Wanneer ik deze woorden typ, hangt er onheil in het Leuvense zwerk. (Wanneer ik deze woorden niet typ evengoed hoor, daar niet van.) Een grijze wolkenbrij houdt de beklemmende warmte intact, verkennende bliksemschichten worden vooruit gestuurd en het licht is speciaal voor de gelegenheid een uurtje vroeger geweken voor de duisternis. Mocht de Apocalyps himself ophanden zijn, zijn voortekenen logen er niet om. Het is dus in het volle besef van mijn sterfelijkheid dat ik mezelf nog eens aan het schrijven heb gezet. Met gerechtigde hoop op een vlot schrijfproces, want altijd al goed kunnen omgaan met een nakende deadline.
Maar goed, genoeg gepalaverd over het weer, daar zijn andere ambachtslieden voor (weermannen natuurlijk, maar ook kappers, slagers, bakkers, kleine zelfstandigen in het algemeen, ...). [...] Het is moeilijk om een breuk in het schrijfproces voor de lezer aanschouwelijk te maken, vandaar de '[...]' voor deze zin. Ik heb namelijk net een kwartier door het raam liggen gapen, naar hellevuur dat op aarde lijkt nedergedaald en de regen die als oude wijven naar beneden klettert, riool noch Zilverfonds dat ertegen bestand is. Hoewel ik mijn inspiratie zelden uit de natuur haal, ziet het ernaar uit dat dit stukje toch één langgerekte weerweergave wordt. Een mens moet al eens variëren en over het weer palaveren, zoals iedereen. In de marge geef ik mee dat ik ooit eens het idee heb ontwikkeld een website op te starten over het weer in het verleden. Gesprekken durven al eens stilvallen na de onderwerpen 'het weer van vandaag' en 'het weer in de nabije toekomst', vandaar dat het me handig leek als je er af en toe iets kan tussengooien als "op 14 maart 2005 kwam de wind voornamelijk uit het noordoosten". Zomaar een idee.
Een ander idee is om hier stilaan af te ronden. De deadline komt echt wel akelig dichtbij, aan de intensiteit van de bliksems af te meten. Aan de luide knallen ook. Mag dat eigenlijk, de computer aan laten staan in zulke omstandigheden? Of is het so nineties om hieraan te twijfelen en hebben de weergoden zich allang aan onze multimediale maatschappij aangepast? Voor de zekerheid toch maar een boek ter hand nemen.
|