Bokrijk, een heel bekend begrip in de wereld van de heemkunde. Een zalig oord vol oude gebouwen, van de ondergang gered door de inzet van velen.
Ik was al vaak hier in de buurt, telkens ik deelnam aan de antiekbeurs in Hasselt, maar in januari/februari is Bokrijk niet open voor het publiek.
Tegen 10u rijd ik de parking op en begeef me naar de ingang, maar geen kat te zien in de omgeving. Een dame bezorgt mij een toegangskaartje en een kaartje om straks de parking te kunnen verlaten, kostprijs samen = 20 euro.
Ik ben werkelijk de enige bezoeker op dat moment, hoe is dat mogelijk? Ik zie vooral bomen en lange kasseiwegen en besluit om tegenwijzerzin het domein te verkennen. Eerst kom ik op een oude boerderij (mooie reconstructie), met wat kippen en een oude eend die op de kleine mestvaalt zit. In een stal het luide klaaglied van een stelletje oude geiten, aangevuld met de kreten van hun jongen. Buiten een groot perceel grond waarvan elke vierkante centimeter is omgewoeld, duidelijk het werk van een stelletje varkens. Varkens die het geluk kennen (of niet weten hoe gelukkig ze mogen zijn) om buiten te mogen lopen en géén 'draad' door hun neus kregen zoals vele varkens vroeger. Varkens wroeten alles ondersteboven, dus ook de graszoden. Hierdoor kunnen planten niet overleven en groeit er geen gras meer. Om dat woelen te voorkomen, kregen de varkens vroeger een stuk ijzerdraad door hun snoet, en zodra ze dan door de grond woelden prikte die draad door hun snoet en staakten ze het woelen... Ik herinner me als kind dat we een soort dunne elektriciteitskabel door een stuk waterleiding duwden zodat we een lus bekwamen, die lus deden we rond de bek van het varken en zo konden we dat varken stevig vast en stil houden. Dan stak vader een stuk scherpe ijzerdraad door de snoet van het varken, en met een nijptang plooide hij de twee uiteeneinden samen. Dit was natuurlijk heel pijnlijk voor die beesten en ze schreeuwden zo hard als enkel varkens kunnen schreeuwen. Resultaat : een relatief mooi weide, zonder putten door woelende varkens.
Daarna richting gebouwen uit West- en Oostvlaanderen. Eerst via een soort 'stad', gebouwen die afgebroken werden in Antwerpen en hier heropgebouwd. Samen met andere gebouwen een mooi geheel van hoge bakstenen gebouwen. Binnenin een permanente tentoonstelling over de sixties-periode, wat nogal vreemd was : eeuwenoude gebouwen opvullen met oud kinderspeelgoed, oude radio's, enz. Een personeelslid van het domein gaf wat uitleg maar dit kon me weinig bekoren.
Dan het interessantste stuk : reconstructies van gebouwen uit de Westhoek : een mooie hoeve met rieten dak, uit Abele. Gebouwen uit Oostvleteren. Herberg De Dolfijn uit Sint-Rijkers. Dan een oude hoeve met bakstenen woonhuis uit Lo, een rossekot (= indoor-paardenmolen) uit Lampernisse en een grote schuur. Ik was net op dat erf beland toen ik opeens werd weggejaagd want er waren tv-opnames voor 'Repair-shop'... Verder een duiventoren uit Ingelmunster en een kapelletje uit Rollegemkapelle. Deze gebouwen stonden nogal eenzaam en ongebruikt, alle deuren en schuurpoorten potdicht. Verder een klein boerderijtje ('postje') uit Loppem, met een bakkeuken. Verder gebouwen uit Oostvlaanderen oa een grote schuur uit Oorderen aan de Schelde, deze moest ooit afgebroken worden omwille van de uitbreiding van de haven van Antwerpen. Dan de twee grootste concentraties aan gebouwen : twee dorpjes (eentje met kerk en eentje met een kapel). In het eerste dorpje een heel mooi klein kerkje. Daarin enkele heel mooie oude houten beelden, waaronder de bekering van de H. Hubertus... Niet alle naamgenoten hebben zich ooit bewust geweest héél verkeerd bezig te zijn geweest, en bijgevolg zich niet willen bekeren zoals hun patroonheilige... Buiten de kerk een aantal blijkbaar originele stenen grafkruisen uit oa begin 18e eeuw. Merkwaardig oud.
Enkele mooie windmolens... Eentje was toegankelijk, toch de onderste verdieping.
Op deze plaatsen was wél veel volk, na twee uur moederziel alleen gewandeld te hebben, stikte het hier van de schoolkinderen, wellicht wordt het domein door 'normale' mensen in 'wijzerzin' verkend, vandaar dat ik de eerste uren mooi op mijn eentje op pad kon. De meest luidruchtigen waren enkele groepen joodse kinderen, herkenbaar aan een keppeltje op het hoofd, enkele begeleiders waren in traditionele kledij, met hoge hoed en pijpekrullen dus.
Ik kan iedereen een bezoek aan Bokrijk aanraden, je moet er zeker 4 à 5 uurtjes tijd voor nemen, en goede wandelschoenen meenemen want het parcours is soms wat hobbelig (veel kasseipaden).
|