Ik ben nu een week terug aan het werk en dat gaat me wel af. Lichtjes beangstigend eigenlijk, dat zelfs ik zo te zien van enig nut moet zijn in deze maatschappij om me goed te voelen. Het enige nut in kwestie bestaat er dan nog in dat een aantal mensen, laten we ze werknemers noemen, door mijn toedoen op tijd een som geld gestort krijgen waar ze krachtens hun arbeidsovereenkomst recht op hebben. Ik bedoel, 't is niet dat ik hongerigen in Afrika ga voeden of obesitas-patiënten in het Westen verhonger. Maar qua zingeving is blijkbaar alles beter dan hele dagen thuis de Sporza-website refreshen, teletekst kijken en, indien in een ijverige bui, een aflevering van The Killing of The Big Bang Theory meepikken. Ik had misschien beter een goeie hobby geleerd.
Het goede nieuws is dat ik de voorbije zomer alvast een aanzet hiervoor heb gegeven. Niet door als een wildeman opeens postzegels te verzamelen of goudvissen te houden, maar door voorzitter te worden van mijn eigen zaalvoetbalploeg (voor een andere zaalvoetbalploeg kom ik natuurlijk hoe dan ook niet in aanmerking). De kwantitatief sterke maar kwalitatief ondermaatse selectie torst fier de naam Vitória Diabolix en is als een jojo aan zijn bestaan begonnen. In de eerste oefenmatch werd brandhout gemaakt van de even onervaren tegenstander; de eerste officiële bekermatch werd echter met veelzeggende 15-2-cijfers verloren. Al moet gezegd dat de voorzitter die laatste wedstrijd gemist heeft vanwege een glazen deur en zijn onvermogen om daarmee om te gaan.
Na enkele maanden de absolute topfunctie in onze organisatie te bekleden, is me duidelijk geworden dat er zowel voor- als nadelen aan verbonden zijn. De niet-exhaustieve lijst van nadelen houdt in dat ik degene ben die alle regelingen moet treffen met de gemeente om een zaal ter beschikking te hebben, dat de aansluiting in de competitie via mij verloopt, dat ik elke week bij mensen moet smeken om toch maar aan voldoende spelers te geraken, dat het tijdig doorgeven van uitslagen en statistieken mijn werk is en dat ik de verantwoordelijke ben als er iets misgaat. De exhaustieve lijst van voordelen bestaat eruit dat ik mezelf ongegeneerd 'Voorzitter' mag noemen en dat me dat uiteraard het recht verleent om de uitdrukkingen 'Tournée zénérale!' en 'Mijn gedacht!' te bezigen, naar het voorbeeld van mijn bekendste fictieve voorganger. Humor heeft zijn prijs.
|