Beste Dick, op 21 oktober vorig jaar heb ik je gouden raad gegeven. Aangezien toch wel spreekwoordelijk is vastgelegd dat zwijgen gelijkstaat aan toestemmen, ging ik ervan uit dat de boodschap was aangekomen. Edoch. We zijn vandaag ocharme nog geen zes maanden later en wat stel ik vast? Dat je van de tussentijd gebruik hebt gemaakt om stoute dingen te doen. Allereerst wilde je per se een half seizoen een club erbij nemen, AZ. Dit om de 'lege periode' te overbruggen tot de start van de EK-kwalificatie. Goed, ik heb daar toentertijd geen spel rond gemaakt. Laat hem maar doen, redeneerde ik. Te meer omdat je uitdrukkelijk bevestigde na je interimjob gewoon weer de draad bij de Rode Duivels op te nemen.
Ik geloofde dat. Ik geloofde werkelijk dat je géén leugenaar was. Achteraf gezien naïef natuurlijk. Je hebt zo'n dingen al eerder gedaan in je carrière en het zal in de toekomst nog wel voorvallen. Als morgen de nationale voetbalfederatie van Italië, Zweden of Mozambique met nóg meer geld zwaait, keer je zonder wroeging Rusland de rug toe. Je bent geen man van je woord en je snapt bovendien niet hoe ook maar iemand dat wél kan zijn. Hoe anders valt je uitlating op de persconferentie te interpreteren, dat je "de commotie niet begrijpt"? Dat is de taal van een man wiens denken verankerd zit in cynisme. De hele wereld is slecht, dus kies je maar steeds opnieuw voor de vlucht vooruit, om de anderen op zijn minst voor te zijn in het niet-ethisch handelen.
In het kort, Dick, vind ik je dus helemaal niet zo tof meer. Daarmee is niet gezegd dat je ook de zieligste bondscoach van pakweg het laatste anderhalf jaar bent. Die eer gaat uiteraard nog altijd naar René Vandereycken - ondanks dat René nooit woordbreuk heeft gepleegd om bij een machtiger land aan de slag te gaan. (De waarde van deze laatste nuance is mogelijk discutabel.) Maar vergis je niet, je mag het hoe dan ook op je dikke buik schrijven om ooit nog gouden raad van mij te krijgen. Ik laat je in vrede roebels tellen tot het einde van je dagen, met hopelijk ergens in het achterhoofd een nijpend besef van de manier waarop dat fortuin precies tot stand gekomen is.
Tot nooit meer,
Tsigalko
|