We zijn nog altijd in Duitsland. Het is
maar dat ik geen gespleten persoonlijkheid heb, of er zouden dingen door mijn
hoofd spoken als: wat een geëmmer toch allemaal, en dat om een wat lang
uitgevallen city trip. Misschien wel terecht. Hoewel. Het is hier verdomme míjn
blog, dus ik schrijf wat ik wil. Mijn hypothetische gespleten persoonlijkheid
heeft zich daarbij neer te leggen. De zager.
Goed, Duitsland dus. Hetgeen na verloop van tijd begon tegen te steken, was
zeker en vast het eten. De menu beperkte zich in grote lijnen tot
Schweinegebrat, Schnitzel en Schweinwurstsalat. Eventueel verrijkt met van het
vet druipende Bratkartoffeln - wat die Moffen dan weer handig denken te
compenseren door er een hand zout op te kappen. Kortom op culinair gebied was
het nogal magertjes, de rijkdom aan vetten ten spijt. Het buitenlandse
spijsaanbod bracht trouwens niet veel beterschap. De hamburger in de hippe
keten Hard Rock Café zal ik mij nog lang heugen als de goorste in
tijden. Bijna 10 euro voor een zwartgeblakerd stuk vlees met een minimum aan
groenten. Tot de rekening kwam en bleek dat er voor dat minimum aan groenten
nog een supplement van 4 euro werd aangerekend ook. Gezien ik een man van
principes ben, zal je mij in principe dan ook niet meer gauw in het Hard Rock Café aantreffen.
Behoudens de inferieure fret was München en
zijn omstreken nochtans best de moeite. Prinsen, kardinalen en regenten genoeg
die zich in de loop van de geschiedenis tot een folietje hebben laten overhalen.
Gelukkig voor hen werd intussen het toerisme uitgevonden, zodat hun gezamenlijk
patrimonium niet voor niks is geweest. Ook recentere bouwmeesters kunnen zich
hieraan optrekken. Die van het nabijgelegen concentratiekamp bijvoorbeeld. Het
kamp van Dachau ontstond een 70-tal jaar geleden, een ideetje van Adolf Hitler
en zijn acolieten. Ik ga hier geen biografie van Hitler presenteren, maar laat
ons het erop houden dat hij de inspiratiebron was voor een aantal ronduit ge-wél-di-ge
documentaires en films.
Het hoogtepunt van de reis was
waarschijnlijk de laatste dag. Die bracht een bezoek aan zowel het nieuwe als
het oude stadion van mijn favoriete buitenlandse voetbalploeg: Bayern München.
Geen ploeg ter wereld heeft ooit op die manier de Sturm und Drang tot kunst
verheven als Bayern. Een visite aan beide voetbaltempels was dus een must.
Vooral het oude stadion, Olympia, maakte indruk. Ik heb het altijd een lelijke
constructie gevonden die hoegenaamd niet voor voetbal bestemd leek te zijn.
Oké, er was wel degelijk een grasmat met twee doelen en vier cornervlaggen en
zo, maar de ongezellige atletiekpiste eromheen gaf het geheel een koude indruk. Nu, jaren
nadat de laatste oehs en aahs vanuit de tribunes weerklonken,
blijft alleen het Ik van Olympia over. Wie er eens een kijkje gaat nemen,
merkt meteen dat het een stadion is waarvan de ziel zal blijven voortleven. In
tijden van hoogste nood komt zn sterkte boven. Al zit het feit dat die
vermaledijde atletiekpiste ondertussen is weggehaald daar misschien wel voor
iets tussen.
Tot daar Duitsland.
|