Als iemand ooit op een onbewaakt moment, vele jaren verwijderd van het hier en nu, op het idee komt te peilen naar mijn gevoelens bij de eerste weken van 2009, dan weet ik wat te antwoorden: het was verdomme koud toen. Hierna zou ik langdurig staren naar een onbestemd punt in de verte, teneinde me een houding te geven bij het proces van het laten aanzwellen der stilte. Het duurt niet lang of de vragensteller begint spijt te krijgen dat hij de moeite nam enige interesse voor te wenden. Had hij gewoon zijn bek gehouden, dan zat hij hier nu op zijn gemak en niet met een seniele vent en diens gezwollen stilte. Plots, wanneer alle hoop verloren lijkt, vul ik het eerder gezegde aan. "Wekenlang vroor het stenen uit de grond en bejaarden ín de grond. Niet letterlijk natuurlijk, maar je begrijpt wat ik bedoel." Mijn gesprekspartner knikt en begrijpt niet wat ik bedoel. We gaan beiden terug over tot de orde van de dag, al verschillen die ordes nogal grondig van elkaar. Mijn orde bestaat er bijvoorbeeld uit nog een reflectie te wijden aan die winter van 2009. Zijn orde bestaat bijvoorbeeld uit iets anders.
Ik roep een verzorgster erbij en vraag haar mijn blog te consulteren en terug te bladeren naar de tijd van toen. Zij vraagt: "Die staat nog op het infernet zeker?" Ik antwoord: "Op het internet, inTernet." Zij lacht en zegt: "Tja sorry, dat is van voor mijn tijd." Ik riposteer: "En Udo von Vistroppenoff dan, die is ook van voor uw tijd. Kent ge die ook niet misschien?" Ootmoedig geeft ze toe: "Jawel, die ken ik. Maar hij is dan ook de uitvinder van het f..." "Jaja, al goed! Ik wil over die loser eigenlijk helemaal niks meer horen", onderbreek ik haar. Ik heb even mijn buik vol van Herr Udo, die in 2042 de mensheid met verstomming sloeg met zijn uitvinding waardoor.. ah, eindelijk is die blog geladen! Het is hier verdorie verre toekomst en nog altijd moeten dingen laden vooreer ze tevoorschijn komen. Maar dáár hoor je zo'n von Vistroppenoff natuurlijk niet over. De wereldorde op zijn kop zetten dat wel, maar even zorgen dat een anachronisme zoals 'laden' uit onze futuristische maatschappij gebannen wordt, dat is dan weer teveel gevraagd voor meneer.
Ik laat mijn ogen glijden over de verschillende blogberichten uit deze bar koude periode. Mijn oog valt (glijden resulteert onvermijdelijk in uitglijden, op deze gevorderde leeftijd) op het bericht met als titel 'WK Veldrijden'. De herinneringen komen vanzelf. Over hoe koud het was, en hoe winderig. En dat die wind ook nog eens koud was. Over de winnaar, Philippe Albert maar het kan ook Niels Albert geweest zijn. Nee, het was inderdaad Niels Albert; Philippe Albert was die voetballer en zijn achternaam wordt bovendien anders uitgesproken. Ja, nu weet ik het zeker, een paar jaar geleden zeiden ze nog in Het Nieuws dat hij overleden was. Slachtoffer van de Pnivic. Hij ook al. Maar dat wist ik toentertijd nog niet. Meer zelfs, of zeg maar minder, toen had nog nooit iemand van de Pnivic gehoord. Het kon evengoed de benaming van een ziekte, van een terroristengroep of van bepaalde ruimtewezens zijn, in 2009.
Vreemd genoeg bleek de titel 'WK Veldrijden' niet de vlag over de lading in de vorm van een sfeerverslag van die dag. Mijn verbazing neemt samen met het déjà-vugevoel hand over hand toe. Ik bekijk het een tijdje en hou het dan voor bekeken. Bizar bericht, besluit ik, en net op dat moment lees ik wat ik zonet heb besloten. Verward vraag ik de verzorgster het internet weer af te sluiten en mij ontspanning in te laseren. In de roes die hieruit voortvloeit, komt er één pertinente vraag steeds weer naar boven: wie was in godsnaam toch die Udo von Vistroppenoff?