17 augustus 2020: Vincent Kompany stopt met voetballen.
7 september 2020: Tsigalko schrijft erover op zijn blog.
Hoe valt dit interval te verklaren? Vindt het zijn wortels in de ijdele hoop dat Kompany snel bij zinnen zou komen en zijn beslissing alsnog zou terugdraaien? Gaat het simpelweg om een weigering van mijnentwege om het onvermijdelijke te aanvaarden, om de waarheid onder ogen te zien? Of is alles toch gewoon terug te brengen tot mijn kenmerkende luiheid? Zeker is dat Vincent Kompany nog een heldendicht tegoed heeft, een uit bits en bytes opgetrokken standbeeld in een obscure uithoek van het wereldwijde web. Hij zal het nooit te lezen krijgen, maar ik zal het wel ooit geschreven hebben. Omdat het zo hoort.
Ons bezoek aan Normandië is een paar dagen ver. We naderen Paléospace, het dinosaurusmuseum van Villers-sur-Mer. An rijdt, ik refresh werktuiglijk mijn Facebook, kwestie van oninteressante onbenulligheden te vervangen door andere oninteressante onbenulligheden. En dan verschijnt het plots. Vincent Kompany stopt met voetballen en wordt trainer van RSC Anderlecht. Ik slaak een kreet van ongeloof, An reageert dat het toch weinig verschil maakt omdat Kompany sowieso altijd geblesseerd is. (Mogelijk heb ik in aanvulling op mijn ongeloofskreet ook wel de titel van het bericht hardop voorgelezen, want helderziend is An in principe niet.)
Geblesseerd, het woord is eruit. Dat zelfs An Kompany met blessures associeert, is veelzeggend. Ook wie de edele voetbalsport slechts van horen zeggen kent, is op de hoogte van Kompany's kryptoniet. Voor de zorgeloze dagen moeten we terugkeren naar 2003. Ik zat in Lloret de Mar (zie de blog van 21-05-2019) terwijl een ranke lefgozer zijn opwachting maakte in het fanionteam van RSC Anderlecht. Met zijn smalle beentjes, straatvoetbaltechniek en bakken flegma en bravoure was Kompany meteen de meest atypische verdediger in de Belgische voetbalgeschiedenis. Vince the Prince was geboren. Dit godenkind was voorbestemd voor het allerhoogste, was de consensus.
Nu, in dat vervloekte 2020, kunnen we besluiten dat die voorspelling correct was. Maar dat het niet zonder slag of stoot ging, is een understatement. Het jongetje werd een man, en met de spiermassa kwam ook de ellende. Na elke opflakkering van zijn fenomenale gave volgde steeds getrouw een nieuwe blessure, als ying en yang. Onze voetbalhoop voor de zoveelste keer in de prak en de Rode Duivels op positie 71 van de FIFA-ranking. Maar één man verloor de moed niet. Verloor de moed nooit. Vincent Kompany. Met elke nieuwe kras op de carrosserie verdween er weer iets meer van het godenkind van weleer, en om het statuut van prins nog te rechtvaardigen moest hij toch net iets te hard zweten in het revalidatiecentrum. Flegma moest de plaats ruimen voor doorzettingsvermogen, flair voor kracht, snelheid voor ervaring.
Tussen alle calamiteiten door won hij als kapitein vier titels voor Manchester City, loodste hij de Rode Duivels naar positie één (1!) op de wereldranking en leerde hij zijn volk om nooit op te geven. Tot de schoenen dus aan de haak gingen op die 17e augustus 2020. Ik stond daar bij de dinosaurussen en dacht terug aan Lloret de Mar 17 jaar eerder. Er zijn wellicht nog symbolischer plaatsen denkbaar om het begin en het einde van de jeugdige vitaliteit te markeren, maar makkelijk zullen ze niet te vinden zijn.
Bedankt voor alles, Vince. Merci.
|