
O U V E R T U R E
OPUs B A R D O L LI N O
(A NDANTE)

*
Hieronder
vindt U de integrale tekst uit De Morgen, die bewijst dat hoernalisten
met een beetje goede wil, ook verstandige mensen kunnen zijn.
Anders gezegd: de uitzonderingen bevestigen de algemene regel.
Om over na te denken, zoals uitgebeeld door De Denker
(1881) van Auguste Rodin, de Franse beeldhouwer die volgens Wikipedia
doet deken te gelijkerijd aan Michelangelo en aan Dante Allighieri. Mij
persoonlijk doet het eerder denken aan de Florentijnse Nachen
(Florentina = Firenze, de bloemenstad) toen wij daar als verliefd koppel
voor het eerst kwamen (lang voor we besloten in Italië te gaan wonen)
en mijn vrouw absoluut een souvenir van ons beide wilde maken voor het
geboortehuis van Dante zelf
Ja Ja, we waren toen jong, en we wilden wat
Making Memories heet zoiets dat altijd terugkomt tot zelfs misschien op iemands sterfbed
.

*
Rik Torfs: "De doodstraf zal opnieuw worden ingevoerd"
De vragen van Proust
Ann Jooris en Fernand Van Damme
*
De Franse schrijver Marcel Proust beantwoordde ze ooit in een vriendenboekje, nu geeft De Morgen er een eigenzinnige draai aan.
Dertig
directe vragen, evenzoveel openhartige antwoorden. Vandaag: professor
kerkelijk recht Rik Torfs (61). Wie is hij in het diepst van zijn
gedachten?
- Hoe oud voelt u zich?
- Ik
heb me nog nooit een bepaalde leeftijd gevoeld. Ik zou 120 kunnen
zeggen omdat niemand dat wordt en er dus ook geen vergelijking mogelijk
is. Leeftijd vind ik niet belangrijk. Het idee je jong te moeten voelen,
zegt me eigenlijk ook niets. Bovendien kan een vorm van aftakeling
maatschappelijke status verschaffen, een air van intelligentie die
voorheen niet empirisch waarneembaar was. (lacht)
2. Wat vindt u uw belangrijkste eigenschap?
Ik
ben ziekelijk geduldig. Kennen jullie de Franse uitdrukking: la
vengeance est un plat qui se mange froid? Prachtig, vind ik. Maar soms
is geduld ook een gebrek, wacht ik te lang tot het momentum gepasseerd
is.
3. Wat is uw grootste passie?
Ik
ben tegen passies. Vandaag moet iedereen een passie hebben, en dat is
dan patatten bakken of zo. (lacht) Eigenlijk zou de mens stoïcijnser
moeten leven. Ik wil gewoon aandachtig leven, zonder me al te veel te
laten meeslepen. Misschien is aandacht een passie? Neen, toch niet, want
aandacht vergt juist een receptieve instelling.
Welke
passie zou nu goed staan om te bekennen in een kwaliteitskrant? (proest
het uit) Dit is toch echt een euvel van onze huidige tijd: velen leven
voor hun imago, voor hun reputatie. La bella figura. Wat is nu het meest
gewenste antwoord op deze vraag, denken ze dan.
4. Wat beschouwt u als uw grootste prestatie?
Niets.
Hiervan ben ik 100 procent zeker: ik heb níéts gepresteerd. Ik heb
altijd met plezier geleefd en gewerkt, maar ik heb niets gepresteerd
waar ik om herinnerd zal worden. Wat ook betekent dat ik me tot nog toe
van massamoorden heb onthouden. (schatert) Waarom moet je nu een grote
prestatie geleverd hebben? Ik heb dat niet gedaan en vind dat ook niet
erg.
5. Wat was het gelukkigste moment in uw leven?
4 © Stefaan Temmerman
Toen
ik in de zomer van 1973 na een lange fietstocht van Knokke naar
Zierikzee en terug aankwam in Retranchement en in het zinderende
avondlicht koeien zag staan grazen op de met bunkers bezaaide weilanden.
De voldoening van een dag lang fietsen en de gedachte dat in het leven
alles mogelijk is, is altijd blijven hangen. In die herinnering zit iets
proustiaans. Ik was toen 16. Je kunt geweldig goed denken op die
leeftijd, maar je kunt het niet allemaal kaderen. Dat is iets heel
schoons.
Het
echte geluk speelt zich af in het innerlijke, spirituele leven. Al de
rest is vanitas vanitatum. Daarom heb ik altijd veel sympathie gehad
voor mystici als Johannes van het Kruis of dichters als Paul Celan en
C.O. Jellema.
6. Welke kleine alledaagse gebeurtenis kan u blij maken?
Planten
die er een blad bij krijgen. Lichtinvallen. De ogen van een kat. Dan
denk ik altijd: hier zit iets in wat ik bij collega Vermeersch al jaren
vergeefs heb gezocht.
7. Wat is uw grootste zwakte?
Ik
ben zoals alle mannen veel met mezelf bezig. Je hebt als man de
neiging om jezelf als het middelpunt van de wereld te zien en dat maakt
je niet gelukkig. We moeten tot meer onthechting komen als het kan
met een glas champagne in de hand. (lacht)
8. Waar hebt u spijt van?
Wat is de zin van spijt? Ik heb altijd voor de vlucht vooruit gekozen, dat is de enige weg.
Toen
de uitslag van de rectorverkiezing bekend werd gemaakt, dacht ik
meteen: op naar iets anders. Ik schrijf nu columns voor Het Laatste
Nieuws en uitvoerige artikelen voor Knack en Trouw. Ik ben geen
schrijver, maar kan ook niet zonder schrijven. Schrijven is een vorm van
intens leven en daar wil ik me nu volledig aan wijden.
9. Wat is uw grootste angst?
Ik
ben een tegenstander van doodgaan, maar ben er niet bang voor. Wel vind
ik de dood een constructiefout van de schepping. Dokter Le Compte
hoopte 1.000 jaar te worden, voor mij mag het nog wat meer zijn, want ik
hou enorm van het leven. Sommigen vinden het net goed dat het leven
eindig is, want anders zouden we ons vervelen. Dat lijken me bijzonder
saaie mensen, die gelukkig doodgaan. (lacht)
Ik
heb veel mensen zien doodgaan. Ik vind dat je mensen nabij moet zijn
wanneer ze sterven, met niet meer ernst dan nodig is. Ik geloof enorm in
geestesverruimende middelen en humor hoort daarbij, omdat humor het
leven verruimt en ook een liefdesverklaring inhoudt. Iemand met wie je
lacht of die je zelfs wat durft te bespotten op zijn doodsbed, die zie
je graag. Wie ga je nooit met humor bejegenen? Mensen aan wie je een
hekel hebt.
10. Waarvoor wilt u vechten?
Vrijheid
vind ik de sleutel van alles. Hoe minder vrijheid, hoe minder ideeën.
In die zin verzet ik me tegen de toenemende beknotting van onze
vrijheden. De mensenrechten komen meer en meer op de helling te staan.
Zo ben ik ervan overtuigd dat de doodstraf opnieuw zal worden ingevoerd;
53 procent van de mensen bij ons is voor de doodstraf. Afschuwelijk
vind ik dat. Als dat percentage stijgt tot 70 procent, zullen de
politici volgen. Ik geloof dus niet in de gedachte dat ethische
vooruitgang duurzaam is. Dat is geen pessimisme, maar juist een
aanvaarding van de mens zoals hij is.
Ethisch
gezien bestaan er geen definitieve verworvenheden. Etienne Vermeersch
denkt van wel. De slavernij is toch afgeschaft, voert hij dan aan. Oké,
denk ik dan, maar Cicero hield van zijn slaven en beschouwde hen als
zijn vrienden. Kaderlid zijn van een multinational, dat is toch ook een
vorm van moderne slavernij? Je moet alles in zijn context zien. Ik zou
liever slaaf zijn bij Cicero dan kaderlid bij een multinational. Daar is
Etienne wat te naïef in. Dat heb je met rationalisten, die denken dat
door de rede alles in orde komt.
Ik
geloof niet in de maakbaarheid van de wereld, wel in een soort
verzachting ervan. Hoe zorg je ervoor dat mensen zich in de oorlog
fatsoenlijk gedragen, vind ik een veel interessantere vraag dan: komt er
ooit nog oorlog? Want die komt er.
11. Wanneer hebt u voor het laatst gehuild?
Wat
is dat nu? Mannen moeten tegenwoordig kunnen huilen, vroeger moesten ze
een autoband kunnen vervangen. Op de begrafenis van mijn ouders heb ik
niet gehuild, omdat ik mijn verdriet al lang had kunnen kanaliseren.
Tranen zijn niet altijd de meest hoogstaande vorm van verdriet.
12. Wanneer schrok u van uzelf?
Toen ik als De Reus van de Bende van Nijvel erop losknalde. (schatert)
Ik
word zelden heel kwaad. Behalve die ene keer in restaurant Le Procope,
waar nog twee van de twintig gerechten te verkrijgen waren die op de
menukaart stonden wat ik aanvaardde in Roemenië na het
Ceaușescu-regime, maar niet in Parijs. Het toilet was vies, je moest
plassen van twee meter overbruggen en ik ben daar fysiek niet toe in
staat. Enfin, het was vreselijk. Toen heb ik tegen de maître dhôtel
gezegd: slechter dan dit kan niet. Daar schrok ik zelf van.
13. Bent u ooit door het lint gegaan?
Als
kind misschien, als volwassene denk ik van niet. In debatten ga ik
zelden frontaal in de aanval, maar privé schuift iedereen natuurlijk
weleens uit.
14. Welke kunstvorm beroert u het meest?
Kunst
die je op eigen tempo tot je kunt nemen, zoals een gedicht of
schilderij. Ik hou ervan de regie zelf in handen te hebben. Een
schilderij kan mij wel tot tranen toe bewegen. Ik denk dan aan het werk
van Piero della Francesca, het plafond van de Sixtijnse Kapel of Jagers
in de sneeuw van Bruegel. Mijn favoriete schilderjaar is 1913, met zijn
kubisten en futuristen, Der Blaue Reiter en late fauvisten. Ze
symboliseerden de kracht van het oude Europa, voor het zichzelf liet
ontploffen.
Ik
hou niet van kunst met een duidelijke, eenzijdige boodschap, er moet
dubbelzinnigheid in zitten. Dubbelzinnigheid is het wezen van alles en
de schoonheid van de mens.
15. Hebt u ooit een religieuze ervaring gehad?
Wat bedoelt u daar nu mee? Een verschijning van Maria of zo? (lacht)
Ik
ben heel religieus van nature en schaam me er niet voor om dat te
zeggen. Het religieuze speelt in mijn leven een grote rol. Ik ga s
zondags naar de mis. Omdat haast niemand dit nog doet, vertel ik het met
des te meer plezier. Ik geniet er enorm van.
Mensen
als Etienne Vermeersch en Richard Dawkins vragen altijd om God te
definiëren. Ik geloof persoonlijk in ons onvermogen om het essentiële
op welke manier dan ook te vatten. Wat weten wij? Weinig. Astrofysici
beseffen dat maar al te goed.
Elke
poging tot een definitie van God is een menselijke definitie. Alle
concepten die wij als mensen proberen toe te passen op God zijn tot
mislukking gedoemd. Als God ons echt overstijgt, kunnen we ook zijn
eigenschappen niet benoemen. Vaak geeft Dawkins een definitie van God om
vervolgens te zeggen dat hij niet bestaat. Die extreme bekendheid met
God valt doorgaans enkel een atheïst te beurt. Ik ken hem niet.
Voor
mij is religie de onderliggende rivier van het leven, waaruit je
vertrouwen kunt putten. Met de Kerk heb ik het soms moeilijk. Ik ken de
donkere kanten van het systeem en kan ermee leven. Het transcendente
van religie heeft me altijd aangesproken, als kind al. De gedachte aan
God. De triniteit. Hoe die opvatting in elkaar zit, dat vond ik
spannend, maar ook natuurlijk. Religie is niet enkel leer, maar is ook
wat ze vandaag beleving en cultuurcontext zouden noemen. Als je
belangstelling voor geschiedenis en kunst hebt, zal je minder makkelijk
het religieuze als irrationeel afwijzen.
16. Wat biedt u de ultieme ontspanning?
Ik
hou van wandelingen in de natuur. Ik ga elk jaar een paar dagen
wandelen in het Zwitserse Nationale Park in Graubünden, waar de natuur
doet wat ze wil. Ik vind ook ontspanning in het lezen van gedichten of
filosofische teksten. Een glas champagne maar dat drinken we nu niet
vind ik ook heel ontspannend. (lacht)
17. Hoe voelt u zich in uw lichaam?
Mocht
ik eruit kunnen stappen, zou ik het zonder twijfel doen. Het idee een
zuivere geest te zijn, lijkt me wel iets. (lacht) De cultus van het
lichaam spreekt me niet zo aan.
18. Wat vindt u erotisch?
Het
lichte verval. De kraaienpootjes van een vrouw als ze lacht,
bijvoorbeeld. Jonge vrouwen hebben soms de neiging om op een vreselijke
wijze op elkaar te lijken. Ze zijn nog niet getekend door de miserie
die ze zichzelf zullen aandoen en die later hun schoonheid zal vormen.
Het verval waar vrouwen aanvankelijk weerstand tegen bieden, vind ik
ongelofelijk aandoenlijk. Erotiek is aandoenlijk. Een zuivere
schoonheid, zonder onvolmaaktheid, zegt me weinig.
19. Wat is uw goorste fantasie?
Seks
met een man, daar heb ik nooit van gedroomd. Zogezegd hebben heel veel
mannen een homoseksuele fase, maar ik heb dat nooit gehad. Het kan nog
komen.
Wat
mijn fantasie prikkelt, is een schijnbaar argeloze vrouw die niet voor
de liefde openstaat. De knapste vrouw die ik ooit heb gezien, was in
1978, op de bus tussen Toledo en Madrid. Ineens stapte een 20-jarige
kloosterzuster op in een nonnenhabijt. Een soort argeloze bruid van
God. Die totale overgave en onbereikbaarheid vind ik begeerlijk. Veel
meer dan iemand die in rare lingerie rondhuppelt. Ik ben niet in staat
om zware fantasieën te hebben over een lichaam alleen.
20. Welk dier zou u willen zijn?
Een
nijlpaard. Na de mug verantwoordelijk voor het grootste aantal
slachtoffers in Afrika. Het nijlpaard trapt per ongeluk op alles, dat
vind ik prachtig. Die onbeholpenheid. Een nijlpaard in de Leie, stel je
voor! Al die mensen in Latem zouden eindelijk eens iets zien, in plaats
van de tristesse van hun eigen huwelijk.
21. Aan wie bent u schatplichtig?
In
de eerste plaats aan mijn ouders. Ze hadden aan de universiteit
gestudeerd en hadden heel wat intellectuele bagage. Ook aan mijn
meester van het vijfde studiejaar. Hij zei dat je met spreken en
schrijven je kost kon verdienen, terwijl de meeste onderwijzers vooral
vonden dat je het metriek stelsel moest beheersen. Later aan mijn leraar
geschiedenis, een fantastische man. Hij was in die tijd al openlijk
homo, zijn lessen mondden altijd uit in vrije discussie, zonder regels,
maar iedereen hing aan zijn lippen.
Je
maakt een toevallige verschijning op de wereld, waarbij je steunt op
wie vroeger was en hindernissen opwerpt voor wie later komt. Prachtig,
toch. (lacht)
22. Hoe was de relatie met uw ouders?
Mijn
ouders kregen mij pas op vrij late leeftijd: mijn vader was 45, mijn
moeder 38. Ik heb eigenlijk een vrij rimpelloos parcours met hen
afgelegd, de demonen waarmee ik moest afrekenen waren zeker niet mijn
ouders. Ik heb me nooit tegen hen moeten afzetten.
Ik kom uit een burgerlijk milieu, dat zeker, maar heb er toch plezier aan gehad.
23. Aan wie heeft u leed berokkend?
Aan
de halve wereld. Gezien het schaarstebeginsel zijn er altijd mensen die
je moet bestrijden. Ik heb waarschijnlijk veel mensen pijn gedaan.
Ik
sta zeer sceptisch tegenover mensen die de macht hebben. Mijn vader had
dat ook: weinig respect voor machthebbers. Dikwijls is hun voornaamste
eigenschap het feit dat ze de macht hebben. Dat is te weinig, vind ik.
Ik
geloof heilig in de ijzeren wet van Michels dat macht corrumpeert.
Daarom moet ze gedeeld worden. Gelukkig was ik al corrupt toen ik zelf
aan de macht kwam. (lacht)
We
moeten allemaal goed beseffen dat we voorbijgangers zijn. Je moet nooit
een stempel op iets willen drukken. Intens omhelzen wat je doet,
volstaat.
24. Welke eigenschappen waardeert u in anderen?
Humor,
want dat is een uiting van liefde, maar ook trouw. In die zin dat je
iemand eventueel vijf jaar niet ziet en je elkaar na twee minuten toch
terugvindt. Je kunt alleen trouw zijn aan iemand van wie je de slechte
kanten kent, anders is het geen trouw.
25. Hoe definieert u liefde?
Cicero
zei: idem velle, idem nolle. Hetzelfde willen en niet willen, dat is
ware vriendschap. Voor een stuk is dat met liefde ook zo, maar dan moet
er voldoende ruimte zijn. Er moet een connectie zijn, maar ook voldoende
verschil. Ik vind dat zon moeilijk woord, liefde. Elke definitie is
een verarming. Eigenlijk ben ik tegen definities. Vandaag wordt liefde
te veel met een emotionele, en niet met een existentiële blik bekeken.
Ik ben voorstander van een wat lelijker liefde.
26. Hoe wilt u bemind worden?
Ik
kan, denk ik, alleen leven met mensen die me ongelofelijk met rust
laten. Een symbiotische liefde vind ik afschuwelijk. Eigenlijk is dat
geen liefde, maar je persoonlijkheid die wegvalt. Wat iemand in zijn
diepste binnenste denkt en voelt, dat weet je nooit. In die zin ben ik
ook een grote tegenstander van eerlijkheid. Zeg nooit alles wat je te
binnen schiet, tenzij je een einde aan je relatie wilt maken. Lichte
hypocrisie is noodzakelijk om te overleven.
27. Welk maatschappelijk probleem kan u woedend maken?
Ik
heb een probleem met woede. Woede is een vorm van fascisme, een soort
van totalitair denken waarbij je je verontwaardiging ziet als een
argument dat alle argumenten overstijgt. Woede is ook een vorm van
moralisme, een afsluiten van het debat.
Vroeger
hanteerde ik de term herbergzaam meningsverschil. Juist in het
meningsverschil vind je voldoening omdat het je geest scherpt en je
gevoelens dieper maakt. Maar woede, hoe kun je daarop reageren?
Een
maatschappelijk probleem hier in Vlaanderen is dat mensen vandaag nog
in twee dingen geloven: in de wetenschap en in zichzelf. Dat
wetenschapsfundamentalisme vind ik bijzonder beangstigend. Wetenschap
overleeft bij gratie van systematisering en reductie, anders kun je niet
tot resultaten komen. Maar als je de werkelijkheid reduceert tot
wetenschap, zie je de volheid van het bestaan niet meer. In die zin vult
verbeelding de werkelijkheid aan tot wat ze is.
28. Hebt u zichzelf ooit betrapt op racistische gevoelens?
Ik
ken heel veel mensen van allerlei rassen en kleuren, privé en
professioneel. We denken vaak in clichés over een volk, maar soms
kloppen die vooroordelen ook wel, ook over Vlamingen trouwens. Maar is
dat racistisch?
29. Wat zoekt u op reis?
Ik
geloof in rituelen. Ik ga elk jaar naar Zwitserland, Straatsburg, het
Zwarte Woud, Rome en Parijs, telkens in dezelfde periode. De herhaling
vind ik mooi, het ontdekken van kleine verschillen. Maar je moet ook op
nieuwe plekken komen. Een reis in lussen, zo is het leven in zekere zin
ook.
30. Hoe werkt u mee aan een betere wereld?
Ik
werk enkel tegen. Ik geloof niet in een betere wereld, ik vind de
wereld oké in al zijn slechtheid. Het idee van de ideale samenleving met
enkel deugdzame mensen met een kosmisch besef die geloven dat elke
handeling die ze stellen alles uit evenwicht kan brengen, nee bedankt.
Ik heb liever onvolmaakte mensen met wilde dromen, die kunnen alleen in
een niet-perfecte wereld gedijen. Een betere wereld, stel je voor zeg!
Het
boek Mag God nog - Een vrijzinnige, een christen en een moslim in
gesprek: Paul Cliteur, Rik Torfs en Khalid Benhaddou (red. Lisbeth Imbo,
Borgerhoff & Lamberigts) wordt voorgesteld op 12/11 op de
Boekenbeurs.
DOSSIERDE VRAGEN VAN PROUST
De
Franse schrijver Marcel Proust beantwoordde ze ooit in een
vriendenboekje, nu geeft De Morgen er een eigenzinnige draai aan. In 'De
vragen van Proust' krijgen bekende en minder bekende medemensen een
reeks persoonlijke en confronterende vragen voor de kiezen.
Bron & Link
https://www.demorgen.be/interviewreportage/rik-torfs-de-doodstraf-zal-opnieuw-worden-ingevoerd-b5476f6f/
*
T E O N T H O U D E N
OP ONZE VASTE SCHIJF

*
Mij
kwam een bekende versregel uit mijn Sturm und Drang-periode voor de
geest, waar Jacques Perk (1859-1881), veel te jong gestorven, dichtte,
dat hij geboren was uit zonnegloren en een zucht van de ziedende zee
voor de geest die ik niet meteen n plaats kan geven.
Zijn het Verloren Dromen of de dwaaltochten, zoals van Ahasverus, de Wandelende Jood? Is het de Ziekte van

Diofgenes
dDe
Griekse Wijsgeer uit de Oudheid die op klaarlichte dag met een lantaarn
in een drukke straat rondliep, om een mens te zoeken?
Kijk,
door dit interview ken ik nu mensen met een veel hogere IQ dan mezelf,
die ook niet gemakkelijk aan uit kunnen. Stof tot veel nadenken dus, in
deze donkere novemberdagen. Zelfs al zijn mijn bedenksels van veel
eenvoudiger structuur. Bijvoorbeeld: wat eten we deze middag? Of wat
krijgt er voorrang om over te schrijven in mijn blogs? En ja, om al eens
bovenstaand artikel opnieuw te herlezen.
(Hemelreiker)
|