Neen, eigenlijk wil ik het liever een ùysterie noemen want nooit kan je alles verklaren wat je in een mensenleven meemaakt. Van huis uit was ik katholiek, net als veel kinderen van mijn leeftijd trok ik wekelijks naar de mis met broers en ouders. We gingen daarvoor naar Veurne, dit vermoedelijk omdat grootmoeder daar woonde en we op zondag stees bij haar op bezoek gingen. Grootmoeder was ook mijn meter en ik was bijzonder graag gezien door haar, ze bereikte gelukkig de gezegende leeftijd van bina 98 jaar. Gedurende mijn eerste levensjaren gingen we naar de mis in de kapel van de St-Augustinuskliniek, het 'moederhuis' in de volksmond, waar ik trouwens in maart 1971 geboren werd. Daar herinner ik me maar weinig van, behalve dan de doop van mijn jongste broer (1974). Daarna volgden we de mis in de dekanale St-Niklaaskerk en na de mis gingen we dus steeds op bezoek bij mijn grootmoeder die daar in de buurt woonde. Mijn eerste communie deed ik in de kerk van Eggewaartskapelle, ons dorp waar ik toen naar school ging. Ook mijn plechtige communie in 1983 vond hier plaats. We waren met vier : Ann Boeve en Kathy Harteel uit Avekapelle, Gerda Kinget uit Zoutenaaie en ik uit Eggewaarts. Zoutenaaie hoort parochiaal al 200 jaar bij Eggewaarts en Avekapelle wordt sinds ca 1975 ook door de pastoor van Eggewaarts bediend, vandaar. Het vormsel werd toegediend door Monseigneur Emiel-Joseph Desmedt die toen al niet meer van de jongsten was. Hij liet een blijvende diepe indruk op mij na, niet in het minst door zijn zware hand op mijn schouder tijdens de plechtigheid. Een bijzonder grote gestalte vond ik en heel vriendelijke ogen. Na het vormsel plaatste hij zijn handtekening onder enkele akten (in het vormselregister?) en maakten we een groepsfoto met de bisschop. Wijzelf waren gekleed in een witte albe, dus allen gelijk, dus geen modeshow zoals we nu vaak zien. De voorbereiding van het vormsel, de vormselcateche dus, vond plaats op zaterdagmorgen in de pastorie. De heel sympathieke pastoor, EH Emiel Coulommier, leerde ons de liedjes aan met begeleiding van zijn accordeon. Op een speelse wijze werden wij zo voorbereid. Heel plezant allemaal, ook omdat ik dan op mijn eentje te voet van de boerderij naar de grote mooie pastorij mocht wandelen en terug. De zaterdag voor Palmzondag moesten we van de pastoor 'voldoende' palmtakjes verzamelen, dus kregen we elk een schaar en trokken naar de grote buxusstruik achterin de tuin. Amai, we hebben die struik nogal 'vermassacreedt' Ik weet nog dat ik nog jarenlang kan zien waar ik 'enkele takjes' uit de struik haalde... De bisschop kwam om de twee jaar afwisselend naar Eggewaarts en Avekapelle om te vormen, dit was uitzonderlijk frequent, vergeleken met andere parochies, maar dit kwam omdat hij onze pastoor al kende van tijdens de tijd dat hij les gaf aan het seminarie in Brabant. Korte tijd na mijn vormsel ging Monseigneur De Smedt op pensioen. Het was nog echt een soort 'kerkvorst', een heel waardige leider van de priesters van ons bisdom. Van een goede komaf, zijn ouders waren brouwers in Opwijk. Een uitzonderlijk intelligent en verdienstelijk man. Eens hij op pensioen was hoorde je nog weinig van hem. Vele jaren later bezocht ik hem in het rusthuis in de Naaldenstraat in Brugge, ik was toen seminarist. Hij was toen al een stuk in de tachtig. Ik zag hem voor het - ik denk met nog een ander koor - de zang tijdens de begrafenisdienst in de Snt-Salvatorkathedraal te Brugge. Een enorme menigte volk beneden ons en een heel mooie dienst. Heel indrukwekkend allemaal maar op dat moment waren ik en mijn jaargenoten nog veel meer getroffen door het heel plotse overlijden van jaargenoot Kurt Desmedt uit Tielt een paar dagen voordien. De dood van een hoogbejaarde man is aanvaardbaar, de dood van een jonge mens niet...
Sinds het derde studiejaar volgde ik les te Veurne want te Eggewaarts werd het onderwijs langzaam maar zeker afgeschaft, telkens een paar studiejaar ineens en wat later verdween ook het kleuteronderwijs, dit alles omdat er te weiinig leerlingen waren. Weg dus met de geborgenheid van de kleine school met de twee klassen, een speelplaats enn een sportzaaltje. Iedereen kende er iedereen. Toen het schooltje van Avekapelle werd afgeschaft kwamen die kinderen naar Eggewaarts, ik herinner me dat er soms nogal schermmutselingen waren tussen sommige kinderen. Het was een kwestie van tonen wie er de baas was. Ik herinner me nog dat ik heel de school op handen en voeten liet kruipen over de betontegels op de speelplaats. Ik was de boer en de anderen - vooral de Avekapellenaars dan - waren de varkentjes. Een trap hier en daar hielden mijn hofstee draaiende... Ook was er wel eens ambras tussen ik + twee broers en drie broers uit Avekapelle. Nu kijken we daar gelukkig glimlachend op terug.
Het secundair volgde ik in het college en het annuntiata instituut, beide heel goede scholen. Ik was nogal leergierig, vooral geschiedenis en nederlands interesseerden mij. Wiskunde en wetenschappen lagen me minder. Ik was een middelmatige student, de leraren zeiden zes jaar lang dat ik veel meer aankon maar dat ik vooral deed wat ik graag deed. Zo zorgde ik gewoon dat ik op het einde van het schooljaar overal door was. Soms had ik wel een herexamen maar dan meestal van bijvakken. Zo had ik in het derde jaar herexamen ... zwemmen!!! Mee hierover in een apart stukje...
Vandaag werd ik midden in de namiddag opeschrikt - ik kan hier werkelijk bijna geen oog dicht doen - door een luid getater aan de vitrine. Ik zie een viertal hoofden die links en rechts, op en neer bewegen. Wanneer ik mijn ogen helemaal open doe zie ik dat het vier nonnetjes zijn. Eentje roept luidop : Is dat hier een nieuw museum of wat is dat? Een ander zegt : Amai al dat kerketuig en die oude boeken! Mens, mens, mens, vanwaar komt dat allemaal? Komt dat uit een kerke? Ik laat ze nog wat verder praten en ga dan naar buiten, tot bij deze brave dames. Ik zeg : 'Stilte in de kerk alstublieft!' Ze schrikken zich een hoedje (of een kapje?) en mompelen allemaal een goeiendag en vragen me of ik de baas ben van dit 'museum'. Ik antwoord van ja en vraag of ze soms dingen hebben in het klooster dat ze aan mij willen schenken. Waarop ze niets meer zeggen. Dan zeg ik heel vriendelijk : 't is hier geen museum maar er wordt hier wel aan goede weken gedaan. ' De zustertjes komen binnen en vergapen zich als het ware aan alles wat ze hier zien. Niets ontsnapt aan hun aandacht, ze zijn heel erg vertrouwd met al het schone dat ze hier zien. Ze noemen de namen van de tientallen heiligenbeelden maar plots zwijgen ze en zeggen : 'Maar de dienen daar zonder kop die ken ik niet' Ik zeg hun dat het Saint-Tropez is en ze barstten uit in luid gegiechel. Dan zeg ik dat dat niet om te lachen is en dat ze maar eens in de boekjes moeten kijken en dat ze dan zullen zien dat St-Tropez echt bestaat en afgebeeld wordt zonder hoofd. En ook dat ook St-Denijs en St-Chrysolius zo worden afgebeeld. En dat ik hier geen flauwekul verkoop noch letterlijk noch figuurlijk. De zusters kijken me verbouwereerd aan maar geloven me blijkbaar toch. Dan zeg ik hen dat alles wat hier staat te koop is, dat dit een winkel is. Een zuster vraagt hoe het mogelijk is dat ik zulke dingen kan verkopen, dat ze dergelijke praktijken niet graag ziet. Dan antwoord ik dat ze dan gewoon de andere kant moet opkijken en vervolg heel droogjes dat ik liever priester was geworden. En dat ik - als ze me niet tweemaal buiten hadden gesmeten uit het Seminarie - ik hier niet zou staan... De nonnetjes wisten niet hoe vlug ze buiten moesten geraken en wensten me veel geluk toe.
Ja, ik was graag priester geworden maar anderen beslisten daar anders over. God hebbe hun ziel...
Vandaag weer wat toeristen over de vloer gehad. Januari en februari zijn traditioneel de rustigste maanden van het jaar. Maar die toeristen maken mijn zaak niet uit, ik verkoop weinig aan Japanners, Engelsen of Spanjaarden. Geef mij maar de Belgen en de Nederlanders, die hebben nog oog (en geld) voor mooie dingen. Ook enkele Brugse antiquairs over de vloer gehad, het is altijd interessant om van gedachten te wisselen. De meeste antiquairs zijn immers al veel langer bezig dan ik en kunnen spreken uit jarenlange ervaring. Ook twee oude kletscommeertjes aan de vitrine gehoord : 'Je moedde u ki kieken nar ol die oede brol ier, wie kopterdadde?' Ik vlug naar buiten en ik antwoord : 'Madamtjes dadde is gin vietriene, dadde is un spegel, kiekter mor e keer goed in...' Zo rap als tellen waren ze weg, richting H. Bloedkapel... Zeggen ze dat daar ook in de kapel : 'die oede brol?' Uiteraard raakt dat mijn oude kleren niet, voor mij mag ieder zijn eigen mening hebben. Tegen de avond komen nog een paar Nederlanders een kijkje nemen. Ze duwen hun gezicht bijna door de vitrines heen, wat een lellijke tronie had de oudste dame. In mezelf denk ik : hopelijk wordt die dame nooit zo oud als ze er uit ziet... Wellicht is de dame in kwestie vorige zomer wat te lang blijven liggen in de zon...