Bijna november. De herfst is in het land en ineens ook in ons kerngezin geïnfiltreerd. Nu ook An de kaap van de 30 jaar gerond heeft, zal intussen al tweederde van ons huishouden niet meer snel met jeugd verward worden. Ik doe nochtans hard mijn best om het leven van altijd (en dus per definitie van jeugdiger jaren) te blijven leiden, maar de omstandigheden zijn er niet naar. Neem nu de herfstvakantie. In het pre-familieleventijdperk zou ik ten eerste niet weten in welke periode de herfstvakantie valt, ten tweede niet per se een verlofdag willen opsouperen aan iets waar ik geen weet van heb, en ten derde, in het hypothetische geval van een verlofdag, zou ik deze vooral savoureren in de nachtelijke uren die aan de eigenlijke verlofdag voorafgaan. Tegenwoordig is dat anders. We vertrekken van bij stap drie en wel om 5u30 's morgens, het moment dat de omstandigheden mij wekken. Voor alles is een tijd in het leven.
Het moet gezegd, eerlijk is eerlijk, dat het vullen van de dagen in deze levensjaren met meer zingeving gepaard gaat. Met Alesso gaan wandelen en hem bezighouden in de binnenspeeltuin is oprecht leuker dan het lammenadige uitkateren voor de televisie. Of naast de televisie, wanneer die laatste te veel prikkels geeft. Ik zie er ook een manier in om mijn levensdromen via hem alsnog te doen uitkomen. Mits veel geduld, energie en tijd, moet het mogelijk zijn om Alesso te doen uitgroeien tot iemand wiens verlofdagen in het teken staan van het savoureren van de nachtelijke uren die eraan voorafgaan. De wens is de (plus)vader van de gedachte.
|