Noem mij een shopper en ik antwoord van "dat klopt niet, ik ben helemaal geen shopper, boerke!". Noem mij bij nader inzien dus maar geen shopper. Of zwijg gewoon over deze heikele kwestie, want aanstippen wat ik zoal niet ben lijkt me een weinig waardevolle bezigheid. De taal als communicatiemiddel is ooit opgezet met andere doeleinden in het achterhoofd. En daarbij, ik ben oud genoeg om zelf te zeggen wat ik niet ben. Geen shopper dus, zoveel is zeker. Al moet er enig voorbehoud gemaakt worden voor wat betreft de te shoppen materie. In een cd-, dvd- of boekenwinkel trek ik me doorgaans aardig uit de slag. De shopsetting zadelt me weliswaar met een unheimlich gevoel op, maar het uitgestalde waar wekt meestal net genoeg mijn interesse om dat te overwinnen.
Anders is het gesteld in een grootwarenhuis. Ik zwalk op automatische piloot door de rayons, tussen de hoge rekken die een overmaat aan keuzevrijheid impliceren. Er zijn veel soorten gemalen kaas, veel volk ook. Het besef van tijd en ruimte is intussen weggeëbd. Maar ook een zombie heeft levensmiddelen nodig. Werktuiglijk vul ik mijn mandje tot zijn evenbeeld van de weken ervoor. Ik profiteer van een zwak moment in mijn desoriëntatie om me naar de kassa te begeven. Zoals steeds sluit ik de rij, om dan per geslaagde pincode een stap dichter bij de bevrijding te komen. Samen met de betaling gaat de laatste slagboom omhoog. De beproeving is voorbij, de hoedanigheid van ondode mag weer een week in de kast.
Nog een ander geval zijn kledingwinkels. In onze westerse 21e eeuw zijn nieuwe kleren allang geen levensnoodzakelijkheid meer. Het jarenlang links laten liggen van fashionzaken doet je hooguit de voeling met de mode verliezen. Nu ben ik niet de meest uitgesproken fashionista ter wereld, noch Nieuwe Man in de dop, maar ik besef dat af en toe een nieuwe trui geen kwaad kan. Zo belandde ik afgelopen zondag dus in Maasmechelen Village, een dorp zo artificieel dat het sprookjesbos van de Efteling er een goed bewaarde 17e-eeuwse nederzetting naast lijkt. Maasmechelen Village is voor mij niks minder (maar ook niks meer, dat moet gezegd) dan de hel op aarde. Zijn ruimtelijke ordening doet potentiële concurrenten als Bagdad, Darfur en Guantánamo het onderspit delven: er bevindt zich één informatiecentrum, een stuk of drie cafetaria's en voorts enkel kledingwinkels. Het is me nog altijd een vraag hoe ik die zondag zomaar ben kunnen doorkomen. Want ja, de nieuwe trui is succesvol veroverd, en dat zonder kleerscheuren.
|