Goed nieuws wat betreft het eindelijk-aan-een-roman-begonnen-zijn: ik ben eindelijk aan een roman begonnen. Ongeveer mijn vierde dit jaar intussen, maar in tegenstelling tot de vorige drie keren wordt de roman in kwestie nu geschreven in plaats van gelezen. Gaat wel een pak minder vlot moet ik zeggen. Alhoewel. De titel staat reeds geheel en al op poten. Het werk is daarmee in feite al half gedaan, wetende dat de modale mens wel eens een boek koopt op basis van de titel, om het kleinood nadien niet te lezen maar het liever rechtstreeks in de boekenkast te mikken. Een significant deel van mijn toekomstige lezerspubliek is eigenlijk reeds in deze fase op zijn wenken bediend. Acht seconden werk en het aandeel niet-ontevreden toekomstige klanten moet al ruwweg rond de 30 % schommelen. Ik vind dat niet slecht.
Het opzet was een titel te vinden die intrigeert, bevreemdt, verleidt en blijft hangen. Logisch dat ik dan uiteindelijk uitkwam bij het intrigerende, bevreemdende, verleidelijke, blijven hangende "Die teef heeft mijn hele voicemail vol geblaft!". In deze niet-autobiografische roman laat het hoofdpersonage, die in het bezit is van een hond, in een vlaag van onoplettendheid zijn gsm op de vloermat vallen. Zijn hond, die in het bezit is van een vagina, gaat met haar lompe poten op het mobieltje staan en blaft urenlang omdat de postbode maar niet komt. Nu wil het geval dat ze hierbij per abuis op een sneltoets drukt en op de voicemail van Arthur Van Rijckevorst-Odemwingie, de beste vriend van ons hoofdpersonage, terechtkomt. Jullie kennen Arthur nog niet, maar als iemand denkt dat Arthur dit zomaar over zich heen laat gaan, dan kennen jullie Arthur nog niet. Hij staat er namelijk om bekend zijn voicemail door geen énkele teef vol te laten blaffen. Meer, zijn voicemail door geen enkele teef laten vol blaffen mag beschouwd worden als zijn tweede natuur.
Ergens halverwege het boek (de eerste helft moet ik nog wat opvullen) maakt Arthur ons hoofdpersonage dan ook woedend diets van wat er zoal met zijn voicemail gebeurd is. Hij schuwt daarbij harde uitspraken noch schuim op de lippen. Wat volgt is te zot voor woorden, maar met al mijn talent, energie en toetsenbord ga ik het desondanks in woorden trachten te vatten. Stay tuned zou ik zeggen, want ik heb het gevoel dat er al voor minder Nobelprijzen voor de Literatuur zijn uitgereikt.
|