De antiekbeurs van Hasselt is weer voorbij. Het was geen succes zoals vorig jaar maar dankzij een aantal sympathieke medestandhouders houd ik er opnieuw een goed gevoel aan over.
Het opstellen verloopt in een heel rustige en ontspannen sfeer, in Limburg gaat alles veel trager, gebeurt alles in een 'gezapige' sfeer. Geen gedrum of geruzie om zo dicht mogelijk bij de ingangspoorten te parkeren. Er is plaats genoeg voor iedereen.
Ik breng al mijn spullen tot in mijn stand en even later komt men de vitrines leveren, nodig om mijn mooiste zaken netjes en veilig op te stellen. Ik ben er enkele uren zoet mee. Ondertussen kijk ik ook af en toe bij de collega's, op zoek naar interessante stukken. Eén stuk in het bijzonder trekt mijn aandacht : een houten gepolychromeerde hond met een fakkel in zijn bek, heel mooi en iets wat ik tot nog toe nog nooit heb gezien. Ik vraag de prijs en ik wil wat korting want veel winst zit er niet in, maar omdat het een speciaal voorwerp is wil ik het heel graag kopen. Intussen komt er een 'gewichtig' persoon langs, iemand die hier helemaal niets te zoeken heeft tijdens de opbouw... Hij zegt : 'Oeps ik geloof dat ik een dagje te vroeg ben, maar ja, ik ben hier nu toch he en ik neem even een kijkje.' Dit kan echt niet, maar de meeste standhouders knijpen een oogje dicht omdat het een 'goeie klant' is... en je raadt het nooit... die gast kaapt dat stuk voor mijn neus weg! Heel jammer. Als die gast volgend jaar nog eens de bewaking weet te verschalken daags voor de opening dan zal hem meteen de deur gewezen worden.
Daar ik ruim voldoende tijd heb besluit ik een bezoekje te brengen aan de stad Sint-Truiden. Ik ben er voordien nog nooit geweest en wil ook eens het alom geroemde museum van de Minderbroeders bezoeken. Ik bezoek eerst de mooie OLV-kerk. Deze blijkt veel minder oud dan ze lijkt : in de 19e eeuw werd de kerk vernield door een brand maar gelukkig op een schitterende wijze heropgebouwd. In de kerk staan werkelijk heel veel - overdreven veel zelfs - houten heiligenbeelden. Echt de moeite waard om te bezoeken. Ook het mooie orgel valt op. Bovendien is het lekker warm in de kerk.
Dan steek ik de Grote Markt over, een van de grootste van het land, maar niet de allergrootste zoals men vroeger al eens durfde beweren. In het midden staat het belfort met sierlijke toren met daarin een beiaard. Regelmatig speelt de beiaard een deuntje, heel mooi maar uiteraard helemaal niet te vergelijken met de beiaard van het Brugse belfort. Ik bezoek ook nog de Sint-Maartenskerk, evenals de OLV-kerk is het er heel gezellig, ook doordat het gebouw mooi verwarmd is. Rechts van deze kerk staat een monument ter ere van de gesneuvelden uit de oorlog, het is wat beschadigd : een uitstekend arm is zomaar afgekraakt, wellicht door vandalen.
Dan naar het museum van de Minderbroeders. Het lijkt gesloten maar op de deur hangt een bericht. Als de deur niet open is tijdens de openingsuren mag je op de bel duwen. Dit gedaan hebbende komt een heel vriendelijke man de deur openen en geeft wat uitleg. Er is een tentoonstelling over Sint-Franciscus, de stichter van de Minderbroeders. Het verhaalt heel zijn leven. Daarnaast een mooie tentoonstelling over de ontmoeting van Sint-Franciscus met de Muzelmannen... met enkele mooie schilderijen dit deze gebeurtenissen uitbeelden. Tenslotte bezoek ik het eigenlijke museum op de eerste verdieping. Alles is op een uiterst mooie en hedendaagse wijze ingericht. Je ziet er heel wat zaken in verband met de Minderbroedersorde. Enkele mooie beelden in hout, ook een en ander over Antonius van Padua, die ook tot deze orde behoorde. Heel indrukwekkend is een enorme 'stamboom' van de Franciscaanse orde : massa's ordegenoten worden afgebeeld op een grote wandplaat. Ik heb dit ook ergens in de winkel liggen maar dan wel opgerold. Ik ben heel aangenaam verrast maar denk toch dat er toch veel meer mooie zaken bewaard zijn, wellicht ligt de rest ergens in een depot. De laatste broeders hebben onlangs het aanpalende klooster verlaten. Als ik het goed begrepen heb resten er maar 12 geestelijken meer (in heel België?). De laatste overste woont ergens in de stad in een nonnenklooster, een viertal wonen in Hasselt (waar het 'Heilig Paterke' vereerd wordt) en enkelen wonen in het Antwerpse. De kloosterkerk is gesloten en de grootste van de orde, de grootste van heel het land.
Daarna dwars ik opnieuw het marktplein en wandel tot aan de enorme toren van de voormalige abdij. In de jaren zeventig van de vorige eeuw woedde er een grote brand in deze gebouwen, waardoor het bovenste stuk van de toren voorgoed verwoest werd. Nu huist er een grote school in de voormalige abijdgebouwen.
Donderdag om 15u opent de antiek-en kunstbeurs. De vele standhouders hebben hun beste beentje voorgezet : antiquaris, juwelenstanden, zilverstanden, bronzen beelden en kostbare tapijten, Veel moderne kunst : galerijen en enkele kunstenaars zoals Boud Ceysen met eigen schitterende creaties meestal in brons. De beurs is niet van de grootste maar wel een van de aangenaamste. Betaalbaar vooral. Er zijn massaal veel bezoekers, veel klanten en vele bekenden. Er is heel veel belangstelling en ik heb veel 'goede' gesprekken... Maar verkopen is nog iets anders. Velen willen alle mogelijke info over mijn beelden. Velen komen echter enkel maar wat kijken en eens zien hoeveel ze kunnen krijgen voor de beelden en antiek die ze zélf al thuis hebben staan.
De beurs duurde vroeger een tiental dagen, nu nog slechts een vijftal, gelukkig maar. Vroeger was er veel volk in de weekends maar tijdens de week kwam er geen kat. Nu is het élke dag lekker druk. Ik ben toch wat bezorgd om de verkoop, ik zie immers weinig plastic tassen passeren, en vele standhouders lijken niet in een beste stemming. Gelukkig heb ik heel wat leuke buren, handelaars die ik al vele jaren ken en graag een babbeltjes slaan. Ook wordt er flink wat afgelachen met de vele loze praatjes van sommige bezoekers, vooral de vele redenen om niet over te gaan tot een aankoop (mijn vrouw zal me buitengooien, jammer dat die beelden of meubels zo donker zijn, ik heb er geen plaats voor, ik heb geen ezeltje dat geld
, ik ben te oud, mijn kinderen hebben daar geen interesse in, ik verhuis naar een kleine woning, er stond in de krant dat je al zaken kon vinden vanaf 10 euro, het is hier veel te warm, enz.).
Veel bezoekers hebben volgens niet de bedoeling om wat dan ook aan te kopen. Vooral dames komen zich enkel wat vergapen aan het vele moois. En dan die commentaar : zelf hebben ze al dat moois ook in huis... zo zeggen ze toch. Ook zijn er stokoude bezoekers en wat antiquairs op rust die nood hebben aan een (lang) gesprek, soms heel interessant allemaal maar ik kom hier wel om te verkopen... Soms moet ik hen dan voorzichtjes attent maken dat ik even wat aandacht wil schenken aan andere - wél kooplustige - bezoekers. Ik leer écht heel veel bij, zo verneem ik dat de Vikingen 'maanstenen' (ik heb een paternoster mee in 'maansteentjes') gebruikten om zich op zee te oriënteren bij bewolkt/mistig weer op zee, zodat ze vlotjes de helft van Europa konden gaan beroven... Als je zo'n steen naar hemelwaarts houdt dan kijk je door die wolken en mist heen... straf verhaal hoor! Een oude antiquair met veel capsones (te rap rijk geworden wellicht) komt met een oud vrouwmens zich vergapen aan mijn stand : ongetwijfeld wil hij mijn grote gotische Onze Lieve Vrouw tot de zijne maken, maar dat is buiten de waard gerekend (ik dus). Eerst wat manieren leren... maar jammer genoeg 'verergert hij met te verouderen'.
Veel vaste klanten en veel kennissen zorgen er gelukkig voor dat ik hier een paar fijne dagen doorbreng.
Velen hopen dat er nog kopers zullen opdagen die het einde van de beurs af willen wachten maar... neen hoor, het stormt buiten en velen zijn 'bang' om dan 'buiten' te komen.
De beurs eindigt maandagavond om zeven uur en iedereen ruimt in tempo zijn stand op om terug naar huis te gaan. Een mooie beurs maar jammer genoeg geraakte ik niet uit de kosten... En bovendien liep er water in mijn stand en beschadigde enkele beelden en boeken. Tijd nu om opnieuw moed te verzamelen om er volgend jaar terug bij te zijn!
|