In het kleinste kamertje... - rommelbeurs te Wieze
Wieze wieze wies bombom!
Wieze. Deelgemeente van Lebbeke, nabij Aalst, in de Denderstreek.
Neen, ik zit nu niet waar iedereen wel denkt... wèl in een piepklein kamertje op hotel in het mooie Wieze. Ik heb vanmiddag héél Wieze kunnen bekijken via de vele wegomleggingen... Een paar jaar geleden was ik hier ook al present op de rommelbeurs in de oktoberhallen. Pas toen ik een uurtje aan het rondkijken was op de vele standen wist ik plots opnieuw wat mijn laatste woorden waren toen ik hier twee jaar geleden vertrok... 'Nie wieder!!!!' Nu ben ik veel gewoon, ik heb al immens veel rommel gezien op beurzen her en der, maar nu moet ik formeel bevestigen : 'Dit is het einde, dat doet de deur toe!!!' Met heel veel moeite zag ik een vijftal standhouders die enigszins waardevolle en verkoopbare dingen meebrachten. Ook een heel symptathiek koppel uit de buurt dat ik ken van de beurzen in Ciney.
Eigenlijk overwoog ik even om gewoon niet uit te pakken want mijn materiaal past niet in het plaatje hier... maar ja, ik heb nu betaald en het hotel is gereserveerd... En zo maakte ik de wagen leeg. Ik plaatste alles op mijn standplaats en wilde nog niet alles uitpakken want mijn stand bevindt zich vlak bij een deur waar iedereen vrij in en uit loopt. En eigenlijk is het vooral mijn bedoeling om iets te verkopen en niet dat de helft voetjes krijgt... Ik koop enkele boeken en een hoop dvd's met mooie films.
Om halfzes dan verlaat ik de 'Grand Bazar' om wat mondvoorraad op te zoeken. De plaatselijke beenhouwer is al aan het sluiten, blijkbaar heeft hij ook geen groot gedacht van de vele extra bezoekers... Dan naar het hotel, dus de straat oversteken. Restaurant, feestzaal en hotel. De vorige keer logeerde ik op dezelfde plaats en toen had ik een ruime kamer, wel wat ouderwets, precies alles uit de jaren 1950-1960. Gezellig! Ditmaal echter krijg ik een piepkleine kamer. Heel netjes dat wel, maar echt piepklein. Wat echt tegenvalt is de tv, ik bedoel teeveetje! Het scherm is een derde kleiner dan dat van mijn laptop. Gelukkig kocht ik daarnet wat films die ik op mijn laptop kan bekijken, want om alles op tv te kunnen volgen heb ik een vergrootglas nodig...
Ik heb een gat in de markt gevonden... Iets wat heel veel werkgelegenheid met zich mee kan brengen voor de streek van héél Wieze : hier achter de oktoberhallen kan men een afvalwerkingsbedrijf opstarten... Want rommel en rotzooi is er hier in overvloed... Benieuwd wie wat zal aan de man kunnen brengen dit weekend...
Zaterdagmorgen. Ik sta op met hevige rugpijn. Die matras is geen frank (euro) waard en het bed is nog geen 40 cm hoog dus uiterst oncomfortabel, zeker als je op wil staan. Ik spring in de douchecabine. Om dit te installeren heeft men een stuk van de betonvloer uitgkapt en een gat in het plafond gemaakt... zodat die Ikearommel hier kon geïnstalleerd worden. In de vloer van de douchecabine zie ik mijn voetafdrukken waar net mijn voeten stonden... Voor het toilet moet je op de gang zijn, da's toch niet meer van deze tijd! Het is intussen zeven uur en ik ga naar beneden voor het ontbijt. De vloer beweegt onder mijn voeten. Hier en daar ontbreken er stukken uit de planken. Om dit euvel te verbergen gooit men er gewoon een stuk dik tapijt over... Overal niveauverschilletjes, nogal gevaarlijk in die slecht verlichte gangen. Beneden gekomen schrik ik me een hoedje : een overjaarse lelijke papegaai zegt me goeiendag. Ik zeg : 'Hou toch je bek!' en de papegaai aapt me onmiddellijk na... Wat een rund! Aan tafel zitten een deel ouden van dagen en enkele jongere mensen. Ik ken ze allemaal, zeker de 'paracommando's'. Dit stokoude koppeltje draagt vaak legerkledij en ze sloffen steeds zij aan zij. Omdat ze al stokoud zijn en wat minder kracht hebben, verkopen ze dvd's en zo, dat weegt niet veel en brengt goed op. Vlug kijk ik om me heen, waar staat dat eten hier? Ik zie enkele plateautjes met wat kaas, salami, hespeworst. Een zak gesneden brood, wat sandwiches en boterkoeken. Bijna helemaal leeggeroofd, ik had het kunnen weten, ik vind de hond in de pot... Op tafel staan een piepklein kommetje vleessalade, préparé en boursin. Voor drievierden uitgelepeld natuurlijk. En een bijna lege fles sinaasappelsap van het merk 'Varesa' (...). Koffie en thee moet je vragen aan het jongedametje dat deze feesttafel (!) heeft voorbereid. Niet onknap maar wel dom of stom want ze zegt nauwelijks een woord. Niet echt een zonnetje in huis. Ik verneem dat de twee para's de avond voordien een (één?) glas te veel op hadden : ze dronken enkele pintjes en glaasjes wijn. Beiden gingen gisterenavond de trappen op om te gaan slapen.
Wat zullen we drinken???
Onderweg bleef er eentje op de trappen plakken en wat verder viel de andere over een of andere hindernis in de vloer (een gat of een trede of zo). Beiden bleven als dood liggen en sliepen hun roes uit totdat andere bezoekers hen opmerkten en naar de kamer brachten... 'Oude zuipschuiten' noemen ze dat... Dan naar de bakker : een heel dik mens en een magere 'sprietel' van een meisje bedienen de klanten, alles gaat heel vlot. Nu de rommelmarktzaal in, heel wat mensen komen pas vandaag toe met hun rotzooi. Ik stel heel mijn stand op en kijk wat rond, tegen beter weten in natuurlijk, naar interessante dingen. De helft van de standhouders ken ik, sommigen staan het hele jaar door met dezelfde rommel op de markten, ik vraag me soms af waarom... Om tien uur gaan de deuren open en er passeert heel wat volk. Met de nadruk natuurlijk op 'passeren'. Er wordt heel wat verkocht, zolang het maar spotgoedkoop is. Kledij aan een euro, poppen, kinderwagens, serviezen en glazen. Vooral de kledij is een waar succes, al zou ik zelf geen kledij van een ander willen... Mijn boeken en beelden lokken veel nieuwsgierigen maar de meesten willen natuurlijk geen eerlijke prijs betalen. Ze denken dat ik alles gratis krijg. Het enige wat ik verkoop vandaag zijn enkele boeken. Na enkele uurtjes is het echt balen, wat doe ik hier eigenlijk? Af en toe doe ik een dutje maar net dan moeten mensen wat uitleg vragen. Een enkele keer zeg ik tegen een halvegare : 'Waarom maak je me nu wakker? Ik hoop voor jou dat het belangrijk is!' Waarop de halvegare vraagt vanwaar al mijn spullen komen. Wat is dat nu voor een idiote vraag? Net alsof ik hen een lijstje zal bezorgen van de plaatsen waar ik aankopen doe... Gelukkig wordt het avond. Ik vertrek naar het hotel en ben blij dat ik morgenavond naar huis kan. De volgende ochtend weer van hetzelfde : weer de helft verdwenen van al dat 'heerlijks' op de ontbijttafel... De hoeveelheden voor de acht personen zijn berekend op een bende ouden-van-dagen die de hele dag geen 'klop' moeten doen en dus ook niet veel moeten eten. Dan komen ze binnen met de boterkoeken. Schijnbaar heel kalm staan allen meteen op en grijpen de lekkerste koeken vast. Ze zeggen geen woord meer en smikkelen alles vlug op. Ik doe geen enkele moeite, ik ga straks wel zèlf naar de bakker... Dan de bagage inpakken en de papegaai nog eens ferm doen schrikken. Het ondier roept : 'Bedankt! Bedankt en tot ziens!' Ik denk daar anders over : mij zien ze hier nooit meer terug! Wat een waardeloos hotel, totaal verouderd en veel te kleine kamers... Ik slaap dan nog liever in een kartonnen doos!
De laatste beursdag. Ik moet een half uur aanschuiven in de bakkerij, drie meisjes (leer-meisjes wellicht) bedienen de klanten uiterst traag. Spijtig dat die dikke madam van gisteren er niet meer was, want dat ging heel wat vlotter! BIj het buitengaan vraag ik of ze per uur betaald worden en iedereen brult van het lachen.
Van bij de opening is er veel volk. Maar kopers, neen dat niet... Gelukkig heb ik aangename buren. Een koppeltje dat in het Gentse woont en dan enkele mensen uit Appelterre. Die zeggen me dat het dit weekend uitzonderlijk kalm is in de verkoop. Een magere troost natuurlijk voor mij. Een dame met dochter komt aan mijn stand en zegt : 'Ik kom terug voor uw Sanderussen.' Ze was hier gisteren ook al en toonde interesse voor deze mooie werken. Ze vervolgt : 'Ik zal ze niet kopen maar ik wil er wel nog eens in bladeren.' Ik zeg : 'Jongedame, zo zijn we niet getrouwd hé! Daar komen vodden van!!!' De dame kijkt me nietbegrijpend aan en ik verduidelijk dat mijn boeken in vodden veranderen als iedereen te pas en te onpas wat wil bladeren in deze boeken. Je verwart mijn stand met die van een lompenboer! Einde gesprek!
Een uurtje voor het sluiten verkoop ik nog wat kleinigheden zodat ik toch nog uit mijn kosten geraak. Een succes is het zeker niet, een volgende keer gaat het misschien beter.