Deze vorig jaar voor het eerst in het leven geroepen run kon zijn naam niet waarmaken want de bloesems zijn achterwege gebleven door het (te) frisse weer van de voorbije weken. Doch, dat kon de pret niet drukken want het Haspengouws landschap is altijd de moeite waard om doorheen te wandelen/lopen/fietsen. Het parcours werd totaal anders uitgetekend dan vorig jaar: 1,5 km korter, maar wel iets zwaarder. Mijn verkoudheid lijkt over te zijn maar de hoestbuien niet en houden me soms nachten wakker. Niet ideaal dus, daarom had ik mijn doelstelling niet te hoog gesteld en ambieerde ik een tijd van ongeveer 43 minuten. Onder een zware hemel en ronduit frisse temperaturen (9°) namen we met zijn 244 de start. Mijn grootste bekommernis was om niet in een hoestbui verzeild te geraken want eens die begint, komt er niet meteen een eind aan. Maar dat viel mee, al voelden de benen nogal slap aan zoals meestal, de voorbije wedstrijden. Toch was het tempo behoorlijk en mijn linkerhiel bezorgde me geen last. Ook de helling aan Km 5 werd goed verteerd en ik voelde me zowaar vrij goed waardoor de laatste km bovendien alsnog de snelste werd (4 min.). Na 42min. 39sec. bereikte ik de aankomst als eerste M65 (51ste totaal). Ondanks een matige tijd mocht ik tevreden zijn, vooral omdat de trainingen ook niet van harte verlopen, al zal dat ook met al dat gehoest te maken hebben.
Acht dagen geleden veel wind, vandaag 6° met een gevoelstemperatuur die tegen het vriespunt aanschurkte: de lente heeft zich nog niet van zijn beste kant laten zien. Deze mooie wedstrijd, die nog maar aan zijn tweede editie toe was, had nochtans veel beter verdiend. De prachtige locatie in en rond de stroopfabriek te Borgloon maakte echter veel goed. Daar ik vorig jaar niet kon deelnemen (wegens mijn blessure), kon ik het parcours niet goed inschatten. Dat het niet lichtlopend en deels onverhard ging zijn, wist ik, doch door de regen van de voorbije dagen was de modder ook weer van de partij en dat zou me heel wat parten spelen. Liefst met 152 atleten schoten we uit de startblokken en dat ging al dadelijk goed vooruit. Althans de eerste paar honderd meters, want dan werd de eerste modder onder de voeten geschoven. Plots realiseerde ik me dat ik de minst ideale schoenen aan het bezigen was, namelijk die zonder profiel onder de zolen. Al dadelijk begon het schuiven en patineren, dus ging alle concentratie naar overeind blijven! Heel wat minder onverhard dan vorige week, doch de opeenvolgende beklimmingen haalden evenzeer de snelheid eruit. De langere stukken op de voormalige spoorweg waren een verademing, maar tijdens een lang stuk veldweg met de nodige modder was het weer opletten geblazen. Gelukkig ben ik nergens tegen de wereld gegaan, op wat slippertjes na, en op de vlakke & verharde stukken kwam ik toch dicht tegen de 4min./km. Dat stemde me tot tevredenheid, alsook de 1ste plaats bij de M65 (45ste algemeen) in 49min.13sec. Vorige week was ik 20sec./km trager, al mag dat geen maatstaf zijn. Dochter Sharon liep haar eerste lange wedstrijd met succes uit, dit was tevens haar langste duurloop van het jaar. De organisatie van Pascal, Peter & co was subliem met voor iedereen geschenken en attenties. Veel deelnemers, ondanks de gure omstandigheden, dat belooft voor de dag dat het ooit eens mooi weer wordt.
De naam van deze wedstrijd dekte geenszins de lading, want van lente was er hoegenaamd geen sprake. De ganse dag buien en stormachtige rukwinden (tot 80 Km/u!), maakten dat het geen zaterdagse wandeling zou worden. Gelukkig bleef het tijdens de wedstrijd droog, anders zouden die 12° nog een stuk kouder aanvoelen. Als men op de site vermeld dat het parcours voor 80% onverhard is, kan men gerust van een Off-road spreken. Dat laatste is ook niet mijn favoriete bezigheid, mede omdat mijn fragiel en oud lichaam vraagt om het wat kalm aan te doen. Gezien mijn linkerhiel omwille van hielspoor nooit echt helemaal pijnvrij is, zouden vlakke en/of verharde wegen een betere optie geweest zijn, maar die keuze is er niet altijd. Bovendien kan ik, door die lichamelijke ongemakken, niet genoeg kilometers trainen om een fatsoenlijke conditie op te bouwen. Met 130 atleten stormden we de glooiende velden van Haspengouw tegemoet, met eerst enkele honderden meters vlak, en dan inderdaad: de eerste single track, zompig en onverhard stuk bergop. Mijn benen liepen al dadelijk vol en ik besliste dan maar om in jog-modus over te schakelen om niet compleet te verzuren, alsook om mijn linkervoet te sparen. Van snelheid maken was geen sprake wegens weinig meters vlak inclusief modderige wegen met plassen, een passage door een hobbelig grasveld, steile en vettige beklimmingen, loshangende takken die vervaarlijk boven onze hoofden bengelden, diepe traktor sporen waar we moesten proberen omheen te slalommen en tijdens de laatste kilometer een helling waartegen we omhoog moesten kruipen. En om het feestje helemaal af te maken was er dus die felle (&koude!) wind. Gelukkig had ik het juiste schoeisel ondergebonden, zodat ik nergens uitschoof, anders was ik daar nu nog altijd bezig. Dit alles maakte dat dit mijn, op 1 na, traagste wedstrijd ooit was (van de 673 in totaal). Enkel het gemiddelde van de marathon van Visé (in 2003) was nog trager dan die 4min.42sec./km van vandaag. Als 1ste van de 3 (!) 65 plussers (35ste totaal) mocht ik uiteraard niet mopperen, vooral omdat mijn hiel goed stand had gehouden. Het was een geslaagde eerste editie van deze wedstrijd met een mooi parcours en dito natuur, maar eigenlijk niet ideaal om een bejaarde al lopend doorheen te sturen.
Vier maanden nadat ik mijn loopbezigheden terug opnam, na drie maanden inactiviteit, wou ik nog eens een groter doel nastreven. De test van vorige week (Fernelmont) was bevredigend, maar de voorbije week verliepen mijn training(skes) niet naar wens: ik kwam maar moeizaam in gang en zelfs korte loopjes werden een opdracht. Dat mijn eindtijd van vorig jaar (1u27min.) er deze keer niet zou inzitten, wist ik op voorhand, (wegens te weinig kilometers op de teller) toch hoopte ik nog onder het anderhalf uur uit te komen en eventueel nog eens een titel te pakken. De verre rit naar Gent verliep vlot en de weersomstandigheden waren droog, al stond er een stevig windje. Eerst mochten we Bashir Abdi bewonderen, de winnaar van de eerste wave, die ook nog het Belgisch record verbrak en de 21,1 km onder het uur liep! Nadat hij wat was uitgeblazen kon ik het niet laten om samen met hem op de foto gaan. Zodoende was mijn dag al geslaagd, nog voor ik gestart was, dus kon ik ontspannen mijn wedstrijd aanvatten. Ik nam me voor om te beginnen aan 4min. 15sec./km, en dat zo lang mogelijk te rekken. Aanvankelijk lukte dat goed, maar na 4 km speelde mijn linkerlies op, doch verminderde daarna wat. Dan was het afwachten hoe lang mijn linkerhiel zou standhouden, want die bezorgde me de voorbije maanden met de regelmaat van een klok tamelijk wat last. Dat die hinder er zou komen wist ik, dus was het zaak om zo comfortabel mogelijk te lopen. Maar de wind speelde me op sommige stukken nogal parten en ook op de Scheldedijk stond die niet in het voordeel. Na zowat 13 km begon die rothiel dan toch op te spelen en het tempo zakte gaandeweg. Gelukkig kon ik de laatste hectometers wat versnellen en finishen in een tijd van 1u33min.34sec. Liefst 6 minuten trager dan vorig jaar en de, op 1 na, traagste van alle 50 Halve Marathons die ik ooit liep. Maar ik werd wel 1ste M65 en behaalde dus alzo mijn 10de Belgische titel (7 maal ganse en 3 maal Halve Marathon). Die versnelling op het einde was nodig geweest, want ik wist niet dat de concurrentie me zeer dicht op de hielen zat. In totaal eindigden drie 65 plussers binnen de 15 seconden na mij, waarvan weliswaar maar 1 met een licentie. Zo werd een fijne dag met een positieve noot afgesloten, al hoop ik de volgende keer als voorbereiding wat meer kilometers in de benen krijgen, maar daar beslist alleen die linkerhiel over.
De vorige keer dat mijn dochter & ik deelnamen aan deze wedstrijd was drie jaar geleden, net voor de Corona pandemie uitbrak. Het half jaar daaropvolgend konden we dus nergens meer naartoe. Nu was het gelukkig anders en trokken we weer gemotiveerd richting Wallonië. Dochter Sharon koos voor de korte afstand en ik voor de lange, die alles behalve vlak genoemd kon worden. Het was bitter koud, dus besloot ik om mijn lange broek aan te doen en een extra truitje. De laatste weken heb ik de trainingskilometers wat opgedreven: vorige week zelfs 81 km! Mijn tempos liggen wel zowat 10 a 15 sec./km trager dan ik gewend ben de vorige jaren, toch probeer ik 1 keer per week een tempoloopje van 4,5 km te doen aan iets meer dan 4 min./km. De benen voelden van bij de start goed aan en ik verteerde de hellingen goed. Vooral de strook onverhard van 1 km meestal bergop (na 7 km) was een opgave, doch ook dat ging behoorlijk goed. Drie jaar geleden was dat andere koek, toen op dat stuk de (stevige) wind in het nadeel blies. Dit jaar lagen stroken onverhard er droog bij, dus ook daar kon tempo gemaakt worden. Op het einde kon ik nog wat versnellen en mijn eindtijd was 48 min. 32 sec.: slechts 35 seconden trager dan drie jaar geleden en hetzelfde tempo als in het vlakke Kiewit, drie weken geleden. Bovendien werd ik 3de M60 (van de 21). Dus dit betekent progressie en het geeft de burger moed voor het B.K. Halve Marathon, volgende week in Gentbrugge. Sharon zette bijna 31 minuten neer over 5,6 km en was ook tevreden genoeg en zodoende beloonden we ons achteraf met enkele biertjes.
Vier weken na die waardeloze veldloop in Sint-Truiden was deze wedstrijd voor mij een eerste echte test om te zien hoe het met mijn conditie zou zijn. Mijn tijd van vorig jaar (41 minuten rond) zou niet te evenaren zijn, toch hoopte ik om onder de 42 minuten te duiken. Het vlakke parcours leent zich tot een snelle eindtijd, maar na mijn hielblessure is voor mij pijnvrij lopen - voorlopig - de enige bekommernis. Er stond traditioneel heel wat volk aan de start (385 stuks) van deze wedstrijd, die ik voor de 15de keer betwistte. Ik had me voorgenomen om voorzichtig te starten aan een comfortabel tempo van zowat 4 min.15 sec./km en dat viel heel goed mee. Ik moest niet te veel moeite doen, de linkerhiel voelde oké aan en de passage onverhard door het bos verteerde ik goed. De laatste km kon ik zelfs nog wat versnellen om zodoende de finish te bereiken in 42 min. 30 sec. Hier kon ik mee leven, temeer omdat ik nadien nog op het hoogste trapje van het podium mocht plaatsnemen als 1ste van de 19 masters 65+. Qua gevoel en tempo zat het goed: veel meer mocht ik niet verwachten. Nu proberen dit te bestendigen in Fernelmont, over 3 weken, op zware omloop.
De blessure aan mijn linker voet zorgde ervoor dat ik 3 maanden enkel nog kon fietsten en daarmee zowaar een fietsconditie opbouwde om JE tegen te zeggen. Zo haalde ik op 3 oktober mijn langste afstand (170 km) aan iets meer dan 30 km/u en het gevolg was een jaartotaal van bijna 7000 km. Maar het (loop)bloed kruipt waar het niet gaan kan en dus begon ik goed 3 maanden geleden opnieuw te joggen. Na drie sessies met shockwave therapie en een cortisone spuit leek de slijmbeursontsteking ontsteking onder controle. Na een MRI in Hasselt en een bezoek aan het AZ in Herentals, twee weken geleden, was het verdict: hielspoor. De gespecialiseerde dokter wist me gelukkig te melden dat een operatie (nog) niet nodig is, maar ik moest wel voorzichtig zijn en de emmer niet laten vollopen. Ik heb ook een verdikking achteraan mijn hiel, doch door de kuiten veel te stretchen, kan dat eventueel niet voor (te) veel last zorgen. Eigenlijk is die hiel een euvel dat me al een twaalftal jaar bezighoudt, doch ik kon altijd blijven lopen, totdat ik nu dus stilaan een bejaarde leeftijd heb bereikt en slijtages her en der vlugger de kop op steken. De last is nog niet volledig verdwenen, maar als de dokters zeggen dat ik mag blijven lopen: wie ben ik dan om hen tegen te spreken? Ondanks een povere conditie had ik het Limburgs kampioenschap veldlopen in gedachten om mijn wederoptreden te doen: niet meteen de verstandigste keuze, maar toch. Ter plaatse aangekomen leek het parcours er op het eerste zicht goed bij te liggen, maar dat was maar schijn. Bij de start stonden we al enkeldiep in de modder en dat werd verderop alleen maar erger. Kortom: helemaal niet mijn ding, dus startte ik zeer behouden om de kat uit de boom te kijken. Eerst liep ik in derde stelling om dan geleidelijk op te schuiven tot ik in het spoor kwam van de koploper bij mijn categorie (clubgenoot Eduard). Net toen ik aan het plannen was om de kop over te nemen, bleef mijn spike in de modder steken en moest ik stoppen om die terug aan te trekken. Even later gebeurde dat opnieuw en de vogels waren vliegen, waardoor ik als 3de M65 over de finish ploeterde. Er had, ondanks alles, duidelijk meer ingezeten dan Brons, maar ik was al bij al opgelucht dat mijn hiel goed had standgehouden. Die linkerspike had ik niet al te vastgebonden om die hiel te ontzien en daarom was die blijven steken. Ik kijk meer uit naar de eerste stratenloop: de Midwinterjogging in Kiewit, over 4 weken.
Voor deze wedstrijd had ik, zeker achteraf gezien, beter gepast. Mijn linker hiel (slijmbeursontsteking) bezorgt me nog steeds last, en al zeker tijdens een langere training, zoals die ik vier dagen geleden deed. Toen liep ik 14 km en die verliepen niet probleemloos, en al zeker niet na afloop! Mijn hamstrings zijn wel helemaal in orde, mede omdat die niet zo fel gebezigd worden tijdens het fietsen. De fietsconditie is anders wel super (met weektotalen tot 337 km, vorige week). Doch, dit alles is geen garantie op een positieve uitkomst bij een loopwedstrijd, en dat zou blijken. Tijdens de opwarming viel de hinder al bij al nog mee en dus besliste ik toch om te starten. Dat het verstand niet altijd met de jaren komt, is in mijn geval ook van toepassing, al is dat - gelukkig - niet altijd de norm. Met een conditie van nul-komma-nul kon ik me uiteraard niet handhaven bij de atleten die anders wel in mijn buurt lopen. Me voortbewegen was al een hele uitdaging, toch lag ik nog in 1ste positie in mijn categorie (de plus 65ers). En dan gebeurde het op +/- 2 km van de finish: een hevige pijnscheut achter mijn linker enkel. Ik moest mijn tempo drastisch laten zakken en strompelde nog verder tot de aankomst. Onmiddellijk wist dat het over & out was, toch zeker voor een langere periode. Ik had die slijmbeursontsteking genegeerd en erger gemaakt tot de aanhechting van de achillespees ook ontstoken was. De 1ste plaats bij de M65, die ik alsnog behaalde, was maar bijzaak, alsook de eindtijd (44min. 35sec.). De blessures, die me de voorbije 3 jaren overkomen (hamstrings 2019, buikspieren 2021), maken dat ik bijna de helft van de tijd mijn geliefkoosde sport niet kan uitoefenen. Dus zal ik me in de toekomst meer moeten focussen op mijn tweede favoriete sport (fietsen), en later zien wat er nog in zit op gebied van lopen.
Vijf weken na Nieuwerkerken had ik nog eens een wedstrijd ingepland. Eentje die deel uitmaakt van de Victors Cup: een regelmatigheidscriterium waar ik (voorlopig) als tweede gerangschikt sta, en dat bij de 55 plussers, nog wel! De echo heeft ondertussen duidelijk gemaakt dat de aanhechting van mijn linker hamstring verdikt is en dat de slijmbeurs van mijn linker achillespees ontstoken is. Ik ben inmiddels in behandeling bij de kinesist en die hamstrings lijken aan de beterhand en die slijmbeurs voelt (meestal) ook goed aan. Dit komt allicht door de belachelijk weinig loopkilometers, de voorbije weken (deze week 23 km, vorige week zelfs 2!). Ook neem ik sinds vrijdag een ontstekingsremmer in de hoop op beterschap. Met een temperatuur van 25° zou het geen zondagse wandeling worden, en al zeker omdat deze wedstrijd bestempeld werd als zwaar. Gezien de - voor mij - eerste editie, nam ik een nogal behoudende start. Groot was mijn verbazing dat de eerste kilometer in 4min. 3sec. werd afgelegd, maar die ging wel hoofdzakelijk in dalende lijn. Het echt zware werk begon pas na 4 a 5 km en het werd zwoegen op de opeenvolgende hellingen. Met een bepaald tempo lopen was ik helemaal niet meer bezig, wel met overleven en vooral niet stilvallen. Mijn hamstrings deden het perfect en ook die slijmbeursontsteking bezorgde me (praktisch) geen last. Na de allerzwaarste klim, in het zicht van de meet, was ik zowel opgelucht als blij om heelhuids aan te komen. Het gemiddelde van 4min. 10sec. was, alles in acht genomen, zeker niet slecht. Ook de 3de plaats bij de M55 stemde me tot tevredenheid. MAAR: na afloop kreeg ik meer last in buurt van mijn linker achillespees! Benieuwd of ik in orde ga komen voor Kozen, over een dikke week?
Wegens de problemen met mijn linkerhamstrings (& bil) heb het volume van mijn looptrainingen drastisch naar beneden gehaald: de voorbije week slechts 11 km! De week daarvoor nog 37 km, daar waar ik normaal tussen de 80 en 100 km/week liep, inclusief wedstrijd. Dat gemiddelde haal ik al een maand of twee niet meer. Om dat enigszins te compenseren heb ik het fietsen geleidelijk opgevoerd tot 229 km, vorige week. Zodoende verminderde de hinder, toch was ik er niet gerust op dat dit ook zo zou blijven tijdens een wedstrijd. Het was vijf jaar geleden dat ik nog eens deelnam aan deze wedstrijd in mijn buurgemeente (in 2019 en 2021 niet wegens blessures, onder andere). Het parcours was totaal anders met nu twee rondes van 5 km. Het zou me benieuwen welk tempo ik aan zou kunnen, dus vertrok ik nogal behoudend. Mijn hamstrings deden het verbazend goed, dus dreef ik het tempo wat op richting 15 km per uur. Dat voelde verbazend goed aan, gezien de gebrekkige voorbereiding. Maar tijdens de voorlaatste km begon ik plots last te krijgen in mijn linkervoet (buitenkant, achter de enkel). Ik liep behoedzaam verder in de hoop het niet erger te maken, toch deed ik 7 seconden minder over de tweede ronde. Zo finishte ik als 1ste M65 (30ste totaal) en met een tempo van iets meer dan 4 min./km mocht ik zeker niet klagen, rekening houdende met al die lichamelijke ongemakken. Dinsdag ga ik een echo van mijn hamstrings laten maken. Benieuwd wat de uitkomst zal zijn.
Ik heb tot op het laatste moment getwijfeld om deel te nemen aan deze 10 mijl, omdat de hinder in mijn linker hamstrings (vertrekkend van onder de bil) de afgelopen dagen geenszins week. Bovendien heb ik deze week slechts een goeie 20 km gelopen, maar wel 200 km gefietst. Vooraleer we vertrokken naar Hoeselt, liep ik in onze straat verscheidene 100 metertjes om proberen in te schatten of het wel de moeite was om die (overigens zware) wedstrijd te betwisten. De pijn beperkte zich plaatselijk, net onder de bil en was verdraagbaar. Dus vertrok ik in laatste instantie, samen met mijn vrouw & dochter Darlene, ijlings richting Hoeselt. Terplaatse heerste er een gezellige drukte en na een minimale opwarming ging ik, samen met 311 andere lopers, van start. De eerste kilometer viel al tegen en ik raakte niet in mijn ritme, maar wel in ademnood. Dit had ook ongetwijfeld te maken met het hoogteverschil dat we moesten overbruggen. Ondanks het golvende karakter van het parcours voelde ik me hoe langer hoe beter in mijn vel en kon mijn metgezellen beter volgen als het bergop ging dan bergafwaarts. Dat kwam allicht ook omdat mijn linkerbil me minder last bezorgde als de weg omhoog ging. Ik kon mijn tempo goed aanhouden en zelfs verhogen naarmate de afstand vorderde, toch moest ik helemaal op het einde nog serieus versnellen om mijn 2de plaats bij de M55 veilig te stellen. Ik was dik tevreden, maar vooral opgelucht dat ik de finish had gehaald en dan nog aan een tempo van 4min. 8sec./km en dat op een zware omloop. De linker hamstrings hadden het vrij goed gedaan, maar na afloop voelde ik wel wat irritatie aan de linker achillespees. Hopelijk beterschap over 8 dagen in Nieuwerkerken .
Een tropisch warme 33°, last van mijn maag en wat gehoest af & toe maakten dat ik er niet gerust op was om deze wedstrijd van de Victors cup succesvol te voleindigen. Daar kwam ook nog de onzekerheid bij over mijn linkerbil & aanhechting hamstrings, die me steeds nog last bezorgen. De voorbije week heb ik drie maal gefietst en 2 lichte looptrainingen afgewerkt. Het loslopen (4,5 km) vanmorgen viel goed mee, dus besliste ik om de uitdaging aan te gaan. En een uitdaging was het ook, want de loden hitte had ervoor gezorgd dat slechts 45 atleten aan de start stonden. De boodschap was: rustig starten en dat gebeurde ook. Ik probeerde dat tempo te bestendigen, maar dat lukte niet. Het ging almaar trager en het enige dat door mijn hoofd spookte was: finishen! Gelukkig bezorgden mijn bil & hamstrings me weinig of geen last en zo kon ik me concentreren op iets wat op lopen zou moeten lijken. Het was veeleer strompelen en proberen zo aanschouwelijk mogelijk de finish te halen. Dat lukt ook en ik werd zelfs 2de van de 4 (!) 55 plussers en 16de van de 45 algemeen. Het tempo van 4min. 15sec./km was dan ook van ondergeschikt belang. Hopelijk zijn we nu terug op de goede weg.
Of ik voldoende gerecupereerd zou zijn na zaterdag, zou nog moeten blijken. Gisteren heb ik wel een stevig fietstrainingske gedaan van een goeie 50 km aan 30 km/u. Dit is iets wat ik normaal nooit die, de dag voor een wedstrijd. Maar omdat de benen toch al niet fris te krijgen zijn op twee dagen, had ik ze dan maar een andere inspanning laten doen. Afwachten hoe dat zou uitpakken tijdens de wedstrijd, waar ik niet zo veel van verwachtte. Dus nam ik me voor om ook nu behoudend te vertrekken, maar het ging beter dan verwacht en haalde een tempo van 3 min. 57sec. per km tijdens de eerste van vier rondes! Maar na 4 km, net als eergisteren, begon mijn linkerbil tegen te stribbelen (niet zozeer de hamstrings). Toch zakte het tempo niet al te veel, ik kon verscheidene atleten remonteren, en de laatste ronde was zelfs nog de snelste! Ronde tijden: 10:14/ 10:21/ 10:24/ 10:13. Met een tempo van net onder de 4min./km mocht ik zeker niet klagen. Negen sec./km sneller dan in Brustem, zaterdag, maar nu was het parcours heel wat minder veeleisend. Als 1ste M65 (25ste totaal) in een tijd van 41min. 14sec. kon ik tevreden terugblikken op deze wedstrijd. Dit was mijn 20ste deelname in Terkoest met veruit de traagste tijd ooit. Maar toch liep ik nu slechts 8sec./km trager dan de allereerste keer en dat was 29 jaar geleden! Dus, er is vooralsnog geen reden tot klagen.
Voor het derde weekend op rij stond er een wedstrijd op het programma, en telkens ook deel uitmakend van het Helpshop criterium. Het was nog steeds warm (24°), dus het zou geen rustig zaterdagavondje worden, mede door het glooiend parcours dat overigens licht gewijzigd was sinds vorig jaar. De afstand was bijgevolg iets korter, dus was het mijn ambitie om net als vorig jaar een tijd van onder de 47 minuten neer te zetten. Het was trouwens afwachten hoe mijn linker hamstrings zouden reageren na vorige week, maar tijdens de opwarming viel dat alsnog mee. Ik nam eerder een - relatief - rustige start, uit voorzorg, maar na 4 km begonnen die hamstrings weer op te spelen, vooral in de bochten naar links (en dat waren er nogal wat!). Ondanks ik niet voluit kracht kon zetten op dat linkerbeen, zat het tempo er toch vrij goed in, dankzij mijn goede conditie van de voorbije weken. Zodoende bereikte ik de finish, zonder al te veel averij, als 1ste 65 plusser in een tijd van 46min. 5sec. Mijn doel uiteindelijk bereikt, maar ideaal is dit allemaal niet. Ik ga volgende week looptrainingen vervangen door fietstochten, maar overmorgen is reeds de volgende wedstrijd (in Terkoest). Als dat maar goed afloopt.
Sinds de Bokkerijdersrun, vorige week, kamp ik wat met een licht stram gevoel in mijn linkerbil, soms uitstralend naar de hamstrings. Dit is een oud zeer dat de laatste jaren, samen met de leeftijd, regelmatig meer de kop op steekt. Meestal waait dat over, maar soms werken die snaren in de achterkant van het bovenbeen duchtig tegen, met een blessure tot gevolg. Daarom was ik op mijn hoede wat betreft een wedstrijd lopen, die qua parcours bepaald uitdagend mag genoemd worden. De passage van zowat 4 km door het bos, inclusief heuvels in het zand en ongelijke ondergrond met soms keien, is tegelijkertijd mooi & zwaar. Kortom, allemaal niet echt ideaal voor broze onderste ledematen op hun retour. De tweede editie van deze zeer puik georganiseerde wedstrijd was tevens een manche van het Helpshop criterium. Van vorig jaar wist ik dat het zwaarste pas begon na 5 km, toch vond ik het tempo stevig (3 seconden sneller dan in Wellen na 5 km, vorige week) op de ook niet zo lichtlopende verharde wegen. Na het induiken van het bos liet ik het tempo drastisch zakken om zeker geen blessure op te lopen. Mijn linkerbil en -hamstrings hielden echter goed stand, ondanks de forse inspanningen die moesten geleverd worden. Uiteindelijk mocht ik als 20ste algemeen (1ste M65) de finish overschrijden in bijna 43 minuten. Geen eindtijd om over naar huis te schrijven en anderhalve minuut trager dan vorig jaar. Maar nu was het warmer (26°) dan toen en ik was al lang tevreden dat ik dit avontuur(tje) had overleefd. Na afloop wat lichte stijfheid in de betreffende bil, niets alarmerends maar toch iets om rekening mee houden.
Het was tijd om nog eens een kortere wedstrijd te lopen na 2 Halve Marathons op twee weken. Ik was benieuwd of ik mijn (gehoopte) 10 km-tempo nog aan zou kunnen (onder de 4 min./Km), want dit was ook alweer 4 weken geleden. De vierde manche van het Helpshop criterium was de ideale wedstrijd om een ietwat hoger tempo te ambiëren: 2 rondes van 5 km met telkens een lange - doch niet zware - klim. De omstandigheden waren ideaal: zowat 13° fris, maar donkere wolken voorspelden niet veel goeds. En inderdaad: na een paar km begon het te regenen en de wind wakkerde aan, wat betekende dat die in het nadeel stond op het stuk onverhard. Ik vond echter dat daar het tempo niet zakte en de lange bergaf richting centrum gaf me de mogelijkheid om met mijn lange passen de snelheid te verhogen en bovendien wat atleten achter te laten. Tijd na 5 km: 19min. 45sec., perfect op schema dus. Het benieuwde me of ik dat kunstje nog eens zou kunnen overdoen, want ik liep van dan af alleen. Ik voelde me uitstekend, het tempo zakte geenszins en ik overschreed de eindmeet kletsnat maar zeer content in 39min. 31sec. Onder de 4min./km, dus, en ik liep de tweede ronde maar 1 seconde trager dan de eerste. Vooral dat laatste stemde me tot tevredenheid, want dit betekent dat mijn uithouding, in combinatie met mijn snelheid, nog steeds intact is. Ik werd bovendien 1ste bij de M65 en mocht op de hoogste trede van het podium plaatsnemen, samen met twee andere oude rockers Piet en Benoit. Ik zette, op 1 seconde na, precies dezelfde tijd neer als op het BK 10000 meter op de piste in Malmedy. Volgens mijn Polar bleek echter dat de afstand vandaag iets minder was, maar dat moet je niet verder vertellen :)
âMartinâs runâ. Rijkhoven (Bilzen). 21,1 km.
Ik had me ingeschreven voor de langste afstand van deze run, die dit jaar plaatsvond nabij Alden Biezen, en doorging in plaats van de Bilzen run die niet kon georganiseerd worden wegens werken in het centrum van Bilzen. Hoe dan ook bleef de moeilijkheidsgraad ongeveer dezelfde wegens het golvende parcours (182 hoogtemeters) en daar kwam ook nog eens de warmte (27 a 28°) bij. Na die ontgoocheling van vorige week, wou ik nog eens het goeie gevoel te pakken krijgen (in reeds mijn derde Halve Marathon, dit jaar) al leek dat in de gegeven omstandigheden geen evidentie. De snelheid, die we ontwikkelden door de afdaling vlak na de start, werd werd al dadelijk in de kiem gesmoord door het stuk vals plat richting Alden Biezen. De eerste circa 10 km waaide de wind meestal schuin in het nadeel en ik nestelde me in een groepje van een man of drie. Het tempo was comfortabel en ik had me voorgenomen om op reserve te beginnen, want een toptijd zat er toch niet: ik mikte eerder op een tijd van 1u30min. Het tweede deel liep ik alleen, toch kon ik nog enkele atleten voorbij lopen, waarvan er eentje een categorie-genoot was (bleek achteraf) en zo liep ik tweede stelling bij de 55 plussers. De hitte en de afstand begonnen naar het einde toe hun tol te eisen en dan moest de Kattenberg nog bedwongen worden op 2 km van de meet. Die lange helling op een grindpad bleef maar duren, de snelheid (voor zover die nog aanwezig was) ging er helemaal uit, doch de bevrijding was nabij. Zo liep ik als 2de M55 over de eindmeet (24ste van de 125 totaal) in 1u31min.41sec. Niet de tijd waar ik had op gehoopt, doch er waren verzachtende omstandigheden. Maar de benen voelden toch al heel wat beter aan dan vorige week, al is dat moeilijk te vergelijken. Achteraf bleek dat ik na twee wedstrijden opgerukt ben naar de derde plaats in de stand van de Victors cup bij de 55 plussers. Dit is een criterium waar ik ook mijn zinnen op gezet heb, naast het Helpshop criterium. In die laatste is er ook een categorie voor oud-strijders van 65+ en daar bekleed ik de - voorlopig - eerste plaats.
Na mijn puike (al zeg ik het zelf!) prestaties van de voorbije weken, inclusief een meer dan geslaagde lange duurloop een kleine drie weken geleden, achtte ik me klaar om eindelijk nog eens een marathon onder de 3 uur te kunnen lopen. Dochter Sharon en hondje Hector achtten zich bereid om me te vergezellen naar Visé, waar ik in het verleden vier keer een marathon voleindigde met wisselend succes (2001, 2003, 2006 en 2014). Het parcours was nu anders (wat mij achteraf goed zou uitkomen) met 2 rondes, in plaats van 1 grote met keerpunt in Maastricht. Het was van meet af aan duidelijk dat dit geen gemakkelijke opdracht zou worden want de benen liepen dadelijk vol en na 1 km had ik al door dat mijn beoogde tijd er niet in zou zitten. Ik liep op geen enkel moment comfortabel, het tempo zakte nog meer en algauw besloot ik om na de eerste ronde uit te stappen. De stevige wind zat tegen langsheen de Maas en ik zag het helemaal niet zitten om deze passage nog eens te doen. Aandringen had geen zin en dus zat mijn wedstrijd er na 21,1 km op. Ik weet niet wat er scheelde: misschien nog niet hersteld van die 2 wedstrijden van vorig weekend. Tijd: 1u 33min. 43sec. Niet zo heel slecht, maar hiervoor was ik gekomen. Tot mijn verbazing werd ik alsnog in de uitslag van de Halve Marathon opgenomen, waar ik zelfs nog 3de van de zestigplussers werd! Toen ik dat wist waren we al lang terug thuis. Een ontgoocheling rijker, maar ook niet meer dan dat en het was de verstandigste beslissing. De vorige keer dat ik opgaf (ook halfweg) was in 1999, in Antwerpen. Toen begon ik aan de marathon met een stressfractuur met het gevolg dat het scheurtje in mijn scheenbeen alsmaar erger en pijnlijker werd en het bijna een breuk werd: dat was pas onverantwoord! Blijkbaar komt het verstand toch met de jaren.
Na mijn meer dan bevredigende prestatie van gisteren, wou ik daar vandaag een verlengstukje aan vast breien door deel te nemen aan deze wedstrijd in de Oudste Stad van België. Veel ambities knoopte ik daar niet aan vast want de benen waren uiteraard niet hersteld en bovendien trad ik aan bij de 55 plussers. Een podiumplaats zou al mooi zijn voor een gepensioneerde vijfenzestiger en een eindtijd van 40 a 41 minuten eveneens.
Nadat we kleindochtertje Mien hadden opgepikt, reden we samen met ook onze jongste dochter Darlene naar Tongeren, waar het als vanouds een gezellige drukte was. Na mijn nummer opgehaald te hebben en wat opwarming stond ik klaar voor de start. Althans ik dacht dat ik klaar was, want ik kreeg mijn chrono aanvankelijk niet opgestart. Na wat geklooi in het begin, lukte dat na een 60 a 70 meter toch en kon ik me concentreren op de wedstrijd. De eerste paar kms gingen logischerwijs stroef, maar vanaf dan begon de motor op toerental te komen met kilometer tijden van 4 minuten, ondanks het niet-vlakke parcours inclusief kasseitjes en bochtenwerk in het centrum. Tot even voorbij halfweg liep ik in het gezelschap van clubgenoot David, maar dan koos ik het vrije sop en ik kon het tempo er verrassend goed in houden. Dankzij al dat gesupporter van mijn geliefden en andere kennissen, eindigde ik nog snedig in een tijd van 40min.48sec.! Als 3de M55, nota bene. Hiermee kon opa zeer zeker vrede nemen en Mien ook (denk ik:)). Gisteren brons bij de M65, vandaag bij de 55 plussers: we worden precies jonger :)
Het was vier jaar geleden dat ik nog eens op de piste had gelopen en dus even lang geen BK 10000 meter meer. De redenen waren: blessure, Corona en eenmaal niet geselecteerd. Om toch nog wat het gevoel van de piste op te wekken, deed ik voorbije dinsdag in extremisch nog een interval op de piste van mijn club (7 maal 400 meter). Ik testte er 2 paar schoenen, waaronder mijn gloednieuwe spikes. Nog nooit liep ermee op de piste (enkel veldlopen) dus nam ik mijns inziens toch wat risico om deze te gaan bezigen, en dat op 10 km dan nog. Samen met dochter Sharon en mijn vrouw vertrokken we om 14u naar Malmedy, waar we ruim op tijd arriveerden. Goed opgewarmd en wel stond ik aan de start om 17u45, samen met zeer stevige concurrenten. Heyde, voormalig Europees kampioen op enkele korte afstanden en regerend Belgisch veldloopkampioen, zou ik misschien aankunnen. Maar de heer Vierendeels, ook Europees kampioen (veldlopen) geweest en houder van het wereldrecord op de 10 km, was voor mij een brug te ver. Persoonlijk mikte ik op een tijd van een dikke 39 minuten. Alle masters van boven de 50 startten samen. Vierendeels stoof er onmiddellijk als een komeet vandoor en Heyde zette zich in mijn spoor toen ik na 5 ronden wat versnelde om een groepje achter te laten. Mijn tempo was stevig en de spikes zaten goed (5 Km in 19min.45sec.). Deze situatie bleef zo tot Heyde op ongeveer 5 ronden van het einde versnelde en daar had ik geen antwoord op. Hij eindigde nog 35 seconden voor mij en Brons was mijn deel. Het Goud was uiteraard voor Vierendeels, die anderhalve minuut voor mij finishte. Uiteindelijk waren de verschillen niet zo groot, maar toch duidelijk. Met een tijd van 39min.30sec. kon ik vrede nemen, temeer omdat ik een zeer vlak tempo liep: de eerste en de tweede 5 Km tot op de seconde even snel! Bovendien pakte ik het Limburgs record en clubrecord bij de M65 op die afstand. De Belgische wereldtop was een maatje te groot voor mij, maar mijn spikes niet: die zaten als gegoten.