Eindelijk! Mijn mannelijkheid is sinds
maandag een ietsje meer veruiterlijkt. Niet dat ik tegenwoordig de
exhibitionist in mij de vrije loop laat of zo. Niks daarvan. Ik ben recentelijk
de trotse bezitter geworden van een blauw oog, dat is het wat mijn viriliteit
accentueert. Zoals het trotse bezitters betaamt, schuw ik in deze uiteraard de
stijlfiguur van de hyperbool niet. Want om eerlijk te zijn is het eigenlijk meer
een serieuze veeg net onder mijn oog die me onderscheidt ván en verheft bóven
mijn medemannen. Gun me desalniettemin het plezier nog ten minste vier alineas de
omschrijving blauw oog te hanteren.
Hoe zoiets is kunnen gebeuren? Goh, de
mogelijkheden zijn legio. Ik zou bijvoorbeeld tien skinheads in elkaar geslagen
kunnen hebben om daarna, bij het verlaten van het slagveld, plompweg tegen een
deur te lopen. Of ik zou tien Marokkanen in elkaar geslagen kunnen hebben om
daarna, bij het verlaten van het slagveld, plompweg tegen een deur te lopen. Of
ik zou tien Finnen in elkaar geslagen kunnen hebben om daarna, bij het verlaten
van het slagveld, plompweg tegen een deur te lopen. Noem het op, werkelijk alles
is mogelijk.
Zoals zo vaak is de waarheid echter
prozaïscher. Het blauw oog is het gevolg van het voetballen maandag. Een
bikkelhard duel met de haast daarbij horende elleboog in het gezicht, denk je
dan. Helaas. Ik kreeg gewoon een bal vol tegen mijn toot. Een bal afkomstig van
een tegenstander, denk je dan. Helaas. De bal vertrok van mijn eigen voet en
kwam aan op mijn eigen rechteroog. Op voetbaltechnisch gebied ben ik eerder van
het protectionistische type.
Alsof dat alles nog niet genoeg is, hoort
hier nog een kanttekening bij. Wat ik meemaakte was een klassiek voorbeeld van
from hero to zero, in recordtempo dan nog. Ik was namelijk in mijn sas
tijdens het voetballen en pakte op de linkerflank uit met een feilloze
regenboogtrap. Dat wil zeggen: ik klem de bal tussen mijn voeten, trek hem als
het ware met mijn linkerbinnenkantvoet langs mijn rechterbeen naar boven en zet
er dan mijn rechterhak tegen, zodat de bal over de tegenstander caprioleert.
Terzelfdertijd spurt ik (zonder bal dus) langs de tegenstander en pik de bal
weer op. Dit alles gebeurt in een oogwenk. Moet het nog gezegd dat ik dé man
was, gedurende die nanoseconde dat mijn tegenstander op deze manier te
kakken werd gezet? Ik dacht het niet. Eens bal en man respectievelijk over en langs
de verdediger zijn gegaan, kan er eigenlijk niks meer mislopen. Zelfs al zou ik
de vallende bal niet onder controle krijgen, dan nog is dat geen ramp. Het
eeuwige respect is allang verdiend met de onberispelijke uitvoering van deze
beweging.
Er is echter één uitzondering. Dat is
wanneer je de zijn boog voltrekkende bal op de slof neemt en hem pardoes
tegen je eigen kop ramt. Een zorgvuldig opgebouwd hero-schap wordt in dat
geval in no time bijgesteld tot een zero-schap. Het enige wat dan nog rest is
pronken met je stoere blauw oog en zedig zwijgen over de ontstaansgeschiedenis
ervan. En laat dat nu net ook nog mislukt zijn.
|