En, iemand van jullie de afgelopen week door een headhunter opgebeld? Dacht ik het niet. Ik dacht het niet, nee! Mocht een toevallige lezer dat toevallig wel hebben meegemaakt (toeval bestaat, mogelijk zelfs tweemaal op rij), wordt hem hier vriendelijk verzocht deze belevenis voor zichzelf te houden. Dit schrijven spitst zich namelijk helemaal op mij toe. Zoals wel meer tekstberichten in deze uithoek van het wereldwijde web trouwens, we moeten daar eerlijk in zijn. Ik kreeg me daar dus telefoon vorige week. Heel nietsvermoedend. Na de hoorn van de haak te hebben gehaald, nam ik akte van de stem van onze receptioniste, die polste of ze 'een vriend van een klant' mocht doorgeven. Ik antwoordde bevestigend, en raad eens wie ik vervolgens aan de lijn kreeg?
Eén alinea verder en ik geef het antwoord prijs, want jullie raden het toch nooit: een headhunter! Oké, voor de volledigheid had ik misschien zijn naam wel mogen onthouden maar toch, geef toe dat 'headhunter' een mythische bijklank heeft. Premiejager van de kenniseconomie, altijd spiedend voor alom gegeerd wild, niet omkijkend naar een lijk meer of minder om goudsplinters van tussen de modder te kunnen zeven. Meneer de headhunter stelde zich meteen voor, vroeg mijn gsm-nummer en beloofde me maandagavond terug te bellen. De geheimzinnigheid had me in zijn greep. Ik keek schichtig in het rond, beperkte me tot afgemeten antwoorden en gaf mijn collega's de indruk heel naturel bezig te zijn. Dat deed ik door ineengedoken de telefoon tegen mijn oor te klemmen, slechts sporadisch enige lettergrepen fezelend. Werkt altijd.
Uiteraard heeft die kerel mij nooit teruggebeld. Daar gaat het in feite ook niet om. Het belangrijkste is dat iemand - en niet zomaar iemand, een headhunter! - ooit - en niet zomaar ooit, vorige week! - het idee heeft gehad om zijn goudstaven met behulp van mijn talenten binnen te rijven. Ik meet me tegenwoordig dus uiteraard een gepaste air aan. 's Morgens om half tien komen binnenwaaien, ongeïnteresseerd geeuwen, met de ogen naar het plafond gericht de indruk geven dat er diepzinnige gedachten in mij huizen... da's wel het minste allemaal. Dat ze maar niet gaan denken dat ik zo'n werknemer ben die níet wordt platgebeld door headhunters allerhande. De tijd van het naast de schoenen lopen is nu echt wel aangebroken, if ever.
|