*

*
Goetha:
Kenst Du das Land wo die Zitronen blühen

Im
dunklem Laub die Goldoranjen glühen
*
WAAROVER HET GAAT
Ach ja, die Zwei kleine
Italiener, die wollten gern zu Hause sein
..
Vriend Guido van http://blog.seniorennet.be/guvaal/
is in LAlguer, dat is het
Catalaans voor Alghero op Sardinië op familiebezoek. Heel gewoon en verder niets
speciaals. Ware daar niet die kleine opmerking van hem, dat de Spaanse
Catalanen daar ooit een enclave hadden gesticht.
Een enclave stichten is de
eerder vriendschappelijke benaming die hier op deze blog aan een broedervolk
wordt gegeven, voor een overzeese nederzetting opgedrongen aan de plaatselijke bevolking.
Maar dat waren toen wel andere tijden. En Catalonië heeft ondertussen van de
Spaanse bezetter aan den ondervonden, wat kolonisatie betekent. In Vlaanderen
zijn wij daarin een beetje masochistisch aangelegd, of om het in moderne
begrippen te gieten, wij lijden in erge mate aan het Stockholm Syndroom,
waarbij de gegijzelden na verloop van tijd sympathiseren met de gijzelnemers.
Eigenlijk gaat het mij
niet om de Catalanen op Sardinië, maar om weer een ander aspect van dit tweede
(en beter?) Vaderland van mij, Italië. In mijn eigen woorden luidt dat een
beetje simplistisch, dat onze gezamenlijke Geschiedenis in dit land praktisch
onder elke voetstap die men verzet even onder de oppervlakte ligt. Neem nog
maar de wereldberoemde kathedraal, de Duomo van Milaan: die ontworpen is einde
de jaren 1300 door de Vlaming Jacob Coene, een toen bekende Brugse
miniatuurschilder. Onderaan vindt U de beschrijving hiervan. Verder leer je
iets bij om
de 10 meter, dat, hoe dat komt weet ik niet, een beetje bekend voorkomt. Hier
is ook zoveel gebeurd dat zich bij ons herhaald heeft. Of bij ons gebeurd is,
dat zich hier herhaald heeft. In elk onderdeel van het Italiaans verleden is de
Vlaming even, groot, zo niet groter dan de Nederlander, de Duitser, de Fransman
of de Engelsman. De archieven van de Stad va Dante, Firenze, staan er vol van. In
de Dogenstad Venetië is de naam Fiamingho (Vlaming) nog altijd synoniem van
voornaamheiden, terwijl bij het woord België de man in de straat U nog altijd onderbreekt
met het gebaar van iemand die van op heuphoogte met de omgedraaide rechterhand een
gevel besproeit.
In de Middeleeuwen kwamen
onze wereldberoemde schilders ook al
naar hier. Wegens het licht, zegden ze, dat heel anders was, vee stralender dan
de grijze luchten boven de oneindige vlakten van de Lage Nederlanden, ghli Paese
Basse.
Italië is de zon op de
blauwe oneindigheid van de zee. Met achter Uw rug de hoge bergtoppen van de
Grote en de Kleine Alpen, de Apenini, al even oneindig. En die zee is dan weer de
poort naar de hele wereld.
BASIS v/d INSPIRATIE
Overgenomen
tekst van bij Guvaal.
Ondergetekende trekt er enkele dagen tussenuit. Ik
vlieg vanmorgen vanuit Eindhoven met een rechtstreekse vlucht van Ryanair naar
Alghero, op Sardinië, waar ik vier dagen te gast zal zijn bij mijn oudste zus,
die op dat eiland is blijven wonen en er een Bed & Breakfast heeft in het
oude stadscentrum (il centro storico), een appartement op de vierde verdieping
met een groot terras van waaruit men bij het ontbijt over de haven en de zee
uitkijkt.
Alghero
ligt in het noordwesten van Sardinië en is een havenstadje met een jacht en
vissershaven, prachtige stranden en grotten langs de zee. In tegenstelling tot
de Sardische dialecten die elders op het eiland gesproken worden al dan niet
beïnvloed door het Genuees (zoals op Corsica), het Arabisch (in het zuiden) en
het Latijn (in het centrale bergland) heeft men in Alghero te maken met
Catalaans, een gevolg van enkele eeuwen Catalaanse overheersing, toen die nu
Spaanse regio nog onafhankelijk was.
Alghero was
ook de eerste plaats op Sardinië die toeristisch werd. Dat kwam doordat vanaf
de jaren vijftig de Britse luchtvaartmaatschappijen BOAC* en BEA er een tussenlanding
hadden op hun route Londen-Malta. Dat gebeurde op het vliegveld van Fertilia,
net buiten de stad, waarvan de omgeving bekend is voor de uitstekende witte
wijnen van Sella & Mosca die, samen met de Vermentino, tot beste witte
wijnen van het eiland behoren.
Het is
twaalf jaar geleden dat ik nog in mijn tweede vaderland geweest ben. De
allereerste keer was in juni 1963, toen Alghero de eerste stad was die ik daar
aandeed en waar ik meteen een bankrekening opende om van de extra grote
biljetten van 10.000 Lire, die ik op zak had, vanaf te geraken en ik mijn jas
kon uitlaten
Zaterdag
ben ik weer thuis en hoop ik opnieuw met mijn blogschrijven te kunnen
aanknopen.
* Grapjassen zegden dat dat stond voor Better On A
Camel!
PERSOONLIJKE
BENADERING
Voilà.
Mocht U op zoek zijn geweest naar een prachtig vakantie-adres: op Sardinië
wacht U een wondermooi onthaal.
Een
vriend uit het Kortrijkse dacht ons een plezier te doen met een PPower Point-slide
met mooie plekjes in Italië. Het was adembenemend. Want geen ervan kenden we.
Zelfs niet van naam. Maar ze waren van de eerste tot de laatste allemaal gelijktijdig
om er te willen leven. Gestolde tafereeltjes uit een ver verleden, nu de Hemel
op Aarde! Waarbij het niet uit te leggen valt, dat wij hier al zo lang wonen en
dat al die namen zo dichtbij het gijpen liggen en toch ook weer volledig nieuw..
Naast
mij speelt een kleine portatief met daarop Radio Subazio, een soort van Radio 2
voor gevorderden: lichtvoetig, vol korte nieuwsflashes. Iedere keer die
opstaat, wordt ik er aan herinnerd, dat Italië het land is van de
Conzoni, het Lichte Lied waaruit Canzonissima ooit is gegroeid. Hier
geen kattengejank met falsetstemmen half door de neus en in t Koeter-Engels boven
hun stem gezongen, dat eerder een schor schreeuwen is.. Primitiever dan een
kolonie wilde apen. Hier geen oorverdovende oerwoudgeluiden waar mijn honden
verschrikt voor weglopen. Geen gebonk met daartussen kip-kap van ondefiniëerbare
instrumenten, computer-muziek genaamd. Hier hoort U warme mannenstemmen, of
tere hupse dan weer weemoedige vrouwenstemmen, die met meer gevoelens dan er kleuren
in de regenboog zijn, proberen U te ontroeren, te verblijden of te begeesteren.
Daartussen een paar flitsen opgewonden verslagstemmen en de droomwereld van
liefde en harmonie kan weer doorgaan: het is U niet eens opgevallen dat er een
onderbreking was. Hier zijn dan ook geen cowboys aan het werk, die in galop de
Beschaving willen voorbijsteken
.
Dit
is Italië.
*
Of
liever, dit land is een deel van de Klassieke Beschaving, die in ruïnes
verspreid liggen rond de Middellandse Zee. Ze heeft, zoals men dat zegt, de tand
des tijds niet kunnen weerstaan.
Van
beschaafde voorouders met enorme erfenissen, zijn we nu bezig met
sneltreinvaart onszelf terug te schakelen naar af. We moeten onszelf verrijken met de geur van gedroogde kamelenmest
en verse schapenkeutels. Van bouwers van Gotische kathedralen die tot de hemel
reiken, en die de uren van dag verblijden met vrolijke beiaardklanken, moeten
wij een volk van kontheffers worden, die kwijlend van onderdanigheid, de kop
naar Mekka moeten draaien.
Waar
O Heer, hebben we dàt verdiend?
(*) De constructie van de gevel van de Duomo van Milano is een van de merkwaardigste van
de Italiaanse bouwkunst. De eerste steen werd gelegd in 1386, op de plaats waar de kerk stond van Santa
Maria Maggiore. Het is Gean Galeazzo Visconti die een
project naar voren schoof dat zijn regering luister moest bijzetten. Hij was
het die besloot dat de kerk in marmer opgetrokken moest worden en in de
gotische stijl die opgang maakte in de landen aan de andere kant van de Alpen.
Het plan werd door de hele stad met enthousiasme onthaald en de kerkfabriek verschafte
geld en mankracht. Ook schenkingen en testamenten brachten veel geld in kas.
Alle onderdelen werden getekend met a.u.f.
of Ad Usum Fabbricae (ten gebruike van de kerkfabriek') en
vrijgesteld van belasting. In
1394 werd
een zekere Jacob Coene uit Brugge, een bekende miniatuurschilder, contractueel
aangesteld om het plan van de dom te tekenen van de fundamenten tot de top. Dat staat in het Latijn te lezen
op een gedenkplaat op de achtergevel van de Onze-Lieve-Vrouwekerk in Brugge: Jacobo Coene Brugensi inclyto codicum
illuminatori qui ecclesiam metropolitanam Mediolanensem A.D.MCCCLXXXXIV arte sua adornavitgrati Italici monumentum
dedicavere MDCCCCXXV. (Dankbare Italianen hebben dit monument in
het jaar 1825 opgedragen aan Jan Coene, een illustere verluchter
van handschriften uit Brugge, die met zijn kunst de aartsbisschoppelijke kerk
van Milano versierde.'). Aan de linkerkant staat tweemaal het kruis, het oude
wapenschild van Milano, afgebeeld en aan de rechterkant twee leeuwen, het
wapenschild van Vlaanderen.
Na enkele jaren was het grote enthousiasme
verdwenen en schoot de bouw maar heel langzaam op. Ook de voorgevel stond ter
discussie. Op bevel van Carolus Borromeus werd een renaissancevoorgevel
voorgesteld op zijn Romeins, met grote ramen, vooruitspringende zuilen en
obelisken.
Aan de uitvoering ervan werd begonnen, maar
halfweg de 17de eeuw keerde men terug naar de oude toestand en werd een
gotische gevel getekend met aan beide kanten een hoge toren. Waarschijnlijk ten
gevolge van het feit dat een marmeren kolom gedurende het transport in het Lago
Maggiore tot zinken kwam, werden de werken weer stopgezet.
Dan volgde een opeenvolging van voorstellen
tot de oude gevel v.in Santa M.ui.i Maggiore naar beneden gehaald werd in 1682.
De nieuwe gevel werd gebouwd met mwe steen, tot Napoleon in 1805 een vlugge
afwerking beval
Geschreven door AABEE via
Digitalia
*

*
|