Soms zijn er van die dagen die je in één klap een paar jaar ouder maken. Spreekwoordelijk of ook biologisch, dat zal nog blijken wanneer de statistische sterfdatum dichterbij komt. Stress, negatieve energie en opgekropte woede zijn de aangewezen ingrediënten om de vitale lichaamsorganen tot het uiterste te drijven. De afgelopen week ben ik op die manier elke dag wel een paar jaar ouder geworden. Inwendig kan ik zo ongeveer op pensioen, is het aanvoelen. De boosdoener is deze keer niet de NMBS maar het Belgische gerecht, dat door de gemiddelde tooghanger blijkbaar helemaal correct op zijn merites wordt beoordeeld. Het besef dat die gemakkelijke cafépraat wel degelijk zijn basis heeft in de realiteit, is moeilijk te aanvaarden. De rechtstaat blijkt bij nader inzien vooral een onrechtstaat te zijn.
Maar goed, het is niet met het oog op een portie zwaarmoedigheid dat deze blog geconsulteerd wordt. De voornaamste motor achter de bezoekcijfers blijft immers de categorie 'per ongeluk op een verkeerde webpagina terechtgekomen'. Maar wanneer deze vrijplaats van het geschreven woord dan toch eens geheel uit vrije wil bezocht wordt, dan is het met de hoop op een gulle lach in het vooruitzicht. Bijvoorbeeld een verslag van iemand die abusievelijk zijn gazet in de fik steekt maar nietsvermoedend verder blijft lezen. Dat doet het altijd goed, zeker wanneer ikzelf het onderwerp van de scherts ben. En laat dat nu net gebeurd zijn, godzijdank!
Het komische tafereel in kwestie vond plaats in het Landal-park te Miggelenberg, tijdens de krokusvakantie. Terwijl vrouw en kind zich vermaken in het springkasteel, mag de pater familias wat verpozen met de courant. Ieder zijn taak. Over politiek en economie lezen is natuurlijk veel te moeilijk voor vrouwen en kinderen, weten wat er in de wereld gebeurt is het exclusieve terrein van het gezinshoofd. Terwijl ik rustig de nodige informatie absorbeerde, kwam er in paniek een vrouw van een belendend tafeltje op mij afgerend. Mijn eerste gedachte was dat zij in haar krantje misschien iets verontrustends meende gelezen te hebben, wat ik even diende te kaderen om haar op haar gemak te stellen. Met wilde gebaren maakte ze mij duidelijk dat het een noodgeval van een andere aard betrof. Zonder dat ik er erg in had, was de bovenkant van mijn courant in aanraking gekomen met een kaars. Niet zo erg, ware het niet dat het hier ging om een brandende kaars. Ik was zo verzonken in het artikel dat ik niet door had dat grofweg één derde van de krant al in lichterlaaie stond. Er zat nu niks anders op dan uiterlijk mijn kalmte te bewaren en tegelijkertijd paniekerig de vlam uit te blazen. Of, toen dat niet lukte, de krant op de grond te gooien en het vuur uit te trappen. Soms breekt nood wet.
|