Voor de tweede keer neem ik deel aan deze antiekbeurs. Vorig jaar was voor mij de vuurdoop en ik had eerlijk gezegd niet al te veel zin om er dit jaar een vervolg aan te breien. De verkoop was immers nogal matig. Ik verkocht er maar enkele stukken, en dan nog wel aan Westvlamingen : waarom dan nog speciaal zo ver reizen? Dan was er de superverkoop aan een collega... die daags nadien plotseling hoofdpijn had of zo en heel de verkoop annuleerde. Alles stond netjes op papier, ondertekend en al. Gelukkig voor hem dat ik mijn goed hart getoond heb...
Maar ja, er is weer een jaar voorbij, een deel van de nare herinneringen zijn verwerkt en er is weer volop verse moed om er in te vliegen. Kan trouwens ook niet anders als je handelaar komt, er moet brood op de plank komen, en af en toe eens pistoleetjes.
Dus, met een volle wagen richting Luxemburg. In de Ardennen ligt er overal een laagje sneeuw maar de autoweg ligt er veilig bij. Na een rit van een kleine vier uur arriveer ik zonder enig zoeken in Luxexpo, de expohallen waar de beurs is. Vele bekende gezichten van vorig jaar, en de eerste uren is het dan ook leuk om wat te babbelen met de vele collega's.
Mijn stand is de kleinste van heel de beurs : 2 op 2 meter, ik dacht 6 vierkante meter te hebben zoals vorig jaar. Op de factuur stonden er maar 4 aangerekend maar ik dacht dat dit wel een typfoutje zou zijn. Neen dus... Twee op twee meter is echt krap, zeker voor mij die toch wat ruimte nodig heb om me, zonder brokken te maken, tussen mijn antiek te bewegen. Eerst pak ik alles uit om een duidelijk zicht te hebben op wat er allemaal een plaatsje moet krijgen. Eerst hang ik de muren vol, zonder te overdrijven, dus zonder alles tegen elkaar te hangen. Alles komt zo mooier tot zijn recht. Met mijn kleine auto kan ik trouwens geen grote massa materiaal vervoeren. Dan een kleine en een wat grotere tafel tegen de wanden geplaatst. Na een drietal uurtjes is alles mooi uitgestald.
Dan naar het hotel. Eventjes de autoweg op en er dan weer af, nabij de luchthaven. In het hotel zie ik heel wat collega's. Je kan hier lekker eten naar het schijnt. Ik heb echter geen hoge dunk van de kookkunsten van de Luxemburgers en heb zelf een mooie voorraad etenswaren ingeslagen. Daar het ferm vriest leg ik het eten dat ik niet meteen nodig heb buiten op de vensterbank. Hopelijk wordt er niets meegegrist door hongerige vogels of andere beesten. Ik eet dus lekker wat ik zelf wil en moet geen half uur wachten tot de kok een maaltijd klaargestoofd heeft.
Op tv is niet veel te zien, iedereen klaagt steen en been over het ijskoude weer. Het is inderdaad al lang geleden dat het nog zo koud was, en dat de vorst zo lang bleef duren. Er worden beelden getoond van mensen in de voormalige Oostbloklanden die doodgevroren zijn. Ook van zwarten die in de buurt van Parijs een huisje van karton en plastic maakten. De journalisten vragen hen of ze niet beter in hun eigen land gebleven waren want daar is het nu gezellig warm... De geinterviewden lachen eens... het mooie weer daar kan hen gestolen worden, ze willen in Europa een nieuw bestaan opbouwen. Het opvangen van al die sukkelaars heeft natuurlijk als nadeel dat iedereen naar hier kan komen. Er is dus dringend nood aan oplossingen voor die mensen in hun eigen land. Miserie en nog eens miserie dus. Hier op hotel heb ik echter ook een probleem : het is hier werkelijk snikheet en ik kan de chauffage niet zachter zetten. Dus moet ik het raam op een kier plaatsen en zo help ik ongewild mee aan de opwarming van de aarde. Op een Duitse zender is er een programma over allemaal beestjes. Ijverige groene jongens zoeken naar dieren die bezig zijn aan hun winterslaap. Opeens vinden ze een soort superdikke muis. De muis zit op zijn achterste in de handpalm van de vinder, te slapen de slaap der gelukzaligen. Net als in een tekenfilm. Het beestje zit met de ogen gesloten ferm te snurken. Het beestje ziet er heel gelukkig uit. Hopelijk zorgen de groene jongens er voor dat het beestje weer goed bedolven wordt onder een dikke laag bladeren, zodat het niet doodvriest. Maar genoeg muizenissen nu, ik heb het nu echt gezien... al die flauwekul op tv kan me verder gestolen worden. Ik neem daarom mijn toevlucht naar de parochieregisters van Eggewaartskapelle. Elke avond bestudeer ik het oude handschrift en vergelijk dit met mijn nota's van 20 jaar geleden. Hier en daar vind ik foutjes, het is dus degelijk nodig dat ik alles nog eens nazie voordat ik alles laat publiceren.