Dagje uit in eigen land

Abdij Maredsous

oord van ontspanning en bezinning

 Trek in een dagje uit? Trek er eens op uit naar ons Ardennen, naar Maredsous. Maredsous? Is dat niet die lekkere smeerkaas? Ja, toch. Maar er is meer, de Abdij van Maredsous is tegelijk een plek voor familiale ontspanning en… bezinning. De Benedictijnenmonniken zijn hier al meer dan duizend jaar de sacrale bewoners en zetten de traditie van gastvrijheid met klasse en bezieling voort. Dat alles in een schitterend kader die aanzet tot bezinning.

De Abdij van Maredsous heeft alles om u een dag zoet te houden. Je wordt alvast met de nodige egards ontvangen in het Onthaalcentrum Saint-Joseph. Een speeltuin wenkt de kinderen, een cafetaria zorgt voor versterking van de innerlijke mens en ja, men kan er proeven van de gastronomische producten die de Abdij met haar bieren en kazen laat genieten. De abdij trekt jaarlijks ruim 400.000 bezoekers.

ORA ET LABORA

De Benedictijnen zijn monniken die in gemeenschap leven volgens de Regel van de Heilige Benedictus. Zij leven in gemeenschap en delen hun vreugden, pijnen en bestaansmiddelen. Zij huldigen vandaag nog steeds het benedictijnse adagium: Ora et Labora (bid en werk) en verdelen aldus hun tijd tussen gebed, lectio devina (aandachtig en indringend lezen van de bijbel) en talrijke taken binnen de gemeenschap. Hij bidt ’s morgens om 4 uur, ’s middags, om 16 uur, bij het vallen van de avond en in het begin van de nacht. In de andere momenten geeft hij zich over aan persoonlijk gebed met de bijbel of de lectio devina. Of zoals de gids het zo mooi zie: Wat is een monnik? Is iemand die tweemaal om 4 uur opstaat …De abdij telt vandaag 32 monniken, P. Bernard Lorent is de abt.

COLUMBA MARMION

Een sacraal bezoek brengen aan de Abdij van Maredsous is tegelijk kennis maken met het leven van de Zalige Columba Marmion, Derde Abt van Maredsous (1858-1923). Geboren als Joseph Marmion in Ierland trad hij na zijn priesterwijding (Rome 1881) in 1886 binnen in het benedictijnenklooster van Maredsous onder de naam Columba. Hij werd in 1909 verkozen tot abt en bleef dit tot aan zijn dood. Zijn stoffelijk overschot rust sinds april 1963 in de Sint-Gregoriuskerk van de abdijkerk. Hij werd op 3 september 2000 door paus Johannes-Paulus zalig verklaard, dit omwille wonderbaarlijke een mirakuleuze genezing toegeschreven aan de voorspraak van Dom Columba Marmion. Op 3 oktober vindt in de abdij een jaarlijkse celebratie plaats. Mooi moment van bezinning.

RONDLEIDINGEN

Naast bezinning is de Abdij van Maredsous vooral een plaats waar genieten aan de orde is. Een natuurwandeling, een rondleiding of zo maar genieten van al dat lekkers dat de abdij binnen zijn muren brouwt en maakt. Alles kan. Het is duidelijk, vandaag is de abdij een toeristische trekpleister, ideaal voor wandelaars en Bourgondiërs.

Rondleidingen vinden plaats in de gewenste taal, Nederlands of Frans. De bezoeken starten aan de esplanade van het Onthaalcentrum Saint-Joseph. Samen met de gids krijgt u uitzonderlijk toegang tot het privé domein van de monniken. Zo ontdekken we de abdij, het kerkhof met begraafplaats van de monniken, de indrukwekkende bibliotheek, de werktuin, de keramiekateliers en onder andere (helaas) de buitenkant van de kaasmakerij, dit omdat de kaasproductie moet gevrijwaard worden van alle externe factoren. De rondleidingen duren ruim een uur. Toegang: 2,50 euro. Speciale prijzen voor groepen. Meer info: www.maredsous.com

MAREDSOUS KAZEN

De Abdij van Maredsous mag dan wel een oord van bezinning zijn, ze is bij het grote publiek vooral gekend omwille haar bier, kazen, heerlijke kaas, met geduld gerijpt in de diepste kelders van Maredsous, met de sneetjes, de Fagotin- en de smeerkazen als absolute toppers. Dat alles te danken aan het recept van Vader Atout in de Abdij van Maredsous.

Abdij van Maredsous

Rue de Maredsous 11 – 5537 Denée

082 69 82 11

www.maredsous.com

 Met dank aan

Diamonds & Pearls Communication

Lange Winkelhaakstraat 26 - 2060 Antwerpen

Debby.Wilmsen@telenet.be

0498 52 25 79  -  03 233 75 48

www.dpcommunications.be

(Georges Keters)