Een onophoudelijke stormwind geselt onze contreien. Natte dagen in vijftig tinten grijs kleuren al maandenlang ons bestaan. Als er al een achtergrond bestaat waartegen een uit de kluiten gewassen virusje kan gedijen, dan deze wel. Het coronavirus woekert onder de Belgische burgers, klaar om van Aarlen tot Oostende een spoor van vernietiging achter zich te laten, niet van plan om ook maar iets of iemand te ontzien, tenzij mensen jonger dan tachtig of mensen ouder dan tachtig die geen andere medische kwalen onder de leden hebben.
De Belg doet wat hij het beste kan: aangemoedigd door de beleidsmakers zich er weinig van aantrekken, tot die beleidsmakers van idee veranderen en er in een paniekerige kramp geschoten wordt. Of in een krampachtige paniek, naargelang wat de situatie vereist. Toegegeven: zelf wist ik ook niet direct wat ik hoorde toen het bericht kwam dat alle cafés en restaurants minstens drie weken gesloten zouden worden. Toen ik het wel wist, bleek het te gaan om het bericht dat alle cafés en restaurants minstens drie weken gesloten zouden worden. Gecombineerd met het gedwongen thuiswerk en scholen die enkel in noodopvang voorzien, mag ik dat hier gerust een de facto quarantaine noemen. Een kleuter, een vrouw, een man. Op elkaar aangewezen. De ruimte is beperkt, de tijd allerminst. Het coronavirus is niet enkel voor de bejaarde medemens genadeloos.
Dit had een aanzet kunnen zijn om bij de pakken te blijven zitten en me middels zware bieren te verdoven, maar dat was het niet. Er moest namelijk eerst een nieuwe voorraad zware bieren aangelegd worden. Het mannelijke oerinstinct kwam naar boven en leidde me zonder verder dralen naar de dichtstbijzijnde Colruyt. Dat ik die zomaar kon vinden mag trouwens een wonder heten, want in niet-coronatijden mijd ik winkels als de pest. Voor de gemiddelde Belg was het op dat moment al zonneklaar hoe er het best geanticipeerd kon worden op weken van ontbering. Massaal werd geopteerd voor een levensnoodzakelijk product waarvoor geen enkel werkbaar alternatief op de markt is: wc-papier. Ik hield het bij de eerder genoemde bieren, extra handzeep, twee pakken pasta en koeken en chocolade omdat mijn inspiratie op dat punt al ver op was. Fier als een gieter trad ik weder de quarantainezone binnen. De jager had zijn prooi thuisgebracht.
|