Zo. Deze twee beginletters vormen de conclusie van een lange gedachtestroom die zich in mijn hoofd heeft voltrokken. Gek veel hebben jullie er dus niet aan, of ik moest deze gedachtestroom hier vervolgens gaan zitten uitschrijven. En laat net dat nu mijn plechtig voornemen zijn. Anders ligt die blogwebsite hier toch maar te liggen. De gedachtestroom in kwestie kronkelt zich een weg doorheen Berlijn, de locatie van mijn recentste citytrip. Hoewel, het woord citytrip dekt vermoedelijk de lading niet helemaal. Elk jaar opnieuw wordt trouw een Duitse stad aangedaan om plaatselijke bieren te degusteren, en dit jaar viel ons oog toevallig op een driedaags internationaal bierfestival in Berlijn. 'Ons', dat zijn naast mezelf (geen 'ons' of ik behoor ertoe) drie relatief jeugdige en drie relatief minder jeugdige manskerels. Tot die laatste groep behoort ook de onbetwistbare Führer van ons gezelschap: de Willy (zie ook 'Der Himmel in Bayern').
Wie effectief mijn dwingende raad heeft opgevolgd en de stukjes 'Der Himmel in Bayern', alweer daterend uit mei 2008, heeft geraadpleegd, zal merken dat ons reisgezelschap gestaag aangroeit. Van vijf naar zeven in vergelijking met drie jaar geleden, and counting. Het positieve aan het nieuw bloed is dat zij je dwingen stil te staan bij zaken die in de loop der jaren perfect normaal zijn gaan lijken. De vraag "waarom zitten Willy en Marcel nu eigenlijk Duits met elkaar te praten?" is in feite ook weer niet zo volslagen onzinnig. Het schouderophalende antwoord luidt trouwens: "Dat stadium bereiken ze elke reis wel minstens één keer". Een ander positief aspect aan de intrede van nieuw bloed, is dat het doel van de reis een beetje verruimd kan worden. De beer pressure van vooral de oudere garde ten spijt, werd er dit keer ook kennisgemaakt met andere facetten van Duitslands hoofdstad. Zoek het echter vooral niet te ver. Dé revelatie van deze bierreis bestond erin dat we eigenlijk net zo goed ook 's nachts konden drinken.
Bijkomend voordeel: 's nachts kan het drinken vrijelijk gecombineerd worden met onvervalst bouncen. Want Berlijn is niet voor niks de partyhoofdstad van West-Europa, dit feit negeren zou ronduit misdadig zijn. Geen strafblad dus voor deze jongens. Twee opeenvolgende nachten waagden we ons in de Oost-Berlijnse underground. De eerste nacht was onder andere club 'Suicide Circus' de bestemming, gelegen op een voormalig bedrijventerrein dat, verscholen onder dikke lagen graffiti, was omgevormd tot een verzameling links-anarchistische bars en clubs. Waar cocaïne verkocht wordt net voor het binnengaan, cannabis net na het binnengaan en eenmaal helemaal binnen het rookverbod collectief aan de laars wordt gelapt. Tel daar (sociaal-)democratische prijzen, vette muziek en een hoogst aangename, allerminst agressieve sfeer bij en het feest kan beginnen. Om uiteindelijk bij het krieken van de dag op te houden, wat ons betreft - alle begin is niet alleen moeilijk, het is ook en vooral eindig.
In nacht twee durfden we hoger mikken. De voorgaande nacht had ons gesterkt in de overtuiging dat we er qua dresscode alvast boenk op zaten. Echte Berlijnse hipsters dragen tegenwoordig jeans en t-shirt en hebben in de U-Bahn, de S-Bahn of op straat te allen tijde een halve liter fles bier achteloos bungelend in de hand. Helemaal onze stijl. Het zou met andere woorden een eitje worden om een van de hipste keten van het land, club 'Watergate', binnen te geraken. Helaas, na drie kwartier aanschuiven viel het harde verdict: we bleken ondanks alles niet streetwise genoeg om toegelaten te worden. Het gebrek aan vrouwelijke compagnons speelde vermoedelijk ook niet direct in ons voordeel. Een minicrisis dreigde na dit persoonlijke Watergateschandaal, maar club 'Tresor' bracht gelukkig redding. Urenlang werden pompende technobeats door dit voormalige pakhuis gejaagd, als een voorhamer die onvermoeibaar op de hersenpan inbeukt. Alle muren trilden, alle mensen bounceten (of trilden gewoon nog wat harder dan de muren, dat kan natuurlijk ook). Na deze aangehouden monotonie was ook de conclusie unisono: Wunderbar!
|