In het kader van het regelmatigheidscriterium, Victors Cup, was dit de tweede wedstrijd, en dat amper 4 dagen na de eerste (Tungri run). Daarom koos ik voor de 10 km in plaats van de 10 mijl, vorig jaar. Hopelijk was die appelflauwte van afgelopen woensdag een fenomeen van korte duur, maar ik vreesde ervoor. Mijn voorgevoel werd waarheid want van bij de start geraakte ik geen poot vooruit. Mijn benen leken verlamd en dat werd een constante, gans de wedstrijd. Na enkele lange en vlakke stukken belandden we na enkele km in het bos, inclusief modder & plassen. Van snelheid maken was al een tijdje geen sprake meer, wel regelmatig slipgevaar vanwege de vettige ondergrond. Maar ook daarna, op rechte, dalende en verharde stroken kwam er geen beterschap. Dus was de opluchting groot toen de eindstreep in zicht kwam. Uiteindelijk werd ik volgens de uitslag toch nog 1ste, en dat bij de 60 plussers nog wel! (53/810 algemeen). Toch kon ik niet tevreden zijn met een tijd van 42:53. Zeer merkwaardig: mijn gemiddelde tempo (per km) was tot op een honderdste van een seconde na exact dezelfde als woensdag in Tongeren! (Volgens Strava, althans). Het enige positieve aan dit verhaal was dat mijn hiel me slechts matig irriteerde en dat ik niet tegen de grond ben gegaan, zoals vorig jaar.
|