Kuifje De Grelle

Den Bart, U kent hem wel, doet op de weblog van de Niveanen een boekje open over Waalse collaboratie. Blijkbaar was de column ook in De Schandaard geweest, als reactie op Hij is een Nazi in Le Soir. Zoals U weet spreekt de man thans meer en meer echte diplomaten-taal en daardoor komt het dat hij de Waalse collaboratie, die veel erger (in de motieven en in de moddelen) is geweest dan de Vlaamse, maar van ver durft aan te pakken. Hij zegt bijvoorbeeld niet, dat er enorm veel dossiers die daarover opheldering (en hoe!) zouden kunnen geven, gewoon vernietigd zijn. In rook opgegaan. Per ongeluk, dat wel. Als er geen geschreven getuigenissen meer bestaan, en de figuranten zijn gestorven, hebben al die verkeerde dingen dan ook niet bestaan! Dat is de redenering
.En het schijnt nog te pakken ook!
Eigenlijk was mijn titel Hergé, Tintin en De Avond (met nadruk op het ongerijmde), maar die vond ik zelf zo wereldvreemd geworden dat ik mij er zelf niet meer in herkende. Want het verhaal van Kuifje-Tintin is even vreemd als het leven van Madame Béatrice Saccoche, de getormenteerde zielepoot van de Radio Mille Colines
..Al kan mijn indruk ietwat al te persoonlijk zijn.
Tintin doet mij tot op de dag van vandaag nog altijd denken aan de scherpe reuk van belegen kaas, in die snikhete veranda, vermengd met de zurige reuk van dat oude grootmoedertje dat aan het ziekbedje zat van mijn vriendje. Een beetje verwarrend, maar Tintin heb ik altijd al een rot-verwend jong gevonden want als kind vond ik die boekjes in gezegde veranda aan huis bij een rot-verwend jong, zoontje van een kaas-groothandelaar uit de straat, die ik 4 x per dag aan de hand moest meenemen om samen van en naar t college te lopen. Hij mocht iedere vrije dag met zijn pafferige sigaren-rokende vader mee in de camionette, op toer in de Borinage, en bleef daar dan soms in vacantie bij zijn tante. Het moet daar niet al te gezond geweest zijn, want nadien was hij telkens een beetje ziekskes en zat dan ineengekrompen in die rieten zetel, met een paar Tintins op zijn knieën.
.om Frans te leren, zei zijn moeke
.Dat kon er bij mij niet in : ik had thuis alleen Zonneland (als misdienaar, gratis!) en daar werd ik toch ook niet ziek van! Want geen tijd voor het lezen. Mijn dagen bij de boer achter ons huis waren veel te gevuld om ziek te worden.
Later waren in de boekhandel die Tintins ineens Kuifjes, maar zon stijve harde felgekleurde en vooral zeer dure dingen kwamen bij ons niet in huis.
Ondertussen had ik links en rechts gelezen over Rex en Leon Degrelle en ook over de Soir-gazet, die binst de oorlog dapper had meegedaan met den Duits Vooral het opgeklopt verhaal van de Valse Soir was me bijgebleven, omdat ik veel later in mijn beroepsleven een zeer lucratief contact had gekregen met bepaalde welgestelde Brusselse bankiers (Almanij), die blijkbaar goede relaties hadden gehad met de Witte Brigade. Daar hoorde ik de achterkant van het verhaal, namelijk dat er bij een hen bevriend drukker, die het niet scheen overleefd te hebben want de Duitsers konden met die dingen niet lachen, een uitgave van de pro-Duitse Le Soir werd nagemaakt, die op een achterbakse manier volgeschreven stond met treiterende Duits-onvriendelijke beschouwingen. Der moet dan daarop wel een en ander gebeurd zijn die heel wat stof deed opwaaien, maar daarover hielden ze toch grotendeels hun mond. Dat er verraad in het spel was geweest en zo : meer niet.
Och ja! Het is ook allemaal al zo lang geleden, en eigenlijk was ik dat alles zo goed als vergeten : Madame Béatrice Saccoche irriteerde mij, en ik wist niet precies waarom
.Hopelijk staat er nu eens een historicus recht, die zijn thesis daaraan besteedt
Moest ik daaraan beginnen, ik zou de pedigree van de eigenaars eens natrekken
..Want kazak draaien is een typische Wallo/Brusseleirse uitvinding.
Ik wil in ieder geval niet op diens besluiten vooruit lopen, maar het is dikwijls zo, dat de ergste verraders achteraf omswitchen tot de felste verdedigers, in de hoop dat de potjes gedekt blijven.
o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-
Vlaamse Nazis.
xml:namespace prefix = v ns = "urn:schemas-microsoft-com:vml" />21 september 2010
Ik ben een geduchte vrouwenhater, een vreselijke racist en een abominabele antisemiet, schreeuwde een geïrriteerde Georges Rémi uit in 1977. De boosheid van Hergé was wellicht ingegeven door het besef dat er voor elk van deze aantijgingen iets te zeggen was.
Voor vrouwen is er in het universum van Kuifje alleen plaats als decorum, met uitzondering van enkele bazige, onaantrekkelijke en pompeuze personages als Bianca Castafiore. Zijn voorstelling van Afrikanen in het vooroorlogse Kuifje in Afrika paste misschien nog in de kolonialistische tijdgeest van het album. Maar zelfs in zijn naoorlogs antiracistisch statement Cokes in Voorraad lopen de Afrikanen nog rond als domme negers die een kinderlijk taaltje spreken. Antisemitisme ten slotte was een subtekst in sommige verhalen. In de oorspronkelijke versie van De Geheimzinnige Ster was het zelfs een thema. Kuifje neemt er deel aan een expeditie om een stuk gevallen meteoor terug te vinden met wetenschappers die toevallig allemaal uit Duitsland of Duitsgezinde landen komen. De Amerikaanse tegenexpeditie, geleid door de karikatuuraal getekende joodse bankier Blumenstein, is alleen uit op geldgewin en schuwt daarbij geen geweld of bedrog (in latere edities werd Amerika een fictief land en verandere Blumenstein in Bohlwinkel). Deze strip verscheen voor het eerst tijdens de Tweede Oorlog in de collaborerende krant Le Soir. Hergé was daar aan de slag gegaan als redactioneel medewerker. Dat was een logische keuze nadat hij eerder als jonge reporter had gewerkt voor Le Vingtième Siècle, een rechtse katholieke krant onder leiding van pater Norbert Wallez, die openlijk sympathie betuigde voor het fascisme. Hergé zei later dat hij alles aan Wallez te danken had. Overigens leerde Hergé op de redactie ook ene Léon Degrelle kennen - die levenslang onterecht zou beweren dat hij model stond voor Kuifje - wiens politieke opmars Hergé een tijdlang van illustraties voorzag. Voor Le Soir was Hergé een godsgeschenk, de verhalen van Kuifje waren immers de voornaamste reden om de collaborerende krant te kopen.
Over heel deze geschiedenis, die toch geen detail was in het leven en werk van Hergé, zal u echter helemaal niets te weten komen in het Hergé-museum in Louvain-la-Neuve. Enkel in een documentaire die er in iteratie wordt vertoond, laat men Hergé zelf kort verwijzen naar de periode waarin hij zogezegd het dappere voorbeeld volgde van koning Leopold III en tijdens de oorlog aan het werk bleef. Yeah right! Het negeren van dit belangrijk aspect in het leven van de briljante kunstenaar is typerend voor de Waalse mythe dat de collaboratie een overwegend Vlaams gegeven was terwijl Franstalig België dapper verzet bood.
Het historisch onderzoek naar de Franstalige collaboratie blijft tot vandaag dan ook bijzonder summier. Het contrast met Vlaanderen kan niet groter zijn. Bibliotheken zijn er vol geschreven over alles en iedereen die met de collaboratie van heinde of verre iets te maken had. Aanvankelijk vooral door betrokkenen zelf en met een sterke vergoelijking. Anders dan in Franstalig België maakte de link van de collaboratie met de Vlaamse Beweging dat men in Vlaanderen de verleiding van de Nieuwe Orde niet onder de mat kon vegen als een tijdelijke bevlieging. Het verleden werd er meegedragen door een levende maatschappelijke stroming die het een plaats moest geven. Exhaustief historisch onderzoek, met een niet altijd even vriendelijke Maurice De Wilde als pionier, deed de Vlaamse vergoelijking vanaf de jaren 1980 wijken voor een objectieve blik op de fatale flirt met de bezetter. Een ontwaken dat nog harder aankwam doordat vanaf het einde van de jaren 1960 de beeldvorming van de Tweede Oorlog verschoof van een strijd tussen natiestaten naar een ideologische botsing tussen de democratie en het demonische nationaal-socialisme dat verantwoordelijk tekende voor de Holocaust. Gelinkt kunnen worden aan de verkeerde kant, werd daardoor dubbel zo pijnlijk.
En anders dan in Wallonië, is er in Vlaanderen geen ontsnappen aan. Kijk maar naar wat nu gebeurt met Hergés collega Willy Vandersteen. De vader van Suske en Wiske kan inzake politieke denkbeelden helemaal niets aangewreven worden, uitgenomen het nu bewezen feit dat hij zich tijdens de oorlog liet betalen voor enkele bijzonder foute tekeningen. Toch zal dit feit een vaste voetnoot worden in het nalatenschap van deze grote kunstenaar. Er is echt geen ontkomen aan. Onlangs presteerde de RTBF het in een reportage om beelden uit te zenden van het graf van mijn vader als opstapje naar een vermelding van mijn grootvader die lid was van het VNV, wat dan weer de kans bood het verhaal te larderen met beelden van geüniformeerde collaborateurs. Verwijzingen naar een mij toegedicht nazisme blijven in sommige Vlaamse en in bijzonder veel Franstalige scheldmails vaste prik. Toch is het beter alle feiten uit het verleden van een gemeenschap onverbloemd onder de ogen te zien dan over anderen te oordelen vanuit een misplaatste morele superioriteit gebaseerd op collectieve onwetendheid. Of zoals François Mitterand het zei toen men hem confronteerde met zijn verleden als ambtenaar in het collaborerende Vichy-regime: "On ne tourne pas le dos à ce qu'on était, on change, c'est tout".
o-o-o-o-o-o-o-oo
Pssst
Dit artikel was klaar om te worden gepost, toen ik eerder toevallig het interview vond van Bart De Wever, waar Nelly Maes zijn verdediging opnam. Niks nieuws dus, tenzij de opmerking van die Schandaard-journalist, dat de Heren aandeelhouders van Le Soir toch best eens opening zouden geven van hun archieven.
Waarom zouden zij dat doen? Mensen toch! Er moeten in onze bibliotheken toch oude nummers genoeg aanwezig zijn van die collabo-krant!? Of liever: dat men eens gaat kijken in de Duitse archieven! Misschien zelfs dat in der archieven van de Gestapo de naam van de gelukkige nog terug te vinden is, die de 30 zilverlingen heeft verdiend met de namen van zijn medeplichtigen te gaan verklappen
Die valse Le Soir : daar stoeft men mee, maar de echte
..die liep de hele oorlog door vanzelf van de persen
.
De waarheid, Madame Béatrice Saccoche, die zweeft nog altijd ergens in de lucht, op zoek om toch maar ergens te kunnen landen. Het zou wel eens kunnen dat die landt op Uw schrijftafel, onder de vorm van een netjes ingebonden studenten-thesis met weer de scherpe bijgeur van belegen kaas en oude vrouwen.
STOP EENS N BLOKKER BLOGGER IN UW TANK
