_xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
181
zaterdag 30 juli 2011
OVER HET FENOMEEN VAN ZOGEHETEN LONE WOLVES,
Piëteit of milieuvervuiling?

-------------------------
Hieronder volgt een rijkelijk ingeklede oproep tot sluikstorten. Is natuurlijk van een heel andere orde dan die enkele VB-stickers die onze jongens ooit eens aanbrachten op het Straatmeubilair van de stand Antwerpen, met name op palen, paaltjes en dergelijke. Als ik mij niet vergis werd hen hiervoor een rekening voorgelegd van de Groensdienst van meer van 30.000. Of zoiets ook deel uitmaakt van een Open Debat-cultuur?
Onderstaand artikel pleit voor een Utöya-monument, een Utöya Ideaal. Mij best. Zelfs als een kleine rondvraag zou blijken dat het respect voor monumenten en het in stand houden van verheven Idealen Vuil Linx niet eens interesseert. Slechts één voorbeeld : het IJzerkruis in Diksmuide of in Steenstrate. Inderdaad, de ene dode is de andere niet
.
Straks is er gelegenheid genoeg om deel te nemen aan die bloemenhuldes aan de Graven van de IJzer. De broederhand reiken aan ook deze verworpenen der aarde : het zou indruk maken
.
-----------------------
Bloemen voor het Utoya-ideaal
30/07/11, 08u17
De Morgen
---------------------------
De Morgen-buitenlandredacteur Maarten Rabaey legt uit waarom we de ideeën van de vermoorde Noorse jongeren moeten omarmen, en ziet de slachtoffers graag herdacht met Belgische bloemenacties.
Hier zou u het opiniestuk moeten kunnen lezen van Tore Eikeland, een beloftevolle jonge politicus van 21, die door veel leden van zijn Arbeiderspartij het potentieel werd toegedicht om ooit premier te worden van zijn land. Of zijn jongere collega Simon Saebo (18), die niets voor niets de bijnaam 'JFK' had. Hier zou u ook de toekomstvisie moeten lezen van Sharidyn Svebakk-Bohn, een 12-jarige uit dorp Drammen.
Vandaag, een week geleden, was Sharidyn op zomerkamp met de jeugdbeweging van de Arbeiderspartij. Op het lieftallige eiland Utoya, in een prachtige fjord. Ze had er geluisterd naar de toespraak van de voormalige Noorse premier Gro Harlem Brundtland. Ze keek er op naar andere jongeren zoals Tore Eikeland, of Hanne Fridtun (20) die op een congres haar idealen vertolkte als volgt. "Wij willen het recht om te leven in de best mogelijke wereld. Wij willen openheid en betere arbeidsomstandigheden."
Fridtun geloofde in een samenleving waar vrijheden basisrechten zijn. Voor iedereen, ook voor Noren wier familiewortels in het buitenland lagen. In Somalië bijvoorbeeld, zoals de getalenteerde danser Ismail Haji (20), die in een talentenjacht op de Noorse televisie hoge ogen gooide. Of in Koerdistan, zoals Bano Rashid (18).
Tore, Simon, Fridtun, Ismail, Bano en Hanne zijn er niet meer. Nog vele andere namen zullen volgen, 76 in het totaal.
Gisteren een week geleden zijn hun levens gruwelijk beëindigd door Anders Behring Breivik. Een massamoordenaar. Een politieke terrorist, die negen jaar lang broedde op zijn aanslagen. Verteerd door haat tegen de open, diverse, samenleving, gevoed door extremistische slogans uit binnen- en buitenland.
Extreme voetnoten De Noorse natie heeft zijn gewelddadige boodschap op indrukwekkende wijze veroordeeld. Honderdduizenden Noren kwamen op straat om respect te betuigen aan de slachtoffers. Overal zijn kleine gedenktekens opgericht met bloemen. Tienduizenden bloemen. Soms zomaar op een straathoek die niet eens verband houdt met de aanslag. Ze zijn neergelegd als krachtig symbool voor het bindmiddel van elke samenleving dat de dader ergens op zijn weg verloor, en waar de jongeren in Utoya vol van waren: liefde.
'Liefde', was het enige antwoord van Havard Fossbakken, een medewerker van de getroffen jeugdbeweging AUF, toen ik hem vroeg welke waarde in de samenleving zijn verloren vrienden en vriendinnen het meest waardeerden.
Uit liefde, voor elkaar, voor de ander, voor de samenleving, vloeien ook alle andere universele waarden voort waar de jongeren van Utoya voor streden: van rechtvaardigheid tot gelijke rechten, van inclusiviteit tot geweldloosheid, van respect voor de vrije meningsuiting tot alle andere universele mensenrechten.
Op deze basisprincipes, op de toekomstidealen van deze jongeren, en daar zullen we binnenkort tijdens tragische begrafenissen veel over horen, moeten we ons eerst richten. We moeten nu geen podium geven aan het manifest van de dader, we moeten verbeteren wat hij stuk wou maken: de inclusieve samenleving.
Terecht richt het politieke debat in Europa zich ondertussen ook op de invloed van racistische en ultrarechtse partijen en bewegingen. Maar we moeten ons wel hoeden om ze niet belangrijker te maken dan ze werkelijk zijn. De Noorse dader gaf ze weliswaar honderden voetnoten om ze onder de aandacht te brengen, maar laat ze ons vooral daar houden, bij de voetnoten van de geschiedenis. De enige manier om te vermijden dat ze het debat gaan overheersen met slogans is positieve argumenten aan te dragen.
De rechtsextremisten mogen wel enkele duidelijke vragen gesteld worden: zweren zij elke vorm van (politiek) geweld af? Zweren zij het manifest van de Noorse massamoordenaar Breivik af? Zij zijn het aan onze grondrechten verplicht om aan hun leden en sympatisanten duidelijk te maken dat ze spelregels van onze democratie moeten respecteren. Als ze dat niet expliciet doen, dan zetten ze zichzelf buitenspel.
Europese politieke partijen die zich, volgens de wetten van het electorale opbod, lieten opjagen om met xenofobe partijen in zee te gaan moeten zich na Utoya ook dringend afvragen waar de grens ligt van hun samenwerking.
Zeker in Nederland dringt zich een gewetensonderzoek op in politiek Den Haag. Alleen al de wetenschap dat politicus Geert Wilders, en zijn Belgische medewerker Paul Beliën, de haat van de dader tegen de multiculturele samenleving ideologisch inspireerden zou er aanleiding moeten geven tot een bijzonder parlementair debat.
De botte weigering van Wilders om zijn toon te gaan matigen is stuitend, maar wat en hoe hij communiceert zegt veel over de zwakke politicus en de kleine mens die hij eigenlijk is. Zijn enige reactie na het bloedbad in Noorwegen zijn enkele schreeuwerige en polariserende Twitterberichten. Tja. Voetnoten, inderdaad. Te hopen is dat de Nederlandse kiezers dat stilaan ook begrijpen.
Opendebatcultuur Daartegenover staat het antwoord van de Noorse premier Jens Stoltenberg en zijn regering. Zij stonden na de aanslagen voor een keuze. Ze konden structureel militairen en meer politie op straat inzetten, ze konden strengere migratie beloven om tegemoet te komen aan de xenofobe paniekzaaiers en ze konden enkele burgerlijke vrijheden beperken. Ze deden dat bewust niet. Ze kozen bewust om hun open samenlevingsmodel te versterken, met méér democratie, méér openheid en méér debat.
Eskill Pedersen, de voorzitter van de getroffen jeugdbeweging AUF die zelf de schietpartij overleefde, waarschuwde tegelijk wel "dat dit niet betekent dat we naïef mogen zijn". Daar heeft hij een punt.
Europese veiligheidsdiensten, die de democratische instellingen beschermen, zullen zich verder moeten aanpassen aan de extreme uitersten van een razendsnelle globalisering. Na de gefixeerde focus op islamistische terreurbewegingen, die een debat op zich waard is, moeten ze ook andere dreigingen voorkomen.
Er heerst terechte bezorgdheid over het fenomeen van zogeheten lone wolves, zoals Breivik. Maar een louter repressieve reactie alleen, waarbij pakweg duizenden potentiële verdachten in databanken worden gestopt, zal niet helpen.
Het is niet de rol van de staat om te controleren wat een burger denkt. We hebben niet plots nood aan een gedachtepolitie. Dat zou de samenleving zijn die Breivik voor ogen had: één volk, één staat, één leider..., één dwanggedachte, 1.500 pagina's lang, en iedereen aanpakken die daar niet in thuishoort.
De enige manier om elke vorm van politiek of raciaal geweld uit onze samenleving te bannen is te zorgen voor een staat die inclusiever is, alle burgers participatie in het debat garandeert. Dat zal van alle kanten meer inspanningen vereisen om tot compromissen te komen, van de politici onderling, maar vooral van de burgers zelf.
De jongeren op Utoya hadden dat begrepen.
Misschien moeten ook wij, als Belgische burgers, een signaal geven dat wij het Utoya-ideaal, een opendebatcultuur, blijven omarmen. Vandaar deze oproep. Volg één van de volgende zomerdagen het voorbeeld van de Noren. Koop een of meerdere bloemen. Stop daarbij een kaartje met daarop het woord 'Utoya'. Leg ze neer waar u wilt, ergens op een plein in uw stad, of dorp. Laat ze drijven in een fontein, of op een plek die u na aan het hart ligt.
Of, waarom niet, op de plaats van de 'Belgische Utoya's': de plek in Antwerpen waar Luna en Oulematou werden vermoord, of de plaatsen waar de Bende van Nijvel 28 onschuldige burgers ombracht.
Of geef vandaag uw partner, uw buur of een toevallige voorbijganger gewoon een bloem. Of aan uw buur met buitenlandse wortels, waarvan u soms afvraagt welk verhalen hij of zij met zich meedraagt.
En vraag u gewoon samen af, al is het maar heel even: hoe kunnen we onze leefomgeving een betere plek maken, voor iedereen? Want dat is precies het debat wat Tore, Simon, Hanne, Fridtun, Ismail en de andere jongeren voerden toen ze werden gedood. Een optimistisch debat
--------------------
Diagonaal herlezen
Dergelijke teksten zijn een wiskundige verzameling van ploegen om te kunnen haat zaaien (diepgaand dus), van liegen en kleineren (Wilders, de kleine politicus), van achterbaks en laf aanvallen (via Wilders Paul beliën willen raken), kortom : het bewijs dat Vuil Linx geen vrede wil. Alle koppen richting het Rode Oosten, om achter de rug de Islam binnen te halen.
Vlamingen let op Uw saeck, liefst nog vandaag.
Onder de mom van een open maatschappij met een debatcultuur, wordt een dubbel slot gezet op Uw lippen : het cordon wordt aangehouden, en wie zijn stem verheft, is de inspirator van de moordenaar van hun gelijken. Statistisch klopt dat al geen kanten, maar het staat hen mooi, denken ze.
STOP EENS N BLOKKER BLOGGER IN UW TANK

|