OVER DE VIERDE (WOKE) IJSTIJD

Hieronder
krijgt U als toemaatje oop de voorbije week een moeilijk maar zeer
verhelderend verhaal hoe (in het geniep) onze hedendaagse samenleving
vergiftigd wordt. Om, in navolging van het (verbeterd?) Commmunisme en
(menselijker?) Nazisme, een Nieuwe Wereld Orde te worden die zekerlijk noch voor geen tiende part niet Wit noch Christelijk mag zijn.
Kortom, een samenleving op de maat van S atan, want sedert de Franse Revolutie is God Dood.
-
In Mei 68 reeds was het verboden te verbieden, nu echter wordt het verboden te leven zoals we geboren zijn.
-
Min mening?
De Mens, staat geschreven in de Bijbel, werd geschapen Gode gelijk.
Man,
vrouw, wit, zwart geel of rood: we zijn in wezen allemaal Redelijke
Schepsels Gods. Alleen is de ene bevolkingsgroep door omstandigheden
jaren, ja zelfs vele eeuwen voor op de andere. Wat meebrengt dat er voor
iedere
generatie voortdurend veel werk aan de winkel is om bij te leren.
Brhamaputra, Confucius, Maarten Luther, Mohammed-de-Kinderverkrachter:
luister niet naar hun woorden, maar kijk naar hun daden.
Kijk,
dat van Bemin Uw Naasten gelijk Uzelf: had Iemand me dat niet voor
gezegd, ik en met mij de meeste mensen) zouden het zelf uitgevonden
hebben.
Mao mag gerust de pot op! Mest en i geen heiligheid, maar t is de Ziel der Landbouw.
*
Nathalie Heinich, Frans sociologe, haalt uit naar de politieke correctheid die het academisch onderzoek verstikt.
*
foto: ©Vigenère en Wikimedia Commons
*
Hoe woke-activisten het Frans universitair onderzoek kelderen
*
Over de verwarring tussen wetenschap en ideologie
24/07/2021 Luckas Vander Taelen.
-
De
bekende Franse sociologe Nathalie Heinich, die verbonden is aan het
prestigieuze Centre National de la Recherche Scientifique (CNRS), heeft
sinds lang een reputatie opgebouwd als verdedigster van controversiële
stellingen. Zo sprak ze zich uit tegen het homohuwelijk, maar niet op de
hysterische manier van de Franse conservatieve katholieken. Haar
replieken zijn steeds op indrukwekkende manier onderbouwd.
In
de beste traditie van hoogstaand Frans intellectualisme zijn haar
teksten een voorbeeld van hoe een debat gevoerd moet worden. Geen
polemiek gaat ze uit de weg, maar ze houdt zich ver van oppervlakkig
geruzie. Men hoeft het niet eens te zijn met haar om te genieten van
haar grote intelligentie. Ik raad iedereen die zijn Frans en
intellectuele vermogens wil testen een bezoek aan één van de vele
internetpaginas over haar aan.
Academisch militantisme
Recent
heeft Nathalie Heinich een publicatie over een gevoelig onderwerp
uitgebracht, dat zich afspeelt in een wereld die ze als onderzoekster
bijzonder goed kent: een kort maar krachtig pamflet met de titel Ce que
le militantisme fait à la recherche.
Daarin
luidt ze de alarmbel over wat zij ziet gebeuren aan de Franse
universiteiten, waar in navolging van Amerikaanse campussen het
onderzoek steeds militanter wordt. Geëngageerde vorsers vergissen zich
daarbij volgens Heinich van arena; opvattingen die thuishoren op het
publieke domein van burgeractivisme of politiek gaan stilaan de basis
vormen van het universitair werk.
Militante vorsers vinden dat de universiteit een rol te spelen heeft in de strijd tegen discriminatie en onderdrukking.
Militante
vorsers vinden dat de universiteit een rol te spelen heeft in de strijd
tegen discriminatie en onderdrukking. Aan die overtuiging is hun
onderzoek ondergeschikt. De strijdpunten van de militanten mogen dan wel
juist en rechtvaardig zijn, vindt Heinich, alleen mogen die niet het
uitgangspunt vormen van onderzoek.
Max Weber
Heinich
herinnert eraan hoe de universiteiten zich hebben moeten bevrijden van
religieuze en politieke druk. De grondlegger van de sociologie, Max
Weber, had het in dit verband meer dan een eeuw geleden al over de
noodzakelijke neutraliteit. Dat sluit natuurlijk niet uit dat een
onderzoeker een persoonlijke mening heeft, maar nooit mag de grens
vervagen tussen wetenschap en ideologie.
Heinich
klaagt nu net het tegenovergestelde aan: activistische onderzoekers
hebben hun wetenschappelijke rigueur ingeruild voor een vooringenomen
manier van werken, waarbij het erop aankomt de juistheid van hun
militante overtuigingen aan te tonen. Wat alles nog moeilijker maakt is
dat ze niet langer de noodzaak inzien van het onderscheid tussen een
wetenschappelijke neutraliteit en een ideologische benadering.
Alles is politiek wordt dan geponeerd, maar dat is niet meer dan een alibi voor de subjectiviteit van hun onderzoek
In een redenering die sterk doet denken aan die van Mei 68,
zien zij pure wetenschap als onmogelijk. Alles is politiek wordt
dan geponeerd, maar dat is niet meer dan een alibi voor de
subjectiviteit van hun onderzoek, vindt Heinich. Militante onderzoekers
vertrekken van een concept zoals witte dominantie, discriminatie of
racisme en doen dan onderzoek dat onvermijdelijk leidt tot de
bevestiging van dat concept.
Het
doel, stelt ze, is niet meer het ontdekken van wat men niet weet, maar
enkel de bevestiging van wat men reeds wist. Dat noemt zij een parodie
van de wetenschappelijke benadering.
Het woke-virus
De
eigen overtuiging wordt het prisma waardoor naar de wereld gekeken
wordt, het criterium van de zoektocht naar de waarheid. Heinich betreurt
ook de oprukkende overtuiging bij vele jongeren aan de universiteit dat
eerder dan wetenschappelijke neutraliteit een individuele beleving de
enige garantie is van een correct onderzoek.
Men
moet zelf lesbisch zijn om over vrouwelijke homoseksualiteit te werken,
of gekleurd als het over racisme gaat. Het gaat zover dat de Sorbonne,
de bekendste universiteit van Frankrijk, een onderzoekster engageerde
die zichzelf aanprijst als queer activiste en militante, specialiste op
het vlak van gender.
Het
woke-virus heeft zich in een snel tempo verspreid aan de Franse
universiteiten. Heinich ziet in wat zij ontwakings-theologie noemt
sporen van een schuldgevoel dat eigen is aan het Amerikaans
protestantisme. In Frankrijk hebben intersectionaliteit en
dekolonialisme zich opgedrongen als stugge dogmas.
in tegenstrijd met wat onbevooroordeeld wetenschappelijk onderzoek moet zijn
Aan
de universiteit van Montpellier werd tijdens een colloquium de witte,
heteroseksuele man aangeklaagd in de strijd tegen seksisme en racisme.
Dat soort uitgangspunten is volgens Heinich volledig in tegenstrijd met
wat onbevooroordeeld wetenschappelijk onderzoek moet zijn. Militantisme
doet de betekenis en de waarde ervan in ijltempo verminderen. Vele
onderzoekers lijken volgens haar vergeten te zijn dat hun werk niet mag
gebeuren vanuit emotionaliteit, maar dat een strikte afstandelijkheid
vereist is.
Intersectionaliteit
Het
intersectionele denken deelt de wereld op in een dominerende witte
meerderheid en gedomineerde minderheden. Een zwarte vrouw die tot die
laatste groep behoort, heeft volgens deze ideologie een specifieke
situatie omdat ze niet alleen omwille van haar geslacht onderdrukt
wordt, maar ook omdat ze gekleurd is racisée, zoals dat in de Franse politiek-correcte newspeak genoemd wordt en bovendien moslima, een driedubbele onderdrukking.
De
context is hieraan ondergeschikt. Op die manier wordt het moeilijk om
een vrouw te veroordelen zoals de moeder van Mohammed Mehra, die 7
mensen, waaronder drie kinderen, vermoordde. Zij was duidelijk
medeplichtig, maar in de woke-wereld wordt zij beschermd door haar
driedubbele achterstelling als gekleurde vrouw en moslima.
Het woke-denken leidt door de principiële opdeling van individuen tot een simplistische kijk op de maatschappij
Heinich
citeert een afrofeministe die door de universiteit van Limoges werd
uitgenodigd. In een radio-interview poneerde die haar stelling dat een
witte man nooit anti-racist kàn zijn en hij nooit gelijk kan hebben
tegen een zwarte of Arabische man. Dat sluit volgens Heinich elke
genuanceerde kijk op complexe problemen uit. Het woke-denken leidt door
de principiële opdeling van individuen tot een simplistische kijk op de
maatschappij en tot een principiële victimisering van mensen, alleen
omdat ze tot een intersectionele groep behoren.
IJstijden
Heinich
klaagt deze machtsgreep van het academisch militantisme zonder
mededogen aan. Ze vergelijkt de sfeer aan de universiteiten met die van
wat zij de eerste ijstijd noemt, in de jaren na de tweede
Wereldoorlog, toen radicale marxisten elk onderzoek de richting van de
klassenstrijd uitstuurden om koste wat het kost het gelijk van hun
ideologische opvattingen aan te tonen.
Een
tweede ijstijd kwam er met Mei 68, waarbij de interuniversitaire
research werd gekaapt door extreemlinkse Mao-sympathisanten. Nu bevinden
we ons volgens Heinich in een derde ijstijd, waarbij
ongeveer 50% van het onderzoek gaat over themas die de woke-militanten
lief zijn, zoals gender en ras. Religie, dat vroeger door de linkse
militanten als opium voor het volk werd afgedaan, wordt nu als een te
respecteren eigenheid van de islamitische minderheid gezien.
Cancel culture
Dat
academisch militantisme gaat gepaard met een grote intolerantie
tegenover andersdenkenden. De cancel-culture verdringt stilaan het
tegensprekelijke debat. Tegenstanders worden meteen op een volgens
Heinich stalinistische manier afgedaan als extreemrechts, wat een
handige manier is om niet te moeten antwoorden op hun argumenten.
nieuwe censuur die oude totalitaire reflexen hanteert.
Toen
in Grenoble een professor zich verzette tegen het gelijkschakelen van
islamofobie met racisme en antisemitisme, werd die hard aangevallen door
studenten. Zijn kritiek werd afgedaan als stalking, een persoonlijke
aanval op de onderzoeker die aan de basis lag van die beslissing.
Heinich noemt dit nieuwe censuur die oude totalitaire reflexen hanteert.
Heinich
ergert zich ook aan de écriture inclusive, de nieuwe manier van
schrijven die de vermeende discriminatie eigen aan de Franse taal moet
wegwerken door bij elk woord dat een groep aanduidt ook meteen de
vrouwelijke vorm te vermelden voorafgegaan door een puntje. In linkse
kringen staat het niet goed deze manier van schrijven te verwerpen. De
Belgische Ecolo-ministers gebruiken ze ook in hun officiële
mededelingen. Heinich vindt dit een uiting van een zeer ideologische
kijk op gender.
Systemisch racisme
Heinich
vreest dat de simplistische kijk op de wereld van bevooroordeelde
onderzoekers sommige jongeren kan aanzetten tot gewelddadige actie. Ze
geeft het voorbeeld van de door militanten geponeerde stelling dat de
Franse maatschappij lijdt aan systemisch racisme. Onderzoek daarover
is meestal gebaseerd op verhalen over racistische ambtenaren. Die
bevindingen worden dan veralgemeend, waardoor de organisatie van de
Franse maatschappij gelijkgesteld wordt met discriminatie en racisme, of
erger: de Zuidafrikaanse apartheid of het Vichy-regime tijdens de
Duitse bezetting.
Het
geloof dat Frankrijk een haast fascistische staat is, kan een perfect
alibi vormen voor geweld. Heinich wijst op het gevaar dat jongeren
aangetrokken worden door dergelijke extremistische stellingen, die vaak
bevattelijker zijn dan doorwrochte, complexe analyses.
Ze
betreurt ook dat de term islamofobie gebruikt wordt tegen wie
waarschuwt tegen radicaal islamisme. Met racisme heeft die term niets te
maken, merkt ze op, wel met een afkeer van een religie. Dat is in
Frankrijk nog altijd niet verboden. Maar in de woke-ideologie wordt dat
onderscheid niet langer gemaakt en geldt het als een onderdeel van
koloniaal denken.
Nathalie
Heinich besluit dat strijden voor lovenswaardige doelen geen garantie
is voor wetenschappelijk werk van niveau. Dat moet onderzoeken hoe de
wereld is, niet hoe hij zou moeten zijn. Dat is de rol van de actieve
burger, ver van de academische wereld. Het zal niet verwonderen dat zij
kon rekenen op veel negatieve reacties vanuit de groepen die zij
viseert. Die bewezen zo ongewild de waarde van haar bevindingen.
Luckas Vander Taelen

|