Donderdag 4
juli
Zon 5u36-21u58
H Elisabeth van Portugal
.
1431 - HOE VLAANDEREN NA
WATERLOO IN VERKEERDE HANDEN VIEL
°°°
Mooie symboliek van
hoe het allemaal begon

En hoe het eindigde met de dieven van de Kroon
der Republiek der
Zeven Verenigde Provincies, in 1588
°°°
Ach, des Konings Oudste Koter, de homo (sapiens?) Philips de Taaie zal
straks zijn rol opnemen in het laatste bedrijf van De Stomme van Portici. Zodat
er dan eindelijk een einde komt aan de Brabantse Omwenteling, die niet anders
dan schâ en vooral schande over ons volk
heeft gebracht.
Niemand uitsluiten zei de ene helft van het Koninklijk
Echtbrekerspaar, en hij liep voorop om de Vlamingen, de Lauwen zowel als de Vurigen,
overal buiten te sluiten. Frans spreken of zwijgen is altijd het devies geweest
van de Coburgers, daarbij wel vergetend dat ze aten en luxe voerden uit de hand
van diezelfde Vlamingen.
Al-met-al zitten we nu met 2 Vorsten, 3 Vorstinnen en een resem mee-eters
in wat het kleinste Koningdom ter wereld is.
Tot het Volk zich ermee bemoeit en het hele zootje als klein gevaarlijk
afval aan de deur zet. Op den Armee Belge moeten we daarvoor niet rekenen, want
pyramiden-bouwers zijn het nooit geweest. Elders las ik dat Frau Merkel, de
vroegere DDR-politica bekend van het kont-draaien en de Val van het
Sovjet-Imperium indachtig, nu al begint te twijfelen of Duitsland wel zo goed
af is als gezegd, met die Euro.
Ziet U : de macht van het Volk ontwaakt, zowel in Egypte, als in
Bolivië. Met die paar voorbeelden voor ogen, moet het mogelijk zijn, om, als Albert
Second de deur toetrekt, dat het Volk ook meteen het licht uit doet.
De vergissing van 1830 moet eindelijk worden rechtgezet, en de datum van
21 juli moet daarvoor zelfs niet worden afgewacht.
Het enige dat ontbreekt, zijn de wachtwoorden. Maar daar heeft Barbara
Pas in het Parlement kordaat en zonder blozen de aanzet voor gegeven.
De Hoge Dames en Heren zaten als verstomd te luisteren : hoe durfde ze! Majesteitsschennis!
Ai, de beide troonbezetters moeten zich P¨AFSTAND vertwijfeld de haren
uit het hoofd hebben getrokken : in het Parlement klonken deze keer de woorden
over het einde van België voor vriend en vijand, luid en duidelijk : als de
Partij de Coburgers op hun weg zou vinden, dan zullen de Coburgers datzelfde
genoegen hebben. Het klonk niet zozeer als een bedreiging, maar het was er wel
ene.
Wat nu volgt, is in navolging van het Tahirplein in Caïro, de vreedzame
bezetting van de Brusselse Grote Markt. Een enige gelegenheid, nu de
internationale Pers is samengestroomd om
de gebeurtenissen te verslaan. De
beelden zullen de wereld rondgaan, en bewijzen dat een volk van 6.5 miljoen
Vlamingen gedomineerd en uitgebuit wordt door een Franssprekende Elite uit de
minderheid van Franstaligen. Misschien dat op die manier de Vlaamse Regering
opgepord wordt tot de Eenzijdige Onafhankelijkheids Verklaring.
Met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid klinkt dan het Saufqui
peut aan Franstalige kant en kan er een begin gemaakt worden aan de exodus van
alle volksvreemde elementen. Waardoor meteen een einde zou gekomen zijn aan elk
potverteren, zodat het Eigen Volk Eerst op elk ogenblik van het leven, een menswaardig
bestaan zou krijgen.
°°°
Ter
zake :
Den Vaderlandt ghetrouwe
1813 2013
Nederland viert in
oktober en november de tweehon-derdste verjaardag als onafhankelijk koninkrijk.
Het is geen toeval dat Beatrix juist nu het stokje aan haar zoon heeft
doorgegeven, opdat de Nederlanders verder de mythe zouden koesteren dat een
Oranje-telg nood-zakelijk is voor de continuïteit van de staat.
Nederland als
onafhankelijke staat bestaat formeel sinds de oprichting van de Republiek der
Zeven Verenigde Provin-cies, in 1588. De Republiek was een halve confederatie
en een halve federatie. Eén of meer Oranjes waren stadhouder - bevelhebber van
het leger - en hoogste erfelijk ambtenaar, maar geen staatshoofd.
Toen in januari 1795
de Fransen op het toneel versche-nen, vluchtte de laatste stadhouder met zoon
Willem Frede-rik (de latere Willem I) en kleinzoon (de latere Willem II) naar
Londen. Nederland werd de Bataafsche Republiek, een vazalstaat van Frankrijk,
maar met grote interne autonomie. Het land kreeg een uniforme rechtspraak en
godsdienstvrij-heid, zodat katholieken en inwoners van de generaliteitslanden
(min of meer Noord-Brabant en Limburg) geen tweede-rangsburgers meer waren.
Aan de
quasi-zelfstandigheid van de vroegere confedere-rende staten (de Zeven
Provincies) werd een einde gemaakt. De stichting van de Bataafse Republiek
(toch de start van het huidige unitaire Nederland) werd achttien jaar geleden
in mineur herdacht, want dat betekende ook een herdenking van de vlucht van de
Oranjes.
De Bataafse Republiek
publiceerde in 1798 de eerste
Nederlandse grondwet. Historici die dat belangrijk document ter
gelegenheid van de 200ste verjaardag onder de aandacht wilden brengen, vingen
bot toen ze subsidies vroegen. Dat paste niet in het straatje van de Oranjes en
van de Nederlandse historische mythes.
Nederland koestert
zijn historische mythes
Heel anders zal het
er eind dit jaar aan toegaan. De politici, de Oranjes en de media zullen gretig
de legendes vertellen die Nederlanders zo graag horen.
Zoals het verhaaltje
dat Nederland zelf in 1813 zijn vrijheid veroverde op de Fransen - die het land
in 1810 bij het Franse keizerrijk hadden ingelijfd. De Franse bezetting van de
vroegere satellietstaat woog zwaar op de economische toestand, maar vooral de
conscriptie de verplichte legerdienst werd gehaat. Oranje werd een
strijdkreet van de gewone mensen, want zij moesten hun zonen afstaan om te
sneuvelen. Oranje was een gemakkelijke vlag om de afkeer van de Franse politiek
te uiten. Typisch was dat het bijna altijd arbeiders en boeren waren die zich
tegen de Franse bezetting verzetten. De Nederlandse elite kon de legerdienst
van haar zonen afkopen en begon eerst te sputteren toen Bonaparte - tevergeefs
- probeerde rijke jongelui bij zogenaamde Gardes dhonneur in te lijven.
Natuurlijk waren er regenten uit het Oranje-tijdperk die droomden van een
herstel van de vroegere situatie, maar talrijk of belangrijk waren ze niet.
De meesten hadden
hoge ambten bekleed in de Bataafse Republiek, later in het koninkrijk Holland
(een cadeau van Bonaparte aan zijn broer Louis) en werkten vanaf 1810 ijverig
mee met de Franse bezetter.
Hen werd niet
verweten dat ze collaboreerden, want het nationaal gevoel was vrij klein. Een
paar regenten zagen nieuwe horizonten toen begin 1813 de Franse catastrofe in
Rusland duidelijk werd. Ze geloofden niet meer in een herstel van de oude
republiek. De republikeinse idee was door de Franse revolutionairen en de
staatsgreep van de Corsicaanse parvenu danig in diskrediet geraakt. Ze dachten
aan een sterke vorst, maar dan eentje die door een grondwet en een parlement
toch een beetje in toom werd gehouden.
Het lag voor de hand
aan wie ze dachten. Ze wilden niet op een eventuele zege van de geallieerden
wachten. Wie weet wie ze dan opgedrongen kregen?
De enige mogelijke
authentieke Nederlandse kandidaat was Willem Frederik, de zoon van de laatste
stadhouder, en bepaald geen onbesproken heerschap.
Gênant
Die Oranje had ooit
geschreven dat een volksregering tot niets anders zou leiden dan slavernij.
Met zijn vader in 1795 naar Engeland gevlucht, probeerde hij vervolgens in
Berlijn fortuin te maken, want de koning van Pruisen was familie van zijn
moeder en zijn vrouw.
Van daaruit begon hij
het hof te maken van Bonaparte, die hem tenslotte een kluif toewierp. Willem
Frederik mocht over het vroegere bisdom Fulda regeren, met 110.000 onderdanen.
Hij wedde vervolgens op het verkeerde paard, toen hij Pruisen steunde in de
oorlog met Frankrijk. Bonaparte nam hem Fulda af.
De kruiperige brieven
van Willem Frederik aan de Franse keizer zijn gewoon gênant. Hij stuurde
vervolgens zijn zoon naar Londen om een nieuwe bondgenoot op te vrijen. Tot zijn
verontwaardiging zagen de Britten wel iets in die charmante jongen als
eventuele Nederlandse vorst.
Gelukkig had
Wellington door dat de zoon een lichtgewicht was en zo kwam Willem Frederik, na
de Franse catastrofe in Rusland, weer in beeld.
*
Tweede deel.
Binnen een
paar maanden viert Nederland de twee-honderdste verjaardag van zijn
onafhankelijkheids-strijd en de troonsbestijging van de Oranjes. In
werkelijkheid stelde die strijd bijna niets voor, maar die historische legende
blijft een reden om op het Zuiden neer te kijken, waar niets bewoog.
Oranje
boven
Eind 1812
worden de geruchten steeds sterker dat Bonaparte in Rusland een verpletterende
nederlaag heeft geleden. De hoop op een terugkeer van duizenden Nederlandse
dienstplichtigen verdwijnt.
In april
1813 zijn er overal onlusten, wegens de gedwongen inlijving bij het leger. Hier
en daar beginnen wat nationale gevoelens de kop op te steken. Op meer dan één
plaats hoort men roepen: Oranje boven! Enkele regenten denken dat de dagen
van Bonaparte geteld zijn. In Den Haag en in Amsterdam maken een paar groepjes
notabelen plannen voor een herstel van de onafhankelijkheid.
Ze hebben
geen contact met de geallieerden en ze weten niet eens dat die allang beslist
hebben dat Frankrijk in alle geval Nederland moet opgeven. De regenten zijn
bang dat bij een Franse ineenstorting het gespuis van de straat zal plunderen.
Ze willen
aan de geallieerden bewijzen dat Nederland voor zichzelf kan zorgen. Een
republiek is echter niet langer haalbaar na het brute geweld tijdens de Franse
Revolutie. Het moet een gematigde monarchie worden en daar komt alleen Willem
Frederik, de zoon van de laatste stadhouder, voor in aanmerking. Liefst roepen
de regenten hem zelf tot vorst uit, anders arriveert hij toch maar met de hulp
van buitenlandse bajonetten. Probleem: waar is ie? In Londen of in Duitsland?
In Londen, al weten ze dat niet in Den Haag. De Britten zien inderdaad iets in
een Nederlandse monarch en ze zijn zelfs bereid hem naast de Noordelijke ook de
Zuidelijke Nederlanden toe te vertrouwen, want Antwerpen mag nooit meer in
handen van een vijand vallen.
De
Hollandse regenten hopen dat de Franse soldaten Nederland zo vlug mogelijk
verlaten. Het land mag geen frontgebied worden, zodat eventuele Pruisische en
Russische bevrijders onmiddellijk
Nederland weer verlaten om de Zuidelijke Nederlanden te plunderen.
Dat soort
mensen
Dat lukt
allemaal aardig, omdat Bonaparte eind oktober 1813 de slag bij Leipzig
verliest, zodat in de meeste bezette gebieden de Franse garnizoenen het veld
ruimen. In heel Nederland zijn maar 9.000 soldaten.
Op 15
november verlaat het garnizoen van Amsterdam de stad. Een voorlopig
stadsbestuur verklaart de stad neutraal, want je weet maar nooit met die
Fransen. Misschien komen ze wel terug. In Den Haag vertrekken de Franse
soldaten en ambtenaren twee dagen later. Daar zijn ze iets dapperder.
Zodra de
laatste Franse soldaat de hielen gelicht heeft, neemt een bestuur onder leiding
van regent Gijsbert Karel van Hogendorp het heft in handen en verklaart zich
meteen pro-Oranje. Er worden onmiddellijk vrijkorpsen opgericht om het land een
legertje te geven.
Die
vrijkorpsen achtervolgen de Franse bataljons. Behoedzaam, want bij één incident
keren de Fransen om en is het rennen geblazen. Van Hogendorp probeert een
Staten-Gene-raal op de been te brengen om Willem Frederik uit te nodigen de
macht over te nemen. Dat lukt niet. Iedereen is nog veel te bang. Van Hogendorp
roept dan maar zichzelf en een paar vrienden uit als Algemeen Bestuurders, in
naam van de vorst. Eén van zijn gezanten vindt Willem in Londen en die
arriveert met een Brits schip op 30 november in Scheveningen. Hij moet op een
mosselschuit overstappen om aan land te kunnen gaan.
De
tekeningen en schilderijen over die ontscheping staan in het geheugen van
iedere Nederlander. Met de dankbaarheid eigen aan dat soort mensen, stelt
Willem een ontmoeting met Van Hogendorp zo lang mogelijk uit. Met de bescheidenheid
van dat soort mensen, eist Willem ook nog al het Duitse grondgebied tussen Rijn
en Moezel voor zijn nieuwe staat op, maar dat pakt niet.
De vorst
heeft veel bij Bonaparte geleerd. Hij is geïnteresseerd in competente
bestuurders en niet in getrouwe lakeien. Willem stelt ongegeneerd mannen aan
die onder Bonaparte bewezen hebben dat ze bevelen gehoorzamen en geld uit de
onderdanen kunnen persen.
Hij deelt
zijn nieuwe burgers in het zuiden mee dat hij via de vereniging België
vergroot. In Nederland lachen ze er eens mee.
De
Hollandse regenten handelen alsof ze de Zuidelijke Nederlanden veroverd hebben,
want daar was geen schijn van een bevrijdingsbeweging. Toch hebben
Zuid-Nederlandse notabelen hun laatste wettige hertog, graaf enzovoort
gecontacteerd, maar keizer Franz van Oostenrijk is alleen geïnteresseerd in
Noord-Italië en niet in die lastige en verre Brabanders en Vlamingen. Niemand
in het zuiden denkt aan een onafhankelijke staat, want men is al honderden
jaren lid van een multinationaal rijk. Die houding is niet raarder dan het
gedrag van de huidige politieke elite, die er ook niet aan denkt de EU te
verlaten en die constructie is nauwelijks een halve eeuw oud.
Bron : Jan Neckers in t
Pallieterke
°°°
Geschreven
door AABEE via Digitalia
http://www.vlaamsbelang.org/
http://www.pallieterke.info
°°°
|