Antiekbeurs aan de Bastille te Parijs.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Voor de eerste keer zou ik nemen aan de antiekbeurs aan de Bastille. Vol verwachting maar ook bezorgd om de vele kosten om deel te nemen. Hopelijk zal de verkoop alle kosten dekken en hou ik er bovendien nog iets aan over
Om de files rond Parijs te vermijden vertrek ik reeds in de late vooravond. In het donker rijden doe ik eigenlijk liever niet maar alles is beter dan urenlang aan te schuiven op de periferique. Rond 2u00 in de nacht arriveer ik aan de Bastille. Op dit ogenblik is er hier en daar nog wat plaats om de auto reglementair te parkeren.
Maar eerst wil ik kijken waar mijn hotel ligt. Voor het eerst maak ik gebruik van een GPS. Eigenlijk kocht ik er vroeger al een drietal maar alle zijn ze spoor-loos verdwenen, ooit vind ik ze wel eens terug in een doos boeken
Dus kocht ik een vierde exemplaar en ja, het spel marcheert
Toen ik mijn hotel boekte leek dit op wandelafstand van de beurs te liggen. De GPS wees echter ruim vier kilometer aan
Aangezien je je auto beter niet verplaatst als je een goed plaatsje hebt, zag het er naar uit dat ik aardig wat kilometers in de benen zou krijgen de komende weken. De vrouwelijke stem dicteert me in een raar, soms onverstaanbaar Nederlands waar ik moet rijden. Ik kom aan in de juiste straat en zoek nu het nummer. Blijkt eerst dat het hotel waar ik denk te moeten zijn, uitgebrand is!!! Maar het straatnummer klopt niet, gelukkig maar, anders zat ik nu met een serieus probleem. Wanneer ik bij nr 11 kom blijkt dit een grote woonkazerne te zijn, een slordig appartementsgebouw, dus helemaal geen hotel. Het volgende gebouw is wél een hotel maar het huisnummer en de naam kloppen niet! Ik panikeer en stap het hotel binnen. De nachtportier is heel vriendelijk maar verstaat bijna geen woord Frans. Hij knikt voordurend van ja maar dat helpt me natuurlijk geen stap dichterbij. Hij belt het nummer van mijn hotel dat ik hem geef maar zegt dat dit nummer niet klopt. Ik bedank hem voor de moeite en bel het nummer op met mij gsm. Een heel vermoeide en krakende mannenstem vraagt me of ik wel besef hoe laat of beter hoe vroeg het wel is. Ik ben blij dat ik mijn hotel heb kunnen contacteren en vraag hem het juiste huisnummer. Dit blijkt 121 te zijn
De man benadrukt echter dat ik op dit onzalige uur niet kan inchecken maar dat wil ik natuurlijk ook helemaal niet
ik wil enkel kijken waar het hotel ligt zodat ik het deze avond makkelijk terugvind. Blijkbaar was er een misverstand : het hotel ligt in het 11e arrondissement
Gerustgesteld keer ik terug naar de plaats van de beurs. Intussen waren nog andere collegas gearriveerd en ik plaats mijn wagen zo dicht als mogelijk bij mijn standplaats. Een nogal agressieve Bretoen komt ons verzekeren dat we voor 8u00 niet binnenkunnen op het beursterrein. Dat hij een sleutel heeft maar dat enkel hi jdie mag gebruiken. Wat een onzin! We keren terug naar onze wagens en proberen wat te slapen. Wat niet evident is want er loopt hier veel raar gespuis rond tijdens de nacht. Allerlei halvegaren en halve gangsters schuimen de straten op. Eentje verzamelt alle papiertjes, wellicht kan hij het papier per kilo verkopen. Dronkaards brullen de laatste hits. Eén iemand komt aan de autodeur voelen, gelukkig deed ik de deur op slot
Zo goed en zo kwaad als het gaat probeer ik enkele uurtjes te slapen. Rond vijf uur wordt dit moeilijk want vanaf dan passeren er massas autos, op weg naar hun werk.
Om 8uoo mogen we het terrein op, de standplaatsen zijn kleine ruimtes van 3 op 3 meter. Je kan ook een grotere ruimte bestellen maar daar zon kleine stand al 1500 eurootjes kost neem ik genoegen met deze mini-stand. Ik bestelde enkele glazen vitrinekasten maar deze zijn nog niet geleverd zodat ik tot aan de middag moet wachten om mijn stand op te stellen. Gelukkig hebben we heel de dag tijd hier voor. Rechts van mij staat een mooie jongedame met honderden talloren. Witte talloren maar vooral talloren met kleurendeconraties. Bij ons totaal onverkoopbaar, zelfs niet in de kringloopwinkel
Hier worden ze met veel mooie praatjes voor een belachelijk hoge prijs aan de man en vooral aan de vrouw gebracht! Ook allerlei andere prullen in steen zoals allerlei diertjes en massas drankglaasjes vinden gemakkelijk een koper
Aan de andere kant staat een sympathieke vijftiger, een echte Parisien, een hartelijk man. Hij verkoopt allerlei merkkledij, vooral lederwaren : Lederhosen, gilets in leer, enz. Hij verkoopt heel goed aan zijn vaste klanten. De hele tijd was er volk in zijn kraam.
De Bretoen, die vannacht nog zo triomfantelijk rondzwaaide met zijn sleutels van het toegangshek, blaast niet langer hoog van zijn toren. Om toch nog wat aanspraak te krijgen start hij een heus charmeoffensief. Hij is nu de vriendelijkheid zelve en zegt me dat ik hem altijd mag roepen indien ik problemen zou hebben
Grappig eigenlijk maar ik vind het helemaal niet erg. Misschien is dit de enigste plaats op aarde waar hij denkt écht iets te zeggen te hebben, misschien heeft hij thuis een heel vervelend mormel van een vrouw, zon méchant type
Na de middag zijn er al tientallen standen opgesteld. In Frankrijk jaagt niemand zich op, ik besluit me dan ook aan te passen aan deze Franse mentaliteit. De vitrinekasten worden eindelijk geleverd en ik kan mijn dozen uitpakken. Heel veel materiaal heb ik niet mee en tegen de avond is het meeste materiaal een plaatsje gevonden. Het begint het te regenen en na een hele lange nacht en dag ben ik blij mijn hotel op te kunnen zoeken. In de stad is het ontzettend druk. Eerst breng ik een collega naar zijn hotel en daarna gaan we samen eten in een klein restaurant. Best lekker, helemaal andere kost dan in Nederland een paar weken geleden.
Ik kom aan in mij hotel en zie dat ze me ferm beet genomen hebben toen ze op hun website verzekerden dat er veel parkeergelegenheid was in de buurt. Een doffe ellende om hier je wagen te parkeren. Ik vind een plaatsje op 800 meter van het hotel en besef dat ik me gelukkig mag prijzen
Met een loodzware valies op wieltjes en een grote voorraad water en wat kleinigheden om de ergste honger te stillen de komende dagen, kom ik puffend aan in mijn hotel. De receptionist, een echt schertsfiguur, lijkt op de bediende uit de tv-serie Fawlty Towers, de Spaanse Manuel. Een kluns van een man, maar de goedheid zelve. Hij knikt overdreven vriendelijk, verstaat nauwelijks een woord Frans en bekijkt me van kop tot teen. Ik betaal voor het hele verblijf en krijg een kamersleutel. Room 20, zegt hij, Quatrième étage! Leuk denk ik, a room with a view!!! Ik zoek de lift maar
Manuel verontschuldigt zich en maakt me duidelijk dat ik enkel via de trappen mijjn kamer kan bereiken.
Ik kan er niet langer mee lachen: twintig kg gewone bagage, acht flessen water van twee liter en wat mondvoorraad én mijn laptop
Grommend beklim ik al die trappen en puffend kom ik aan mijn kamer. De kamer blijkt piepklein, precies een kabouterkamer in een paddenstoel. Deze kamer meet nauwelijks twee op drie meter. Dat belooft! Maar ik ben te moe om veel te mopperen, wurm me in de doche en val als
een blok .. in slaap.
|