Sinds twee weken en een half dat we terug thuis zijn van onze vakantie in het Verre Oosten, zit ik al aan 91 loopkilometers, deze week. Op de drie weken dat we ginder waren, werkte ik een trainingske of 7 af, goed voor in totaal 50 km. Niet veel, maar net genoeg om een minimum aan conditie over te houden. Lopen moest daar rond 6 uur 's morgens gebeuren, anders was het te (tropisch) warm. Doch ook daaraan went het lichaam blijkbaar, want de laatste training (13,2 km) verliep nog het vlotste. Eens terug in België kon ik de draad algauw oppikken, zodat ik me klaar achtte voor de Tour van Spaen, met zijn 161 hoogtemeters veruit de zwaarste wedstrijd van het jaar. Bovendien was het al goed warm (26°), ook al vertrokken we voormiddag (10u). De benen waren zwaar en ik had een slechte nachtrust gehad, dus startte ik behouden om me zeker niet te pletter te lopen op de vele hellingen. Dat bleek een goeie taktiek want na 10 km begon ik me steeds beter te voelen. Na 11 a 12 km begon mijn linkerhiel wat op te spelen, maar ook dat beterde even later. Na de laatste & allerzwaarste klim (de Biestert!) kwam de opluchting want de finish was in zicht. Met een tijd van 1u14:44 eindigde ik zowaar als 1ste M60 (38/129 algemeen). Gezien de omstandigheden mogen we daar niet over klagen. Nu ga ik me (proberen) prepareren voor morgen in Kozen.
|