Ik ben er toch eerst effe moeten van bekomen, eigenlijk. Een mens maakt niet elke dag een kwantumsprong in zijn interessegebied mee. Maar vorige zondag was het van dat. Wat de uitvinding van de pil was voor de anticonceptie, de uitvinding van de televisie voor de afstandsbediening of de uitvinding van de linkerschoen voor de rechterschoen, is het geval-Stijn Stijnen voor de humor. Een mijlpaal. In zijn eentje stuwt hij het hele concept humor naar ongekende hoogten. Nooit geweten dat deze communicatievorm zoveel potentieel in zich droeg.
Ik hoop dat de lezenden onder jullie reeds over enige voorkennis beschikken. Voor de eigen bestwil, want grappiger gaat het echt niet meer worden dit decennium, of het moet zijn dat er een sekstape uitlekt van Di Rupo met De Wever. En zelfs dan, wie wil dat nu bekijken. Stijn Stijnen dus. Ik heb er altijd al een soort René Vandereycken in gezien. Verongelijktheid als tweede natuur. Steeds in de vaste overtuiging dat iedereen altijd tegen hem is. De levenshouding van Calimero en, dat treft, evenzeer een half ei. Op een andere manier kan ik het niet benoemen, daarvoor is Stijn(en)s remedie tegen zoveel onderwaardering van de boze buitenwereld gewoon te hallucinant. Briljant hallucinant weliswaar, als we even het algemeen welbevinden (= de haha-erlebnis) als maatstaf nemen. Het idee om zelf op internetfora ten strijde te trekken is immers ronduit geniaal. Kwaadspreken over de directe concurrenten, tot daar nog aan toe, dat is een plan dat u en ik eventueel ook wel zelf kunnen bedenken. Maar de eigen prestaties tot in het absurde ophemelen, daaraan herkent men het echte komische rastalent.
Vooral belangrijk is dat Stijnen het méént. In navolging van mijn tweede plaats op het Groot Dictee heb ook ik mezelf een aantal flatterende bijnamen toegeëigend, genre 'The Great Dicteetor'. Die navolging is overigens nog steeds bezig. Maar een essentieel verschil is toch dat bij mij op zijn minst de schijn van ironie overeind blijft, waar Stijnen bloedserieus hilarisch is. Zijn inventiviteit daarbij is grenzeloos. Het kan gaan over hoe scherp hij wel niet staat op training (Stijnen is in wezen een papzak, nvdr), over hoezeer Club Brugge nood heeft aan 11 Stijnens op het veld of over hoe de supporters een erehaag voor hem zouden moeten vormen. David Brent uit 'The Office' is er werkelijk niks tegen, tegen deze onweerstaanbare cocktail van eigenwaan en zieligheid. Ik stel dus voor dat Stijn Stijnen het "ere wie ere toekomt"-principe onderschrijft en de volle verantwoordelijkheid neemt voor deze humorhoogstandjes. Zijn broer en vriendin hiervoor laten opdraaien is gewoon flauw, plus het doet het komisch gehalte van dit verhaal te zeer kelderen. We mogen toch wel eens lachen zeker!?
|