Voor de 9de manche van het Helpshop criterium trokken we naar Zelem, een plaats waar ik nog nooit liep. De warmte was weer van de partij, maar met 26° was het toch iets draaglijker dan vorige week. Bovendien liep het parcours voor het grootste gedeelte doorheen het bos, waar het veel koeler was, zodat die warmte daar niet hinderde. Mijn dochter Sharon koos voor de 5 km en voorzichtigheid na een tijdje out geweest te zijn wegens last in de liesstreek. Enkele honderden meters na de start doken we al het bos in via een haarspeldbocht, hetgeen de snelheid er helemaal uit haalde. De smalle bospaden nodigden niet uit om er een snelle race van te maken en in het bos lopen is al helemaal niet mijn ding: liever wandelen. Op de langere stukken verhard kon ik telkens mijn tempo drastisch omhoog krikken. Ik voelde me goed en mijn hiel bezorgde me de eerste 6 km geen last. Maar, op een paar km van het einde kwam nog eens ten val! Op 1 van die boswegels sloeg mijn rechtervoet om en ik belandde in het struweel. Een combinatie van vermoeidheid, onoplettendheid en een ongelijke ondergrond waren voor mij voldoende om de Zelemse grond te verkennen. Het was wel een andere kennismaking dan in Genk, waar ik op 7 mei in volle stad ten gronde ging. Ik stond direct op, liep verder en finishte uiteindelijk in 44min.33sec., als 1ste M65. Ondanks die val was mijn 2de ronde van 5 km maar 9 seconden trager. Als dit de tijd was dat ik op de grond had gelegen, mocht ik niet klagen en liep ik dus weer een vlak tempo. Mijn voet zwol na afloop onmiddellijk op, dus ik zal wel verscheidene dagen inactief (moeten) blijven. Sharon had haar wedstrijd wel zonder kleerscheuren doorstaan en kan hopelijk wat verder opbouwen. De prijsuitreiking was ook maar een mager beestje, doch dat is bijzaak.
Na die verschrikking van in Terkoest, voorbije maandag, was ik benieuwd hoe het gevoel deze keer zou zijn. Mijn duurloop van woensdag (15 km) verliep anders ook niet van een leien dakje, kortom: van de trainingen en wedstrijden van 1 jaar geleden kan ik alleen maar dromen. Alles verloopt veel moeizamer en die rothiel verhinderd me om meer & specifieker te trainen, waardoor de motivatie danig begint te zakken. Met 28° was het goed warm, maar lang niet zo heet als vorig jaar. Toen was het 33°, waardoor de opkomst met 45 atleten maar pover was op de 10 km. Deze keer waren we met 93 aan de start en mijn lome benen beloofden niet veel goeds. Toch kon ik een behoorlijk tempo ontwikkelen (naar mijn maatstaven, toch) en de bomen in het natuurgebied boden geregeld een welkome schaduw. Ik kon wat mensen bijbenen, hetgeen de burger toch altijd wat moed geeft. Maar het meest was ik tevreden dat de tweede van twee rondes maar 1 seconde trager was dan de eerste. Dus de continuïteit was er en een inzinking bleef achterwege. Vergeleken met maandag was ik nu 6 sec./km sneller en mijn eindtijd (45 minuten rond), was maar 16 seconden trager dan vorig jaar, al moet je die 5° temperatuurverschil ook in rekening brengen. Ik mocht zelfs het podium op bij de M55, als 2de (1ste M60 voor de Victors cup). Hiermee was tevreden en een reden te meer om eens een nieuw biertje uit te proberen: de Ambiorocks.
Of die 5 km van het BK van eergisteren nog in de benen zouden zitten, verwachtte ik niet meteen. Maar op het verjaardagsfeestje van mijn jongste kleinkindje (Ella), gisteren, had ik nogal wat zware bieren verzet en dat is nooit een goede voorbereiding voor een wedstrijd. Overdag was het goed warm geweest (30°), maar tegen de tijd dat wij van start moesten (20u), was het toch al wat afgekoeld. Met zijn 122 stoven we er vandoor voor 4 plaatselijke rondjes. Voortgestuwd door de massa was mijn eerste km veel te snel (4 min.) en dat zou ik me al vlug beklagen. Het tempo daalde drastisch: de eerste ronde kon ik schijn nog wat ophouden met een gemiddelde van 4:15/km, maar daarna zakte de pudding helemaal in mekaar. Kwam daarbij dat mijn linkerhiel me constant last bezorgde waardoor er bitter weinig lol te beleven was. Om toch nog iets positiefs over te houden aan deze bedoening, nam ik me voor om de vierde en laatste ronde nog iets (proberen) te versnellen. Ik weerde me als een duivel in een wijwatervat en kon zodoende toch nog 5 seconden sneller (of minder traag) doen dan de voorlaatste ronde. Mijn tijd (45:24) was ronduit beschamend en liefst 4 minuten trager dan vorig jaar! De 1ste plaats bij de M65 was een pleister op een houten been. Hopelijk is er zaterdag beterschap in Tongeren, anders moet ik een andere hobby zoeken: postzegels verzamelen, zoiets. Echter, dan staat er de dag ervoor geen feestje gepland
Nog nooit nam ik deel aan een BK over zulk een korte afstand: 10 km was tot nog toe het minimum. Maar voor alles is er een eerste keer en daarom vertrokken mijn vrouw en ik om 14u voor een tripje richting het Waasland. De hitte (31°) schrok me niet zozeer af, wel de tegenstanders, die van nature specialisten zijn van de korte afstanden op de piste. Ter plaatse kon ik toch wel wat bekende, maar vooral veel onbekende gezichten ontwaren. Gelukkig vond de 5000 meter, als allerlaatste proef, later in de namiddag plaats zodat de warmte wat minder was. Maar op een piste is het altijd een paar graden warmer. Van bij de start was het puffen & zweten en ik probeerde er wat tempo in te krijgen. Hoog lag dat niet en het ging gaandeweg trager. Mijn 2 concurrenten bij de M65 liepen al dadelijk in mijn spoor, waaronder Heyde. Toen wist ik dat Zilver het hoogst haalbare zou zijn, want hij was/is zowat een wereldtopper bij de masters. Ik kon niet anders dan het tempo hoog te houden, anders zou ook de 2de plaats eraan kunnen hangen want nummer 3 (Van Campenhout) zou wel eens snelle eindsprint in de benen (kunnen) hebben. Wat ik verwacht had, gebeurde: Heyde ging ervandoor op een drietal ronden van het einde, maar tegelijk moest mijn andere tegenstander voor het podium achterblijven. Zodoende werd ik alweer tweede, net als op het BK 10000 meter in Huizingen, maar nu niet meer zo nipt. Ik lijk wel een eeuwige tweede te worden bij BKs op de piste. Mijn eindtijd (21min.13sec.) was ronduit zwak, maar dat was door de hitte voor zowat iedereen het geval. Het was een fijne namiddag en tof om de toppers nog eens te ontmoeten.
Eergisteren had ik nog een tempoloopje (4,5 km aan 4min.3sec./km) gedaan, dus wist ik dat ik vandaag niet top zou zijn. De recuperatie van mensen op leeftijd is nu eenmaal niet meer zo optimaal. Gezelligheid troef in Brustem, zomerse temperaturen en verfrissend windje: ideaal om een terrasje te doen. En dat hadden we ook gedaan, maar eerst moest er gepresteerd worden en dat was andere koek. Ik zag er nogal tegenop, want de ganse week heb ik last van mijn rug, zowat onder mijn schouderblad, vooral als ik diep inadem. En vermits ademen nogal essentieel is bij het lopen, had ik liever alleen het terrasje gedaan. Maar er moest gelopen worden en dat over behoorlijk golvende wegen en enkele stukken gras er tussendoor. Net als vorige week, was ook nu het parcours helemaal veranderd: twee ronden in plaats van die 1 grote, vorig jaar. Wat ik vreesde werd ook werkelijkheid: vanaf de eerste hectometer liepen de benen vol, allicht een gevolg van een niet optimale ademhaling. Bovendien waaide de wind er flink op los en verzuurden de benen verder bij elke helling. Bij de passage na 5 Km probeerde ik te doen alsof ik aan het lopen was, maar in mijn hoofd speelden zich heel andere taferelen af. Groot was mijn verbazing dat ik de tweede ronde maar 9 seconden trager was dan de eerste. Volgens mijn gevoel was dat minstens 1 minuut. Met een gemiddelde van 4:15/km kon ik niet echt tevreden zijn, met de 1ste plaats bij de M65 natuurlijk wel. De afterparty met muziek uit de seventies was een stuk fijner dan al dat afbeulen over de Haspengouwse wegen. De muziek was top en het bier smaakte heerlijk, totdat moeder-de-vrouw vond dat het welletjes was geweest en naar huis wou gaan. En zo stonden we weer met de voetjes op grond.