.
VRIJDAG 7 JANUARI 2022

*
5007823 ALS DE WIND VALT, VALLEN DE GROENEN NU OOK MEE?
*
I N H O U D
De
oplossing ligt voorr de hand. Of liever, ze steekt in onze broek.
Gedaan dus met wolken verscheurende wieken op honderden meter boven de
grond, zowel te water, op land als in de lucht. In vervanging: Kleine
bescheiden windmolentjes achteren in gemonteerd in ieders onderbroek.
Die zetten daar meteen en zonder kosten de luchtstroom om in
electrrische energie.
Verdient
een hoge Nobelprijs voor de inventitiviteit als belonong voor het
redden van de wereld van de Groene Mallemolen-doldraaierij
.


http://blog.seniorennet.be/guvaal/
*
SLAG VAN DE MOLEN
*
Ik
kom even terug op de reactie van onze vriend Walter op mijn blog van 5
dezer over de windmolens. Er was inderdaad, zoals hij schrijft, een
tekort aan windkracht over 2021. Dat werd ook reeds bevestigd in een
artikel in De Standaard van de dag voordien. Het Belgian Offshore
Platform, de koepel van de Belgische windparken op zee, bevestigde
daarin dat de windproductiviteit over 2021 bijna 4% lager lag dan het
gemiddelde van de jaren voordien. En dat is geen verrassing. Ik verwijs
daarbij naar mijn blog van 1 december 2021 (Windstilling), waarin ik
het o.m. had over de meet-gegevens van Vortex, een onafhankelijk Brits
studie bureau dat weermodellen uitwerkt. Dat verlies aan windkracht is
trouwens niets nieuws. Het heet Windstilling, wordt al waargenomen
sinds 1960 en niets zegt dat het zal verbeteren.
Wind
in 2021 was niet meer dan een zuchtje, was trouwens de titel van het
artikel in De Standaard, waarbij ook verteld werd dat alleen Denemarken
(18%) en de UK (11%) meer wind in hun elektriciteits-mix hebben dan
België (8%). Bij windstilte is de productie echter voor iedereen
hetzelfde: nul komma nul.
Tenslotte nog dit: het aandeel van zonne- en windenergie in de totale wereld-energie bedroeg in 2018 3%.
Dat cijfer zal nu wel wat hoger liggen en hopelijk blijven stijgen,
maar het kan nog even duren vóór we op wereldvlak aan de dubbele cijfers
zullen zitten. Er is dus geen reden om daar nu al triomfantelijk over
te doen.


NOODGREEP MOET OOSTERWEELWERKEN SNEL WEER OP GANG TREKKEN
*
Vandaag om 01:00
*
De bouwheer LANTIS
heeft een tijdelijke noodoplossing klaar om de grondwerken op de
Antwerpse Oosterweelwerf weer vlot te trekken, nadat de Raad van State
die heeft stilgelegd. Door de ingreep zouden de vertraging en de
kostprijs beperkt blijven.
Oosterweel
is een mobiliteits project - van circa 4,5 miljard euro - met nieuwe
wegen, tunnels en verkeersknooppunten om de Antwerpse ring rond te maken
en het verkeer in en rond de Scheldestad vlotter te maken.
De
werken liggen stil omdat de Raad van State het technisch verslag voor
het hergebruik van gronden op de werf heeft geschorst. De Raad hekelde
dat bouwheer Lantis een technisch verslag opstelde voor één grote
werfzone op de Antwerpse Linkeroever, terwijl het om drie aparte project
zones gaat: Linkeroever-Zwijndrecht, de nieuwe Scheldetunnel en de
veiligheidsberm bij het bedrijf 3M.
Daardoor mag Lantis geen zwaar met PFOS vervuilde
gronden meer verplaatsen naar de veiligheidsberm bij 3M. Doordat de
gronden niet meer vrijuit over de werfzone verplaatst kunnen worden,
dreigen hoge kosten en vertraging.
Oosterweel nieuwe stresstest voor Vlaamse regering
Zuivere grond
Om
de werf weer op gang te trekken, gaat Lantis twee aparte technische
verslagen indienen voor de projectzones Linkeroever en Scheldetunnel,
waardoor het tegemoetkomt aan de kritiek van de Raad van State. Als de Grondbank,
de bodembeheerder van de Vlaamse overheid, die goedkeurt, dan kunnen de
graafwerken met niet te zwaar vervuilde gronden deels hervatten. Het
zal voor Lantis zaak zijn aannemers duidelijk te maken welke partijen
grond ze precies mogen aansnijden.


ANTWERPEN IN DE MIST VAN HET VERLEDEN.

foto: ©Unsplash
*
Boekenland in Antwerpen: vergeet de koopjes, lees de stad
Schrik
niet, beste lezer, wanneer u tijdens het shoppen op de Antwerpse Meir
een verwilderde man aantreft die Koopjes! Het zijn godverdomme
koopjes! schreeuwt richting de ontelbare borden met solden en
steeds vaker sales die dezer dagen het straatbeeld sieren. Netjes
van achter mijn mondmasker, dat wel, te midden van de drommen bezoekers
uit onze noordelijke broederstronk, die de Groot-Nederlandse gedachte
handig samenvatten als shoppen, shoppen, shoppen!.
Om
maar te zeggen: we komen weer buiten na onze traditionele winter-dip,
willen een eindje flaneren door onze geliefde Koekenstad, maar deinzen
terug voor de duizendkoppige menigte die de eindejaars drukte geruild
heeft voor de jacht op het goedkoopste T-shirt uit de Primark of de
voordeligste onderbroek uit de Hunkemöller. Dan maar snel de aftocht
geblazen door straten die namen dragen die gonzen van obscure, vergane
grandeur. Plantin en Moretus. Breughel. Jongelinck. Van Schoonbeke
Wildevrouw
Je
droomt al gauw weg naar lang vervlogen tijden. De laatste jaren
verschenen enkele opmerkelijke boeken over de stad en haar geschiedenis
om die Antwerpse dromerijen kracht bij te zetten.
Veel is veranderd, veel is hetzelfde gebleven: ook in Wildevrouw kom je groot-ondernemers tegen, en vastgoedspeculanten
Om
maar meteen de evidentste te noemen: Wildevrouw van Jeroen Olyslaegers
is niet alleen stilistisch een tour de force, maar katapulteert je
meteen naar het Antwerpen van de woelige 16de eeuw. Door de
terugblikkende ogen van de herbergier Beer komt de stad tot leven zoals
ze moet zijn geweest in haar gouden eeuw, in aanloop naar de
beeldenstorm van 1566 en ander naderend onheil. Veel is veranderd, veel
is hetzelfde gebleven: ook in Wildevrouw kom je groot-ondernemers tegen,
en vastgoedspeculanten. Voor die waarheidsgetrouwe reconstructie
voerden Olyslaegers en zijn bloedbroeder Stef Franck een jarenlange
intensieve research.
Wie
nog meer wil weten over die 16de-eeuwse gloriejaren van de stad moet
natuurlijk ook Antwerpen De Glorienaren van Michael Pye op het schap
hebben staan. Pye schetst kundig de economische en geografische
dynamieken die ervoor zorgden dat Antwerpen plots zijn voet kon zetten
naast Brugge (toen nog een wereldcentrum van handel en havenactiviteit)
en banden smeedde met verschillende buitenlandse havensteden, Venetië op
kop. Pye brengt verschillende historische personages weer tot leven op
basis van historische documenten. Daarbij laat hij ook zien dat veel van
Antwerpens huidige herinneringscultus gebaseerd is op barokke en
romantische voorstellingen.
Wie
dieper wil graven, naar de periode voor de val (1585) en de
beeldenstorm (1566) ziet zich geconfronteerd met zeer fragmentarisch
archiefmateriaal. De opeenvolging van oorlogen en bezettingen hebben
veel bronnen onherroepelijk verloren doen gaan. Het enthousiasme waarmee
het historisch patrimonium van Antwerpen in de 20ste eeuw verder
verminkt werd, maakte de zoektocht naar tastbare bronnen er niet minder
eenvoudig op.
De eerste projectontwikkelaar
Een
studie over Antwerpen is niet compleet zonder in te zoomen op de eerste
projectontwikkelaar van de stad, Gilbert van Schoonbeke (1519-1556).
Van Schoonbeke was een van de drijvende krachten achter de bouw van de
stadsomwalling (ca. 1549). Hij nam ook het initiatief voor de uitbouw
van de Nieuwstad, een wijk in het noorden van de stad die grosso modo
overeenkomt met het huidige Eilandje. Ook de buurt van de Markgravelei
heeft haar ontstaan aan zijn plannen te danken: Van Schoonbeke kreeg er
een straat naar zich genoemd.
Ook
in de 16de eeuw waren vastgoedontwikkelingen in Antwerpen niet zonder
controverse: Van Schoonbeke mocht zich verwachten aan protesten tegen
zijn plannen. De geschiedenis van deze bouwmeester, de stad en de tijd
waarin hij leefde wordt uitvoerig uit de doeken gedaan in de lijvige
studie Gilbert Van Schoonbeke: Visionair ondernemer in Antwerpens Gouden
Eeuw onder redactie van Hugo Soly, met voorwoord van niemand minder dan
Bart De Wever.
In
de eeuwen na de val van Antwerpen raakte de stad in een
Doornroosjesslaap. In die mate zelfs dat je in het Antwerpen van midden
19de eeuw nog een goede indruk kreeg van hoe de stad er enkele eeuwen
tevoren moet hebben uitgezien. Verschillende vlieten waren nog niet
gedempt, de uitbreiding van de haven was nog niet aan de orde en de stad
lag nog ingebed in de historische omwalling uit de tijd van Van
Schoonbeke. Antwerpen, verloren stad 1860-1880, samengesteld door Jan
Ceuleers, brengt een unieke reeks beelden samen die in die periode
werden gemaakt door fotografie pionier Edmond Fierlants. In onwezenlijk,
tijdloos sepia geven Fierlants zijn beelden een unheimliche inkijk in
het alledaagse leven van dat sluimerende Antwerpen
Centraal station
Lang
zal de rust niet meer duren: omstreeks 1880 breekt de stad uit haar
carcan: de omwalling wordt afgebroken en vormt later het tracé van de
huidige leien, de citadel aan de zuidkant van de stad wordt gesloopt en
in de plaats komen in sneltempo nieuwe buurten. Het huidige Zuid, met de
buurt rond het Museum voor Schone Kunsten en de Zuiderdokken (rond de
Vlaamse- en Waalsekaai) ontstaan in die tijd. Om een idee te geven van
de omvang van deze snelle uitbreiding: het huidige centraal station lag
bij zijn ontstaan toen nog als houten barak aan de oostzijde van de
stad.
De
expansie van de stad houdt gelijke tred met de gestage groei van de
Antwerpse haven aan het einde van de 19de eeuw. Het is in die context
dat Het tij hoog, de maan blauw van Jolien Janzing zich afspeelt. De
roman behandelt de legendarische Zuidpoolexpeditie van Adrien de
Gerlache in 1896, maar biedt vooral inzicht in de maritieme micro kosmos
van het laat 19de-eeuwse Antwerpen, met focus op de weduwe Léonie
Osterrieth, de flamboyante geldschieter van de onderneming.
De zelfkant van de haven
De
zelfkant van die bloeiende haven wordt uitvoering belicht in een nieuwe
studie naar het vroege werk van Eugeen Van Mieghem. De Stichting Eugeen
Van Mieghem presenteerde het voorbije najaar zijn veertiende studie
rond de Antwerpse schilder-chroniqueur. In Antwerpen rond 1899 wordt
ingezoomd op Van Mieghem zijn jeugdjaren en -werk, zijn tragische liefde
voor de jonggestorven Augustine Pautre en zijn fascinatie voor het
leven langs de kant met zijn zeelui, haveloze migranten en prostituees.
Schrijver en curator Erwin Joos hint naar een verborgen, libertijnse
dimensie in het leven van Van Mieghem, maar wie daarover meer wil weten
zal nog even moeten wachten tot de Van Mieghem-biografie van Eric
Rinckhout van de persen rolt.
En
voor wie deze nacht in de straten wil verdwalen blijft er nog steeds
Het Dwaallicht van Elsschot. Zijn dwaaltocht door een nevelig,
mysterieus Antwerpen kun je nog steeds overdoen in een parcours met
citaten langs de route. Om vast te stellen dat zelfs van dat
midden-20stee-eeuwse Antwerpen van Elsschot alweer niet veel overblijft.
Time waits for no-one in de Koekenstad. Tijd om naar huis te gaan.
Nog eenmaal achterom kijkend naar de koopjeswoede op de Meir, te mompelen, Gilliams achterna:
Hier gaan de kralen van de rozenkrans verloren ;
van huid en haar geen raadsel overblijft
waar ledigheid in ledigheid wil wonen.
Het huis van kamers en de stad van straten :
ai, laat de klok met rust. Telt goud, drinkt wijn.
Het vuil rot ondergronds. Bidt niet voor het geraamte.
Michiel Leen

CORONA, DELTA, OMIKROM
& CENSUUR VRIJE

STRICT PERSOONLO-IJKE COMMENTAAR
*
Wedden
dat in Antwerpen de tweede nog altijd onafgewerkte OL Vrouw kathedraal
toen er vlugger zal staan, dan dat dat Oosterweelgeval ooit klaar komt?
Reden: GROEN en de varkens van Zwijndrecht gaan voor.
Die
tweede toren is bij een stompje gebleven, net zo bescheiden als het
politek genie van de hudige Burgervader. Willen en niet kunnen
Dat
torenstompje is best te vergelijken met Art Één van de Statuten van de
Nieuwe Vlaamse Arrogantie. Niemand die er nog bij stilstaat.
Waaraan
zou BDW dus de eer genieten om ooit dat nieuwe complex van overdekte
onderwater-tunnels als bovengrondse ondergravingen te mogen inhuldigen?
Na
de Vlaamse Onafhankelijkheid echter, kan, wat mij betreft, deze
discussie gerust hernomen worden. Maar dat is pas, zoals JMDD het onl
angs op TV verwoorde, als al de groenen in den bak zitten
Die dag ga ik per pdes apostolorum met mijn rollator te voet van Ingooigen naar de Antwertpse Eeuw Feesten.
*
Digithalys
|