Is het in de blogwereld done om anekdotes van pakweg twee jaar geleden nog eens boven te halen? Anekdotes die je toen nota bene reeds op een andere blogsite hebt gepost - en waar je nu toevallig nog eens op gestoten bent? Neigt dit niet naar arrogantie, zo'n bloemlezing van vroeger te berde brengen? Is de essentie van een blog niet juist het van-dag-tot-dag-principe? Is het bovenhalen van oud materiaal slechts een lapmiddel om een aanstormende writer's block te camoufleren?
Wie zal het zeggen? Wel, als iedereen ermee akkoord gaat: ik. En rara... het mag! Oef! Hieronder twee schrijfsels die twee jaar en vijf weken geleden nog tijdloos waren.
Trainspotted
Een vrijdagavond op de trein is zelden een opwekkende belevenis. Zeker niet wanneer het de immer drukke lijn Leuven - Tongeren betreft en je omgeven wordt door een pedagogisch verantwoord gezin.
Meestal zie je het meteen: een kekke vrouw en een kalende man, beiden in hun mid-thirties, aangevuld met een nageslacht dat bestaat uit een drietal koters, als het er al geen vier zijn. Het kind-met-de-naam heet Klaas en het correcte je/jij-taaltje is er duidelijk ingedrild. Moeder en vader zijn druk in de weer de kinders middels opvoedkundige leerstellingen diets te maken waar het in de wereld om draait. Gevolg is dat het kind-met-het-vrouwelijk-geslacht dingen zegt als "nu besef ik dat ik er goed aan heb gedaan die pop niet te kopen, mama. Je had gelijk, ik zou het toch snel beu zijn. En in geval van nood kan ik altijd bij m'n vriendinnetjes ermee gaan spelen."
Hierna ontstaat een discussie tussen hogergenoemd vrouwelijk geslacht en het kind-met-de-bril. "Jij was met je voeten over de helft, dit is mijn stuk!" "Nee niet waar, jij was met jóuw voeten op míjn stuk!", enzovoorts. Moeder en vader slaan het tafereel glimlachend gade, ontroerd door zoveel opendebatcultuur. Van deze discussie zullen beide kinderen vast heel wat opsteken, het zal hen helpen om betere mensen te worden.
Ik volg het gebeuren hoofdschuddend zonder al te veel met het hoofd te schudden, en verlang terug naar de tijd dat kinderen nog een pets tegen hun kop kregen bij het etaleren van te veel Hollandse maniertjes.
Antoine: de mythe, de frieten
Het zijn kleine dingen die een mens gelukkig maken. Een grote friet met tartaar en een Bicky Burger, bijvoorbeeld. Meermaals was mij op het hart gedrukt dat ik zéker eens frieten moest gaan halen bij het fritkot van Antoine op het Jourdanplein.
Gedreven door een niet te negeren hongergevoel, een lonkend herfstzonnetje en de wetenschap dat ik deze week op een schaal van 0 tot zeer vettig nog niet echt vettig gegeten had, besloot ik het erop te wagen. Zoals verwacht bleek Antoine al 58 jaar lang een fritkot in hartje Brussel! meer een mythe dan een bestaand persoon. Heden wordt hij vertegenwoordigd door twee vrouwen en één man van middelbare leeftijd. Mocht Antoine ooit echt bestaan hebben, dan twijfel ik er niet aan dat enkel zulk een triumviraat in aanmerking kwam ter zijner vervanging.
In de frieten was de geest van Antoine alvast nog aanwezig. Of het moet nieuw vet geweest zijn. In elk geval is het predikaat beste frituur van Brussel niet uit de lucht gegrepen, al moet ik er eerlijkheidshalve bij vermelden geen andere frituur in Brussel te kennen. Hoe dan ook, mijn collega Ibrahim (een overtuigde moslim in die zin dat hij halsstarrig weigert zout op zijn frieten te doen) en ik hebben het ons laten smaken.
En daar gaat het om, in de maatschappij van tegenwoordig. PS: dit bericht heeft uitzonderlijk geen titel, omdat het onmogelijk blijkt een titel toe te voegen als er in de inhoud geknipt en geplakt is. De technologie staat voor niks.
|