
*
Vooral
de West Vlamingen voelden hun hart van eedle fierheid beven tont Leopold
III, na zijn krijgsgevangenschap ergens eind van de jaren 40
eindelijk kin terugkeren naar het land waarvoor hij zo vindingrijk had
gemarchandeerd. O Toch zo ontroerend! De Koning treurend achter tennisdraad.
Ergens in Zwitsermand
.
Op
voorspraak van een der vele maîtresses van Mussolini, de toenmalige
kroonprinses van Italië, zijn zuster Marie José von Sachsen-Coburg-Gotha,
die hem meteen hun Duitse roots in herinnering bracht; was het hem gelikt op de
koffie te worden genodigd in de Berghof, helemaal boven op de Obersalzberg bij
München, in het stulpje van de Fûhrer aller Germanen in hoogst eigen persoon. Enig
punt van de dagorde (nog altijd niet uitgelekt): daar de Oranjes in Amerika gevlucht,
waarschijnlijk voor altijd, had Po-Pol gedacht van Adolf, socialistische
gelijkgezinden onder elkaar, van voor eeuwig en een dag, de Kroon te erven van
de beide Lage Landen, inbegrepen het stuk Vlaanderen-in-Frankrijk, dat de Führer
in zijn goddelijke voorzienigheid, toen reeds bij Brussel als Bestuurlijke
Eenheid had gevoegd. Nonkel Dolf zag daar wel iets in zitten zei die, maar wat
stond daar tegenover?
Terug
thuis met zijn nieuwe jonge bruid, beweerde Le Roi Léopold, terug in zijn
functie van Hoofd van den ABL, dat hij was gaan pleiten om zijn Francofone soldaten
vrij te krijgen uit de Duitse krijgsgevangenkampen. Het protocol van die
bijeenkomst is en blijft geheim tot 100 jaar na de feiten
.
In
Grâce-Berleur waren al doden gevallen onder Rijkswachtkogels, de Francofonen
wilden de Republiek, de Caloten bestreden de Socialisten, en samen bestreden ze
onderling elkaar, verdeeld in Leopoldisten en al de anderen.
Toen
Leopold in die dagen op de radio sprak, dropten alles buren bij ons in de
voorkamer binnen om te luisteren naar het NIR op de splinternieuwe radio van
onze oudste broer, die net bij ons ingetrouwd was. Iedereen snikte en
snotterde. Want iedereen daar was Koningsgezind
en nog altijd in de ban van de moedige overgave (!) van de Koning in Mei 40,
die zovele duizenden mensensens gespaard zou hebben. Daar zaten toen inderdaad
vele honderdduizenden mensen, op de vlucht voor de Duitse Legers, samen gedrumd
tussen de rivieren en de zee.
Iedereen
vond het dan ook zijn verdiende loon, dat die Flahaut werd neergeschoten. De
Koning verdiende dat.
En
meteen was het Vorstenhuis gered
.
Dat
het anticommunisme had kunnen zijn, kwam bij niemand op: het waren toen immers
de gloriedagen van De Rode Vaan
.
En
Gottekes toch, dat de jonge Boudewijn daarna meteen besproken werd om als een
bezeten kater achter zijn verlokkend snelle srtiefmamaatje Liliane Baels te
lopen: daar breide Kardinaal Suenens, in t Frans, rap-rap een kous aan, dank
zij die Spaanse furie Donna Fabiola di Mora Y
Aragon..
Och,
ik zie die tijd nog klaar en duidelijk, zelfs met gesloten ogen. Ik woonde toen
zo wat een beetje overal ofwel bij de grootmoeders, ofwel de vele tanten en
nonkels. En overal stonden op de bruggen, de muren of de straatstenen, het
Romeinse cijfer III, links en rechts beschermd door een liggende letter L. In
Eernegem, de latere Gemeente van John Crombez, liet Meester in de herbouwde Jongensschool
dat symbool zelfs op het schoolbord vooraan in de klas staan.
JaJa,
ook die tijd hebben de Coburgers glansrijk verkwanseld, om de Vlamingen, aan
wie zij per slot van rekening hun troon te danken hebben, aan hun kant te
krijgen. Bij Referendum kozen 54% der Belgen voor Leopold III, maar toen de
Francofonen dat niet wilden aanvaarden
werd meteen de eerste van een oneindige
reeks compromissen gesloten. Telkens
een kleine toegeving, die cash moest betaald worden
.
Coburgia
is inderdaad tot op de huidige dag gebouwd op het geduld der Vlamingen
.
(Get) Digitalia
*
1.
Dan mocht de Beiaard spelen
van al uw torentransen,
dan mocht de grijsheid kwelen,
[dan mocht de jonkheid dansen.] (bis)
2.
Dan schiept gij opgetogen
tot prinsen, Vlaamse steden,
die onder zegeboden
[op zegewagens reden.] (bis)
3.
Dan liet gij uw rondelen
en kanten gevels glanzen,
dan hieldt gij landjuwelen,
[dan vlocht gij lauwerkransen.] (bis)
4.
Dan spreidet gij voor d'ogen
uw vrijheid, kunst en zeden,
op allen mocht gij bogen,
[om allen werdt g'aanbeden!] (bis)