Vandaag ben ik de hele dag in mijn mooie Westhoek geweest. Eerst naar Lampernisse naar het boerderijtje van mijn ouders waar ik enkele jaren heb gewoond. Het ligt in het beschermde komgrondengebied, een paar honderd meter buiten de dorpskom, in de Vissersstraat. De naam Vissersstraat is eigenlijk niet correct want vroeger heette ze 'Wisschestraat' naar het vroegere leenhof Ter Wissche hierwat verderop. De resten van Ter Wissche kan je heel makkelijk terugvinden : de hoge terp valt nogal op in het vlakke weidenlandschap. In het komgrondengebied bevinden zicht trouwens nog tientallen andere verlaten sites, plaatsen waar vroeger boerderijen stonden. Hier en daar lieten deze woonsites sporen na in de vorm van deels bewaarde walgrachten. Waar deze walgrachten opgevuld werden zie je toch nog sporen hiervan. Het boerderijtje van mijn ouders bestond zeker al in de 19e eeuw zoals te zien is op oude kaarten van toen. De gebouwen daeren van de jaren twintig, de hoeve werd waarschijnlijk vernield tijdens de eerste wereldoorlog. Sommige muurfragmenten van de voormalige stallen dateren zeker uit de 19e eeuw of vroeger. Het is heel moeilijk om in te schatten hoe lang op een bepaalde site reeds landbouwactiviteiten plaatsvinden. Veel boerderijen in deze streek bestonden reeds in de 14e eeuw. Bv. de hoeve te Eggewaarts waar ik opgroeide, het Keershof dus, deze hoeve wordt al vermeld begin 14e eeuw als leenhof van de Burg van Veurne. Zo ook het Zwaanhof (familie Luc Hauspie) en het Pauwhof (familie Van der Heyde-Hauspie). Bouwplannen van boerderijen zijn er naar mijn weten niet bewaard, wel vinden we in de archieven soms gegevens terug bij het overlijden van een landbouwer of bij het verpachten van een hoeve. Dan krijgen we een summier overzicht van de verschillende gebouwen. Een heel interessante bron is het fonds 'staten van gtoederen' uit het Ancien Regime. Hierin vinden we oa de hele inboedel van de nalatenschap weer. Bv. in het woonhuis, kelder, zolder, gang, paardenstal, koestal, varkenskot, schuur, wagenkot, ... Elk stuk meubilair en huisgerief wordt genoteerd, elke lepel en emmer wordt vermeld. Ook de hoeveelheid gebruikte grond en welke gewassen er werden geteeld. Dan alle dieren in de verschillende stallen : paarden, koeien, kalveren, varkens en kippen. Heel opvallend is dat het aantal varkens heel beperkt is, zelden vinden we meer dan een tweetal varkens met eventueel wat biggen. Het aantal paarden en koeien kan echter serieus oplopen, al zijn er zelden meer dan een achttal paarden en een twintigtal koeien. Deze documenten, de staten van goederen dus, worden bewaard en ter beschikking gesteld in het rijksarchief te Brugge. Jef Cailliau uit St-Idesbald bestudeerde deze reeks van ca 30 000 archiefstukken en haalde er de genealogische gegevens uit. Er staan vele honderden boerenfamilies in en het ware heel interessant om al deze akten verder te bestuderen. Dit alles betreft de periode tot ca 1800. Ook voor de periode hierna bestaan soortgelijke bronnen nl. de erfenisaangiften, eveneens bewaard in het Rijksarchief te Brugge. Het is dus duidelijk dat er over zowat elke hoeve heel wat info terug te vinden is en ik kan je verzekeren dat je - eens je je echt vastbijt in deze archieven - je een enorme schat aan gegevens kan verzamelen. Zo ontdekte ik intussen waar mijn voorouders leefden voor ze naar Eggewaarts kwmen, nl. op een hoeve te Oostkerke. Al wie zich wil verdiepen in de boerderijengeschiedensi mag zich gerust wenden tot mij, ik zet je graag op weg en hoor dan natuurlijk ook graag wat je allemaal ontdekt... Zo heb ik al enkele tientallen mensen op weg kunnen helpen. Nu, om terug te keren naar ons boerderijtje te Lampernisse... Ik woonde er een drietal jaar in. Weinig comfort maar wel een schitterende en rustige locatie. Sinds een vijftien jaar staan de gebouwen echter leeg en zijn deze aan het verkommeren. Heel vaak vragen mensen mij om de hoeve te verkopen, maar dat is een zaak voor mijn ouders. Halverwege tussen de dorpskom en ons boerderijtje staat een heel mooie doening, bewoond door enkele heel hartelijke mensen die in dit dorp geboren en getogen zijn, sinds een achttal jaar woont er ook het gezin van hun dochter. Graag breng ik dan ook af en toe een bezoekje aan deze hartelijke buren van toen.
Daarna naar Eggewaartskapelle. Eventjes de kerk binnengaan, alles ligt er heel netjes bij. Vooraan links hangen aan de zijmuur de gedachteniskruisjes van de ongeveer 13 overledenen van de laatste 10 jaar. Enkele hoogbejaarde mensen maar ook een nog jonge landbouwer... Vooraan links een oude witmarmeren grafzerk uit 1722, Philippus Cadock en zijn vrouw werden hier in de achttiende eeuw begraven in de kerk, dit zijn rechtstreekse voorouders van mij. Vooraan in de kerk een zestal grote koperen kandelaars waar oa mijn naam 'L. Moenaert' in gegraveerd staat..., dit is een gift van mijn bet bet overgrootvader uit 1830. Achteraan links staan in een vitrinekast wat archeologische vondsten uit ca 1960 te Zoutenaaie (omgeving van voormalig kerkgebouw aldaar). Ook een grote houten sarcofaag met een wassen pop die de H. Philomena voorstelt. Deze heilige wordt hier vereerd tegen allerlei ziekten, deze devotie dateert uit de jaren dertig, toen pastoor Delrue deze sarcofaag in de kerk liet plaatsen. Vroeger, in de jaren tachtig was er hier een jaarlijkse en druk bijgewoonde novene. Ook nu nog komen er bijna dagelijks mensen een kaarsje aansteken. Ook ik doe dit graag wanneer ik de kerk bezoek. Buiten is het koud en regenachtig. Toch bezoek ik nog vlug het graf van mijn grootouders en van andere familieleden waaronder dat van de vroeggestorven broer en twee zusjes van mijn grootvader. In de verte zie ik het hof liggen waar ik vroeger met mijn ouders en broers woonde. Een zeer mooie en grote hoeve maar spijtig genoeg niet onderhouden. Nieuwe (?) heren nieuwe wetten...
Zo, ik ben blij hier weer eens op bezoek te zijn geweest, en ik keer tevreden terug, naar Brugge. Ik draag mijn dorp een heel warm hart toe en zal altijd Eggewaartskapellenaar blijven, waar ik ook woon en wat ik ook doe. Het was nooit gemakkelijk om mijn streek te moeten achterlaten (door omstandigheden...). Nu ik echter een eigen zaak heb te Brugge is dit gemis draaglijker geworden, gelukkig maar.