Insomnia, we kennen het allemaal uit de filmwereld. Het beeld mag bepaald romantisch genoemd worden. We zien het hoofdpersonage. Dwalend door de nacht, driftig lurkend van een sigaret, wakend over de stad die ligt te soezen in onwetendheid. De werkelijkheid is anders. Dat wil zeggen, bij mij toch. Wanneer ik 's nachts niet slaap, ben ik hard in de weer om te proberen slapen. Ogen stijf opeengeklemd, roerloos blijven liggen en wachten op het zandmannetje dat al te vaak Godot blijkt te heten. Uren aan een stuk net, echt op een haar na, niet doen wat je behoort te doen. Verplaats het naar eender welke andere activiteit en het belachelijke ervan wordt duidelijk. Het is als aardappelen schillen met de botte kant van het mes, afwassen zonder water, een boek lezen in het donker. En dat elke nacht opnieuw.
Verfilm het en een slaapverwekkend werkstuk is het resultaat. Misschien moet ik dat wel eens doen, om er vervolgens zelf naar te kijken. In plaats van actief proberen te slapen passief, gezellig voor de buis mezelf in actie zien, vechtend tegen de wakkerheid. Een andere optie is om het daadwerkelijk over de filmische boeg te gaan gooien. Rusteloos rondwoekeren, strijdend ten onder gaan aan het nimmer uit te schakelen bewustzijn. Voortdurend bewust van de camera uiteraard. Het zou de dagelijkse portie wakkere nachturen in elk geval een zinvollere invulling geven, al blijft er het gegeven dat occasioneel overvallen worden door de slaap (je weet het maar nooit) midden in de stad praktisch wel moeilijk ligt. Gewoon omdat het moeilijk ligt, praktisch, zonder bed.
Onverdroten verdergaan met deze slopende doch niet slapende bezigheid dan maar. Af en toe mijn beklag maken hierover ook, over die paar slechte genen die mijn moeder me - vermoedelijk rond de tijd van de geboorte - heeft meegegeven. Ik zal er mijn slaap voor laten en dat blijven doen.
|