Wat ik vandaag gedaan heb, grenst aan het ongelooflijke. Daarmee bedoel ik niet het bijvullen van mijn blog, hoewel ook dat van langsom moeizamer en moeizamer verloopt. Maar ongelooflijk is dat niet, heb ik in het verleden al een keer of 300 bewezen. Nee. Ongelooflijk in mijn ogen is een grootwarenhuis betreden, of een copieuze maaltijd bereiden. Laat ik nu net vandaag beide gedaan hebben. Let wel: ik besef ten volle dat voornoemde heldendaden voor de normale mens dagelijkse kost zijn. Maar de normale mens heeft dan ook geen winkelfobie en een kooktalent waarmee hij een heel Afrikaans land kan vergiftigen. Voor mij betekende het een enorme stap, om los te komen van de Spar of 'kleine Delhaize' en voet aan wal te zetten in mijn dichtstbijzijnde winkel, de 'grote Delhaize'. Met een ingrediƫntenlijstje van Jeroen Meus op zak zelfs. Gegeven de omstandigheden (grote winkel, veel keuze, andere mensen) was ik fier om na slechts een uurtje mijn tiental benodigdheden gevonden te hebben. Missie 1 volbracht!
Deel 2 beloofde zo mogelijk nog moeilijker te worden. Ik kan namelijk niet koken. Enfin, nuance, ik kan een paar eetbare dingen klaarmaken. Italiaans bijvoorbeeld. Pasta afkoken, een pot bolognaisesaus opwarmen en - als ik mezelf eens echt wil verwennen - ajuin en champignons eraan toevoegen. Oosters lukt ook nog. Het onverslaanbare combo rijst-currysaus-kip behoort tot mijn standaardrepertoire. Daarnaast is de Belgische keuken mij niet vreemd: aardappelen, groenten en vlees durf ik mezelf bij gelegenheid voorschotelen. Het hangt er wel vanaf welke groente, plus ik heb geen verstand van sauzen klaarmaken of welke andere frivoliteit dan ook. Mijn bereiding vandaag van Meus zijn romige spaghetti met kruidenkaas en gerookte zalm mag dus een unicum heten. Kruidenkaas had ik nog nooit in een gerecht gebruikt, net als zalm, room, look, tijm, bieslook en witte wijn. Ik had, achteraf gezien, net zo goed uranium kunnen verrijken.
Tot mijn niet geringe verbazing bleek de som der delen uiteindelijk een meer dan eetbaar geheel. Afgezien van het feit dat het wat meer gekruid had mogen zijn, viel er eigenlijk niks op aan te merken, of het moet zijn dat mijn smaakpapillen in de loop der jaren uit zelfbescherming zijn afgestorven. De basis is dus gelegd, zou je spontaan beginnen denken. Deze gedachtegang vormt echter de prelude op een anticlimax. Mijn leervaardigheid op culinair gebied is namelijk nul. Als ik 15 keer biefstuk heb gebakken, betekent dat dat ik 15 keer heb opgezocht hoelang biefstuk ongeveer in de pan moet liggen. Goed mogelijk dus dat ik me over een paar jaar op deze plaats opnieuw op de borst klop, naar aanleiding van de geslaagde bereiding van exact ditzelfde gerecht. Een ziekenhuisopname na een minder geslaagde bereiding behoort natuurlijk ook tot de mogelijkheden. Elk voordeel heeft nu eenmaal zijn nadeel.
|