Vandaag deed ik een toertje door tientallen dorpjes in de Ardennen. Ik zag vooral heel veel bomen, ongelooflijk. Ook veel gerooide bomen, blijkbaar een winstgevende zaak als je wat boompjes staan hebt op je grond. Mensen zag ik weinig, de dorpjes leken wel uitgestorven. Maar ... ook als het geen vakantie is zie je hier weinig bewegen in de dorpjes. Iedereen ligt hier blijkbaar de hele dag op zijn luie kr... Waarom ook niet hé, als de Vlamingen maar blijven betalen!!!
Rond de middag kom ik aan te Redu. Aangezien ik enkele jaren geleden verschillende malen niet vrolijk werd van de kookkunst van de plaatselijke 'restaurantjes' at ik onderweg al een en ander zodat ik onmiddellijk op boekenjacht kon gaan. Tegen beter weten in natuurlijk want er is simpelweg weinig deftige literatuur te vinden in dit 'boekendorp'. Maar ik ken er enkele verkopers en het is altijd gezellig om wat bij te praten. Enkele winkels waren gewoon niet open, en dat in de paasvakantie! Willen ze misschien slapend rijk worden? Blijkbaar kan dit in Wallonië... Ik vond enkele boeken die mij persoonlijk interesseren maar eigenlijk niets om door te verkopen. Na een uurtje verliet ik dan ook het dorpje en bezocht onder meer Rochefort. Eerst eventjes de kerk bezoeken en dan naar de abdij. De schade door de grote brand een paar maand geleden leek gelukkig minder erg dan ik eerst dacht. Enkele gebouwen brandden uit maar de muren bleven (letterlijk) overeind. Een van de gebouwen was al bijna volledig van een nieuw leiendak voorzien. Gelukkig werd de aanpalende abdijkerk gespaard. Op een bordje aan het onthaal stond vermeld dat de vespers om 17u20 beginnen tijdens de weekdagen. Om 17u00 stap ik de kerk binnen waar de dienst net begonnen is. Een tiental personen, meestal jongeren, woonden de dienst bij. Bij hen ook één oudere man, met een bril, aandachtig volgend. Eventjes dacht ik dat ik de man kende... ik verplaatste me tot ik het gezicht beter kon zien, maar het was niet de persoon die voor ogen had... De kerk is heel sober maar sfeervol. Een achttal paters zong a capella, zonder begeleiding van een muziekinstrument dus, de vespers. Wat een verschil met de mooie orgelbegeleiding in de abdij van Westvleteren! Na tien minuutjes had ik het dan ook gehad of gehoord, en trok ik verder. Een uurtje eerder bezocht ik ook al een Benedictinessenklooster, meer bepaald de abdijkerk, het enige gebouw dat vrij toegankelijk is. Een niet echt aangename gebedsruimte daar. Het laatste dorpje dat ik bezocht heet Celles. Ik stopte er omdat er een bord stond dat aangaf dat dit een van de mooiste dorpjes in de Ardennen is. Vooral de mooie kerk valt op. Romaanse stijl, mooi onderhouden. Twintig meter verder een hoge steile heuvel waarop een soort kloostergebouw staat. In de kerk (één van de weinige die open was) zijn er twee cryptes, wat toch wel heel zeldzaam is. De eerste kan je zomaar betreden langs twee kanten, telkens met een stenen trap. Binnen is er nu eigenlijk niet veel te zien maar oorspronkelijk werd hier het stoffelijk overschot van de H. Hadelinus (overleden in 690) hier bewaard. In 1337 namen de monniken het gebeente mee naar Visé. Voorin de kerk is er nog een crypte, de ingangen langs weerzijden zijn afgesloten met een smeedijzeren hek. Zouden hier edellieden in begraven zijn geweest? Want links vooraan in de kerk is er een met een hekken afgesloten ruimte die tekstplaten met blazoenen herbergt. Ik zie namen als 'Liedekerke' en 'Beaufort', gekende namen toch. Rechts vooraan ligt een heel grote arduinen grafsteen, blijkbaar zeker 400 jaar oud. Wanneer ik buiten kwam was de lucht wat betrokken en ik hoorde een gemekker dat over heel het dorp klinkt. Eerst dacht ik dat het Walen waren, van die typen die nooit genoeg hebben weet je wel? Maar bij nader toezien waren het echte schapen, uit verscheidene weiden. Wellicht met honger want in de weiden bleek er weinig gras over.