Het is bloggewijs allemaal vrij geruisloos voorbijgegaan, maar ik woon intussen een kleine twee maanden in een appartement. Inclusief alle luxe die een mens zich maar kan voorstellen: aparte slaapkamer, keukenkasten, toilet gescheiden van de badkamer, dampkap... Noem een hoogwaardig goed op en het is er - het vergt brede schouders om zulke weelde te torsen. De inrichting verliep helaas niet altijd van een leien dakje. Het plotse gevoel van ruimte (de afstand tussen mijn bed en mijn sofa bedraagt méters!) moest toch op zijn minst ten dele getemperd worden. Dan is een bezoek aan de Ikea nooit ver weg. Normale families maken daar een daguitstap van: ten laatste op de middag vertrekken, twee uurtjes rondwandelen, Zweedse balletjes eten, nog een uurtje om knopen door te hakken. Niet zo wij.
Wat nu precies wel en wat niet genetisch bepaald wordt zullen we misschien nooit weten, maar het bestaan van een 'stiptheidsgen' lijkt me niet onwaarschijnlijk. Mijn moeder vertrekt steevast veel te laat naar een afspraak, om na een waanzinnige inhaalrace toch nog ruim te laat ter plaatse aan te komen; mijn broer vertrekt nog iets later, om enigszins berustend op een schandalig uur de plaats van afspraak van zijn aanwezigheid te voorzien; ikzelf ten slotte wacht steeds het allerlaatste moment af om te vertrekken, zodat ik zelden echt op tijd arriveer maar ook zelden heel veel te laat. Gezien de omstandigheden lever ik dus puik werk. Dit alles vertaalt zich naar een Ikea-bezoek als volgt: daar aankomen om 19u10 (vijf minuten voor er wordt omgeroepen dat klanten hun aankopen moeten beëindigen), in rotvaart door het winkelcomplex denderen, inderhaast wat artikelnummers op een papiertje krabbelen en vlak voor het buitengaan - aangemaand door het personeel - op goed geluk hetgeen nog leesbaar is uit de rekken grissen. Heerlijk.
Het pronkstuk van mijn ruimtevulling moest dan nog komen. Tegenwoordig slaap ik immers niet meer in een bed, maar in een heuse boxspring. Waarom dat nu precies beter zou zijn dan een regulier bed is me ook een raadsel, maar blitser is het sowieso. En ontegensprekelijk groter. Volgens mijn moeder zou de boxspring bovendien zomaar even zes steunpunten bevatten. Ook geen idee wat dat juist betekent. Voorlopig zie ik als enige pluspunt dat ik mijn slapeloosheid op een aanmerkelijk groter oppervlak kan botvieren. Ik ben me dus al nachtenlang zeer bewust van hoe majestueus ik me daar wel niet lig te slapen, waaruit nog maar eens blijkt dat elk nadeel zijn voordeel heeft.
|