.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Een letterzetter

Straks brodeloos?
------------------------------
Tom Lanoye: "Ik geloof niet in republiek Vlaanderen"
Ik hoop en ik denk dat de Vlaamse nationalisten zullen bewijzen dat de republiek Vlaanderen naadloos zal lijken op België." Dat heeft auteur Tom Lanoye vandaag gezegd in een uitgebreid interview in het NOS Radio 1-journaal. "Vlaanderen is vadsig en overmoedig, zoals de bevrijde slaaf die een potje geld heeft bijeengespaard", klonk het nog. Lanoye noemde het Vlaams nationalisme, uitgedragen door de N-VA van Bart De Wever, het kernprobleem van het immobilisme. "Het is democratisch nationalisme, maar N-VA is ook een nationalistische zweeppartij die intern aarzelt of ze de macht wil bekleden. In tussentijd wil ze bewijzen dat de Belgische structuur niet meer werkt." "Splijtzwam" Volgens de auteur is de Belgische scheiding al georganiseerd in opeenvolgende staatshervormingen. "Het is een soort splijtzwam die de gemeenschappen uit elkaar drijft. Dat geeft hoe langer hoe meer voedsel aan de nationalisten om de Belgische structuur af te schaffen." Lanoye noemde tegenover de NOS België "de verklikkerlamp van Europa". "Als België er werkelijk niet meer in slaagt te functioneren en als men inderdaad zegt: 'Het is onmogelijk om samen te werken met verschillende culturen, talen, uitgangspunten en politieke grondstromen', wat zegt dat dan over het Europese project?" (belga/svm
----------------------
Pssst
Het Mars-mannekeJeanetteke Lanoye (of is het Lullemans Brusselmans, ik kan die twee nooit uit elkaar houden) heeft er inderdaad nog altijd niets van begrepen
.Hoe kan het anders : een hond heeft nog nooit katten voortgebracht
.
Deze zegswijze haal ik uit het arsenaal beledigingen die de Linxe Kerk in Frankrijk ten toon spreidt als zij het over Marine Le Pen hebben, U weet, de dochter van
Voorlopig valt dat nog mee, maar het zal straks rond de eerstvolgende verkiezingen wel erger worden
.Stel U voor dat de naam Le Pen van het Front National op dat ogenblik echt geen postscriptum in de Franse Geschiedenis meer zal zijn
En dat Frau Merkel dan op het podium naast Madame Le Pen moet staan
.
Curieus : wat er in Duitsland over Frau Merkel aan lieftalligheden verschijnt, nu die de integratie afgeschreven heeft als totaal mislukt : daar lezen we niet veel over
.
Neem me dus niet kwalijk in het voordeel van Jeannet Lanoye af te dalen tot het lagere niveau dat bij Linx, zelfs in Frankrijk, de huistaal is. Een gekregen belediging kijkt men inderdaad niet in de bek
.
Komaan, Tommeke, gebruik toch dat beetje verstand van U! U moet het al stellen zonder noemenswaardig talent, maak het dus niet erger dan het al is. Taalvaardigheid kan men zelfs bijbrengen bij een aap of een papegaai! Als U als homofiel na de Wende nog aan de kost wilt komen als letterzetter (U gebruikt dan het woord schrijver niet meer, durf ik hopen!), dan zult U toch een minimum aan inspanning moeten doen. Ik durf niet zeggen U zult de handen uit de mouwen moeten steken, want dan gaan Uw gedachten direct weeral naar uitdoen, en de rest die daarmee verband houdt.
Ik weet het : het zal U, de homo-vriend, als Gevierd Auteur, misschien moeilijk vallen op een eerlijke manier Uw brood te verdienen, maar dan, in afwachting dat U opgenomen wordt, staat het U altijd vrij om uit te wijken naar Zuid Afrika. Om er als blanke te genieten van de omgekeerde apartheid. Veel succes daarmee!
Het zal U misschien verwonderen, maar ik hoor bij de kudde landgenoten waar U nog nooit ook maar één frank aan hebt verdiend en die daarvoor durven uitkomen.
Eén ogenblik heb ik integendeel getwijfeld om U al-dan-niet te signaleren bij de psychiatrische afdeling van het plaatselijk ziekenhuis. Dat was toen U Shakespeare de baard wilde afdoen. En ook als Rooie Sonja U de sterren in prees, wegens gebrek aan beter
.
Zo Zo! U vergelijkt ons, Vlaamse Nationalisten met bevrijde vadsige slaven, die een potje spaargeld bijeen hebben gestolen van den waarkman
.Wij begrijpen Uw frustratie, want in een zelfstandig Vlaanderen is Uw liedje uit. Collaborateurs, U weet wel, worden uitgespuwd
.
Maar wacht eens! Daar zit inspiratie in voor U! Spartacus! Dat is Uw man, mijne joengne! Daar ligt voor U een heldenrol weggelegd! Als slavenleider die de opstand voor het nageslacht vereeuwigt. Een scenario om Verdi te onttronen ligt openvoor U! Een geschreven opera waarin een subliem slavenkoor de eeuwige roem van Bart Lanoye moet (of is het Tom Brusselmans) uitzingen.
Wedden, dat onder het lonken naar die nieuwe berg van goud (een Goudberg?) U een nieuw schitterend bijhuis in Kaapstad kunt openen, waar U weliswaar iedere minuut moet vrezen voor Uw dikke pens, maar waar het anderszins toch fijn om leven is, nu de apartheid 360° is omgedraaid
Daarom geef ik U ter lering voor U en Uw vrienden hieronder inzage over een figuur die door Voorpost vandaag in het zonnetje werd gezet. Het is allemaal wel bijna 100 jaar geleden, maar het heldhaftige in het slavendom : dat is toch just iets voor U?....
Voorpost-berichtenblad Nationale figuren
Naam: de Winde
Voornaam: Juul
Geboren te: Merchtem
Op: 13 mei 1893
Overleden te: Westrozebeke
Op: 28 september 1918
Jonge jaren
Juul de Winde liep lagere school in zijn geboortedorp Merchtem, en volgde nadien middelbare studies aan het St. Aloysiuscollege te Brussel. Het Vlaams Bewustzijn en de prille dichtkunst van Juul de Winde komen tot ontplooiing binnen de, in 1909 door toondichter August Deboeck gestichte, cultuurvereniging De Vlaamsche Kring. Binnen zijn vertrouwde omgeving is hij ook lid van het toneelgezelschap De Leie en de harmonie St. Cecilia. Nog voor het uitbreken van Den Grooten Oorlog publiceert hij zijn eerste verzen in de Gazet van Merchtem, een publicatie van zijn dorpsgenoot Maurits Sacre, die tevens geschiedsschrijver en drukker is.
Militaire loopbaan
Op 16 september 1913 vat de Winde zijn militaire dienstplicht aan, waarbij hij ingedeeld wordt bij het 1e Regiment Karabiniers. Het wordt al vlug duidelijk dat de Winde een uitmuntend soldaat is, en aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog, op 5 april 1914, wordt hij al tot korporaal bevorderd. Op 18 november 1914, enkele maanden na het uitbreken van wat men dacht een kortstondig incident te zullen zijn maar uiteindelijk de Grote Oorlog werd, klimt hij op tot de rang van sergeant.
Hierna komen nog volgende promoties: op 15 november 1915 wordt hij adjudant; op 8 september 1916 wordt hij onder-luitenant; in die hoedanigheid wordt hij toegevoegd aan de legerstaf; en, ten slotte, op 26 september 1917 bereikt hij de rang van luitenant.
Binnen de legerstaf krijgt hij het echter moeilijk met het Vlaamsvijandig karakter van het officierenkorps, en, met het bevrijdingsoffensief in zicht, vraagt hij zijn ontslag, om zich bij zijn kameraden in de frontlinie te voegen.
Hij wordt hierop ingedeeld bij het 3e Regiment Karabiniers, dat deel uitmaakt van de 6e Infanterie Divisie. Op 28 september 1918, zes weken voor de wapens zwijgen en nauwelijks 25 jaar oud, sneuvelt luitenant de Winde te Westrozebeke.
Op hetzelfde veld van eer sneuvelde, in de Slag bij Westrozebeke (tijdens dewelke Filips het verzet tegen graaf Lodewijk van Male leidde), in 1382 ook de Gentse volksleider Filips van Artevelde, zoon van Jacob van Artevelde.
Juul de Winde is de enige Vlaamsgezinde officier die tijdens de Eerste Wereldoorlog, in bevolen dienst, het leven laat.
Culturele activiteiten aan het front
Aan het IJzerfront zet Juul de Winde zijn vooroorlogse culturele activiteiten verder. Dit vanuit de gedachte om zijn kameraden-frontmakkers, die hij in de loopgraven aanvuurt met de strijdkreet Vliegt den Blauwvoet, Storm op Zee, bewust te maken van hun Vlaamse aard. Dit vertaalt zich o.a. in het organiseren van muzikale manifestaties, waarbij hijzelf als dirigent optreedt.
Achter de frontlinies komt hij in contact met kapelaan Cyriel Verschaeve en Jan Bernaerts, wat hem ertoe aanzet opnieuw de pen ter hand te nemen. In april 1917 resulteert dit in het uitbrengen van een aantal oorlogsgedichten, gebundeld onder de titel : Granaatscherven. Deze bundel; met voorwoord van Cyriel Verschaeve, verschijnt onder zijn pseudoniem Juul Liseron. Samen met zijn dorpsgenoot, onder-luitenant Pol Knaeps, publiceert hij, opnieuw onder zijn schuilnaam, in augustus 1918 het frontblaadje Merchtem Boven. Het zal echter bij een eenmalige editie blijven.
Ook liggen er nog heel wat verzen op de plank, maar ondanks vijf jaar actieve dienst, waarvan vier oorlogsjaren, beslist de voorzienigheid hier anders over.
Symbool van de Vlaamse strijd
Juul de Winde wordt, met de opeenvolgende Bedevaarten naar de Graven van de IJzer en het bouwen van de IJzertoren, een van de symbolen van de Vlaamse Strijd. Op maandag 16 augustus 1937 wordt zijn stoffelijk overschot in zijn geboortedorp Merchtem ontgraven, en op zondag 22 augustus 1937, tijdens de 18e IJzerbedevaart, wordt hij in de crypte van de IJzertoren bijgezet. Hier rustten ondertussen al o.a. Renaat De Rudder, Joe English en de gebroeders Edward en Frans Van Raemdonck, die, naast zo vele anderen, eveneens hun jonge leven veil hadden op de IJzervlakte.
Op 22 april 1938 beslist de gemeenteraad van Westrozebeke het plein voor het gemeentehuis om te dopen tot Lt. J. de Windeplaats. Dit gebeurt op 8 mei 1938, samen met het onthullen van een gedenkplaat aan het gemeentehuis. Ook nog diezelfde dag vindt, buiten de dorpskern, de inhuldiging plaats van het monument dat ontworpen is door Karel Aubroeck: het stelt de Goudberg voor, waar; zoals hoger vermeld, Filips van Artevelde sneuvelde. Dit gebeurt in aanwezigheid van o.a. Germain Lefever, algemeen voorzitter van de VOS, en Juliaan Platteau, namens het IJzerbedevaartkomitee. Karel Aubroeck is tevens de ontwerper van de beelden, die op dat moment de 4 hoeken van de IJzertoren te Kaaskerke sieren.
Naar Juul de Winde werd de gelijknamige Lt. de Winde-kring genoemd. Deze kring werd in september 1940 in het krijgsgevangenkamp van Tibor, door Vlaamse beroepsofficieren in gevangenschap, opgericht, en had als doel d.m.v. studie- en ontspanningsmogelijkheden het cultuurleven in het kamp te stimuleren. Het aanplakbiljet, dat de stichting van deze kring aankondigde, beeldde een gestileerd Heldenhuldezerkje uit. Ondanks de grafschennis, die in de nacht van 15 op 16 maart 1946, gepleegd werd, rust Lt. Juul de Winde nog steeds onder de boodschap van het IJzerkruis : Hier liggen hun lijken als zaden in t zand, hoop op de oogst O, Vlaanderland.
Martin Gyselinck, Mariakerke 18 oktober 2010.
Bijlage Voorpost.
Bronnen :
Encyclopedie van de Vlaamse Beweging, Lannoo, Tielt, 1973; Het taboe van Vlaanderen, 40 jaar na de aanslag, Willy Moons, Antwerpen,1986; Duurzamer dan graniet, over monumenten en Vlaamse beweging, Lannoo Perspectief Uitgaven, Tielt, 2003; Van IJzerfront tot Zelfbestuur, Frank Becuwe en Louis De Lentdecker, De Klaproos, Veurne, 1993; nl.www.wikipedia.org
-----------------------------------
Psssst
Uit Wikipedia, over West Rozebeke :
Deze plaats is vooral bekend omdat hier (in de buurt van de Goudberg, tussen Westrozebeke en Passendale) op 27 november 1382 de Slag bij Westrozebeke plaatsvond waarbij de Vlamingen onder Filip van Artevelde (zoon van Jacob van Artevelde, wiens standbeeld op de Vrijdagsmarkt in Gent te zien is) door een Frans leger verpletterend werden verslagen. Hieraan wordt men nog herinnerd door Corneillies monument op het dorpsplein.
Na de slag werd Westrozebeke een bedevaartsoord omdat, volgens de legende, een rode draad rond de gemeente haar inwoners tegen het oorlogsgeweld had beschermd. Deze draad was op zeven plaatsen bevestigd, waarnaar tegenwoordig nog de zeven kapelletjes aan de Ommegang (*) verwijzen. Sinds deze veldslag wordt Onze-Lieve-Vrouw van Westrozebeke bijzonder vereerd.
Dat belette niet dat de vijandelijkheden tijdens de Eerste Wereldoorlog Westrozebeke volledig van de kaart veegden. Ook de kerk werd volledig vernield. Van dit oorlogsverleden getuigt nog het monument voor Luitenant Juul De Winde, die sneuvelde bij de bevrijding van Westrozebeke.
De plaats werd in de jaren 20 van de vorige eeuw wederopgebouwd. Ook de Sint-Bavokerk is tamelijk recent. Binnen hangt er aan de muur een ex-voto van de zinkende ferry "Sussex". Dit schip voer in 1916 van Folkestone naar Dieppe en werd getorpedeerd. De meevarende Westrozebekenaars baden tot Onze-Lieve-Vrouw en bleven gespaard. Ondanks dit tweede mirakel werd bij het debat over een basiliek niet gekozen voor Westrozebeke, maar voor het nabijgelegen Dadizele.
(*) Wat is dat toch met onze herinneringen!? Vandaag ontdek ik het hoe en waarom dat ons Moeder, een vrome Vlaamse vrouw, in de oorlogsjaren weduwe geworden met 5 kleine kinderen, 50 jaar geleden (min of meer) ieder voorjaar tegen heug en meug voor mij naar hier op bedevaart wilde komen, met telkens alleen maar mij mee
Broers en zussen mochten telkens thuis blijven op die vrije mooie lente- of zomerdag, alleen IK moest mee (waarschijnlijk terecht) : onmenselijk ver, wel 30 Km, met de fiets. Iets fris om drinken kon er niet af, buiten de veel te kleine drinkbus met koude koffie van thuis. Oerstom en oervervelend, die kapelletjes-rondgang, kilometers ver. Ik alleen, tussen al die biddende vrouwen en mummelende oudjes, terwijl rond mij de vriendjes vrijelijk konden ravotten en spelen : daar was toch niemand bij die mij kon herkennen, zodat ik de volgende dag in t College als moederskindje zou uitgelachen worden?
Ja, over Lt de Winde werd er toen nergens gesproken : het repressie-spook waarde nog rond, en die van Artevelde : werd die, of was het zijn vader, ook niet ergens opgespoord door de Witte Brigade? Want die stond ook op hun lijsten van Zwartzakkerij
en naar hem werd door menig Krijgsauditeur ijverig navraag gedaan bij de verhoren van andere aangehoudenen. Of ze iets wisten van wat die Artevelde binst de oorlog had uitgespookt, en zo
Maar dat wist ik toen niet.
Ach die bedevaarten
.onder een loden hemel, na eerst geknield met open armen in de kerk te hebben moeten bidden voor dezelfde intenties als ons Moeder, die mij als opgroeiende tiener begot toch niet interesseerden
Het koele donker van die kerk moest de komende marteling van de rondgang wellicht verzachten
zoals de open kerkdeur de bedevaarders lokte, na volbrachte boete. Wierook, walmende kaarsen, met flarden door zonlicht doorboomd gebladerte : dat was voor mij het schrikbeeld van die zomerse ommegang.
Waarom was er toen niemand die mij vertelde over de beschermende Heilige Rode Draad tussen de kapelletjes? Over Filips van Artevelde, over Luitenant de Winde of over de Sussex? Waarom was iedereen hier, was er kermis in het dorp en taalde niemand over deze Rode Draad, waarover ik pas nu iets verneem? Ik had er, wis en waarachtig, dezelfde soort visioenen door kunnen heben als Ernest Claes in De Witte van Zichem die de Gulden Sporenslag met zijn vriendjes wilde naspelen
Wij leefden midden in de vele echte slagvelden hier, in Hart-Vlaanderen, en we wisten het niet eens!
Wat heeft ons Moeder toch goed voor mij gezorgd! Merci, hoor, Ma!
STOP EENS N BLOKKER BLOGGER IN UW TANK

|