Wat zou ik nu 'ns doen om de wereld te redden?, flitste er op een herfstachtige zomeravond door mijn hoofd. Eerlijk gezegd had die vraag me nooit eerder beziggehouden. Ten eerste heb ik wel wat anders te doen, ten tweede zou het redden van de wereld - gesteld dat het lukt - gepaard gaan met een verhoogd verwachtingspatroon bij al mijn toekomstige activiteiten. Je zag dus van hier dat ik daaraan mijn vingers zou gaan zitten verbranden. Maar kijk, op die herfstachtige zomeravond, die we allemaal kennen van de openingszin, vond een omslag in mijn denken plaats. En in mijn doen, wat in mijn geval een niet onbelangrijke aanvulling is. In een wip en een zucht mocht de website van het WWF zich opmaken voor een nieuwe bezoeker.
Waarom het WWF? Wel, om de simpele reden dat er nu toch veel meer mensen zijn dan grote zoogdieren, en dat die laatsten er door de band genomen nog knuffelbaarder uitzien ook. Daarbij komt nog eens dat ontwikkelingshulp zonder geboortebeperking het goedbedoelde equivalent is van het redden van een voetbalclub die zijn spelers desondanks miljoenencontracten blijft aanbieden. Weggegooid geld, nuchter bekeken. Ik laat het vanaf hier over aan mijn gewaardeerde collega-schrijver Jonathan Franzen: "Er is geen probleem ter wereld dat niet zou worden opgelost, of op zijn minst ingrijpend zou worden verlicht, als we minder mensen ter wereld lieten komen. [...] Want mensen kunnen weliswaar met veel pijn en moeite en na lang aandringen hun consumptiegedrag aanpassen, maar als de aantallen in hetzelfde tempo blijven toenemen, zal dat er niets toe doen. En toch heeft níémand het nog in het openbaar over het bevolkingsvraagstuk. Het is de olifant in de kamer waar niemand over praat, maar hij zal ons wel verpletteren."
Het WWF dus. Spoedig werd me duidelijk dat er buiten het gewone lidmaatschap ook andere mogelijkheden zijn. Veel hippere mogelijkheden bovendien. Je kan bijvoorbeeld zomaar ervoor kiezen een pandabeer, tijger of dolfijn te adopteren! Of alledrie, voor wie echt eens zot wilt doen. Dat laatste wou ik niet. Toby en Kira thuis verstaan zich goed met elkaar, maar dat is een soort labradoodle en een soort cocker spaniel, terwijl het hier toch om een panda, een tijger en een dolfijn gaat. Gezien het aanbod restte me maar weinig keuze. Een beetje adoptieouder wil het beste voor zijn kind, dat betekent inclusief een lichtelijk gekleurde teint. De panda is dan in feite de enige optie, een beetje zwart en een beetje wit, met de ijdele hoop dat beide kleuren zich ooit nog zullen mengen (maar waarschijnlijk niet, al ben ik geen bioloog). Twaalf euro per maand zakgeld dus voor onze lijzige vriend, opdat hij niet ineens op droog zaad komt te zitten, zonder bamboe of ba.
|