Zaterdag opgestaan met de naweeën van maar liefst dríe katers in lijf en leden, elk een tijdzone van de avond ervoor markerend. Ideaal om de donkere schaduwkant van die avond nog eens in volle glorie te beleven. Kater 1 was van sluimerende aard. Ik kon hem mij nauwelijks beklagen, wegens een vrucht van de voorzienigheid. Hij was exclusief het gevolg van het ter harte nemen van het spreekwoord dat een gewaarschuwd man er twee waard is. In concreto betekent dat hier: als ik naar de Rode Duivels ga kijken, wapen ik mij tegen een eventuele/zekere ontgoocheling door op voorhand reeds goed los te gehen. Het zonnetje, de goeie sfeer, de aanwezigheid van Diabolix en de opspelende zenuwen werkten pinten in de hand. En pinten in de hand werken natuurlijk pinten in de mond. Kater 1 was dus een pre-match-alcoholkater, die zaterdagmiddag nog steeds van latente aanwezigheid blijk gaf.
Kater 2 had een morele inslag. Of heeft een morele inslag, want ik voel hem nog. De kansen dat onze Rode Duivels volgend jaar naar Oekraïne en Polen mogen zijn vrijdag hevig geslonken. (Bedenking tussendoor: in welke andere context zou de verwoording "naar Oekraïne en Polen mogen" nog gebruikt worden?) De vooraf zwaar opgeklopte wedstrijd tegen Turkije eindigde op een ontgoochelend gelijkspel. En weeral had het helemaal niet zo hoeven te lopen. Axel Witsel kreeg een kwartier voor tijd vanaf elf meter dé kans om de Turken op de knieën te dwingen, maar verkoos de bal voor lange tijd in het luchtruim te stockeren. Hij breide zo een verlengstuk aan een vreemde rode draad dit seizoen. Mijn voetbaltoeschouwerseizoen begon namelijk met drie te hoog getrapte strafschoppen van Anderlecht tegen Partizan Belgrado. Gevolg: geen vetpotten van de Champions League voor Anderlecht. In het voorjaar, ongeveer in het midden van het voetbalseizoen, knalde Wasilewski woest een penalty over de kooi tegen Ajax. Gevolg: geen prestigezege tegen onze grote vijanden, de Ollanders. En nu is er dus Witsel, die ons op identieke wijze een bezoek aan Polen en Oekraïne ontzegt. Bijkomend gevolg: naast kater 2, in één moeite door kater 3.
Ik kon deze situatie uiteraard niet blauwblauw laten. In plaats van bij de pakken te blijven zitten, moet je het geluk bij de kraag proberen vatten. Het goudgele gerstenat verschuilt zich daar meestal net onder, dus dat treft. Na de match werd er zodoende nog duchtig nagekaart in Leuven. Eén kaart bleek daarbij de troef bij uitstek: de gemiste penalty. Had die binnengegaan, dan... Maar ja, had mijn tante kloten dan was ze mijn nonkel, en had ze misschien die penalty binnengetrapt. Kater 3 had dus wederom alles te maken met alcohol, om een lang, telkens een variant van hetzelfde verhaal, kort te maken. Ergens ben ik wel blij dat dit voetbalseizoen ten einde is.
|