
*
SUR LE PO?T DAVIGNON
Na Nice nu ook mes-aanval in Avignon: politie schiet man dood die hen probeert aan te vallen. Een man heeft in de basiliek Notre Dame
in het centrum van Nice mensen met een mes aangevallen. Daarbij vielen
volgens de politie zeker drie doden en raakten verschillende mensen
gewond. Volgens burgemeester Christian Estrosi riep de dader de hele
tijd Allah Akbar. Volgens de politie is bij de aanval een vrouw onthoofd, meldt persagentschap Reuters. In Avignon
werd intussen een tweede aanslag verijdeld. Daar probeerde een man
politieagenten aan te vallen met een mes. De dader werd doodgeschoten.
Ook in Jeddah in Saoedi-Arabië werd een man aangevallen met een mes.
Daar werd de dader opgepakt.
SPS 29-10-20, 09:45 Laatste update: 11:49 Bron: ANP
*
INHOUD
DE ONZALIGE RE¨RESSIE NOGMAALS HERKAUWD MAAR NOG ALTIJD GEEN EERHERSTEL LAAT STAAN SGHADEVERGOEDI
*
BELGISCHE JUSTITIE LEVERDE GOED WERK TIJDENS REPRESSIE

Voorpublicatie uit 'Onverwerkt verleden'
30
jaar na datum publiceerde Kritak een update van het toen baanbrekende
boek Onverwerkt verleden van prof. Luc Huyse (KU Leuven). Baanbrekend
omdat het voor het eerst tal van objectieve cijfers gaf met betrekking
tot de repressie na de Tweede Wereldoorlog. Het boek doorprikte hoewel
niet voor het eerst een zekere Vlaams-nationale mythe-vorming omtrent
de repressie zonder maat of einde. In de update blikken Bruno De
Wever, Koen Aerts en Pieter Lagrou op de voortgang van het historisch
onderzoek van de voorbije drie decennia. Hieronder leest u een
voorpublicatie uit het essay van prof Pieter Lagrou:
Recht spreken met kromme wetten. De sisyfus arbeid van het
Krijgsauditoraat. Pieter-Jan Verstraete hierover elders op Doorbraak:
deze kleinzoon van de Vlaamse SS-leider René Lagrou
maakt het daarbij nogal bont. Lagrou steekt zijn bewondering voor de
sisyfusarbeid van het repressie apparaat niet onder stoelen of
banken.
Een logistiek exploot
De
repressie in België presenteert een paradoxale balans. Enerzijds was
zij een exploot waar ons rechtssysteem vandaag niet langer toe in staat
zou zijn, in tijden van dramatische gerechtelijke achterstand en
procedurele verlamming. 400.000 dossiers werden behandeld, 50.000
processen gevoerd in goed twee jaar tijd. Er was een verbazende
capaciteit om heel snel de strafmaat bij te stellen, duizenden
beroepsprocedures, cassatie en gratie te verwerken. Het betrof een
gecentraliseerde operatie die in enkele maanden van enkele tientallen
personeelsleden tot meer dan 600 magistraten werd ontwikkeld.
En
misschien vooral, in het oordeel van historici vandaag, ging het om
dossiers en vonnissen die stoelen op grondig onderzoek en een schat aan
historisch waardevolle informatie produceerden. De herziening van het
proces Irma Laplasse in 1995-1996 is een
schoolvoorbeeld: die ene case die de criticasters van de repressie tot
een gerechtelijke fout promoveerden, bleek een halve eeuw later
volstrekt stand te houden. De Belgische justitie koos er ook voor
voorrang te geven aan het grondige uitspitten van de dossiers onder het
veeleisende formaat van een strafrechtelijke veroordeling, tegenover
verschillende vormen van snelrecht via buitengerechtelijke procedures.
In België werden meer dan tweemaal meer strafrechtelijke vonnissen
(53.000) uitgesproken dan sancties onder de burgerlijke epuratie
(24.000). West-Duitsland sprak 6.000 strafrechtelijke vonnissen uit
tegenover 3.660.000 procedures voor de Spruchkammer van de
denazificatie.[1] In Rwanda verschenen 10.000 verdachten voor een
strafrechtbank en 1.200.000 voor de gemeenschapstribunalen van de
Gacaca.[2]
dat de Belgische justitie haar werk zo goed deed
Grondig
werk dus, een verbazende efficiëntie en, met het oog op de
lange-termijnimpact op de Belgische samenleving, een uitzonderlijke
snelheid, die toestond dit verlammende en polariserende proces in goed 3
à 4 jaar af te ronden, de bladzijde van aan de gang zijnde processen om
te draaien en alle aandacht te wenden op gratie, clementie en
reïntegratie. Zou je kunnen stellen dat de Belgische justitie haar werk
zo goed deed dat hiermee, vergeleken met pakweg Frankrijk, Nederland en
Duitsland, een tweede golf processen vanaf de jaren 1970 vermeden werd?
In elk geval is vandaag de cyclus van processen voor de misdaden begaan
in voormalig Joegoslavië of Rwanda nog steeds niet helemaal afgerond,
een kwarteeuw na de feiten. Met een dergelijke timing ware de repressie
in België in 1970 nog volop aan de gang, dat is een decennium nadat de wet-Vermeylen zo goed als alle gevolgen van de repressie had uitgewist.
Succesverhaal of ollectief falen?
Een
succesverhaal dus, dat nochtans beleefd en herinnerd wordt als een
collectief falen. Waar liep het dan mis? Een belangrijk deel van de
verbittering in oud-collaboratie-middens heeft maar weinig te maken met
het werk van justitie op zich, bijvoorbeeld de massale opsluitingen in
interneringskampen in de eerste maanden na de bevrijding of het
sneeuwbal-effect dat een strafrechtelijke veroordeling kreeg in een
reeks van administratieve sancties door diverse overheden en werkgevers,
waar Koen Aerts het over heeft in het vorige hoofdstuk. Het bewijs van
burgertrouw, bijvoorbeeld, maakte deel uit van administratieve routines
van diverse overheden, zonder dat de magistratuur daar controle over had
en betrof vooral diegenen die nooit veroordeeld werden.
Nochtans
ligt een deel van het antwoord in de bewoording van de vonnissen zelf
en in de aard van het juridische arsenaal dat de magistratuur ter
beschikking had. Het Belgische strafwetboek van 1867, met zijn addenda
tijdens de Eerste Wereldoorlog, paste op de misdaden begaan tijdens de
tweede bezetting als een tang op een varken. De magistratuur moest zich
behelpen met knip- en plakwerk in een volstrekt inadequaat wettelijk
kader. De principiële beslissing om retro-actieve wetgeving zoveel
mogelijk te vermijden in veel sterkere mate dan de Franse en
Nederlandse justitie of het Internationaal Militair Tribunaal van
Neurenberg dat deden maakte de taak er enkel moeilijker op, en stootte
desondanks op bittere verwijten over retroactiviteit.
hoe kan je nu gestraft worden voor deelname aan het vervormen van wettelijke instellingen die je verafschuwt?
Vooral
de belangrijkste en meest gebruikte artikelen uit het strafwetboek
artikel 113 over wapendracht en 118bis over politieke collaboratie
waren juridisch zeer manke instrumenten om de collaboratie te
definiëren. De overgrote meerderheid van de 53.000 personen verdacht van
collaboratie werden voor een van beide artikelen veroordeeld, al dan
niet in combinatie met andere artikelen. 32.000 Belgen werden voor
wapendracht veroordeeld, 21.000 voor politieke collaboratie (van wie
10.000 voor wie dit de enige veroordeling uitmaakte).[3] De 8.000
veroordelingen voor verklikking en 4.000 veroordelingen voor economische
collaboratie zijn in dat opzicht marginaal te noemen. Dit kon dan de
indruk wekken dat collaboratie, in fine, voor wetgever en gerecht, een
opiniedelict was. In een ideologische wereldoorlog kozen sommigen ervoor
om onder geallieerde vlag tegen het nazisme te vechten, anderen onder
Duitse vlag tegen het stalinisme. De eersten wonnen de strijd, de
laatsten verloren hem. Maar, zo dachten velen, streden niet allen, in
het bijzonder in de perceptie van de Koude-Oorlogsjaren, voor de goede
zaak, of alvast met evenveel idealisme en offerzin? De onverteerbare
formulering van artikel 118bis maakte het in hun ogen enkel erger: hoe
kan je nu gestraft worden voor deelname aan het vervormen van wettelijke
instellingen die je verafschuwt? Of voor het feit dat je het vertrouwen
in koning en staat hebt doen wankelen als zij, de slachtoffers van de
repressie, zich nooit in die vorst noch dat vaderland herkend hadden?
Collaboratie,
in deze juridische formulering, zag er niet alleen uit als een
opiniedelict, ze leek ook op een notie van collectieve schuld te
stoelen: het deed er niet zozeer toe wat je persoonlijke aandeel was,
wat telde was dat je je had aangesloten bij een criminele organisatie
het Légion Wallonie of het VNV. In dat opzicht leek de gerechtelijke
praktijk van de repressie elementen te ontlenen aan het juridische kader
van Neurenberg: zodra je een aantal organisaties als criminele
organisaties of samenzwering definieert, kan je mensen veroordelen op
basis van lidmaatschap en is de rechter niet langer verplicht
individuele schuld aan te tonen en zo wordt de bewijslast voor het
gerechtelijke apparaat aanzienlijk lichter.[4] Waren overhaaste
strafrechtelijke definities en elementen van collectieve schuld dus
misschien de prijs die betaald moest worden om de operatie in een
recordtijd af te handelen?
Het ethos van de magistratuur
Een
van de algemeen gedeelde vaststellingen die uitvoerig onderzoek in de
archieven en processtukken van het krijgsauditoraat sinds het
verschijnen van Onverwerkt Verleden 30 jaar geleden bijbrengt, is dat de
noties opiniedelict en collectieve schuld geen deel uitmaakten van het
professionele ethos van de Belgische magistratuur in de late jaren 1940
of in elk geval niet de principes zijn op basis waarvan de
krijgsauditeurs de schuldmaat bepaalden in hun onderzoek. Het boek Was
opa een nazi?, dat nabestaanden een wegwijzer wil verschaffen bij
onderzoek in repressie-archieven, is in belangrijke mate geschreven om
precies de omgekeerde ervaring te begeleiden.[5] Kinderen en
kleinkinderen die een bevestiging zoeken van het onrecht dat hun
voorvaderen werd aangedaan opiniedelict en collectieve schuld
ontdekken bijna systematisch
Simpel lidmaatschap resulteerde over het algemeen niet in een veroordeling
het
omgekeerde. Het krijgsgerecht ging niet over één nacht ijs. Simpel
lidmaatschap resulteerde over het algemeen niet in een veroordeling en
de schaal van individuele misdadige activiteiten van de collaboratie
overtreft de verbeelding van de meeste amateur-historici (en ook van
meer dan één professionele historicus). Verklikking of op zijn minst
deelname in de mensenjacht van de Arbeitseinsatz*, persoonlijke
verrijking en opportunisme, in het kader van de Jodenvervolging of door
postjes in te pikken van personeel dat door de bezetter en zijn
handlangers werd afgezet, actieve deelname aan geweldpleging: al die
zaken vullen de bladzijden van de strafdossiers van veroordeelden.
De
repressie was ook een massale operatie van bronnencollectie en de
collaborateurs hadden zoveel vertrouwen in de eigen zege en
straffeloosheid dat ze kilometers en kilometers geschreven archief
nalieten. Daarmee kon en kan precies worden gedocumenteerd hoezeer
organisaties en individuen opriepen tot geweld en geweld expliciet
goedpraatten tegen joden, communisten, vrijmetselaars en al wie zich
tegen hun machtsgreep verzette. Enkel de oostfrontstrijders vormen een
gedeeltelijke uitzondering op deze regel, omdat het onder meer wegens
het gebrek van gerechtelijke samenwerking met de Oostbloklanden waar de
misdaden plaatsvonden voor het Belgische gerecht erg moeilijk was te
bewijzen wat zij precies deden met de wapens die zij voor de vijand
droegen. De massale en systematische misdaden tegen de burgerbevolking
aan het oostfront schiepen een uitzonderlijke historische context,
waarin collectieve schuld een materiële realiteit was, eerder dan een
moreel oordeel. Ook voor vonnissen bij verstek geldt dat de
magistratuur weinig tijd te verspillen had aan voortvluchtigen die
weigerden zich voor de rechtbank te komen verdedigen en sowieso hun
straf ontliepen.
Pieter Lagrou
CENSUUR VRIJE * Commentaar
Diepe zucht.
Ja,
die verdomde Col-la-bo-ra-tie-zonder-einde-noch-begin
. Ee,
horror-verhaal waar heg gedicht van de Drie Rechters wonderwel op past
En toen de koord in dhoogte ging,
in iedere lus een Rechter hjing.
Een tegennatuurlijk kunstmatig opgedrongen leegzuigend en uitbuitend Regime, genre di Poepo & Magniette uit onze dagen. Dezelfde mooie volzinnen zowel toen als nu. Maar de zweep blijft dezelfde.
Inderdaad:
de Fransozen hebben daarvoor zelfs een spreekwoord bedacht: les
excuses sont faites pour sen servir . Waarmee ik niet wil zeggen, dat
in oorlogstijd verklikking en de vijand de hand toesteken moeten
goedgepraat worden. Onder de knoet leven is nu eenmaal een raar beest.
Monden moeten worden gevuld en de kachels moeten brandende gehouden
worden. Maar er zijn grenzen e,n die van het fatsoen werden nu eenmaal
achteraf aan de lopende band overschreden. Meestal op basis van Londense
Wetten met terugwerkende kracht. Meer dan 400.000 rechtszaken voor de
Krijgsraden met amper 10% schuldigen. En dat blijft maar doorgaan. Zie
de Regering De Cro-Magnon.
De volksvrouw Irma Laplaase van de dood met de kogel in 1946 naar levenslang in de jaren 70..
Het zal U maar overkomen.
Ach,
het zijn niet allemaal jeugd- herinneringen. Het woord dat hierboven
viel, de Arbeitseinsatz heeft twee kanten gehad. Onze mensen waren
blij om in Duitsland te gaan werken. Het loon was er bijna het dubbele,
het werk viel mee, zowel in de fabrieken als op het land. De mensen
ter plaatse waren vriendelijk. Zelfs de taal was niet eens n groot
probleem. Tot de boter al te bruin begon te bakken. Overal
bombardementen in Duitsland. Resultaat: de goesting om daar te gaan
werken, wiel compleet weg. Resultaat: drukk vanwege de Bezetter.
Resultaat: open jachtvelden op werkweigeraars. Smokkel Geldzucht om in
de gratie te blijven: allemaal hulp aan de vijand. Die ondertussen
duchtig overal de pluimen begon te verliezen
Voorbeeld:
een VNV-oorlogsburgemeester, officieel op de hoogte gebracht door de
Autoriteiten, stuurt achter hun rug zijn veldwachter den boer op om
jongelui te waarschuwen waar nodig.
En
dan komt de Bevrijding. VNVërs worden ineens allemaal vuile Zwarten
en gaan onder het goedkeurend oog van de Gendarmen bij duizenden de
hechteniskampen in. Honger, verkrachtingen, ellende, dààr en thuis..
Broodroof tot in de 7de generatie
Amnestie? Dat is slechts de pleister op een wonde die blijft etteren tot de buil is uitgesneden
DIGITALIA
VOETNOTAS en OESTER-NPTEN

N°1. Dot is ONS LAND en hie gelden ONZE regels

|